LEIDSCH DAGBLAD irgang Donderdag 6 Maart 1930 No. 10 BERICHT. ZONDEBOK. iBucp ngesteldheid van Mej. Koop- tekeren ontbreekt deze week de itio en zullen ook de oplossers irragen nog een weekje gedold len. Redactie „L. D." Engel9ch van E.M. BRYANT, eknopt bewerkt door de Lilie Hogerwaard. HOOFDSTUK V. ip meende een Goede Daad te verrichten. irde met Hanna oefende een invloed op Jaap uit. Hij ch erg en bleef mevrouw Swa- mogelijk uit den weg. Do pre- r had echter medelijden met t een gelegenheid om eens met 'en en hem aan het verstand dat zij niet meer boos op hem genheid deed zich een paar voor Mevrouw Swaters ging bezoek in het dorp afleggen, zij met eon mandje aan op weg gaan, toen zij Jaap net: wat zou ik graag willeil, mijn mandje droeg, Jaap", zei glimlach. ,,Wil jij het doen V iuw", luidde het verlegen ant en naast elkaar voort. Weldra d ik an ts vrouw heb je het laatste bericht van ad, Jaap 1 Je vertelde mij er d niet van." en zacht verwijt in haar stem 1de. dat hij dit verdiend had een paar dagen geleden een oordde hij, „maar er stond 1 in" ader het goed schrijft niet veel over zich- hij een prachtige reis gemaakt de brief, dien je vanmorgen iet van je vader V' ouw," antwoordde Jaap, ,,dio schoolvriendje van vroeger, f ik de groote vacantie bij hem ngen. Zijn vader zal dominee ver schrijven. Denkt u dat 1 Het is een heel aardige geloof, dat zijn vader predi- n goede aanbeveling!" klonk Zij waren nu op hun bestemming ge komen en mevrouw Swaters bedankte Jaap voor zijn hulp. Hij moest nu maar naar huis gaan. daar de predikant haar zon komen halen. Al fluitende liep Jaap terug, blij, dat het tusschen mevrouw Swaters en hem weer heclemaal in orde was. Zoo naderde de groote vacantie niet ras- sche schreden Op den Zondagmiddag er vóór liepen mevrouw Swaters en eenigo der jongens door den tuin. Het was heer lijk zomerweer en de zon scheen vroolijk. Na een tijdje hoorde Jaap do predikants vrouw zeggen. ,,Ik heb wat hoofdpijn en ga dus maar liever naar binDen om wat te rusten." Even late» dacht Jaap aan de kerkklok en mompelde- ,,'t Zou jammer zijn, als die mevrouw wakker maakte! Wacht! Ik weet wat! Ik zal eens zien of ik 'm het zwijgen niet kan opleggen!" Plotseling viel hem iets in. Waarom zon hij niet in den toren klimmen en den klepel uit de klok haten 1 Zc zouden er op Zondag geen nieuwen in kunnen zetten en mevrouw Swaters zou er dus niet door gestoord worden. Maar hij moest zijn plan onmid dellijk uitvoeren, want het zon niet lang duren, of de koster, die altüd akelig precies op tijd was kon elk oogenblik de laan komen afstroropelen en dan zou het na tuurlijk te laat zijn! Er waren echter een paar moeilijkheden te overwinnen Ten eerste* het was niet gemakkelijk er bij te klimmen en aan een ladder viel een voudig niet te denken. Ten tweede: iemand die toevallie naai boven keek, zou hem dadelük ontdekken Hoewel deze bezwaren zich aan hem opdrongen, deinsde hii er toch niet voor terug; hii zou ,,den klepel uit de klok halen I" Er mocht dan van komen w»* wilde Met inspanning van al zijn krachten en zonder ongelukken bereikte hij de klok. fn den tuin der pastorie hoorde hij de jon gens, terwijl kleine George riep: ,,Jaap! Ja-pie! Waar zit je toch?" Maar die kon hem door de hooce boomen niet zienDe heole klimpartij was niet bepaald bevor derlijk voor zijn Zcndacsche pak. doch daarom bekommerde Jaap zich niet! Zijn eenige zorg op dit oocenblik was: als hij nu den klepel er maar uit kon krijgenHp stak zijn rechterhand uit, greep den klepel, doch deze zat vast. Jaap moest er zijn beide banden voor gebruiken en mocht eindelijk de voldoening smaken hem los te krijgen. Het scheeldo echter maar heel weinig, of hij was door deze beweging omlaag gestort1 Met den klepel gewapend liet Jaap zich nu vlug naar beneden zakken. Haastig trop hij daarna naar zijn kamertje. ,,Wat mankeert de torenklok toch? Ik kan er geen geluid in krijgen mopperde do oude koster eenige oogenblikken later, terwijl hij uit alle macht aan het lange klokkctouw trok Hij hij was toch plot seling niet doof geworden Het angst zweet brak den armen man van allo kan ten uit en hij strompelde met moeite naar huis. Geen klok-gelui verkondigde dus, dat het weldra kerktijd was. De dorpskinderen stonden in troepjes naar de zwijgende klok tc kijken. De predikant, die nog even rustte vóór hij voor de tweede maal dien xig precken zou en die altijd door het eerste klokkeluiden wakker word, bleef rustig doorslapen. Vader 1 Vader! Daar is een man! Of u komt De bel istuk 1" klok het plotseling in de studeerkamer. ,,Hè Wat?'" riep do predikant, die op eens helder wakker was, verschrikt uit. „Wat is er 1 Lieve help! Ik heb mij ver slapen En do predikant spoedde zich naar dc kerk. Dien avond werd er in de pastorie nog gesproken over het. eigenaardige gevaldo klok, dio plotseling geen geluid meer gaf, nadat zij zich 's morgens nog uitstekend van haar taak gekweten had I Jaap zorgde er wel voor zijn gezicht in de schaduw te houden en werd niet ver dacht. Hij wilde zich niet gaarne meer in moeilijkheden steken vóór het aanbreken der vacantie Zijn uitstapje zag hij liever niet bedreigd! Den volgenden dag werd de zaak echter onderzocht en kwam aan het licht, dat de klepel verdwenen was. De predikant, uis zijn verontwaardiging niet onder stoelen of banken stak, zei aan tafel: ..Als het mocht blijken, dat het de jeug dige Piet Klein is en ik ben hiervan nagenoeg overtuigdzal hij er niet ge nadig afkomen!" Nu was Jaap's geweten op sommige pun ten heel rekbaar, doch hij zou nooit een ander or vooi hem l.aten inloopen. Onmid dellijk na tafel ging hij dan ook naar den predikaDt in diens studeerkamer en zei: Dominee, ik ik heb den klepel uit de klok genomen Vol verbazing staarde de predikant hein aan. Overtuigd als hij was, dat de schul dige onder de dorpsjeugd school, had hij er geen oogenblik aan gedacht, dat het Jaap zou kunnen zijn. ,,Hoe hoe is het mogelijkriep hij eindelijk uit eD zijü stem klonk heel boos. ,,Hoe heb je zoo iets durven doen Waar om deedt je het cn waarom sprak je nie$ eerder V* Jaap bleef zwijgen. Hij wist niet, welko vraag hij het eeTst beantwoorden moest. ,.Geef antwoord! Onmiddellijk! Wanneer heb je het gedaan V' voegde de predikant hem op onheilspellenden toon toe. Zondagmiddag ben ik naar boven ge klommen," antwoordde Jaap eindelijk. ,,'t ls weer mooi!" klonk het nu ijskoud. ,,'t Had maai heel weinig gescheeld, ül lk had een onschuldige gestraft! Maar je zuil er niet gemakkelijk afkomenIk heb van daag van eeD collega eeD brief gekregen met een uitnoodiging voor de groote va cantie voor je Ik weet nu, wat mij te doen staat! Het is mij een raadsel, w&»r&d

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 13