In'tHa;
ar wat
EwcËJ
a* Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 1 Maart 1930
Vierde Blad
No. 21460
Buitenl. Weekoverzicht.
BRIEVEN UIT BERLIJN.
HET FRANSCHE SKATSPEL.
LONDENSCHE BRIEVEN.
HUISHOUDELIJKE
EN ANDERE KUNSTEN.
Moeilijkheden zond ei tal.
ftiotemp* heeft als Fransch premier
^jds een record geslagen: na een be-
van slechts drie dagen is hij bij zijn
gïte verschijnen voor de Kamer versla-
Alleen Herriot geniet de twijfelach-
eer met zijn tweede kabinet nog vlug-
p"r je zijn weggewerkt in twee dagen was
- been
CbautempB had na de weigering van
jnJieu en de zijnen ora mee te doen aan
naar links georiënteerde republikein
v:, regeering. niet willende afzien van de
•3 opgedragen kabinetsformatie, noodge-
frngen een ministerie gevormd uit vrij-
R| radicalen en was van den beginne af
geheel afhankelijk van den steun der
ccialisten en dat is hem noodlottig ge-
urden. Daaruit werd tegen hem 'n scherp
rsnfn gesmeed, zoodat, toen hij met een
r?r gematigde regeeringsverklaring voor
parlement kwam, het reeds tevoren vast
load, dat het een dubbeltje cp zijn kant
■a worden, hoe gematigd zijn program
KV mocht wezen I Dank zij het tegen
komen der communisten, die natuurlijk
«atief staan tegenover iedere regeering
L zij zijn immers de geest, die steeds
Tfrneint" werd de vertrouweDsraotie
tevoren om hals gebracht en was ue
Uwe crisis automatisch geboren.
Als van zelf kwam toen Tardieu weer
ur voren, die blijkbaar niet vrij was ge-
van „mokken" over den dolkstoot,
[a onverwachts toegediend en waarschijn-
li uit begrip, dat hem dat kwalijk werd
l^omen in linksche kringen, eerst Poincaré
Ur voren schoof. Deze durft echter om
MüDdheidsredenen de zware regeerings-
juk nog niet aan, vooral niet, waar in de
kidige omstandigheden een premier veel
reizen en buitenslands confereeren.
fitatengevolge dankte hij voor de eer en
PErklaarde zich voor Tardieu, dien hij
steun toezegde, ook bij de onderhan-
fingen voot een nieuw kabinet.
Tardieu accepteerde daarop de opdracht, I
ur ondervindt thans alle moeilijkheden
cpereona ingrata bij de radicalen te zijn
lorden ,die op hun beurt hem nu geen
willen verleenen! Dientengevolge gaat
heel langzaam, daar toch zooveel moge-
gestreefd moet worden naar een zoover
«lijk gaande linksche concentratie en
x als deze beslist mislukt is een terug
tot de oude regeering Tardieu aan de
kan komen. Dientengevolge heeft Tar-
zich nog aan niemand vastgelegd be-
r? aan Briand aan Buitenl. Zaken, die
dere regeering onmisbaar is geworden,
min mag gerekend worden op een
e kabinet Tardieu, zij het ook, dat dit
sterie eveneens tot de zwakke broeders
worden beschouwdde verhoudingen
b Fransche Kamer zijn zoodanig, dat
partijen elkaar vrijwel in evenwicht
>i;n, zoodat een geringe afwijking de re-
ei^ noodlottig kan worden. Dientenge-
'l? zijn proefballonnetjes opgelaten over
Qri-ontbinding, doch zöo iets behoort in
■c'ïrijk nu eenmaal tot de uitzonderings-
nllen en daarom kan men deze nog ge-
i uitschakelen, al zal het er misschien
-tte toch toe moeten komen,
kor den gang van zaken in Frankrijk is
Londensche Vlootconferentie nog meer in
hiel geraakt. Zelfs zoo, dat ernstig is
'ffwogen of het niet verkieslijker was de
'ferentie maar te verdagen. Vooral voor
Amerikanen, geleid door hun hoogsten
Ktionaris, was de toestand zeer penibel
*o;den. Was het met hel prestige ovcr-
- Ie brengen nog langer geduld te" oefe-
J? Tenslotte is men overeen gekomen.
li voort te gaan zonder Frankrijk, dat
iter immers nog gepolst kan worden.
den aard der zaak komt dit der confe-
tëe niet ten goede en het is geen won-
l dal het zwartgalligste pessimisme zich
«ds een uitweg begon te zoeken en als
c-?e uitweg uit de impasse opnieuw do
van een drie-mogendheden- in plaats
ia een vijf-mogendheden-accoord zich
brak. Officieel wordt dit laatste na
kijk ontkend, hel zou Frankrijk en Italië
-its afstooten, doch alle grond ontbreekt
di niet aan dit denkbeeld om tenminste in
-in nog iels te redden, als het eigenlijke
^onbereikbaar blijkt 1
«l treft wel toevallig, dat Frankrijk, dat
schuld draagt voor de stagnatie te Lon-
-• juist ook de douane-conferentie te
seve in groote moeilijkheden brengt door
onverwachte verklaring, dat het niet mee
on kan doen! Feitelijk is deze confe
rs daarmee op het doode punt gekomen-.
al tracht men nog een oplosssing te vinden,
die naar builen den schijn redt
Men ziet: moeilijkheden zonder tal! En
waren dat nog maar de eenige! Het tegen
gestelde is evenwel het geval Zoowel de
Duitsche als de Engelsche regeering verkee-
ren ieder in weinig benijdenswaardige om
standigheden. De Duitsche regeering staat
nog altijd voor de moeilijkheid om het te
kort op de begrooling te dekken, maar de
regeeringspartijen kunnen het niet eens
worden over de middelen aan het benoodigde
geld te komen. Gelukkig begrijpen zij. dat
de tijdsomstandigheden een geven en nemen
eischen. dat een crisis op dit oogenblik voor
Duilschland een groot gevaar in zich nergt,
zoodal eindelijk toch wel overeenstemming
zal worden bereikt. Tn Engeland voelt de
Labour-regeering steeds duidelijker, dat zij
een minderheidsregeering is, die daarmee
rekening heeft te houdenzeer sterk kwam
dal naar voren, bij de behandeling der mijn
wet. waarbij de regeering slechts ternauwei-
nood aan een nederlaag ontglipte. Labour
heeft dit mee. dat op dit oogenblik noch de
conservatieven, die druk bezig zijn om de
dreigende splitsing te voorkomen, noch at
liberalen, die zonder wijziging van het kies
stelsel geen winst mogen verwachlen. iets
voelen voor nieuwe verkiezingenI
En dan zijn er moeilijkheden in Spanje,
waar een terugkeer tot een democratisch be
wind binnen afzienbaren lijd noodwendig
lijkt, in Bulgarije, waar de regeering door
de oppositie ernstig in het nauw is gebracht,
ja waar niet, goed beschouwd
RECLAME.
Puroi wrijven des
morgens: daardoor
wordt het mooier 9n
zachter en blijft
bovend ien na het
kammen den heelen
<Jag keurig zitten.
Doozrn 30-60 «n 90 ct, Tube 8
ct Bi| Apoth. 6 Drogisten!
f624
(Van onzen correspondent).
Berlijn 22 Febr.
IN HET TEEKEN: NEDERLAND.
De hoofdstad van het Duitsche Rijk staat
weer eens in het Teeken: Nederland!
Wij herinneren ons, dat kort na den we
reldoorlog de vereeniging „Nederland in den
Vreemde" (Amsterdam) het initiatief nam
tot een eerste poging om de volkeren weer
nader tot elkaar te brengen en haar be
stuurders naar Berlijn afvaardigde, waar de
toen juist opgerichte „Deutsch-Niederlandi-
sche Gesellschaft met haar talrijke con
necties twee „Hollandsche Dagen" voorbe
reid had en waar o.a. ingenieur A. Heldring,
thans sinds jaren directeur van hel Amsler-
damsche „Algemeen Handelsblad", een le
zing hield over Nederlandsche industrie,
die toen algemeen de aandacht trok.
Dat was na Versailles, na het zoogenaam
de Vredesverdrag, dat zoo weinig voor den
werkelijken vfede gedaan heeft, de eerste
maal dat Duitsche regeerders, Duitsent,
kranten en de belangstellende massa hier
met eerbied en bewondering van Nederland
spraken. Een groot feestmaal in het luxe-
hotel „Esplanade" vereenigde bijna 200
Duitschers en Nederlanders. Kopstukken,
van wie verschillende al niet meer tot
de levenden behooren De gezant baron
Gevers leeft niet meer. de tqenmalige Duit
sche minister van Buitenlandsche Zaken,
dr. Koster is juist eenige dagen geleden als
gezant van Joego Slavië gestorven En ook
mr. Dresselhuys, ons bekende Kamerlid, is
voor Duitschers en Nederlanders nog slechts
een herinnering.
Later zijn het de stukken van Neder
landsche schilders der laatste 100 jaren
geweest, die in de Orangerie te Potsdam
weken lang tentoongesteld werden, en die
voor ons land en ons volk een dankbare
propaganda beteekenden. Maar wat was
deze expositie als „nationale reclame" ver
geleken bij de twee malen, dat Willem
Mengelberg met het orkest van het Am
sterdamsche Concertgebouw het Berlijnsche
publiek in vervoering wist te brengen?
Na deze prestaties was nog slechts één
Nederlandseh kunstenaar in staat voor een
ftjacaré: Ik pas.
^Qlernps: Dan is de beurt aan u, collega Tardieu.
climax te zorgen. En deze eene is na
tuurlijk niemand anders dan Rembrandt
Harmensz. van Rijn.
Zooeven is onder overweldigende belang
stelling van het kunstminnend publiek der
Duitsche hoofdstad de Rembrandt tentoon
stelling in de Berlijnsche Academie der
Kunsten geopend. Niemand minder dan oe
nu langzamerhand stok-oude. maar nog al-
lijd intens meelevende professor Max Lie-
bermann heeft deze expositie van ongeveer
25 schilderijen en honderden teekeningen en
etsen van een der grootste kunstenaars die
de wereld ooit gekend heeft, met woorden
van heiligen eerbied en grenzenlooze bewon.
dering voor dit genié onder de allergrootsten
vai% zijn gilde geopend.
En rondom hem terwijl de radio zijn
woorden aan milioenen verder gaf, 9londen
manneD en vrouwen van invloed, van roem
rijken naam, van hooge positie: onze ge
zant en oud-gouverneur-gencra.il graaf Van
Limburg Stirum, de ambassadeurs van
i Engeland en Frankrijk. Duitsche schilders
en beeldhouwers, dichters en staatslieden,
de president van den Duitschen Rijksdag,
gasten uit Nederland overgekomen, een il
luster gezelschap, dal slechts één doel had
den grooten Hollandschen meester te hul
digen.
Men kan nu reeds voorspellen, dat deze
bescheiden maar toch zeer belangwekkende
tentoonstelling, waarvoor o.a. de heer Frans
Koenigs uit Haarlem een kabinet met prach
tige teekeningen van Rembrandt in bruik
leen afgestaan heeft, een sensatie voor de
Berlijners zal worden. Immers, zelden is
een zoo volledige collectie bijna 30 pCt.
zijner teekeningen, een zoo groot aan
tal uitnemende ets-afdrpkken in één expo
sitie vereenigd geweest. En al zijn er 9lechts
weinige schilderstukken om te bewonderen,
onder die weinige bevinden zich „Jacob's
Zegen uit Cas9el en het heerlijke „Familie
portret" uit Brunswijk. de „Man met den
gouden helm", het „Visioen van Daniël"
en eenige andere meesterstukken uit de laat
ste periode, die men niet zonder diepe ont
roering terugziet
Neen een expositie als die van ver
leden jaar in Londen is het niet geworden..
Die bepaalde zich echter niet tot Rembrandt,
wat thans in Berlijn wèl het geval is, zoo
dat men hier meer ongestoord van dezen
éénen Meester genieten kan. En bovendien:
het zou voor het verarmde Pruisen niet mo
gelijk geweest zijn, uit Amsterdam, Den
Haag, Leningrad en elders beroemde schil
derijen te laten overkomen, omdat de assu
rantie bedragen de financieele draagkracht
van dezen staat nu eenmaal te boven gaan.
Daarom moeten wij Nederlanders dank
baar zijn, dat men onzen genialen toove-
naar van het palet en de etsnaald des
ondanks uitverkoren heeft om de komende
feesten van het 100-jarig bestaan der Ber
lijnsche musea in te luiden. De Duitscher
heeft sinds tientallen jaren een onbegrens
de liefde en vereering voor Rembrandt ge
toond, die in sommige opzichten luidruch
tiger vormen aangenomen heeft dan de onze
maar die daarom stellig niet minder oprecht
was.
Het standaardwerk „Rembrandt als Er-
zieher" had onder de Duitsche lezers een
overweldigend succes. De onlangs overle
den groote kunstkenner Von Bode heeft
zijn reputatie niet in de laatste plaats aan
zijn diepgaande kennis van Rembrandt's
oeuvre te danken gehad.
En nu loopen wij Berlijnsche Nederlan
ders trotsch als pauwen door de straten
dezer wereldstad: de kranten schrijven ko
lommen vol over onzen grootsten zoon.
We zijn weer eens „troef" in het centrum
van wereldverkeer!
Nu ik het toch over kunst heb: morgen
dirigeert Max Orobrio de Castrcn het Ber
lijnsche Symphonie-orkest en eenige weken
geleden heeft Julie de Stuers hier met
éclatant succes een openbare liederavond
gegeven Men komt in Berlijn langzamer
hand tot de ontdekking, dat wij Hollanders
er toch ook wezen mogen en men kan
der Nederlandsche kunstwereld niet genoeg
raden om in het buitenland van zich te
doen spreken: maar dan alleen door....
de allerbesten Voor buitenlandsche propa
ganda is nu eenmaal het beste nauwelijks
goed genoeg. En dan moet van Julie van
Stuers gezegd worden, dat ze met haar
prachtig timbre van mezzo-alt de toehoor- 1
ders tot eerlijke bewondering Vervoerd heeft.
Zoo innigwarm hoort men in Duitschland
zelden zingen; een zoo edele voordracht
imponeert hier; en de neiging om nieuws te
brengen en vooral veel, veel afwisseling,
wordt in het lichtelijk-vermoeide Berlijn
sche muzipkleven dubbel op prijs gesteld.
Men heeft niet kunnen vaststellen, dat de
kunst van Julie de Stuers vlekkeloos is.
Dat is ze ook niet. In de hoogte mist deze
fraaie stem den glans, die in het midden-
register en ook in de diepte zoo verrassend
werkt. En het luchtige, speelsche is niet
haar groote kracht. Maar als zij wellicht m
een oratorium, in een kerkconcert terug
keert. dan kan zij ervan verzekerd zijn,
dat ze Berlijn „aan haar voeten" krijgt en
harerzijds een steentje voor het mozaiek
onzer buitenlandsche reputatie heeft bij
gedragen.
Een paar huizen verder geen vijf
honderd meter van de Berlijnsche Rem-
brandt-tentoonstelling, welker opening een
file van zeker honderd luxe-auto's tot zich
getrokken had in de deftigeWilhelm-
strasse, kon men op hetzelfde oogenblik
een tweede file en eveneens een oploop
van nieuwsgierigen ontdekken. Daar
v/achtte men op het verschijnen van kanse
lier Schober. minister-president van de re
publiek Oostenrijk, een populaire figuur, die
men onlangs ook door de straten van ons
goede 's-Gravenhage heeft kunnen zien
wandelen ilfc
Hier komt de heer Schober. die al vaak in
Berlijn is geweest, ditmaal niet als diplo
maat en evenmin als specialist op het ge
bied der polilie-wetenschappen. Maar ijzig-
hoog-officieel, duizelingwekkend hoog als
eeregast der Duitsche Republiek Drie dagen
„en grand gala", met bezoeken over en
weer, maaltijden, gala-voorstelling in de
Opera; en wat er zoo bij hoort.
Ik zwijg in deze kolommen over politiek,
in welken vorm dan ook. Daarom zeg ik
niets van de beteekenis van dit bezoek; van
de wijze, waarop de Duitsche partijen den
gast uit Weenen het welkom toegeroepen
hebben; van de achtergronden die deze be
drijvigheid eèn zeer bijzondere waarde
geven. Ik constateer alleen, dat de anders
zoo nieuwsgierige Berlijners ditmaal van
het officieele bezoek al heel weinig notitie
nemen. Ze hebben hier al tweemaal in dezen
republrkeinschen tijd koningen op bezoek ge
had. Eerst Amanoella van Afghanistan,
toen den „Heerscher" over Egypte. Met klec-
dijen, militaire escortes en al die schoone
zaken, die voor den „man in the streel" toen
altijd een bijzondere attractie blijven.
Een doodgewone kanselier, ook al komt
hij namens het „Duitsche broedervolk" is
blijkbaar geen trekpleister, die massa's tot
zich lokt. Men meent het puik met hem.
Maar een heuschen koning hebben de e«'hte
republikeinen dan toch honderdmaal 'uver.
Een eenvoudigen burgerman? Ook goed.
Maar dan moge het minstens een Koning
der Schilders zijn.
En daarom stonden vanochtend meer
menschen voor de Academie dan voor het
Paleis van Hindenburg
ROLAND.
(Van onzen Londenschen Correspondent).
DE LONDENSCHE AMBTENARES.
Be ambtenares in het brandpunt der belang
stelling Een belangrijk referendum
De attractie van den huiselijken haard
Als de huwelijksklok uitgeluid heeft De
kantteekening der feministen.
Duizenden jonge vrouwen, veelal zeer
jonge vrouwen, zijn werkzaam in de regee-
ringsdepartementen van Whitehall. White
hall is voor Londen wat het Plein voor
Den Haag is het gebied waar de gebouwen
der ministers verrijzen. Stoeten meisjes ziet
men er aankomen, eiken ochtend, tusschen
negen en tien uur. Zij komen in omnibus
sen. in trams of stijgen in troepen op uit de
stations der Ondergrondsche Spoorwegen
in de buurt. Zij zijn veelal vief van leden
en modieus in de kleeren. aardige expo
nenten van modern actief vrouwenbestaan.
Dit leger ambtenaressen staat op het
oogenblik in het brandpunt der openbare
belangstelling. Onwillekeurig beeft men
het altijd aangezien als een indrukwekkend
voorbeeld van vrouwelijke emancipatie,
elke jonge vrouw in dat leger van vele dui
zenden het moderne type van het zwakke
geslacht dat het voorbeeld van den man
heeft gevolgd en niet langer als voor
heen huwelijkskansen afwachtend car
rière zoekt te maken in de maatschappij,
een onafhankelijk bestaan schept met eigen
verdienste en eigen verantwoordelijkheid.
Het schijnt dat deze opvatting over het
leger vrouwelijke ambtenaren moet wordea
herzien. Het grootste deel van de jonge
vrouwen vaD Whitehall is georganiseerd in
den algemeenen bond van personeel in
rijksdienst (de Civil Service"). Die Bond
heeft dezer dagen een stemming laten hou
den onder zijn vrouwelijke leden over twee
vragen. De eene vraag was of zij vóór
handhaving van vrouwen in den Dienst wa
ren na haar huwelijk en indien daarbij dè
huwelijkstoelage voor alle vrouwelijke amb
tenaren kwam te vervallen. De tweede
vraag was of zij vóór handhaving van vrovv-
wen in den Dienst waren na haar huwelijk
en indien daarbij de huwelijkstoelage in
stand zou blijven voor die ambtenaressen,
die bij huwelijk ontslag zouden nemen.
Voor een goed begrip van den zin dezer
vragen is het noodig verder te vertellen
dat vrouwelijke ambtenaren thans bij hu
welijk ontslag moeten nemen en dat zij dan
van den staa.t een toelage ontvangen. De
tweede vraag, bevestigend beantwoordend,
zou beteekenen dat vrouwen, die in dienst
zouden blijven, de toelage niet meer zou
den ontvangen.
De merkwaardige uitslag van deze stem
ming is geweest dat op de eerste vraag
4795 ambtenaressen ontkennend en slechts
138 bevestigend antwoordden; en dat op
de tweede vraag 3537 ontkennende of af«-
wijzende en 1396 bevestigende antwoorden
inkwamen.
Die stemming heeft dus op zeer overtui
gende wijze aangetoond dat de vrouwen
luttele uitzondei'in gen daargelaten wan
neer zij eenmaal getrouwd zijn niet langer
op een regeeringskantoor willen zitten. Dit
is een slag voor de feministen in dit land.
Die feministen hebben sinds jaar en dag
hevig geprotesteerd tegen de bestaande re
gels voor den rijksdienst, die ambtenaressen
(en ook onderwijzeressen) verplicht bij hu
welijk haar dienst te verlaten. En nu de
vrouwen zelf voor de vraag worden gesteld
blijkt dat zij met overweldigende meerder
heid zich uitspreken voor ontslagname, hu-
welijkstoelage of niet.
Ondanks alle feministische theorieën, on
danks alle voorstellingen van de vrije, on
afhankelijke. steTke vrouw, die haar loop
baan uitzet en die volgt met vastberaden
heid, ijver en kunde, rechtvaardigt deze
stemming de veronderstelling dat de nor
male vrouw haar levensdoel ziet in het
huwelijk, dat zij beseft dat zij als getrouw
de vrouw onvermijdelijk haar betrekking
moet prijsgeven wanneer haar kinderen
haar zorg en toewijding gaan eischen, dat
zij moet kiezen tusschen een loopbaan in
de actieve maatschappij en het huweliik ea
dat het laatste haar voorkeur heeft. Daar
om heeft zij niet gestemd voor opheffing
van het huwelijksbeletsel in den dienst van
het rijk.
Van feministische zijde, waar men uiter
aard het effect van deze stemming zoo veel
mogelijk te niet wil doen, stelt men de
vraag wie die meisjes zijn, die hebben ge
stemd voor behoud van de huwelijksbepa
lingen. En dit is het antwoord. Negen van
de tien ambtenaressen van Whitehall trek
ken dagelijks naar haar kantoren in voor-
stadstrcinen en trams en bussen met een
poederkwastje en een romannetje in haar
tasschen. Zij behooren tot het publiek dat
dc vraag schept naar Ethel M Dell (een
schrijfster van zeer romantische verhalen
van liefde) en voor wie de juwelier adver
teert dat „elke vrouw een eigen huishou
ding ziet door haar verlovingsring." Wan
neer op mistige ochtenden haar wekker
gaat, voelen zij dat zij niets zoo haten als
dit dagelijksch reizen naar het kantoor en
dat alles rozengeur en maneschijn zou zijn,
indien zij maar haar eigen huishouding
hadden met een geliefden levensgezel. Zij
vergeten dat ook het huwelijksleven wek
kers heeft en b.v. rekeningen, die moeten
worden betaald, en zuigelingen huilend in
den nacht. De verhalen van Ethel M Dell
eindigen, zeer wijs, bij het luiden der huwe-
lijksklokken. En dan zeggen de femi-
nissen verder het grootste deel van do
7000 vrouwelijke ambtenaren werkt in on
dergeschikte posten. Haar werk is niet erg
opwekkend Zij hebben weinig of geen kans
haar positie te verbeteren. Zij houden hec
uit... totdat HIJ komt. Toen zij de vragen
van haar bondsbestuur beantwoordden heb
ben zij niet te nauwkeurig haar positie
overwogen, alleen gedacht aan den wekker,
het natte weer, de bespatte zijden kousen,
de verveling van den arbeid, de vrees voor
werkloosheid. Bij dat alles is de haven
van het huwelijk haar als een schoon ideaal
voor de oogen verschenen. En de feminis
ten putten hoop uit de 138 vrouwen, die
voor opheffing van de bestaande huwelijks-
bepalingen stemden al moest de huwelijks-
toelage dan tevens vervallen. Die vrouwen
hadden de zaak beter overwogen en ge
meend dat huwelijk en een loopbaan (zelfs
een nederige) in rijksdienst of welken an
deren dienst ook best samen konden gaan.
Zij zagen in de toekomst een huwelijk,-
waarbij vrouw en man beiden werkten eri
's avonds bijeen kwamen, een huwelijk dat
hen in staat stelde wat weg te leggen voor
mogelijke harde tijden, van een dubbel in
komen te genieten en kinderen een goede
opvoeding te geven. Zij wilden graag den
huwelijkstoeslag opofferen voor deze mooie
voordeelen Zij rekenden ook op een be
hoorlijke regeling van de kwestie van tijde
lijke afwezigheid van kantoor bij geboortö
van kinderen En de feministen zijn ver
heugd dat die 138 althans de vlag van hun
beginselen hoog hebben gehouden.
Nu heb ik eerlijk de feministische opmer
kingen over deze stemming weergegeven.
En dan blijft tocb onomstootelijk het feit
bestaan dat de groote meerderheid der
vrouwen huisvrouwen en moeders willen zijn;
of tenminste getrouwd, zonder de noodzaak
bij te dragen aan de inkomsten, en met dö
vrijheid al haar tijd te wijden aan onder
houd van huis en zorg voor kinderen.
En dat is een opvallend en wat verrassend
feit in een tijd, waarin men van alle kan
ten zoo klemmend blijft beweren, dat dei
grondslagen der samenleving veranderen
door de nieuwe opvattingen en ambities
der vrouwen. Die opvattingen en ambities
zijn klaarblijkelijk sedert Eva's tijd niet
veel veranderd, wat de hoofdzaken bqjTeft.,
Parijs, 23 Febr. '30.
'Alles is hier kunst of streeft er naar dat
te worden. Zoo spreekt men hier van tand-
heel-kunsfc, van kappers-kunst, van stop
pers-kunst en van kook-kunst. En het is
dus geen wonder, dat een tentoonstelling
van fornuizen, potten en pannen, stofzui
gers en waschketels „SaloD van Huishou
delijke Kunsten" genoemd wordt met
hoofdletters s.v.p. I en de eer geniet ge
houden te worden in het Grand Palai®,
waar gewoonlijk tentoonstellingen van
kunst zonder meer (met eeD kleine letter
maar!) gehouden worden.
Terwijl sommige van die tentoonstelling
gen van kunst-zonder-meer alleen op do
„vernissage", den openings-dag, een dichte
menigte doen toestroomeD en do overigd
dagen maar vrij dunnetjes bezocht worden,
heeft de „Salon Van Huishoudelijke Kun
sten (met hoofdletters!) tot haar sluitings
dag toe iederen dag weer een enorme me
nigte aandachtige, gretige en zelfs begec-
rige bezoekers tot zich getrokken.
O, wat een paartjes in extase voor een
keuken-fornuis van het allernieuwste mo
del, van alle mogelijke pd denkbare per*
fectionneeringen voorzien, glanzend, blin
kend, schitterend.
Zeg, zóó een moesten wij er hebben
hè 1 Zóó een...
Zie daar die dikke moeke, die vol bewon
dering is blijven staaD voor een electrische
machine, waarmee eeD paar Duitschers
bezig zijn wafels te fabriceeren, eD a,«?
gloeiend heet verkoopen (de wafels, n;°ë
de machines) voor de bescheiden som van
75 centimes.
De dikke moeke is aan 't eten gegaan,
de eene wafel na de andere verdwijnt in
haar gulzig happenden mond, ze smult, zé
likt haar lippeo na... aaTzelt even, neemt
er dan nog eentje.
En al die verschillende stands, waarvan
de een bonbons van eigen origineele sa
menstelling, andere koffie-zetsels van eigen
origineele uitvinding, nog weer andere
bouillon-soorten van eigen origineele cre
atie, verkoopen en die allemaal gratis daar
van uitdeeling houden aan de liefhebbers.
Heele families, vader, moeder, dochters
en zeons, trekken met opgetogen gezichten