Wat de vrouw draagt.
|M LAATSTE WENSCH
p Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 1 Maart 1930
Zesde Blad
No. 214G0
HEERENBAAI
VOOR DE KUISVROUW.
Ratiio-lfef en leed
FEUILLETON.
REGEN, REGEN.
zuil me misschien tegenspreken,
ivrouw, maar het is waar, heusch waar,
il dl elegance van een vrouw ik bedoel
onbetwistbare zelfbewuste elegance, die
in vele vrouwen zoozeer prijst, zich
it uil, in de wijze waarop men zich bij
pweer kleedt.
Er is dan ook geen grootere fout dan de
(idkleeding te verwaarloozen en op een
;chtigen dag of wanneer het regent je
plunje aan te trekken, die voor zulk
nog nel goed genoeg is.
Eil is een heel verkeerde tactiek, even
fiferd mevrouw, als wanneer u een win-
zoen overslaan wilde en bij grootere
meerdere kleedingstukken over elkaar
zou trekken, om op deze manier de
:ake!ijke wintergarderobe uit te sparen
il regendagen moet wel degelijk reke-
gehouden worden, want hoe vaak ge
bet niet dat dergelijk slecht weer we-
lang aanhoudt waardoor men wel ge-
igen ia hiervoor behoorlijk uitgerust
zijn.
Ala den anderen kant is hel ook heel be
dijk, dat uw toilet-budget hierdoor al
ir genoeg belast is en u van nog meer
ren niet hooren wilt.
hze regenkleeding nu kan ovenals de
tf-toiletten zoodanig gekozen worden, dat
Biet slechts voor één of twee seizoens
kan doen. doch jaren lang mee kan.
rst zul je dus neutrale kleedingstuk-
mooten kiezen die niet al te zeer bij de
bi heerschende mode ten achter staan,
per ig het materiaal van groot belang,
1fhet aan velerlei doeleinden beantw'oor-
rooet; het moet practisch. sterk en als
te eiseh waterdicht zijn.
Mil geval zijn er lamelijk veel mogelijk-
p en wel eenerziids de geïmpregneerde
die zeer aan te bevelen zijn omdat
deze wijze regen- en sporlkleeding tot
ttheet te verwerken zijn: ook zijn de
"billende zijden -gummi's gewild, tei-
in den laatsten tiid het waterdichte
Witon ook een rol gaat speten dat niet
is en een aardig effect verleent. De
meeste interesse gaat zonder twijfel uit naar
dan leeren regenmantel, die altijd elegant
19, zelfs bij het ergste weer. Bovendien gaat
een dergelijk exemplaar jarenlang mee en
terwij] men vroeger gebonden was aan de
bruinachtige nappa-Vieuren, ziet men ze
tegenwoordig in alle moderne linten en
schakeeringen, hetgeen wel de voornaamste
factor ii. waardoor ze zoo populair zijn ge
worden. Geliefde kleuren zijn: mooi blauw,
een fijne kleur eteen. en mosgroen en het
zachte wijnrood, dat in de groote modesa
lons veel van zich doel spreken.
In het maaksel van goede regenmantels
is niet veel keuze; eigenlijk zijn het s.echts
2 modellen die als maatgevend beschouwd
kunnen worden en wel eenerzijds dt
Paletot. die heelemaal recht is anderzijds
de raglan In zijn oorspronkelijken vorm
Een uitzondering maken de nieuwe cane*
van een doorzichtig gummi weefsel gemaakt,
die heel klein fe verpakken ia en zoo noodig
in de handlasch wel een plaatsje kan
vinden. (3
Een mooie leersn mantel, niet alleen
ptactisch bij regenweer maar Welke teven»
voor de reis in aanmerking komt en vaak
beter kleedt dan een atoffen-manlc eei.
eenvoudig raglan-model loonen wij U als 2e
afbeelding In navolging van de hee-enmode
zij de kanten en revers doorgestikt. De cein
tuur door een gesp getrokken, wordt hoog ge
dragen De ingesneden zakken zijn voorzien
van kleppen met knoopen om het indringen
van water te verhoeden: de gespen aan de
mouwen dienen voor hetzelfde doel.
Bij een dergelijke»» mantel Imort een
loeren hoed die hel voordeel heefl tegen elk
weer bceiand te ziin waardoor een para
plu overbodig wordt Hel is een veilig idee
te welen in een dergelijke uitrusting vol
komen tegen het water beschut te zijn. De
nieuwe leeren hoeden hebhen mepslal de
zoozeer geliefde ..zuidwesfervorm" (zijn
ook van voren uitgeknipt en zonder ram»,
venachter van een breeden rand voorzien.)
Links op de schels toonen wii U de zijden-
gummimanlel. welke wegens zijn lichtheid
zeer gezocht, en de dracht voor warms re
gendagen is. In de meeste gevallen is deze
jas heelemaal recht mei ingezelfe plooien,
die in den rug door een klein ceintuurtje
worden vastgehouden. Opgezette zakken
slaan heel goed hierbij De mouwen zijn
precies gelijk aan die van het hierboven
gesproken raglanmodel
Bij dezen mantel zal een beslikte vilthoed
beier staan, daar deze geen bepaalde vorm
heeft doch een willekeurige rand die
a, naar gelang van het weer gebogen kan
worden en sleed» hel ongedwongen sportieve
karakter behoudt.
Een voorname plaats in de regenmode
nemen de verschillende lakhoeden in, d:e
heel gemakkelijk met een enkel gebaar af-
gtdrooed kunnen w.rden Deze novileil zi-t
l' rechts op de leekening nlj een manted-
costuum. waaroverheen de reeds genoemde
.Allweathercape" gedragen wordt
VAN DE NIEUWE ROKKEN, VAN DE
MODERNE BLOUSE EN VAN
DE SPENCER.
Wie werkelijk een diepgaande studie
maakt van de eerste collecties der mode
huizen en een blik slaat achter de coulissen,
waar de koortsachtige voorbereidingen
kunnen vaststellen, dat heel veel werk
voor hel voorjaarsseizoen plaats hebben, zal
wordt gemaakt van de rokken, dier nieuwe
modellen. Ze hebben alle een breede, nauw
sluitende pas, die óf in het midden gesloten,
óf door middel van een ceintuur gegarneerd
wordt, waardoor hel lijkt alsof de rok is
aangezet aan de pas. De onderste rand van
de rok bestaat uit een belegsel in den vorm
van een geplooide baan of een klokken-
volant, zoodat de rokken, welke men In de
naaste toekomst kan verwachten als regel
nit drie dee'.en zullen bestaan (schele) Daar
deze rokken heel hoog reiken, spreekt hel
wel bijna vanzelf, dal de blouse in den rok
gedragen worden en heel korl en uiterst
eenvoudig zijn. Een chique model met rever
ziet u rechts.
Bij deze blou9e-japonnen zullen naast de
gebruikelijke paletots en jakjes, ook heel
korte bolero-achtigc omhulsels* gedragen
worden, die veelal met een bontkraag wor
den gegarneerd «n waaraan onder den
naam van „Spencer" In de modesalons veel
aandacht besteed wordt
BET LICHTE GARNITUUR
is ongetwijfeld de hosfe garneering voor het
voorjaarstoilet en zelfs nog een overblijfsel
van het vorige jaar, zal hel toch vanwege
zijn vroolijk aspect in het komende seizoen
veel gezien worden.
Het staat vast dat al deze effecten zonder
uitzondering jong maken, een feit, dat de
nieuwe mode allereerst tot doel stelt; iedere
vrouw streeft er tegenwoordig naar er zoo
jeugdig mogelijk uit te zien en de tijd van
de „onvoorwaardelijk voorgeschreven leef
tijdsgrens" is al lang voorbij. De Ameri-
kaansche vrouwen hebben de onze en
dit ie hun bijzondere verdienste geleerd,
zich onder alle omstandigheden zoo jeugdig
mogelijk te kleeden. zonder daarbij lot het
belachelijks te vervallen. En reede nu,
nadat dit systeem pas sedert enkele jaren
wordt toegepast, blijkt hel, dat dit met
succes bekroond zal worden.
Een factor, die hiermee in nauw verband
staat en daarom niet over het hoofd gezien
mag worden, zijn de garnituren
We geven een paar vlotte modellen, links
een breede over de schouders vallende, en
van voren geknoopte waschzijden kraag,
omgeboord met een bont kleurtje.
In het midden de shawlkraag, in twee
befjes eindigend en bijzonder geschikt voor
zware vrouwen.
Een kanten garnituur, dat om zijn
Spaansch karakter Infanten-kragen ge
noemd wordl, vormt hel slot van doze serie.
Heirin komt duidelijk uit, dat de kant in
een rand van zijde gewerkt werd, forwijl
een overeenkomstige strik de garneering
van voren vormt.
RECLAME.
ECHTE FRIESCHE
20'50 et-per ons
mo
Een pas getrouwd vrouwtje komt bij mij
om raad hoe zij boorden en manchetten
moet strijken. Ik kan U daar wel een on
ander over vertellen, doch natuurlijk blijft
dat theorie. Daarom raad ik u met klem aan
om ook nog, hetzij bij een beroepsslrijkslcr
of op een huishoudschool wat praktijkkennis
op te doen, en daar een paar keer voor oefe
ning te strijken, nadat u mijn wijze lessen
uit hel hoofd heeft geleerd! Want slrijken is
een slag; sommigen krijgen het dadelijk beet;
anderen moeten er wal op sludeeren.
De beste manier om de gewone wasch te
stijven is nadat deze reeds op zolder of bui
ten is gedroogd Er zijn huisvrouwen, die hun
waschgoed direct na het opspoelen stijven,
doch daar is meer stijfsel voor noodig, omdat
deze dan door het water verslapt; dus die
methode is on voordeel; ger.
Voor waschgoed, dal zéér stijf moet wor
den. is het meest aan te raden om onge
kookte, dunne etijfsel te gebruiken. U maakt
de stijfselpocder mei wal koud waler aan tol
het een papje is en daarna verdunl u dil rnct
wederom koud water Nu is het zaak dit heel
dunne papje zóó in en door het waschgoed le
wrijven, dat elk plekje ervan doordrenkt is
Nadat u het stuk waschgoed aan beide kan
ten goed heeft afgewreven, moet u het direct
strijken op die manier wordt de stijfsel dóór
het strijken in het kleedingstuk „gaar", in
plaats van van te voren, zooals met ge
kookte stijfsel hel geval is U moet dit strij
ken vooral vino na het stijven doen; anders
wordt hel goed niet stijf; bovendien zou dan
de stijfsel zich weer los maken van het goed
en er witte vlekken of kringen op maken.
Dus: snél stijven; d&delijk strijken.
Boorden en manchetten moeten bij het
wasschen reeds zeer zorgvuldig behandeld
worden. Alle oude stijfsel moet er uit ge
spoeld en weggewasschen worden en er mag
geen vlekje of vuiltje aan blijven zitten, want
dat komt na het glanselrijken nog veel meer
te voorschijn Zorg verder, dat dit waschgoed
volkomen droog is vóór u er de stijfsel door
wrijft; want als er een beetje water in blijft,
verdunt dit de stijfsel en de boorden en man
chetten zouden er door verslappen.
Vergeet vooral niet, dat er tegenwoordig
alleen voor smoking en rok nog stijve man
chetten gedragen worden; gewoonlijk ge
bruikt men slappe. De boorden echter zijn
RECLAME.
Alvoicns lot de aanschaffing
van een radfoioeHtel ovei te
gaarl. geven wl| U in over
weging hef aaidlge, geestig ge-
tllustieerde geïchrilfje ..Radio
Lief en Leed bij ons aan te
vragen Het 19 graft*
HOO«->EWufcKD
Amsterdam Rotteidam
LBiUEN
Arnhem Breda
stijf, bohalvo natuurlijk voor sportoverhem-
den en voor die jongelieden, die graag een
beetje anders dan anderen zijn.
Ook het stijven en strijken van dit goed
moet zeer vlot geschied en Als de stijfsel niet
vnldocndo in het linnen i9 doorgedrongen, of
als het good onder hot strijken te veel droogt
(dus bij te langzaam strijkenI), als men niet
hard genoeg drukt of als het ijzer te koud is
geworden, dan blijven de boorden en man
chetten na het strijken slapt Het is dus zaak
tegen deze vier fouten le waken! Pas boven
dien op, dat u het goed niet te nat maakt,
wanneor u er kleine vouwtjes of vlekjes uit
tracht te halen. Want ook dS.n is het moeilijk
om het stijf ie strijken
Voor boorden en manchetten moet u bij
voorkeur zoogenaamd* glansstijfsel gebrui
ken. Voor éón paar manchetten cn twee
boorden is t*rn lepel rauwe stijfsel met etn
weinig borax voldoende Meng dit tol een
dun papje met wal koud water, haal daar
de boorden en manchetten doorheen, wïing
ze vooral niet al te stijf uit (de wusch moet
met zachtheid behandeld worden en gt-
spaardl), strijk ze met de vlakke hand zoo
glad mogelijk uit en leg ze dan gedurende
een paar uur tusschen 8( hoone, witte doeken
te drogen. Ze mogen echter niet kurkdroog
zijn als u ze strijkt, integendeel* ze wordm
hel mooist wanneer mon ze nat opstrijkt mei
schoone, absoluut gladde glans-strijkijzers.
'I Minste gleufje of oneffenheidje aan de bout
kan de geheele boord bederven.
U houdt de strijkijzers hel beste glad met
schuurlinnen-, de bovenzijde wrijft u mti
was in Om roesten te voorkomen, moet u du
ijzers, als ze gedurende eenigen tijd niet
gebruikt worden, met kaarsvet of vase.'ino
insmeren Komt er bij ongeluk toch nog roest
aan. dan kunt u dat er af halen met petro
leum en amaril of met terpentijn en zand.
Is er door verwaarloozing dik roest op het
ijzer gèkomen, dan krijgt u dal alleen met
zoutzuur weg, wees echter zéér Voorzichtig;
het is scherp, gevaarlijk goedje en zwaar
vergif!
De groote moeilijkheid bij hel glansslrijken
is steeds om den juisten warmtegraad Ier
bouten te welen. Zij mogen niet te lauw zijn,
doch ook zeer zeker niet te heet U moei
boorden en manchetten steeds in één richting
strijken Wanneer zij nog vochtig zijn, strijkt
u ze eerst met een heet, maar voorAl niet t*
heel ijzer glad en stijf Daarna laat u ze oe-
koelen en eerst daarna begint u te glanzenf
Dit geschiedt aldus: Op een stevig carton of
op een harsvrije, gladde plank legt u de uit
gespreide, glad en stijf gestreken boord, voor
zichtig moet u deze nu bevochtigen door er
zeer gelijkmatig met een klein, goed zirver
sponsje schoon water over heen te strijken.
Let vooral streng op reinheid, het kleinste
vuiltje op de boord kan u noodlottig worden;
dan moei u de geheele bewerking van uit-
wasschen en opnieuw stijven herhalenI
Dus zorg voor een schoone strijkplank
of tafel; een helder ijzer en absoluut reine
handen Wanneer de boord goed gelijkmatig
bevochtigd is. strijkt u hem met hel glans
ijzer glanzend!
U z:et: veel kan ik u beschrijven, maar de
truc, de handigheid leert u op deze manier
niet
Tndien u geen slrijkvrouw of huishoud
school in uw buurt heeft, raad ik u aan u
zelf te oefenen op oude, versleten boorden of
lapjes linnen, net zoo lang lot u uw ijzer op
den goeden warmtegraad heeft en den slag
van het strijken „beet" heeft Veel succesf
(..Ueler den Tod Moans").
I tanm »an ANNY VON PANHUYS
"MDuitech door W. H. C. BOULLAARD.
J', als je dtnkl, dal ik, de oude. erraren
n:et zou begrijpen, waarom je zoo
'J1"*» kapitaal, dal een goede ronle af-
jf» uit de Spreebank wilt halen, dan ben
tan plan met hel geld een dwaas-
Moen" zei Pohl laconiek en reagee-
WB gedachte, d e zich aan hem Op-
te "Ga vooral niel op de eene of andere
«Peculepren, Alex
iUMr "^idde het hoofd. „Wees maar
1 het geld zal ik len bate van mijn
"Wenden", zei hij mei een gezicht,
I dl?" ^Ine'ijk» lach daarachter school.
Vak j^e vragen zal ik hel je niet las-
"tbifd Ze' Zi'n vr'en<l een sigaar
Mend, die deze aannam en ops'ak.
"'I blijft afgesproken; morgen van
CJ" 'I jigl hel gewenschte geld ter af-
fii j* 'e '!'aar Maar laten we nu over
KJ P"ten. Hoe gaat het mei je
L. en je dochter?" Pohl leunde wat die
ft). ',0fl
a"ebei best", antwoordde Bcr-
rv naar ten Paar rookwolkjes, die
Rwk'i .nMs (irnhcog gingen om spoe-
Ip,, 'J aiels op le lossen,
o r" Pohl en Alex Berner waren
"'«fw zi' benden elkaar uit hun
P'n, Pn hadden samen op de school-
EaZ€'en Wel waren later hun le-
wt ver uit elkaar geloopen, maar
heelemaal uit het oog verloren hadden die
twee. die al* jongens onafscheidelijk waren
geweest, elkaar nooit. Heinrich Pohl was j
ongetrouwd gebleven en leidde een behaag
lijk jonggezel len leven; al dweepte hij ook
met mooie vrouwen, nooit had hij er erns'ig
aan gedacht zich door een huwelijk to bin
den. Wel was er een vrouw geweest, die voor
zijn gemoedsrust heel gevaarlijk had kun
nen worden en om wier wille hij het gewicht
der huwelijkskstenen wel had willen tor-
schen, maar die vrouw leerde hij eerst ken
nen, toen zij reeds de bruid was van een
anderen man en wel van zijn vriend Alex
Berner.
De toenmalige baronesse Stormberg, „de
mooie Magda", had. toen hij haar voor het
eerst ontmoette, zijn koele hart in laaien
brand gezel dat was op den dag waarop
zij met Alex Berner in het huwelijk trad
Dikwijls had hij de mooie vrouw sindsdien
niet gezien, maar wanneer dit na een lan
gere tijdruimte eens gebeurde kwam de
anders zoo nuchter aangelegde man. die
zich zeU een rekenmachine noemde, weer
geheel onder haar hetoovering. Maar ni»-
mand wist iets daarvan niemand Of had
misschien mevrouw Berner zelf een heime
lijk vermoeden van de gvoelens. die Hein
rich Pohl haar toedroeg Zij glimlachte al
tijd zoo eigenaardig, wanneer ze toevallig
hem eens ontmoette
„Het doet me genoegen, dal de dames het
goed maken", zei Pohl ..binnenkort moet 'k
voor zaken in Schneiditz zijn en dan zal ik
zoo vrij wezen mij persoonlijk van hun wel
zijn le komen overtuigen misschien al
Zaterdag over een week."
„O. juisi op mijn iubileumdag", riep da
professor, dal trefl prachtig
...le juhiteumsdag? herhaalde Pohl zon
der te hegnjren
„Wat is dal' Weel je dan niet. dat ik mijn
vijfentwintigjarig jubileum als directeur van
het schilderijmuseum vier?" vroeg Berner
met gemaakten ernst „Eerlijk gezegd", ver
volgde hij met een diepen zucht wilde ik.
dat ik er zelf ook niels van wist. want ik hui
ver bij de godachte aan al die eerbewijzen
en gelukwenschen. die me op dien dag
wachten."
„In elk geval ben ik present om mijn
ouden vriend mede te huidigen" sprak Pohl
op warmen loon, Berner de hand reikende
„Maar als we er niet toevallig over gespro
ken hadden, wed ik dat je met geen woord
over je jubileum had gerept."
„Waarom niet? Ik zou je toch zeker heb
ben geinviteerd om te komen."
Den volgenden ochtend nam de professor
bij de Spreebank honderdvijftigduizend
mark in biljetten van duizend in ontvangst,
welke som hem in Pohl's kantoor in tegen
woordigheid van den kaseier werd uitbe
taald
„Op zoo'n buitengewoon snel voldoen aan
mijn verzoek had ik nauwelijks durven re
kenen en had daarom thuis gezegd, dat ik
eerst morgen zou terugkeeren", bekende de
professor „maar nu deze zaak is afgedaan,
ga ik dadelijk na het middageien naar huis,
want ik heb in Berlijn overigens niets meer
te doen
De beid» heeren gebruikten samen bet
middageten en toen vertrok Berner weer
naar Schneidi<z. nadat hij Pohl eerst nog
va9t had laten beloven op zijn jubileumsdag
present te zijn en hem had verzocht hij iie
gelegenheid san zijn vrouw en dochter -r
niets van le zeggen dat hij die som geld»
v„n de bank had afgenomen, want hel be
trof een verrassing voor haar
Een oogenblik had de professor er wel aan
gedachl Waller Zerniknw te gaan bezoeken,
maar die woonde zoo ver weg builen in
Friedenau en daarom lief hij dit plan varen.
In den laten namiddag was Berner weet
in Schaeidilz terug, telegrafisch was Maurer
aan hst station besteld, waar de oude huis-
knerhl slipt als altijd present was, teen de
trein binnenreed.
Naast hem dook de cerpulente gestalte
van den heer Von Weiden op. die den pro
fessor begroette en hem ter verklaring zei:
„lk had hier iels aan hel station le doen en
hoorde toevallig van uw huisknecht, dat U
met dezen trein zoudt aankomen Toen heb
ik een oogenblik gewacht .omdat ik U even
had willen spreken
„Ik ben te Uwer beschikking", antwoord
de Berner sn verliet met Von Weiden hel
stationsgebouw.
„Ik heb namelijk het gevoel, alsof ik a
mijn excuses schuldig ben", begon von Wei
den op bijzonder vriendei ijken toon, „en wei
omdat ik U onlangs iets vertelde, dat pijn
lijk voor U moet zijn geweest om aan te
hooren Ik dachi hieraan eerst later.
„Eerlijk gezegd, mijnheer von V'eiden, be
grijp ik volstrekt niet wat U bedoelt," zei de
professor koel zonder onvriendelijkheid, hoe
wel hij best wist. waarop de andere doelde.
„Dus mijn onbezonnenheid heeft heele
maal geen indnik op U gemaakt?" vroeg
gtimlachend von Weiden .Mijn overdreven
fijngevoeligheid begon mij allerlei verwijten
te maken Ik was n.l. hang dat ik U aan het
schrikken had gemaakt door U te vertellen,
dat men zei den ouden Thomas weer den
ingang van het schilderijmuseum le hebben
gezipn. Toen mijnheer von Petlow om na
dere inlichtingen omtrent den ouden Tho
mas verzocht verliet U ons gezelschap zez-
gend» geen lust te hebben uw eigen dood
vonnis mede aan le hooren Ik besloot daar
uit. dat ik u had doen schrikken
Mei een kort lachje antwoordde de profes
sor: „Ik voelde mij dien avond vermoeid en
nerveue nu moei ik echter lachen om den
spokenden directeur"
„Prachlie. prachligl" zei von Weiden zich
in de handen wrijvend naar aanleiding van
de woorden van den professor „Nu ben ik
in eens bevrijd van mijn gewetenswroeging.
Maar verheid u professor hoe grappig ter
wijl u. wien ds oude sage toch het meert
aangaat, volkomen boven de situatie slaat,
zijn er juist in dieh nacht, dat ik u er over
sprak, een paar bangerds geweest, die sok
beweren den ouden Thomas op die plaats ie
hebben gezien, stel u eens voor. hoe grap
pig!"
„Ja, verbazend grappig", zei Berner. „on
beschrijfelijk grappig", en daarbij had hij
hel liefst luid uitgeschreeuwd: „ik heb hem
ook gezien, dien ouden Thomas, heel duide
lijk zag ik hem en hij wenkte mij mei zijn
lange, magere armen bij hem te komen".
Maar hij zweeg met krampachtige inspan
ning. hoewel een rilling hem doorliep toen
hij hoorde, dal ook anderen den geest van
den ouden Thomas in dien zelfden nacht
hadden gezien. Dus het was geen voort
brengsel van zijn hersens geweest, geen
hallucinatie had hem bedrogen, maar ds
oude Thomas had zich werkelijk vertoond.
Die was dus een „memento mnri" voor hem
geweest; immers hij vertoonde zich altijd
teren den tijd dal een zijner opvolgers uit
het aardsche leven zou treden
„U bent plotseling stil geworden", ver
brak eindelijk von Weiden het zwijgen dal
pijnlijk dreiipie ie worden.
„De reis heefl me nog a! vermoeid" gaf
de professor fen anlwonrd wil mij dus met
kwalijk nemen dal ik 'iever niel veel praat;
ik luister daarentegen met des te meer ge
noegen naar u
„Had ik dal geweten professor dan zou
ik u mei mijn gepraat werlrelijk niet heh-
ben lastig gevallen daarom neem ik dnd®-
lijk van 11 afscheidHij reikle Berner de
hand en njn hood afnemend, ging hij in te
gengestelde richting
(Wordt vervolgd).