Op burenbezoek bij Boskoop.
rONGERS
3JN LAATSTE WENSCH
r Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 7 Maart 1930
Derde Blad No. 21465
De gemeente in de verdrukking.
FEUILLETON.
X
X
Uitkomst slechts door annexatie mogelijk.
(Van onzen eigen verslaggever).
o
Zooveel hoofden, zooveel zinnenI Men
dit gezegde weer eens volkomen be
arbeid bij de vurige debatten, die nu
.ids eenigen tijd gehouden worden in Bos-
wpflche, Hazerswoudsche. Alphensche en
suwijksche kringen. Want de wensch
Boskoop naar gebiedsuitbreiding heeft
de betrokken dorpen veel stof opgeworpen
de mensch het onaangenaam vindt,
ranneer hem iets van zijn bezit ontnomen
iwdt, zoo is het ook met een gemeente
*e!d
Alphen, Hazerswoude en Reeuwijk zijn
slachoffers, die grond zullen verliezen,
j:en de Boskoopsche anexatieplannen in
milling gaan: van daar kwamen dan
reeds vele stemmen van protest
^raard is het zeer moeilijk zich een ob
lie! oordeel te vormen over de Boskoop-
rhe uitbreidingskwestie. Het feit echter.
het Gemeentebestuur van Boskoop niet
cboomde den journalisten uit te noodigen
if toestanden aan de grenzen der gemeente
eigen oogen te komen aanschouwen en
argumenten voor gebiedsuitbreiding
persoonlijk uit te leggen, geeft wel ver
ben voor de intensiteit en de eerlijkheid
zijn bedoelingen.
Burgemeester Colijn.
Burgemeester Colijn heeft ons gisteren
ii Boskoopsche standpunt op een perscon-
Knlie ten Raadhuize, waaraan ook deel-
eien de Wethoudere Guldemond en van
«Meren, alsmede de gemeente-secretaris,
een weloverwogen en vertrouwen inboe
kende wijze duidelijk gemaakt. Eigenbe-
-I zal vanzelfsprekend ook een van de
nj'reeren van de Boskoopers zijn. Niet
w niets worden zij goede kooplui gehee-
es, maar daarnevens leken ons de motieven
■i wel getuigen van een bittere noodzake-
":heid voor een normale ontwikkeling van
gemeente.
Het gaat dan om het annexeeren van de
ieden. onmiddellijk grenzende aan de ge
ënte Boskoop, welke men gearceerd op
hierbij gevoegde kaartje ziet.
Hazerswoude zal moeten afstaan in totaal
PO H.A4. met 500 inwoners. Alphen 460
M. met 440 inwoners en Reeuwijk 244
met 300 inwoners, terreinen, allen
Mgelegen van de diverse eigen gemeente,
totra.
He plannen die verschillende wijzigin-
ondergingen, voordat zij in den huldigen
definitief werden vastgelegd, daleeren
eigenlijk reeds van het jaar 1914. Ged.
Staten gevoelden er toen nog niet vee»
voor. In 1920 werden zij opnieuw ter tafel
gebracht Ged Staten adviseerden evenwel
nog afwijzend, gaven in overweging de
plannen weder in. te dienen, wanneer be
tere tijden voor Boskoop zouden zijn aange
broken.
Een tijd van ongekenden bloei heerscht
nu reeds sedert enkele jaren, deze gunstige
toestand heeft een permanent en immer
vooruitgaand karakter verkregen, waarom
men dus alle reden meent le hebben hen
weder aanhangig te mogen maken. Ged
Staten hebben nu reeds doen doorschemeren,
veel voor deze annexatie te gevoelen
Boskoop is een centrum-gemeente ge
worden van het gansche boomkweekerij-
bedrijf: hier klopt de hartader van de cul
tuur. Talloozen in de naaste omgeving pro-
fiteeren van al hetgeen door de gemeente
werd gedaan. Maar Boskoop heeft "steeds
de lasten moeien dragen, terwijl de anderen
er slechts de lusten van hadden Men denke
aan het ijveren van de gemeente Boskoop
voor het aanleggen van den spoorweg
Alphen Boskoop)Gouda, waarvoor zij zeer
belangrijk hoogere kosten (f 200.000^ op
zich nam dan Alp'hen (f. 25.000) ter
wijl Hazerswoude zelfs niets fourneerde.
Daar kwam onder finantieele garantie
van Boskoop een veiling tot stand,
deze gemeente zal spoedig voor een
tentoonstellingsterrein, waar alle buren
profijt van zullen hebben, een erfpachts
canon van 1200 gulden per jaar verschul
digd zijn.
Men denke voorts aan de belangrijke kos
ten voor wegenverbetering en -onderhoud,
opheffing van tollen, de nachtelijke open
stelling van het telefoonkantoor, de stich
ting van de Rijkstuinbouwschool en andere
scholen, aan de ontelbare uitgaven voor
reclame in het buitenland het ijveren
voor de openstelling der grenzen van
Amerika, de vele officieele ontvang
sten, tentoonstellingen etc.
Van dat alles genieten velen, maar Bos
koop wa9 steeds voor de kosten goed! Deze
gemeente trad immer voor de geheele streek
op!
De Boskoopsche gronden, slechts 826 H A.
waarvan in 1870 niet. meer dan 1/4 in cul
tuur gebracht was, zijn nu volkomen in be
slag genomen.
Het is in dit verband niet onaardig
even te wijzen op de in verhouding tot Bos
koop uitgestrekte aangrenzende gemeenten,
l.w. Alphen 6045 H.A., Hazerswoude 3474
H.A., Waddinxveen 3367 H.A.. Reeuwijk
2267 H.A. 't Valt dan ook onmiddellijk op,
hoe in Boskoop elk plekje bebouwd is. ter
wijl onmiddellijk buiten de kom einde-
looze terreinen vrij liggen.
Het ontslaan van kweekc-Tijen in de om
Boskoop gelegen gemeenten mag op zich
zelf natuurlijk geen reden zijn om voor
grenswijziging te ijveTen. Maar Boskoop
'heeft voor haar normale ontwikkeling nu
eenmaal behoefte aan reservegronden. Zooals
gezegd, in de gemeente zelf zijn geen ter
reinen meer aanwezig; reeds moest zij 50
H.A. voor spoorwegaanleg afstaan. Vele Bos
koopers zijn nu genoodzaakt zich te vesti
gen op de gronden, die slechts even over de
grens liggen. Maar alle bewoners der buurt
schappen blijven feitelijk gemeentenaren
van Boskoop: zij profiteeren van gas. water
en electriciteit, doen er hun inkoopem, zijn
veelal kerkelijk en op menig ander gebied,
alsmede in het 9chool- en vereenigingsleven
geheel op Boskoop georiënteerd. Slechts in
enkele gevallen trekken de bewoners der
randgebieden voor een formaliteit t.w. ge
boorte- of belastingaangifte, naar de op vele
kilometers afstand gc-'legen gemeentehuizen
terwijl zii dat van Boskoop om zoo te zeggen
vanuit hun eigen woning met een vinger
kunnen aanraken! Verder hebben zij met
hun eigen bestuur generlei contact.
Geografisch en economisch vormen dus
de grensgebieden een onverbrekelijk geheel
met Boskoop.
Wij wijzen er bijv. nog op hoe de bewo
ners van den te annexeeren z.g. polder
Spoelwijk (Randenburg behoorend tot Reeu
wijk) eerst door Boskoop trekken moeten,
alvorens naar het op 5 K.M. afstand van
Boskoop gelegen Reeuwijksche raadhuis te
kunnen komen. Geldt de oriëntatie van de
Randenburgers op Boskoop dus wel in zeer
sterke mate. ook kan in dien zin gesproken
worden van hen, die huizen op de te
annexeeren polders Rijneveld en Nesse, be
hoorend tot Alphen en den Rietveldpolder
alsmede de Hazerswoudsche droogmakerij,
die allen direct van de Boskoopsche voor
deel en nut trekken.
Tijdens onze autorondgang, onder leiding
van Burgemeester Colijn en de wethouders,
hebben wij een uitstekenden indruk ver
kregen van de ligging van al deze polders
waarvan reeds belangrijke gedeelten in cul
tuur zijn gebracht en gezien, hoe logisch
zij zich bij de gemeente Boskoop aansluiten.
Er valt in elk opzicht een natuurlijke groei
te constateeren. Bij de bewoners der omlig
gende gronden beslaat dan ook een bijna
algemeen verlangen om zoo spoedig mogelijk
tot Boskoop te mogen behooren.
Zooals Burgemeester Colijn het uitdrukte,
'hel is roerend te zien. hoe de talloozen.
wier bedrijfs-. vereenigings- en particuliere
leven geheel en al op Boskoop is geconcen
treerd. zich beijveren, geannexeerd te wor
den! Zelfs uit bijv. Waddinxveen en ander
zijds, dat niet eens in het plan betrokken
is, worden adressen in dien geest ver
zonden. Wij hoorden reeds zeggen, dat
indien het zelfbeschikkingsrecht nog gold.
de uitkomst zeker niet twijfelachtig zou zijn!
Natuurlijk zullen hier persoonlijke motie
ven ook wel een rol spelen: men vergete
niet, dat bouwlanden, welke nu een waarde
vertegenwoordigen van gemiddeld 3000
gulden per H A., bij in cultuur-neming voor
de kweekerij. onmiddellijk gemiddeld tot de
dubbele waarde stijgen per RA. In Boskoop
zelf wordt voornitnemenden cultuurgrond,
die jaren in bewerking i9, wel tot f. 17500
betaald!
Vandaar dat ongetwijfeld vele boeren het
een voordeelig zaakje zullen vinden, hun
landerijen aan kweekers te verkoopen!
Daarbij komt. dat in het bijzonder de
Reeuwijkers, na annexatie, minder belas
ting behoeven te betalen, hetgeen zeker ook
een motief is, om vriendelijk naar Boskoop
waar de belasting door den goeden gang
van zaken zeer matig is! te lonken! Dit
echter tusschen twee haakjes, want de
voordeelen daarnaast blijken zoo in 't oog
springend, dat ook zonder het hierboven
aangehaalde, de toestand voor de eventueele
nieuwe inwoners enorm zou verbeteren,
vooral ook op hygiënisch gebied! Zooals
het nu staat kan men gevoegelijk zeggen,
dat honderden leven en sterven in Bos
koop want zij laten er zich ook begra
ven! terwijl zij in wezen behooren tot
gemeenten, waar zij feitelijk niets mee te
maken hebben!
Er moet een gemeente zijn, die hun be
langen volkomen kan behartigen en daartoe
is Boskoop, volgens Burgemeester Colijn,
door haar enorme bloei, vooral in de laat
ste drie jaren, welke bloei ongetwijfeld zal
voortduren, in staat Meer en beter zeker,
dan de besturen der andere gemeenten, die
er niet een zoodanig groot belang bij heb
ben, de op verren afstand wonenden te
geven, wat hun toekomt. Betrekken bijv.
de bewoners van de Nessepolder reeds nu
niet gratis water, door particulier vervoer,
van Boskoop?
Boskoop zelf plukt geen financieele voor
deelen van deze annexatie. Want de in
komsten die Alphen, Hazerswoude en
Reeuwijk na de eventueele annexatie moe
ten derven, dienen vergoed te worden. Daar
bij komt dat Boskoop ongetwijfeld groote
kosten te maken heeft voor alle mogelijke
verbeteringen, vooral ook op wegengebied,
Een overzicht van de terreinen rond Boskoop, die men wenscht te annexeeren.
waar bijv. Alphen op het oogenblik geheel
geen belang bij heeft. In dit opzicht heeft
Boskoop reeds vele sporen verdiend: het
overzicht, dat Wethouder Guldenmond tij
dens den voortreffelijken maaltijd in Hotel
Klaassen daarvan gaf, getuigde wel van
veel noeste energie en groote vooruitgang.
Meer dan 150.000 gulden werd hieraan
reeds besteed, die door zeer voorzichtige
financieele politiek geheel uit den kapitaal-
dienst konden bekostigd worden en wel
door middel van „caisse" betaling, zooals
al)e9 in Boskoop kas betaald wordt. Er is
.voorts reeds een wegenfonds van f. 80.000.
Grootscbe plannen voor verbindings- en toe
gangswegen staan overigens nog voor de
deur. die tezamen een bedrag van een
kwart miliioen gulden noodzakelijk maken,
dat Boskoop zich voorstelt eveneens onmid
dellijk te voldoen. Deze gemeente schijnt
dus financieel op zeer hechten grond te
staan. Zulks geeft mede wel een groot ver
trouwen, dat de ontwikkeling der naburige
gronden onder Boskoop's bestuur in zeer
goede handen zal zijn'.
Zooals men gezien heeft, beleekent voor
ieder der drie gemeenten het afstaan der
beoogde landen slechts een klein verlies,
terwijl de aanwinst voor Boskoop noodza
kelijk voor de uitbreiding schijnt te zijn.
De plaats is als een jongen, die vol
komen uit de kleeren groeide 1 Natuur
lijk kanten de andere gemeenten zich tegen
de voorstellen: 'wie zou zulks niet doen,
wanneer hem iets ontnomen werd?
Wij hopen ook van deze gemeenten offi
cieel nog eens hun standpunt te vernemen.
Vooralsnog schijnt men te Hazerswoude
de sterkste argumenten tegen annexatie le
hebben. Men moet zeer lucratieve gronden
afstaan, waarop do boomkweekerij sinds
lang gevestigd is. Hazerswoude betrekt van
de op haar gebied wonende kweekers grooie
inkomsten, waardoor de belasting op een
laag peil gehouden kon worden. De Hazers
woudsche kweekers, schijnen, in tegenstel
ling met de te annexeeren Reeuwijkers en
Alphenaars gedeeltelijk wel met Hazers
woude samen te leven ook op kerkelijk
en schoolgebied terwijl men het feit, dat
de Hazerswoudsche kweekers hun produc
ten op de Boskoopsche veiling brengt geen
juist argument acht, daar de landbouwers
hun kaas en boter veel verder, bijv. naar
Leiden en Bodegraven brengen.
Ook in Reeuwijk heeft men bezwaren: er
j* bestaat reeds nu daar gebrek aan boeren
land, er is al een tekort van 300 II.A., aan
genomen dat 15 H.A. een behoorlijk lani-
bouwersbestaan verzekeren. Merkwaardig in
dit verband is de uitspraak van burgemees
ter Colijn dat men van 2/3 H.A. gronds voor
kweekerij geschikt gemaakt, reeds goed kan
leven! Wat Alphen betreft, daar wordt aan
gevoerd. dat de in het wegenplan opgeno
men aanleg van een broeden verkeersweg
langs de Gouwe voor de dicht ondpr Boskoop
i wonende Alphenaars een uitstekende en
i snelle verbinding zal schenken 1 Ook bevor
dert zulks de spoorlijn AlphenBoskoop
Gouda. Maar zooals hierboven reeds
werd opgemerkt: in den aanleg van die lijn
draagt Boskoop acht maal zoo veel bij!
Hoe dan ook: in Boskoop heeft men ons
willen aantoonen, dat gebiedsuitbreiding
strikt noodi.g is. I-Tet nijpende gebrek aan
goede cultuurgronden staat wel vast, de
argumenten leken ons steekhoudend. Wij
verklaren zulks onder voorbehoud: wellicht
geven de gemeentebesturen van Hazers
woude en Alphen gelegenheid een anderen
kijk op deze kwestie te verkrijgen. Intusschen
danken wij het gemeentebestuur van Bos
koop ten zeerste voor de gelegenheid ons ge
geven een en ander van nabij te contro
leeren.
Voor Boskoop is het te hopen dat een
een-zijn met de beoogde terreinen, spoedig
werkelijkheid moge worden! Aan Alphen,
dat indertijd met Oudshoorn en Aar-
1 anderveen samengroeide, hebben de Bos
koopers alvast een hoopvol voorbeeld Een
zelfde succes moge hun beschoren zijn!
RECLAME.
Geen gevaar
voor slippen op
IIUIUUIIIIIilUIMIwlMIIIIMUIlllllllillUll'
5091
(allebei den Tod hinaus").
Roman van ANNY VON PANHUYS.
p het Duitsch door W H. C BOULLAARD.
(Nadruk verboden.)
-Je wset, kindlief, ik houd niet van zulk
•gradeer in het openbaar; ik zal blij zijn
13 dat jubileumfeest heelemaal voorbij is."
L' bent in alle9 zoo bescheiden, vader."
^bracht zijn hand aan haar lippen en
dat een j'ubileum toch iels wonder-
'ns was, vooral zooals met haar het
foal was wanneer daarbij tegelijk je en-
fcjj-fnent publiek mocht worden,
if® professor scheen haar gedachten te
"oben geraden, hij trok zijn kind naar zich
60 kuste het. „Mijn lieveling, wordt maar
heel gelukkig!"
yet groote oogen keek Else haar vader
-Wat beduidde dal? Zijn woorden klon-
bijna als een afscheid Iets dergelijks
j-1^ de professor zelf te vinden, want hij
Else los en zei op een toon dien hij
flute ongedwongen te doen klinken: .Ik
.bijna te. gelooven. dat ik haast even
Sr als dikke Fraugott von Bar-
daarbij wijzende naar het Dortret
lt!1 üen heer met de vadermoorders,
tn o Plechtigs kunt u nooit bij elkaar
''•Jn zei Else lachend Ze «telde voor nu
te gaan wat de vader goed vond. er
j. ^voegend dat hij niet met haar mee
„/buis kon gaan omdat hij nog naar den
,&caat Slem moest.
„Wat moet u daar doen, vader?"
„Niets bijzonders, kindje, alleen maar een
inlichting betreffend een rechtskwestie bij
hem inwinnen."
Daar er zich bij Stern slechts enkele
cliënten in de wachtkamer bevonden, was
hij weldra aan de beurt om geholpen te wor
den. Stern en de professor kenden elkaar al
vele jaren; zij ontmoetten elkaar dikwijls en
behoorden lol het clubje, dat eiken Donder
dag in „De Kroon" bijeenkwam om een
glaasje wijn te drinken, le politiseeren en
speciaal om een onschuldig kaartje te leggen.
Stern begroette den professor vriendelijk
en vroeg, nadat beiden waren gaan zitten,
waarmee hij hem van dienst kon zijn.
„Ik zou graag een oogenblik uw lijd in
beslag willen nemen voor een kleine rechts
kwestie". begon de professor uit zijn bin
nenzak een dik. verzegeld couvert nemende,
dat hij nog even bevoelde, alsof hij wilde
onderzoeken of het nog goed gesloten was.
Toen reikte hij het Steern over
„Mijn laatste wensch!" las deze lot zijn
verwondering en zei: .Ik begrijp niet wat u
hiermee wilt professor; in de eerste plaats
schrijft men gewoonlijk' „mijn uiterste wils
beschikking" en in de tweede plaats heb ik
die wilsbeschikking al jaar en dag onder
mijn berusting."
„Zeker mijn testament ligt al lang bij u,
maar dat daar" hij wees naar het cou
vert. dat de advocaat voor zich op de schrijf
tafel had gelegd „is een soort toevoegsel
aan mijn testament Tk moet het u wat nader
verklaren Bij mijn dood moet mijn bij u be
rustend testament worden geopend u be
grijpt mij dus goed. uitsluitend mijn testa
men» Daarentegen moet dan het couvert,
waarop staat- „mijn laatste wensch" niet al
leen nog gesloten blijven, maar u rept over
het bestaan er van met geen woord, zelfs
niet tegenover mijn naastbestaanden. En nu
komt de hoofdzaak, n.l. op welk tijdstip
„mijn laatste wensch" mag worden bekend
gemaakt Dat heb ik opgeschreven; hier hebt
u het". Hij haalde een samengevouwen vel
papier te voorschijn en stelde het den advo
caat ter hand, die met halfluide stem las:
„In het schilderij-museum hangt mijn
portret, dat mijn gezin het recht heeft na
mijn dood voor zich terug te vorderen. Zoo
dra het van dit recht gebruik maakt, moet
het bij den advocaat Stern gedeponeerde
couvert met het opschrift „mijn laatste
wensch!" in tegenwoordigheid van mijn
vrouw en mijn dochter worden geopend. In
geval geen harer binnen zes maanden na
mijn dood aanspraak maakt op mijn portret,
moet eerst na verloop van dezen termijn het
couvert worden geopend."
„Van het grootste gewicht is het", hernam
de professor, toen de advocaat het boven
staande had gelezen, „dat door u letterlijk
aan mijn verzoek wordt voldaan ik wilde
daarop graag nog eens den nadruk leggen
en dat u tegenover niemand met een syllabe
rept dat behalve mijn testament nog zoo
iets als een toevoegsel daaraan bestaat. Mijn
vrouw en dochter mogen er niets van weten
voor en aleer zij of mijn portret uit het
museum teruggevraagd hebben, of zes maan
den na mijn dood hebben laten verstrijken".
De professor haalde diep adem om dan op
elk woord den klemtoon leggend, te vervol
gen: „Het bestaan van „mijn laatste
wensch" mag niet vermeld worden, ook niet
indien er veel is. dat u of mijn gezin na de
opening van mijn testament bij de daarop
volgende regeling der nalatenschap vreemd
en onbegrijpelijk moet toeschijnen".
„Ik zal me over niets verbazen, professor,
en alles zal geschieden, zooals u het
wenscht, dat blijft afgesproken". Hij drukte
Berner de hand.
Berner nam kort daarop afscheid. Hij
voelde zich nu, nadat hij dezen gang achter
zich had. belangrijk verlicht en maakte een
kleinen omweg, alvorens naar huis te gaan.
Zijn wandeling leidde door stille straten
met nette, door tuinen omgeven huizen,
achter welker vensters goed gekapte vrou
wenhoofden en ronde kindergezichtjes zicht
baar waren. Hij liep tot de rivier, waarvan
het water zoo rustig door het in herfsttooi
prijkende landschap stroomde.
Een heilige vrede lag over de natuur, maar
in de ziel van den eenzamen man, die, ge
heel aan zijn gedachten overgegeven, langs
den oever wandelde, heerschle geen ware
vrede.
Allerlei ging hem door het hoofd. Else,
zijn eenig kind, zijn lieveling, zou weldra
aan haren vinger den ring dragen van den
man. die de steun in haar leven zou zijn en
Walter Zernikow zou haar een goede steun
zijn, daarvan was hij overtuigd. Zijn testa
ment was al lang geleden gemaakt en nu
had hij ook zijn laatste wensch den advo
caat ter hand gesteld..
„Mijn laatste wensch!"
De gedachte daartoe ontsprong uit zijn
ergernis over de woerden van den Hertog.
Dezen wilde hij na den dood het bewijs
leveren dat hij de liefde van vrouw en doch
ter niet had onderschat. Uit die gedachte
was „Mijn laatste wensch" en alles, wat
daarmede verband hield, geboren.
Berner was dermate in gedachten ver
zonken. dat hij niet merkte, dat de wolken
aan den hemel zich samenpakten en lang
zamerhand het geheele uitspansel bedekten;
geen stukje blauw was meer te zien. Eerss
een paar regendruppels maakten hem op
merkzaam en een blik naar den donkeren
hemel noopte hem zijn gang te versnellen,
want naar alle waarschijnlijkheid zou het
een duchtige bui worden en hij had geen
parapluie bij zich.
Overwegende hoe hij nu 't spoedigst thuis
zou komen, viel hem in, dat hij. door naar
links af te buigen, in het Slolsteegje moest
belanden, dat achter het museum liep en zij
waarts daarvan uitkwam. De naam van het
straatje stamde nog uit den tijd. dat het mu
seum het slot der Hertogen van Schneidilz
was. Slolbedienden moeten er toen hebben
gewoond, thans huisde er allerlei armoedig
volkje.
Na weinige minuten kon Berner consta
teeren, dat hij zich niet had vergist want
hij had het straatje reeds bereikt. Het was
een erbarmelijke steeg. smal. met kleine,
door ouderdom en weersinvloeden in verval
geraakte, leelijke onooglijke huisjes Eenige
stonden scheef, alsof zij door een reuzen
arm waren op zij gedrukt Op het hobbelige
plaveisel en puntige keien, speelden eenige
vieze kinderen, onverschillig voor den hevi
ger wordende regen en achter de groezei ge
vensters vertoonden zich slordig gekleede
vrouwen met ongekamde haren
De professor was nog nooit door dit
straatje gegaan, omdat er een slechte roep
van uitging, naast eerlijke armoede huisde
er ook allerlei gespuis en daarom keek hij
voorzichtigheidshalve goed naar rechts en
links uit en het trof hem daarbij 'e zien dat
zoo dicht achter hel groote schilderij
museum met zijn heerlijke waardevolle
kunstschatten, zooveel ellende woonde.
(Wordt vervolgd).