Wat de vrouw draagt. |M LAATSTE WENSCH p Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 1 Maart 1930 Zesde Blad No. 214G0 HEERENBAAI VOOR DE KUISVROUW. Ratiio-lfef en leed FEUILLETON. REGEN, REGEN. zuil me misschien tegenspreken, ivrouw, maar het is waar, heusch waar, il dl elegance van een vrouw ik bedoel onbetwistbare zelfbewuste elegance, die in vele vrouwen zoozeer prijst, zich it uil, in de wijze waarop men zich bij pweer kleedt. Er is dan ook geen grootere fout dan de (idkleeding te verwaarloozen en op een ;chtigen dag of wanneer het regent je plunje aan te trekken, die voor zulk nog nel goed genoeg is. Eil is een heel verkeerde tactiek, even fiferd mevrouw, als wanneer u een win- zoen overslaan wilde en bij grootere meerdere kleedingstukken over elkaar zou trekken, om op deze manier de :ake!ijke wintergarderobe uit te sparen il regendagen moet wel degelijk reke- gehouden worden, want hoe vaak ge bet niet dat dergelijk slecht weer we- lang aanhoudt waardoor men wel ge- igen ia hiervoor behoorlijk uitgerust zijn. Ala den anderen kant is hel ook heel be dijk, dat uw toilet-budget hierdoor al ir genoeg belast is en u van nog meer ren niet hooren wilt. hze regenkleeding nu kan ovenals de tf-toiletten zoodanig gekozen worden, dat Biet slechts voor één of twee seizoens kan doen. doch jaren lang mee kan. rst zul je dus neutrale kleedingstuk- mooten kiezen die niet al te zeer bij de bi heerschende mode ten achter staan, per ig het materiaal van groot belang, 1fhet aan velerlei doeleinden beantw'oor- rooet; het moet practisch. sterk en als te eiseh waterdicht zijn. Mil geval zijn er lamelijk veel mogelijk- p en wel eenerziids de geïmpregneerde die zeer aan te bevelen zijn omdat deze wijze regen- en sporlkleeding tot ttheet te verwerken zijn: ook zijn de "billende zijden -gummi's gewild, tei- in den laatsten tiid het waterdichte Witon ook een rol gaat speten dat niet is en een aardig effect verleent. De meeste interesse gaat zonder twijfel uit naar dan leeren regenmantel, die altijd elegant 19, zelfs bij het ergste weer. Bovendien gaat een dergelijk exemplaar jarenlang mee en terwij] men vroeger gebonden was aan de bruinachtige nappa-Vieuren, ziet men ze tegenwoordig in alle moderne linten en schakeeringen, hetgeen wel de voornaamste factor ii. waardoor ze zoo populair zijn ge worden. Geliefde kleuren zijn: mooi blauw, een fijne kleur eteen. en mosgroen en het zachte wijnrood, dat in de groote modesa lons veel van zich doel spreken. In het maaksel van goede regenmantels is niet veel keuze; eigenlijk zijn het s.echts 2 modellen die als maatgevend beschouwd kunnen worden en wel eenerzijds dt Paletot. die heelemaal recht is anderzijds de raglan In zijn oorspronkelijken vorm Een uitzondering maken de nieuwe cane* van een doorzichtig gummi weefsel gemaakt, die heel klein fe verpakken ia en zoo noodig in de handlasch wel een plaatsje kan vinden. (3 Een mooie leersn mantel, niet alleen ptactisch bij regenweer maar Welke teven» voor de reis in aanmerking komt en vaak beter kleedt dan een atoffen-manlc eei. eenvoudig raglan-model loonen wij U als 2e afbeelding In navolging van de hee-enmode zij de kanten en revers doorgestikt. De cein tuur door een gesp getrokken, wordt hoog ge dragen De ingesneden zakken zijn voorzien van kleppen met knoopen om het indringen van water te verhoeden: de gespen aan de mouwen dienen voor hetzelfde doel. Bij een dergelijke»» mantel Imort een loeren hoed die hel voordeel heefl tegen elk weer bceiand te ziin waardoor een para plu overbodig wordt Hel is een veilig idee te welen in een dergelijke uitrusting vol komen tegen het water beschut te zijn. De nieuwe leeren hoeden hebhen mepslal de zoozeer geliefde ..zuidwesfervorm" (zijn ook van voren uitgeknipt en zonder ram», venachter van een breeden rand voorzien.) Links op de schels toonen wii U de zijden- gummimanlel. welke wegens zijn lichtheid zeer gezocht, en de dracht voor warms re gendagen is. In de meeste gevallen is deze jas heelemaal recht mei ingezelfe plooien, die in den rug door een klein ceintuurtje worden vastgehouden. Opgezette zakken slaan heel goed hierbij De mouwen zijn precies gelijk aan die van het hierboven gesproken raglanmodel Bij dezen mantel zal een beslikte vilthoed beier staan, daar deze geen bepaalde vorm heeft doch een willekeurige rand die a, naar gelang van het weer gebogen kan worden en sleed» hel ongedwongen sportieve karakter behoudt. Een voorname plaats in de regenmode nemen de verschillende lakhoeden in, d:e heel gemakkelijk met een enkel gebaar af- gtdrooed kunnen w.rden Deze novileil zi-t l' rechts op de leekening nlj een manted- costuum. waaroverheen de reeds genoemde .Allweathercape" gedragen wordt VAN DE NIEUWE ROKKEN, VAN DE MODERNE BLOUSE EN VAN DE SPENCER. Wie werkelijk een diepgaande studie maakt van de eerste collecties der mode huizen en een blik slaat achter de coulissen, waar de koortsachtige voorbereidingen kunnen vaststellen, dat heel veel werk voor hel voorjaarsseizoen plaats hebben, zal wordt gemaakt van de rokken, dier nieuwe modellen. Ze hebben alle een breede, nauw sluitende pas, die óf in het midden gesloten, óf door middel van een ceintuur gegarneerd wordt, waardoor hel lijkt alsof de rok is aangezet aan de pas. De onderste rand van de rok bestaat uit een belegsel in den vorm van een geplooide baan of een klokken- volant, zoodat de rokken, welke men In de naaste toekomst kan verwachten als regel nit drie dee'.en zullen bestaan (schele) Daar deze rokken heel hoog reiken, spreekt hel wel bijna vanzelf, dal de blouse in den rok gedragen worden en heel korl en uiterst eenvoudig zijn. Een chique model met rever ziet u rechts. Bij deze blou9e-japonnen zullen naast de gebruikelijke paletots en jakjes, ook heel korte bolero-achtigc omhulsels* gedragen worden, die veelal met een bontkraag wor den gegarneerd «n waaraan onder den naam van „Spencer" In de modesalons veel aandacht besteed wordt BET LICHTE GARNITUUR is ongetwijfeld de hosfe garneering voor het voorjaarstoilet en zelfs nog een overblijfsel van het vorige jaar, zal hel toch vanwege zijn vroolijk aspect in het komende seizoen veel gezien worden. Het staat vast dat al deze effecten zonder uitzondering jong maken, een feit, dat de nieuwe mode allereerst tot doel stelt; iedere vrouw streeft er tegenwoordig naar er zoo jeugdig mogelijk uit te zien en de tijd van de „onvoorwaardelijk voorgeschreven leef tijdsgrens" is al lang voorbij. De Ameri- kaansche vrouwen hebben de onze en dit ie hun bijzondere verdienste geleerd, zich onder alle omstandigheden zoo jeugdig mogelijk te kleeden. zonder daarbij lot het belachelijks te vervallen. En reede nu, nadat dit systeem pas sedert enkele jaren wordt toegepast, blijkt hel, dat dit met succes bekroond zal worden. Een factor, die hiermee in nauw verband staat en daarom niet over het hoofd gezien mag worden, zijn de garnituren We geven een paar vlotte modellen, links een breede over de schouders vallende, en van voren geknoopte waschzijden kraag, omgeboord met een bont kleurtje. In het midden de shawlkraag, in twee befjes eindigend en bijzonder geschikt voor zware vrouwen. Een kanten garnituur, dat om zijn Spaansch karakter Infanten-kragen ge noemd wordl, vormt hel slot van doze serie. Heirin komt duidelijk uit, dat de kant in een rand van zijde gewerkt werd, forwijl een overeenkomstige strik de garneering van voren vormt. RECLAME. ECHTE FRIESCHE 20'50 et-per ons mo Een pas getrouwd vrouwtje komt bij mij om raad hoe zij boorden en manchetten moet strijken. Ik kan U daar wel een on ander over vertellen, doch natuurlijk blijft dat theorie. Daarom raad ik u met klem aan om ook nog, hetzij bij een beroepsslrijkslcr of op een huishoudschool wat praktijkkennis op te doen, en daar een paar keer voor oefe ning te strijken, nadat u mijn wijze lessen uit hel hoofd heeft geleerd! Want slrijken is een slag; sommigen krijgen het dadelijk beet; anderen moeten er wal op sludeeren. De beste manier om de gewone wasch te stijven is nadat deze reeds op zolder of bui ten is gedroogd Er zijn huisvrouwen, die hun waschgoed direct na het opspoelen stijven, doch daar is meer stijfsel voor noodig, omdat deze dan door het water verslapt; dus die methode is on voordeel; ger. Voor waschgoed, dal zéér stijf moet wor den. is het meest aan te raden om onge kookte, dunne etijfsel te gebruiken. U maakt de stijfselpocder mei wal koud waler aan tol het een papje is en daarna verdunl u dil rnct wederom koud water Nu is het zaak dit heel dunne papje zóó in en door het waschgoed le wrijven, dat elk plekje ervan doordrenkt is Nadat u het stuk waschgoed aan beide kan ten goed heeft afgewreven, moet u het direct strijken op die manier wordt de stijfsel dóór het strijken in het kleedingstuk „gaar", in plaats van van te voren, zooals met ge kookte stijfsel hel geval is U moet dit strij ken vooral vino na het stijven doen; anders wordt hel goed niet stijf; bovendien zou dan de stijfsel zich weer los maken van het goed en er witte vlekken of kringen op maken. Dus: snél stijven; d&delijk strijken. Boorden en manchetten moeten bij het wasschen reeds zeer zorgvuldig behandeld worden. Alle oude stijfsel moet er uit ge spoeld en weggewasschen worden en er mag geen vlekje of vuiltje aan blijven zitten, want dat komt na het glanselrijken nog veel meer te voorschijn Zorg verder, dat dit waschgoed volkomen droog is vóór u er de stijfsel door wrijft; want als er een beetje water in blijft, verdunt dit de stijfsel en de boorden en man chetten zouden er door verslappen. Vergeet vooral niet, dat er tegenwoordig alleen voor smoking en rok nog stijve man chetten gedragen worden; gewoonlijk ge bruikt men slappe. De boorden echter zijn RECLAME. Alvoicns lot de aanschaffing van een radfoioeHtel ovei te gaarl. geven wl| U in over weging hef aaidlge, geestig ge- tllustieerde geïchrilfje ..Radio Lief en Leed bij ons aan te vragen Het 19 graft* HOO«->EWufcKD Amsterdam Rotteidam LBiUEN Arnhem Breda stijf, bohalvo natuurlijk voor sportoverhem- den en voor die jongelieden, die graag een beetje anders dan anderen zijn. Ook het stijven en strijken van dit goed moet zeer vlot geschied en Als de stijfsel niet vnldocndo in het linnen i9 doorgedrongen, of als het good onder hot strijken te veel droogt (dus bij te langzaam strijkenI), als men niet hard genoeg drukt of als het ijzer te koud is geworden, dan blijven de boorden en man chetten na het strijken slapt Het is dus zaak tegen deze vier fouten le waken! Pas boven dien op, dat u het goed niet te nat maakt, wanneor u er kleine vouwtjes of vlekjes uit tracht te halen. Want ook dS.n is het moeilijk om het stijf ie strijken Voor boorden en manchetten moet u bij voorkeur zoogenaamd* glansstijfsel gebrui ken. Voor éón paar manchetten cn twee boorden is t*rn lepel rauwe stijfsel met etn weinig borax voldoende Meng dit tol een dun papje met wal koud water, haal daar de boorden en manchetten doorheen, wïing ze vooral niet al te stijf uit (de wusch moet met zachtheid behandeld worden en gt- spaardl), strijk ze met de vlakke hand zoo glad mogelijk uit en leg ze dan gedurende een paar uur tusschen 8( hoone, witte doeken te drogen. Ze mogen echter niet kurkdroog zijn als u ze strijkt, integendeel* ze wordm hel mooist wanneer mon ze nat opstrijkt mei schoone, absoluut gladde glans-strijkijzers. 'I Minste gleufje of oneffenheidje aan de bout kan de geheele boord bederven. U houdt de strijkijzers hel beste glad met schuurlinnen-, de bovenzijde wrijft u mti was in Om roesten te voorkomen, moet u du ijzers, als ze gedurende eenigen tijd niet gebruikt worden, met kaarsvet of vase.'ino insmeren Komt er bij ongeluk toch nog roest aan. dan kunt u dat er af halen met petro leum en amaril of met terpentijn en zand. Is er door verwaarloozing dik roest op het ijzer gèkomen, dan krijgt u dal alleen met zoutzuur weg, wees echter zéér Voorzichtig; het is scherp, gevaarlijk goedje en zwaar vergif! De groote moeilijkheid bij hel glansslrijken is steeds om den juisten warmtegraad Ier bouten te welen. Zij mogen niet te lauw zijn, doch ook zeer zeker niet te heet U moei boorden en manchetten steeds in één richting strijken Wanneer zij nog vochtig zijn, strijkt u ze eerst met een heet, maar voorAl niet t* heel ijzer glad en stijf Daarna laat u ze oe- koelen en eerst daarna begint u te glanzenf Dit geschiedt aldus: Op een stevig carton of op een harsvrije, gladde plank legt u de uit gespreide, glad en stijf gestreken boord, voor zichtig moet u deze nu bevochtigen door er zeer gelijkmatig met een klein, goed zirver sponsje schoon water over heen te strijken. Let vooral streng op reinheid, het kleinste vuiltje op de boord kan u noodlottig worden; dan moei u de geheele bewerking van uit- wasschen en opnieuw stijven herhalenI Dus zorg voor een schoone strijkplank of tafel; een helder ijzer en absoluut reine handen Wanneer de boord goed gelijkmatig bevochtigd is. strijkt u hem met hel glans ijzer glanzend! U z:et: veel kan ik u beschrijven, maar de truc, de handigheid leert u op deze manier niet Tndien u geen slrijkvrouw of huishoud school in uw buurt heeft, raad ik u aan u zelf te oefenen op oude, versleten boorden of lapjes linnen, net zoo lang lot u uw ijzer op den goeden warmtegraad heeft en den slag van het strijken „beet" heeft Veel succesf (..Ueler den Tod Moans"). I tanm »an ANNY VON PANHUYS "MDuitech door W. H. C. BOULLAARD. J', als je dtnkl, dal ik, de oude. erraren n:et zou begrijpen, waarom je zoo 'J1"*» kapitaal, dal een goede ronle af- jf» uit de Spreebank wilt halen, dan ben tan plan met hel geld een dwaas- Moen" zei Pohl laconiek en reagee- WB gedachte, d e zich aan hem Op- te "Ga vooral niel op de eene of andere «Peculepren, Alex iUMr "^idde het hoofd. „Wees maar 1 het geld zal ik len bate van mijn "Wenden", zei hij mei een gezicht, I dl?" ^Ine'ijk» lach daarachter school. Vak j^e vragen zal ik hel je niet las- "tbifd Ze' Zi'n vr'en<l een sigaar Mend, die deze aannam en ops'ak. "'I blijft afgesproken; morgen van CJ" 'I jigl hel gewenschte geld ter af- fii j* 'e '!'aar Maar laten we nu over KJ P"ten. Hoe gaat het mei je L. en je dochter?" Pohl leunde wat die ft). ',0fl a"ebei best", antwoordde Bcr- rv naar ten Paar rookwolkjes, die Rwk'i .nMs (irnhcog gingen om spoe- Ip,, 'J aiels op le lossen, o r" Pohl en Alex Berner waren "'«fw zi' benden elkaar uit hun P'n, Pn hadden samen op de school- EaZ€'en Wel waren later hun le- wt ver uit elkaar geloopen, maar heelemaal uit het oog verloren hadden die twee. die al* jongens onafscheidelijk waren geweest, elkaar nooit. Heinrich Pohl was j ongetrouwd gebleven en leidde een behaag lijk jonggezel len leven; al dweepte hij ook met mooie vrouwen, nooit had hij er erns'ig aan gedacht zich door een huwelijk to bin den. Wel was er een vrouw geweest, die voor zijn gemoedsrust heel gevaarlijk had kun nen worden en om wier wille hij het gewicht der huwelijkskstenen wel had willen tor- schen, maar die vrouw leerde hij eerst ken nen, toen zij reeds de bruid was van een anderen man en wel van zijn vriend Alex Berner. De toenmalige baronesse Stormberg, „de mooie Magda", had. toen hij haar voor het eerst ontmoette, zijn koele hart in laaien brand gezel dat was op den dag waarop zij met Alex Berner in het huwelijk trad Dikwijls had hij de mooie vrouw sindsdien niet gezien, maar wanneer dit na een lan gere tijdruimte eens gebeurde kwam de anders zoo nuchter aangelegde man. die zich zeU een rekenmachine noemde, weer geheel onder haar hetoovering. Maar ni»- mand wist iets daarvan niemand Of had misschien mevrouw Berner zelf een heime lijk vermoeden van de gvoelens. die Hein rich Pohl haar toedroeg Zij glimlachte al tijd zoo eigenaardig, wanneer ze toevallig hem eens ontmoette „Het doet me genoegen, dal de dames het goed maken", zei Pohl ..binnenkort moet 'k voor zaken in Schneiditz zijn en dan zal ik zoo vrij wezen mij persoonlijk van hun wel zijn le komen overtuigen misschien al Zaterdag over een week." „O. juisi op mijn iubileumdag", riep da professor, dal trefl prachtig ...le juhiteumsdag? herhaalde Pohl zon der te hegnjren „Wat is dal' Weel je dan niet. dat ik mijn vijfentwintigjarig jubileum als directeur van het schilderijmuseum vier?" vroeg Berner met gemaakten ernst „Eerlijk gezegd", ver volgde hij met een diepen zucht wilde ik. dat ik er zelf ook niels van wist. want ik hui ver bij de godachte aan al die eerbewijzen en gelukwenschen. die me op dien dag wachten." „In elk geval ben ik present om mijn ouden vriend mede te huidigen" sprak Pohl op warmen loon, Berner de hand reikende „Maar als we er niet toevallig over gespro ken hadden, wed ik dat je met geen woord over je jubileum had gerept." „Waarom niet? Ik zou je toch zeker heb ben geinviteerd om te komen." Den volgenden ochtend nam de professor bij de Spreebank honderdvijftigduizend mark in biljetten van duizend in ontvangst, welke som hem in Pohl's kantoor in tegen woordigheid van den kaseier werd uitbe taald „Op zoo'n buitengewoon snel voldoen aan mijn verzoek had ik nauwelijks durven re kenen en had daarom thuis gezegd, dat ik eerst morgen zou terugkeeren", bekende de professor „maar nu deze zaak is afgedaan, ga ik dadelijk na het middageien naar huis, want ik heb in Berlijn overigens niets meer te doen De beid» heeren gebruikten samen bet middageten en toen vertrok Berner weer naar Schneidi<z. nadat hij Pohl eerst nog va9t had laten beloven op zijn jubileumsdag present te zijn en hem had verzocht hij iie gelegenheid san zijn vrouw en dochter -r niets van le zeggen dat hij die som geld» v„n de bank had afgenomen, want hel be trof een verrassing voor haar Een oogenblik had de professor er wel aan gedachl Waller Zerniknw te gaan bezoeken, maar die woonde zoo ver weg builen in Friedenau en daarom lief hij dit plan varen. In den laten namiddag was Berner weet in Schaeidilz terug, telegrafisch was Maurer aan hst station besteld, waar de oude huis- knerhl slipt als altijd present was, teen de trein binnenreed. Naast hem dook de cerpulente gestalte van den heer Von Weiden op. die den pro fessor begroette en hem ter verklaring zei: „lk had hier iels aan hel station le doen en hoorde toevallig van uw huisknecht, dat U met dezen trein zoudt aankomen Toen heb ik een oogenblik gewacht .omdat ik U even had willen spreken „Ik ben te Uwer beschikking", antwoord de Berner sn verliet met Von Weiden hel stationsgebouw. „Ik heb namelijk het gevoel, alsof ik a mijn excuses schuldig ben", begon von Wei den op bijzonder vriendei ijken toon, „en wei omdat ik U onlangs iets vertelde, dat pijn lijk voor U moet zijn geweest om aan te hooren Ik dachi hieraan eerst later. „Eerlijk gezegd, mijnheer von V'eiden, be grijp ik volstrekt niet wat U bedoelt," zei de professor koel zonder onvriendelijkheid, hoe wel hij best wist. waarop de andere doelde. „Dus mijn onbezonnenheid heeft heele maal geen indnik op U gemaakt?" vroeg gtimlachend von Weiden .Mijn overdreven fijngevoeligheid begon mij allerlei verwijten te maken Ik was n.l. hang dat ik U aan het schrikken had gemaakt door U te vertellen, dat men zei den ouden Thomas weer den ingang van het schilderijmuseum le hebben gezipn. Toen mijnheer von Petlow om na dere inlichtingen omtrent den ouden Tho mas verzocht verliet U ons gezelschap zez- gend» geen lust te hebben uw eigen dood vonnis mede aan le hooren Ik besloot daar uit. dat ik u had doen schrikken Mei een kort lachje antwoordde de profes sor: „Ik voelde mij dien avond vermoeid en nerveue nu moei ik echter lachen om den spokenden directeur" „Prachlie. prachligl" zei von Weiden zich in de handen wrijvend naar aanleiding van de woorden van den professor „Nu ben ik in eens bevrijd van mijn gewetenswroeging. Maar verheid u professor hoe grappig ter wijl u. wien ds oude sage toch het meert aangaat, volkomen boven de situatie slaat, zijn er juist in dieh nacht, dat ik u er over sprak, een paar bangerds geweest, die sok beweren den ouden Thomas op die plaats ie hebben gezien, stel u eens voor. hoe grap pig!" „Ja, verbazend grappig", zei Berner. „on beschrijfelijk grappig", en daarbij had hij hel liefst luid uitgeschreeuwd: „ik heb hem ook gezien, dien ouden Thomas, heel duide lijk zag ik hem en hij wenkte mij mei zijn lange, magere armen bij hem te komen". Maar hij zweeg met krampachtige inspan ning. hoewel een rilling hem doorliep toen hij hoorde, dal ook anderen den geest van den ouden Thomas in dien zelfden nacht hadden gezien. Dus het was geen voort brengsel van zijn hersens geweest, geen hallucinatie had hem bedrogen, maar ds oude Thomas had zich werkelijk vertoond. Die was dus een „memento mnri" voor hem geweest; immers hij vertoonde zich altijd teren den tijd dal een zijner opvolgers uit het aardsche leven zou treden „U bent plotseling stil geworden", ver brak eindelijk von Weiden het zwijgen dal pijnlijk dreiipie ie worden. „De reis heefl me nog a! vermoeid" gaf de professor fen anlwonrd wil mij dus met kwalijk nemen dal ik 'iever niel veel praat; ik luister daarentegen met des te meer ge noegen naar u „Had ik dal geweten professor dan zou ik u mei mijn gepraat werlrelijk niet heh- ben lastig gevallen daarom neem ik dnd®- lijk van 11 afscheidHij reikle Berner de hand en njn hood afnemend, ging hij in te gengestelde richting (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 19