FEEST IN OEGSTGEEST.
flste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 12 Maart 1930
Derde Blad
No. 21469
ONTVANGST EN INSTALLATIE VAN BURGEMEESTER A. J. VAN GERREVINK.
54 Verecnigingen brengen hulde voor het Raadhuis.
X
He: zag er vanmiddag bij het Station,
ar? Rijnsburgerweg en vooral vóór het
iVptgeester-Raadhuis zwart van de mten-
ïben! Velen waren tezamen gedrongen om
plechtige ontvangst bij te wonen van
•-jgemeester van Gerrevink. Voor iedere
jaoeente beteekent het inhalen van een
-.nrervader een evenement; zoo ook nu!
Gansch Oegstgeest was uitgeloopen: het
Trid een haast ongekende opmarsch van
:;reenigingen, de getrouwe Oegstgeesler
xlitiemannen kon men voor het eer9t be-
r oderen hooggezeten op het paard, de mu
sk klonk vroolijk ter eere van de nieuwe
rezefenen! Maar: wat het voornaamste
ns de Oegstgeesters konden nu den heer
Tin Gerrevink. over wien zij reeds zooveel
(eiioord hadden, eindelijk zien. begroeten en
hand drukken! 't'Schoone weder werkte
bijzonder toe mee, dezen dag tot een bij-
raderen te maken!
Omstreeks 2 uur arriveerde de nieuwe
burgemeester en zijn gezin aan het Station
Leiden, waar ter ontvangst aanwezig
Tiren wethouder N. Zandbergen, in de
r'aats van weth. Rubenkamp die ongesteld
en het oudste Raadslid in zittingsjaren,
te heer G. Bakker,
Nadat men in de rijtuigen had plaats ge-
lomen. vertrok het gezelschap naar Oegst-
pes'. Gekomen aan de grens der gemeente
un den Warmonderweg, waren ter ont
wast gereed het eere-comité, het comité
R.K. Harmonievereeniging .„Triumph".
Vóór de aankomst speelde de muziek
ï3arna de voorzitter van het comité, dr. D.
Timmermans een kort welkomstwoord tot
ten nieuwen burgemeester en zijn gezin
'ichtte. De dames Zandbergen en Singeling
daarbij bloemen aan.
Voorafgegaan door twee poliiie-agenten te
raid en de R. K. Harmonie ..Triumph" ver-
rok de feestelijke stoet, waarbij het eero-
ïoiité en het comité zich in rijtuigen aan-
s'oot, in een matig tempo langs den Leul-
ïben Straatweg en Geversstraat naar de
rang van het Wilhelminapark door do
belangstellenden luide toegejuicht,
ir stond de Harmonievereeniging N. Z. H.
M. opgesteld, welk corps de muzikale be
dding verzorgde op den weg naar het
idhuis. Een prachtig, ja grandioos ge-
:ht bood het Wilhelminapark. Daar ston-
s niet minder dan 54- vereenigingen met
iie banieren, rond het Raadhuis geschaard,
n indrukwekkend en machtig oogenblik
«3 het. toen vanaf het bordes van het
udhuis de kinderen van de *4 hoogste
ussen van alle scholen een speciaal ver-
nardigd welkomstlied zongen, gevolgd door
te ontroerende zang van nog een tweetal
nderlandsche liederen.
Het zoontje van wethouder Rubenkamp
-'>d daarna bloemen aan.
het binnentreden van het Raadhuis
neelde do N. Z. H. T. M. Harmonie het
.Wilt heden nu treden".
f De nieuwe burgemeester begaf zich in de
hreemeesterskamer, het overige gezelsch?.p
de Raadzaal.
De installatie.
Weihouder Zandbergen opende de verga-
tering en verzocht den secretaris, den heer
- G. M van Griethuijsen het Kon. besluit
'2n de benoeming van den heer A. J. van
Gerrevink tot burgemeester der gemeente
^tgeest voor te lezen, waaraan werd vol-
tein. Daarop leidden de heeren C. Bakker
J. J Xijssen. den nieuwen burgemeester
Raadzaal binnen, waar wethouder Zand
den de volgende rede uitsprak:
Rede van den heer Zandbergen.
Hijnheer de burgemeester van Gerrevink!
Wegens voortdurende ongesteldheid van
oudsten collega welke naar wij
ïullen hopen weer spoedig hersteld zal
rust op mij de taak U als burgemees-
te installeeren.
Voorkort nog namen wij afscheid van Uw
i-Tibtsvoorganger en brachten hem van deze
tteats onze hulde en dank voor wat hij in
30-jaiig tijdsbestek voor onze gemeente
ïas geweest.
Die woorden waren oprecht en welge
meend.
Wethouder Zandbergen.
Sedert dien lijd werd met belangstelling
uitgezien aan wien de schoone functie van i
Burgemeester dezer gemeente zou worden
toevertrouwd, totdat de bladen melding
maakten van Uwe benoeming als zoodanig.
Deze benoeming is voorzeker een eervolle
onderscheiding, temeer waar het Burge
meestersambt van Oegstgeest niet alleen
een schoone maar vooral ook een moeilijke
taak is, gezien de sterke ontwikkeling der
gemeente en hare ligging aan den zelfkant
van een groote stad.
En het spreekt van zelf dat met het be
richt van Uw benoeming onze belangstel
ling uitging naar Uw persoon en werk.
Laat ik dan zeggen dat de eerste kennis
making een prettigen indruk heeft achter
gelaten een indruk welke weerklank vond
in de geheele gemeente gezien de spon
taniteit waarmede plannen tot feestelijken
intocht werden opgevat.
En wat ik verder van U mocht vernemen
versterkt ons in het vertrouwen dat we ons
in Uwe benoeming kunnen gelukkig prijzen.
U hebt niet alleen achter U een jarenlange
ervaiing op het gebied der gemeentehuis- j
houding, maar U schijnt daarnaast een man
van breede studie.
Burgemeester van Gerrevink ik feliciteer
U mede namens mijn collega met deze
benoeming U te beurt gevallen en ik hoop
dat U zal blijken de juiste man op de juiste
plaats te zijn.
Steeds heeft in onzen Raad en in het Col
lege van Burgemeester en Wethouders bij
alle verschil van inzicht een aangename
toon en een prettige samenwerking beslaan.
De onpartijdigheid van Uwen ambtsvoor
ganger heeft daartoe zeer veel bijgedragen.
Zijn onpartijdigheid was van dien aard
dat een onzer na een circa kwarteeuw
raadslidmaatschap moest verklaren niet te
weten tot welke partij oud-Burgemeester
van Griethuijsen behoorde.
We spreken de hoop uit dat U in dit op
zicht een waardig opvolger van Uw ambts
voorganger moge zijn.
Onzerzijds zoowel Wethouders als leden
van den Raad kunt U op volle medewer
king rekenen en we spreken de hoop uit dat
we prettig mogen samenwerken.
We vertrouwen dat U de belangen onzer
gemeente naar Uw beste weten zult behar
tigen en ik geloof dat we ook in dit opzicht
gerust kunnen zijn.
En mocht bij vernieuwing de zelfstandig
heid onzer gemeente worden bedreigd dan
rekenen we er op in U te vinden een man
die pal slaat voor het behoud onzer zelf
standigheid.
Een zelfstandigheid geworteld in de oude
historie.
Verder uit te weiden over de taak welke
U wacht lijkt mij ongewenscht. Spoedig ge
noeg hebt U gelegenheid hieromtrent een
eigen oordeel Ie vormen.
Burgemeester van Gerrevink. we heelen
U met Uw gezin hartelijk welkom in onze
gemeente en hopen dat U hier een prettige
woonplaats moogt vinden. Iels wat mij
dunkt. U niet moeilijk zal vallen.
Moge dan onze gemeente onder Uw lei
ding zich verder ontwikkelen en U onder
Gods zegen in het belang der gemeente en
gemeenlenaren werkzaam zijn.
En thans draag ik U de ambtsketen over
als teeken Uwer waardigheid en ik doe
dat in vol vertrouwen op de toekomst en in
vol vertrouwen in Uw Burgemeesterschap.
Mag ik U thans verzoeken Uw Voorzit
terszetel in te nemen.
Nadat de nieuwe Burgemeester den voor
zitterszetel had ingenomen, sprak hij als
volgt:
Rede burgemeester Van Gerrevink.
Mijnheer de voorzitter, heeren wet
houders en leden van den raad der
gemeente Oegstgeest.
Bij het aanvaarden van het ambt van
burgemeester der gemeente Oegstgeest, is
het mij een aangename plicht te beginnen
met m het openbaar mijn eerbiedigen dank
te betuigen aan Hare Majesteit onze ge-
eerbiedigde en geliefde Koningin voor mijn
benoeming lot dit gewichtige en belangwek
kende ambt. aan H.H. EE. den Minister
van Staat. Minféter van Binnenlandsche Za
ken en Landbouw jhr. dr. Ch. J. M. Ruys
de Beerenbrouck en den Minister van Staat
jhr. dr. H. A. van Karnebeek, Commissa
ris der Koningin in de provincie Zuid-Hol
land voor HjH. E.E. voordracht en aanbeve
ling.
Verder moog' ik mijn welgemeenden en
hartelijken dank voor hun bemoeiingen be
tuigen aan alle autoriteiten en vrienden, die
de genoemde autoriteiten over mijn werk
hebben ingelicht op een wijze, die deze be
noeming mogelijk maakte of op andere
wijze tot die benoeming hebben medege
werkt.
Als wij nu staan, mijne heeren, op het
punt van kennismaking, wil ik beginnen
met een oogenblik terug te denken aan bet
geen ik in mijn oude gemeente. Oldemarkt,
heb achtergelaten.
De verhoudingen in het gemeentebestuur
waren daar in hooge mate aangenaam. De
vergaderingen van het dagelijksch bestuur
der gemeente waren een wekelijksch terug -
keerende genotvolle arbeid, waaraan ik mij
met vreugde wijdde en waaraan ik steeds
met groot genoegen zal terugdenken De
vergaderingen van den Raad kenmerkten
zich een enkele maal door een grooter© le
vendigheid van gedachtenwisseling, ver
oorzaakt door de door de wet voorgeschreven
openbaarheid van handeling.
Nimmer konden echter zelfs de meer
Burgemeester A. J. van Gerrevink.
diepgaande meeningsverschillen, die zich
wel eens deden gelden, de aangename per
soonlijke verhoudingen verstoren.
Onder de leden van het gemeentebestuur,
de notabelen en ook onder de ambtenaren
had ik trouwe en hartelijke vrienden.
Van de zijde der ingezetenen der ge
meente, van mijn amhtgenooten ondervond
ik bij mijn vertrek de meest duidelijke be
wijzen van sympathie en belangstelling.
Het is onder die omstandigheden niet ge
makkelijk afscheid te nemen van een ge
meente, aan wier belangen men gedurende
bijna 20 jaren zijn krachten heeft gewijd.
Waarlijk, al deze banden verscheurende,
beseft men eerst, dat het woord van den
Franschen dichter „vertrekken is eigenlijk
een weinig sterven" is van wijsgeerigen
levensernst, van doorleefden weemoed.
Mijnheer de voorzitter, ik geef er mij vol
komen rekenschap van, te slaan voor een
geheel nieuw tijdvak van mijn ambtelijke
loopbaan ,in vele opzichten verschillend
van het vorige.
Maar voor ik daarover verder ga spreken,
is het mij een behoefte een woord van eer
biedige hulde te wijden, aan mijn hoogge-
aohten ambtsvoorganger, den heer J. G. M.
van Griethuysen, die gedurende dertig jaar
met zooveel vrucht als burgemeester hier is
werkzaam geweest.
Mijnheer van Griethuysen. groot is ge
weest de lof, die u bij uw heengaan is toe
gezwaaid. Het is de vraag of wel in breeden
kring wordt beseft de volle beteekenis van
dien lof. Ons ambt is moeilijk en veelzijdig,
ons ambtelijk werk zwanger van moeilijk
oplosbare conflicten, onze verhouding tot de
gemeente zoo samengesteld als de mensche-
lijke ziel zelve. Alleen zij. die dagelijks met
uw werk in aanraking kwamen, maar ook
zij, die een veeljarigen arbeid als burge
meester achter zicli hebben, kunnen wel
licht dc beteekenis van dien lof geheel om
vatten.
Welnu, ik moog mij van harte aansluiten
bij de schoone woorden, die de vooraan
staande menschen in dc gemeente tot u
hebben gesproken, en ik betuig u gaarne
mijn dank, en ik breng u gaarne mijn hulde
voor hetgeen u voor de gemeente Oegstgeest
hebt gedaan.
Het is mij een eer en een voorrecht, tot
Uw opvolger le zijn benoemd en Gij kunt
overtuigd houden, dat ik Uwe ambtelijke
figuur hoog zal houden en zal trachten,
Uwe voetsporen te drukken.
Een woord van persoonlijken dank wijd
ik U woor de wijze, waarop Gij mij hier zijt
tegemoetgetreden. Toen ik hier Zaterdag
voor 8 dagen voor het eerst het huis der ge
meente betrad waart Gij de eerste die in
gezelschap van den waarnemenden burge
meester, den Heer Zandbergen, mij vrien
delijk verwelkomend tegemoet kwaamt Gij
waart de eerste, die mij de noodige inlich
tingen verstrektet. die mij zelfs in enkele
vraagstukken, die oplossing eischen, hebt
ingeleid. Gij deedt dit laatste op een wijze,
die mij onmiddellijk de overtuiging schonk,
dat de lijd althans Uwe verstandelijke ver
mogens in het geheel niet heeft aangexast,
en dat deze allerminst Uw heengaan nood
zakelijk of wenschelijk maakten.
Ik weet U voor dit alle9 mijn vriendelijken
dank Naar ik hoor, zijt Gij voornemens
in deze gemeente Uw rust te blijven ge
nieten. Ik hoop door die omstandigheid In
de gelegenheid te zijn. menigmaal van
Uwe natuurlijke volkomen kennis van men
schen en toestanden in de gemeente partij
te trekken, en doe daartoe een beroep op
Uwe welwillendheid en Uwe voorlichting
De Heer onze God spare U nog menig
jaar in ons midden, voor de Uwen en voor
de gemeente, in het volle bezit Uwer ver
mogens.
Mijnheer de Voorzitter, Ternauwernood
heb ik durven hopen, dat het mij gegeven
zoude zijn. mijne krachten te wijden aan
eene zoo schoone gemeente als Oegstgeest
is, in het hart van Holland, in eene land
streek, die steeds mijn liefde had om haar
wijden horizon, haar zonnige kleurrijke
bloemenvelden, haar grazige weiden, bezet
met zwaar geblokt vee, haar als het ware
in oud-Hollandsche romantiek gedrenkte
plaatsnamen, maar ook om de intelligentie,
den ondernemingsgeest, de werklust en de
werkkracht harer bevolking.
Inderdaad, ik ben van meening, dat het
niet alleen de vruchtbaarheid der Holland-
sche velden, de gunstige ligging van dit ge
west zijn, die het hebben gemaakt tot het
j belangrijkste van ons land in bijna ieder
opzicht.
j Mijnheer de Voorzitler, ik heb er naar ver-
i langd. de hand aan den ploeg te slaan, len-
J einde tot den bloei dezer schoone gemeen-
te, het mijne le kunnen bijdragen Maar ik
I ben te goed bekend op staatsrechtelijk ter
rein, om van eene toespraak lot den Raad
I eener gemeente naar vorm en inhoud een
soort troonrede te maken, en meen, dat het
ook practisch onjuist is gezien, om met een
opsomming van de belangen, welker ver
zorging aan het bestuur eener gemeente
zijn toevertrouwd, in beschouwingen te tre
den omtrent de wijze, waarop men voor
nemens is die belangen te behartigen, zoo
lang men niet weet, hoe die belangen aan
liggen en zich onderling verhouden.
Daarom zij volstaan met er Uwe aandacht
op te vestigen, dat ik voor enkele dagen in
handen van Z E. den Minister van Staat,
Commissaris der Koningin in dit gewest,
onder aanroeping van Gods Heiligen Naam
heb gezworen trouw aan de Grondwet en
aan de wetten des Rijks en dat ik de belan
gen der gemeente Oegstgeest met alle tot
mijne beschikking staande krachten zal
voorstaan en behartigen.
t
Mijne Heeren, de samenstelling van
Uwen Raad waarborgt mij, dat de goden
van den tijd hier geen of zeer weinig vol
gelingen tellen onder de ingezetenen der
gemeente. Het komt mij daarom voor, dat
het weinig noodzakelijk is hier met zooveel
woorden te verzekeren, dat ik op het punt
van handhaving van het wettig gezag bui
tengewoon weinig meegaand ben, dat de
liefde, voor het Oranjehuis en het vaderland
voor mij geen klanken zijn, maar hooge
geestelijke en zedelijke waarden, die nie
mand zonder schade voor zichzelf vermag
te verwaarloozen.
Maar ik gevoel toch behoefte over het
tweede deel van mijnen eed 'hier in het
openbaar, en in het midden der regeerende
vergadering dezer gemeente, met een enkel
woord te spreken.
Ziet. mijne Heeren. ik ben hier gekomen
met een bede in het hart voor het geestelijk
en stoffelijk welzijn van de inwoners der
gemeente Oegstgeest.
De rechten en de belangen der gemeente
en van hare inwoneTs zullen steeds het doel
mijner handelingen zijn en gij kunt U over
tuigd houden, dat zij tegen bedreiging van
builen en van binnen de gemeente in mij
een geharnast verdediger zullen vinden.
Dit alles is eenvoudig genoeg en het spreekt
vanzelf.
Maar om dit werk met volle kracht en in
volle overtuiging te kunnen doen; om op
die verdediging, die, als elke techniscn*.
goede verdediging bij tusschenpoozen in
een aanval zal moeten overgaan, alle aan
dacht te kunnen samentrekken, is één ding
bepaald noodig. Dat eene noodige is: ver
trouwen. Vertrouwen van de bevolking, die
tot uitdrukking behoort te komen in ver
trouwen van den Raad.
Om bij het gegeven beeld te blijvenDe
strijder, die met een hem waardigen tegen
stander den degen kruist, moet niet in de
noodzakelijkheid gebracht worden om te
zien. Het moet achter en terzijde van hem
rustig zijn. Hij moet d$n strijd voeren met
de zekerheid, dat hij alleen vóór zich den
vijand heeft. Dat is noodig omdat iedere
afleiding hem terstond noodlottig wordt.
Ik doe hierbij mijne heeTen, voor
zooveel noodig, een ernstig beroep op
uw vertrouwen, in het belang der
gemeente. Want als de inlichtingen,
die mij omtrent deze gemeente en haar
bevolking zijn verstrekt juist zijn, en daar
aan valt niet te twijfelen, dan staat ia
deze gemeente het gemeentebelang boven
het partijbelang, dan zijn de burgerzin, de
belangstelling der ingezetenen voor de
openbare zaak hier zeer sterk ontwikkeld.
En als dat zoo is, waarom zoudt gij mij
dan uw vertrouwen zelfs niet ongevraagd
schenken Gij kunt toch van mij niet ver
wachten, dat ik iets anders op het oog
zoude hebben dan het belang der gemeenie
Oegstgeest.
Inderdaad, ik geloof, dat mij hier een
zeer schoone taak wacht.
Maar, mijne heeren, de ervaring heeft
mij geleerd, dat iederen burgemeester, die
in een gemeente komt, en die niet reed9
behoorde tot de ipwoners dier gemeente,
ook een moeilijke tijd wacht. Vele beslis
singen moeten worden genomen, die of de
een of de andere groep van ingezetenen
teleurstellen. Natuurlijk zullen die beslis
singen, vooral in den eersten tijd, in hooge
mate staan onder den invloed der plaatse
lijke vertegenwoordigende lichamen.
Diensondanks worden die beslissingen,
naar mijn ondervinding, door de teleurge-
stelden aan den vrijen wil van den burge
meester toegeschreven. Zoolang deze in do
gemeente nog geen toegewijde vrienden
heeft, kan dit zijn positie, zijn aanzien on
der de ingezetenen, ten zeerste schaden.
Heeren leden van den Raad ik heb juist
een beroep gedaan op uw vertrouwen,
thans doe ik een niet minder nadrukkelijk
beroep op uw steun.
In het belang der gemeente durf ik u
dien steun vragen, zelfs in gevallen, waar
in de beslissing o niet behaagt, indien gq
weet, dat zij in de lijst der omstandigheden,
waaronder zij is genomen, juist is.
Gij vormt tezamen met mij de vergade
ring, die de gemeente Oegstgeest heeft te
regeeren binnen de grenzen, door de wet
gesteld.
Groot is uw macht in een gemeente als
Oegstgeest en bij bijna iedere wijziging der
gemeentewet, ook in de thans aanhangige,
wordt zij uitgebreid.
De uitdrukkelijke wil van den wetgever
is geweest, dat gij de gemeente niet alleen
regeert, maar uw macht ook in bestuurs
aangelegenheden, tot in details, geducht
kunt doen gevoelen.
Welnu, gij kunt van mij verwachten, dat
ik uw gezag in ieder opzicht zal eerbiedigen
en helpen hooghouden, dat ik in volkomen
openhartigheid u tot de zaken der gemeente
zal inleiden en u naar mijn beste weten zal
inlichten omtrent uw bevoegdheid in voor
komende gevallen, met name daar, waar
omtrent die bevoegdheid in verband met
wettelijke voorschriften twijfel mocht rijzen
Geraeenterechtelijk schaar ik mij bij de
orthodoxe richting, die nog steeds gelooft
in openbare behandeling vain de openbare
zaak, als prikkel voor de ingezetenen on
hun liefde en belangstelling aan de ge
meenschappelijke zaak te blijven wijden,
en mitsdien als de eenige weg tot een opge
wekt openbaar leven.
Daarom zal ik voor u geen geheimen
hebben. Ik heb die ook nimmer gehad
den Raad van Oldemarkt en heb mij tr
immer wel bij bevonden.
Over de onderlinge verhouding tusscheu
de leden van oiwen Raad behoef ik, dunkt
mij, niet te spreken. De samenstelling vau
uw vergadering uit mannen, zonder onder
scheid behoorende tot de ordelievende par
tijen, waarborgt mij, dat ook daar, waar
verschil van meening zich mocht doen gel
den, de gedachtenwisseling zal worden ge
voerd met eerbied voor eikaars persoon eu
eerlijke overtuiging.
Met u heeren wethouders, zal ik een meer
dagelijkschen omgang hebben. Onze verga
deringen zullen niet openbaar zijn en zullen
daardoor een veel meer vertrouwelijk ka
rakter dragen.
Deze vertrouwelijkheid kan in hooge mate
vergemakkelijken het voorbereidende werk,
dat ons wacht en kan zeer bevorderlijk zijn
aan een rustige gedachtenwisseling.
Maar er is, naar ik meen, in het dage
lijksch bestuur der gemeente, iets meer noo
dig, dan eene correcte verhouding tusscheu
de leden.
Alleen een zeer uitgesproken onderling
verstaan kan in dezen dagelijkschen om
gang de juiste sfeer scheppen.
Bepaald aangenaam en belangwekkend!
woTdt het werk, indien tusschen ons eenige
sympathie, nog beter bepaalde toegenegen
heid mocht ontstaan.
Ook op uwe medewerking, uw vertrou
wen, mocht het zijn, uwe sympathie, doe ik:
een beroep. Zij zullen strekken tot bevorde
ring onzer saamhoorigheid, tot verhooging
van ons gezag in den Raad, lot heil der ge
meente.
Met den heer Ontvanger der gemeenie
had ik reeds het voorrecht, kennis te ma
ken. Daarbij vernam ik, dat hij reeds meer
dere tientallen jaren zijn gewichtig verant
woordelijk, steeds ingewikkelder wordend
werk in het belang der gemeente heeft ver
richt met ijver en bekwaamheid. Spoedig
hoop ik nader met hem kennis te maken en
ik twijfel er niet aan, of wij zullen op aan
gename wijze met elkander samenwerken.
Met den heer waarnemenden Secretaris
en de jongere ambtenaren ter secretarie zal
ik van dag tot dag. van uur tot uur, ambte
lijk verkeeren. Groot is hunne verantwoor
delijkheid, zwaar hun taak, zeer veel is voor
het gemeentebelang gelegen aan hunne be
kwaamheid, hunne werkkracht, hun werk
lust, hunne eerlijkheid.
Ik schenk hun mijn vertrouwen en twijfel
er niet aan of zij zullen toonen, dit vertrou
wen waardig te zijn .Zij krijgen een chef.
die evenals zijn voorganger, ambtenaar en
secretaris was. die weet wat werken is, die
weet. dat hij die werkt, fouten maakt. Te
dien aanzien behoeft bij hen geen twijfel
te bestaan. Ik meen ten opzichte van mijne
toekomstige verhouding tot hen geen bete
ren wensch te kunnen uitspreken, dan dat
zij zoo mag worden als zij in Oldemarkt
was.
Ook had ik Teeds het voorrecht, kennis .te
maken met den heer gemeente-architect. Eu
wel op de meest aangename wijze.
In eene zich sterk ontwikkelende ge
meente als Oegstgeest is zijne functie onge
twijfeld eene zeer belangrijke en verant
woordelijke en zeer veel hangt voor haar
van zijn zaakkennis en zijn initiatief af.
Zooals ik in een hier verschijnend blad reeds
heb gelezen, heeft de heer Van der Voet ten
naaste bij de geheele ontwikkeling der ge
meente ambtelijk medegemaakt. Ik doe dus
een beroep op zijne mij reed9 in ruime mate
gebleken welwillendheid om mij in de za
ken der gemeente voor zoover die onder de
onder zijn beheer staande takken van dienst
behooren mij met zijne rijpe ervaring bij
te staan. Zeer veelvuldig zal onze aanraking
zijn en ik twijfel er niet aan of onze betrek
kingen zullen van den meest aangenamen
aard zijn.
Van zeer bijzonderen aard zal zijn mijne
verhouding tot de ambtenaren der gemeente
politie. De taak van die ambtenaren is
zwaar. Hooge eischen worden in den tegen-
woordigen tijd terecht, naar ik meen. ge
steld aan hun tact. hunne wetskennis. de
correctheid van hun optreden tegen publiek
en verdachten.
Ook aan de ambtenaren der politie dezer
gemeente schenk ik mijn vertrouwen en ik
twijfel er niet aan, of zij zullen alles doen,
om dit vertrouwen niet te beschamen
Mijnheer de waarnemende burgemeester,
heeren leden van den Raad en ambtenarea
der gemeente Oegstgeest, ik roep u allen