In'tHa; ar wat EwcËJ a* Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 1 Maart 1930 Vierde Blad No. 21460 Buitenl. Weekoverzicht. BRIEVEN UIT BERLIJN. HET FRANSCHE SKATSPEL. LONDENSCHE BRIEVEN. HUISHOUDELIJKE EN ANDERE KUNSTEN. Moeilijkheden zond ei tal. ftiotemp* heeft als Fransch premier ^jds een record geslagen: na een be- van slechts drie dagen is hij bij zijn gïte verschijnen voor de Kamer versla- Alleen Herriot geniet de twijfelach- eer met zijn tweede kabinet nog vlug- p"r je zijn weggewerkt in twee dagen was - been CbautempB had na de weigering van jnJieu en de zijnen ora mee te doen aan naar links georiënteerde republikein v:, regeering. niet willende afzien van de •3 opgedragen kabinetsformatie, noodge- frngen een ministerie gevormd uit vrij- R| radicalen en was van den beginne af geheel afhankelijk van den steun der ccialisten en dat is hem noodlottig ge- urden. Daaruit werd tegen hem 'n scherp rsnfn gesmeed, zoodat, toen hij met een r?r gematigde regeeringsverklaring voor parlement kwam, het reeds tevoren vast load, dat het een dubbeltje cp zijn kant ■a worden, hoe gematigd zijn program KV mocht wezen I Dank zij het tegen komen der communisten, die natuurlijk «atief staan tegenover iedere regeering L zij zijn immers de geest, die steeds Tfrneint" werd de vertrouweDsraotie tevoren om hals gebracht en was ue Uwe crisis automatisch geboren. Als van zelf kwam toen Tardieu weer ur voren, die blijkbaar niet vrij was ge- van „mokken" over den dolkstoot, [a onverwachts toegediend en waarschijn- li uit begrip, dat hem dat kwalijk werd l^omen in linksche kringen, eerst Poincaré Ur voren schoof. Deze durft echter om MüDdheidsredenen de zware regeerings- juk nog niet aan, vooral niet, waar in de kidige omstandigheden een premier veel reizen en buitenslands confereeren. fitatengevolge dankte hij voor de eer en PErklaarde zich voor Tardieu, dien hij steun toezegde, ook bij de onderhan- fingen voot een nieuw kabinet. Tardieu accepteerde daarop de opdracht, I ur ondervindt thans alle moeilijkheden cpereona ingrata bij de radicalen te zijn lorden ,die op hun beurt hem nu geen willen verleenen! Dientengevolge gaat heel langzaam, daar toch zooveel moge- gestreefd moet worden naar een zoover «lijk gaande linksche concentratie en x als deze beslist mislukt is een terug tot de oude regeering Tardieu aan de kan komen. Dientengevolge heeft Tar- zich nog aan niemand vastgelegd be- r? aan Briand aan Buitenl. Zaken, die dere regeering onmisbaar is geworden, min mag gerekend worden op een e kabinet Tardieu, zij het ook, dat dit sterie eveneens tot de zwakke broeders worden beschouwdde verhoudingen b Fransche Kamer zijn zoodanig, dat partijen elkaar vrijwel in evenwicht >i;n, zoodat een geringe afwijking de re- ei^ noodlottig kan worden. Dientenge- 'l? zijn proefballonnetjes opgelaten over Qri-ontbinding, doch zöo iets behoort in ■c'ïrijk nu eenmaal tot de uitzonderings- nllen en daarom kan men deze nog ge- i uitschakelen, al zal het er misschien -tte toch toe moeten komen, kor den gang van zaken in Frankrijk is Londensche Vlootconferentie nog meer in hiel geraakt. Zelfs zoo, dat ernstig is 'ffwogen of het niet verkieslijker was de 'ferentie maar te verdagen. Vooral voor Amerikanen, geleid door hun hoogsten Ktionaris, was de toestand zeer penibel *o;den. Was het met hel prestige ovcr- - Ie brengen nog langer geduld te" oefe- J? Tenslotte is men overeen gekomen. li voort te gaan zonder Frankrijk, dat iter immers nog gepolst kan worden. den aard der zaak komt dit der confe- tëe niet ten goede en het is geen won- l dal het zwartgalligste pessimisme zich «ds een uitweg begon te zoeken en als c-?e uitweg uit de impasse opnieuw do van een drie-mogendheden- in plaats ia een vijf-mogendheden-accoord zich brak. Officieel wordt dit laatste na kijk ontkend, hel zou Frankrijk en Italië -its afstooten, doch alle grond ontbreekt di niet aan dit denkbeeld om tenminste in -in nog iels te redden, als het eigenlijke ^onbereikbaar blijkt 1 «l treft wel toevallig, dat Frankrijk, dat schuld draagt voor de stagnatie te Lon- -• juist ook de douane-conferentie te seve in groote moeilijkheden brengt door onverwachte verklaring, dat het niet mee on kan doen! Feitelijk is deze confe rs daarmee op het doode punt gekomen-. al tracht men nog een oplosssing te vinden, die naar builen den schijn redt Men ziet: moeilijkheden zonder tal! En waren dat nog maar de eenige! Het tegen gestelde is evenwel het geval Zoowel de Duitsche als de Engelsche regeering verkee- ren ieder in weinig benijdenswaardige om standigheden. De Duitsche regeering staat nog altijd voor de moeilijkheid om het te kort op de begrooling te dekken, maar de regeeringspartijen kunnen het niet eens worden over de middelen aan het benoodigde geld te komen. Gelukkig begrijpen zij. dat de tijdsomstandigheden een geven en nemen eischen. dat een crisis op dit oogenblik voor Duilschland een groot gevaar in zich nergt, zoodal eindelijk toch wel overeenstemming zal worden bereikt. Tn Engeland voelt de Labour-regeering steeds duidelijker, dat zij een minderheidsregeering is, die daarmee rekening heeft te houdenzeer sterk kwam dal naar voren, bij de behandeling der mijn wet. waarbij de regeering slechts ternauwei- nood aan een nederlaag ontglipte. Labour heeft dit mee. dat op dit oogenblik noch de conservatieven, die druk bezig zijn om de dreigende splitsing te voorkomen, noch at liberalen, die zonder wijziging van het kies stelsel geen winst mogen verwachlen. iets voelen voor nieuwe verkiezingenI En dan zijn er moeilijkheden in Spanje, waar een terugkeer tot een democratisch be wind binnen afzienbaren lijd noodwendig lijkt, in Bulgarije, waar de regeering door de oppositie ernstig in het nauw is gebracht, ja waar niet, goed beschouwd RECLAME. Puroi wrijven des morgens: daardoor wordt het mooier 9n zachter en blijft bovend ien na het kammen den heelen <Jag keurig zitten. Doozrn 30-60 «n 90 ct, Tube 8 ct Bi| Apoth. 6 Drogisten! f624 (Van onzen correspondent). Berlijn 22 Febr. IN HET TEEKEN: NEDERLAND. De hoofdstad van het Duitsche Rijk staat weer eens in het Teeken: Nederland! Wij herinneren ons, dat kort na den we reldoorlog de vereeniging „Nederland in den Vreemde" (Amsterdam) het initiatief nam tot een eerste poging om de volkeren weer nader tot elkaar te brengen en haar be stuurders naar Berlijn afvaardigde, waar de toen juist opgerichte „Deutsch-Niederlandi- sche Gesellschaft met haar talrijke con necties twee „Hollandsche Dagen" voorbe reid had en waar o.a. ingenieur A. Heldring, thans sinds jaren directeur van hel Amsler- damsche „Algemeen Handelsblad", een le zing hield over Nederlandsche industrie, die toen algemeen de aandacht trok. Dat was na Versailles, na het zoogenaam de Vredesverdrag, dat zoo weinig voor den werkelijken vfede gedaan heeft, de eerste maal dat Duitsche regeerders, Duitsent, kranten en de belangstellende massa hier met eerbied en bewondering van Nederland spraken. Een groot feestmaal in het luxe- hotel „Esplanade" vereenigde bijna 200 Duitschers en Nederlanders. Kopstukken, van wie verschillende al niet meer tot de levenden behooren De gezant baron Gevers leeft niet meer. de tqenmalige Duit sche minister van Buitenlandsche Zaken, dr. Koster is juist eenige dagen geleden als gezant van Joego Slavië gestorven En ook mr. Dresselhuys, ons bekende Kamerlid, is voor Duitschers en Nederlanders nog slechts een herinnering. Later zijn het de stukken van Neder landsche schilders der laatste 100 jaren geweest, die in de Orangerie te Potsdam weken lang tentoongesteld werden, en die voor ons land en ons volk een dankbare propaganda beteekenden. Maar wat was deze expositie als „nationale reclame" ver geleken bij de twee malen, dat Willem Mengelberg met het orkest van het Am sterdamsche Concertgebouw het Berlijnsche publiek in vervoering wist te brengen? Na deze prestaties was nog slechts één Nederlandseh kunstenaar in staat voor een ftjacaré: Ik pas. ^Qlernps: Dan is de beurt aan u, collega Tardieu. climax te zorgen. En deze eene is na tuurlijk niemand anders dan Rembrandt Harmensz. van Rijn. Zooeven is onder overweldigende belang stelling van het kunstminnend publiek der Duitsche hoofdstad de Rembrandt tentoon stelling in de Berlijnsche Academie der Kunsten geopend. Niemand minder dan oe nu langzamerhand stok-oude. maar nog al- lijd intens meelevende professor Max Lie- bermann heeft deze expositie van ongeveer 25 schilderijen en honderden teekeningen en etsen van een der grootste kunstenaars die de wereld ooit gekend heeft, met woorden van heiligen eerbied en grenzenlooze bewon. dering voor dit genié onder de allergrootsten vai% zijn gilde geopend. En rondom hem terwijl de radio zijn woorden aan milioenen verder gaf, 9londen manneD en vrouwen van invloed, van roem rijken naam, van hooge positie: onze ge zant en oud-gouverneur-gencra.il graaf Van Limburg Stirum, de ambassadeurs van i Engeland en Frankrijk. Duitsche schilders en beeldhouwers, dichters en staatslieden, de president van den Duitschen Rijksdag, gasten uit Nederland overgekomen, een il luster gezelschap, dal slechts één doel had den grooten Hollandschen meester te hul digen. Men kan nu reeds voorspellen, dat deze bescheiden maar toch zeer belangwekkende tentoonstelling, waarvoor o.a. de heer Frans Koenigs uit Haarlem een kabinet met prach tige teekeningen van Rembrandt in bruik leen afgestaan heeft, een sensatie voor de Berlijners zal worden. Immers, zelden is een zoo volledige collectie bijna 30 pCt. zijner teekeningen, een zoo groot aan tal uitnemende ets-afdrpkken in één expo sitie vereenigd geweest. En al zijn er 9lechts weinige schilderstukken om te bewonderen, onder die weinige bevinden zich „Jacob's Zegen uit Cas9el en het heerlijke „Familie portret" uit Brunswijk. de „Man met den gouden helm", het „Visioen van Daniël" en eenige andere meesterstukken uit de laat ste periode, die men niet zonder diepe ont roering terugziet Neen een expositie als die van ver leden jaar in Londen is het niet geworden.. Die bepaalde zich echter niet tot Rembrandt, wat thans in Berlijn wèl het geval is, zoo dat men hier meer ongestoord van dezen éénen Meester genieten kan. En bovendien: het zou voor het verarmde Pruisen niet mo gelijk geweest zijn, uit Amsterdam, Den Haag, Leningrad en elders beroemde schil derijen te laten overkomen, omdat de assu rantie bedragen de financieele draagkracht van dezen staat nu eenmaal te boven gaan. Daarom moeten wij Nederlanders dank baar zijn, dat men onzen genialen toove- naar van het palet en de etsnaald des ondanks uitverkoren heeft om de komende feesten van het 100-jarig bestaan der Ber lijnsche musea in te luiden. De Duitscher heeft sinds tientallen jaren een onbegrens de liefde en vereering voor Rembrandt ge toond, die in sommige opzichten luidruch tiger vormen aangenomen heeft dan de onze maar die daarom stellig niet minder oprecht was. Het standaardwerk „Rembrandt als Er- zieher" had onder de Duitsche lezers een overweldigend succes. De onlangs overle den groote kunstkenner Von Bode heeft zijn reputatie niet in de laatste plaats aan zijn diepgaande kennis van Rembrandt's oeuvre te danken gehad. En nu loopen wij Berlijnsche Nederlan ders trotsch als pauwen door de straten dezer wereldstad: de kranten schrijven ko lommen vol over onzen grootsten zoon. We zijn weer eens „troef" in het centrum van wereldverkeer! Nu ik het toch over kunst heb: morgen dirigeert Max Orobrio de Castrcn het Ber lijnsche Symphonie-orkest en eenige weken geleden heeft Julie de Stuers hier met éclatant succes een openbare liederavond gegeven Men komt in Berlijn langzamer hand tot de ontdekking, dat wij Hollanders er toch ook wezen mogen en men kan der Nederlandsche kunstwereld niet genoeg raden om in het buitenland van zich te doen spreken: maar dan alleen door.... de allerbesten Voor buitenlandsche propa ganda is nu eenmaal het beste nauwelijks goed genoeg. En dan moet van Julie van Stuers gezegd worden, dat ze met haar prachtig timbre van mezzo-alt de toehoor- 1 ders tot eerlijke bewondering Vervoerd heeft. Zoo innigwarm hoort men in Duitschland zelden zingen; een zoo edele voordracht imponeert hier; en de neiging om nieuws te brengen en vooral veel, veel afwisseling, wordt in het lichtelijk-vermoeide Berlijn sche muzipkleven dubbel op prijs gesteld. Men heeft niet kunnen vaststellen, dat de kunst van Julie de Stuers vlekkeloos is. Dat is ze ook niet. In de hoogte mist deze fraaie stem den glans, die in het midden- register en ook in de diepte zoo verrassend werkt. En het luchtige, speelsche is niet haar groote kracht. Maar als zij wellicht m een oratorium, in een kerkconcert terug keert. dan kan zij ervan verzekerd zijn, dat ze Berlijn „aan haar voeten" krijgt en harerzijds een steentje voor het mozaiek onzer buitenlandsche reputatie heeft bij gedragen. Een paar huizen verder geen vijf honderd meter van de Berlijnsche Rem- brandt-tentoonstelling, welker opening een file van zeker honderd luxe-auto's tot zich getrokken had in de deftigeWilhelm- strasse, kon men op hetzelfde oogenblik een tweede file en eveneens een oploop van nieuwsgierigen ontdekken. Daar v/achtte men op het verschijnen van kanse lier Schober. minister-president van de re publiek Oostenrijk, een populaire figuur, die men onlangs ook door de straten van ons goede 's-Gravenhage heeft kunnen zien wandelen ilfc Hier komt de heer Schober. die al vaak in Berlijn is geweest, ditmaal niet als diplo maat en evenmin als specialist op het ge bied der polilie-wetenschappen. Maar ijzig- hoog-officieel, duizelingwekkend hoog als eeregast der Duitsche Republiek Drie dagen „en grand gala", met bezoeken over en weer, maaltijden, gala-voorstelling in de Opera; en wat er zoo bij hoort. Ik zwijg in deze kolommen over politiek, in welken vorm dan ook. Daarom zeg ik niets van de beteekenis van dit bezoek; van de wijze, waarop de Duitsche partijen den gast uit Weenen het welkom toegeroepen hebben; van de achtergronden die deze be drijvigheid eèn zeer bijzondere waarde geven. Ik constateer alleen, dat de anders zoo nieuwsgierige Berlijners ditmaal van het officieele bezoek al heel weinig notitie nemen. Ze hebben hier al tweemaal in dezen republrkeinschen tijd koningen op bezoek ge had. Eerst Amanoella van Afghanistan, toen den „Heerscher" over Egypte. Met klec- dijen, militaire escortes en al die schoone zaken, die voor den „man in the streel" toen altijd een bijzondere attractie blijven. Een doodgewone kanselier, ook al komt hij namens het „Duitsche broedervolk" is blijkbaar geen trekpleister, die massa's tot zich lokt. Men meent het puik met hem. Maar een heuschen koning hebben de e«'hte republikeinen dan toch honderdmaal 'uver. Een eenvoudigen burgerman? Ook goed. Maar dan moge het minstens een Koning der Schilders zijn. En daarom stonden vanochtend meer menschen voor de Academie dan voor het Paleis van Hindenburg ROLAND. (Van onzen Londenschen Correspondent). DE LONDENSCHE AMBTENARES. Be ambtenares in het brandpunt der belang stelling Een belangrijk referendum De attractie van den huiselijken haard Als de huwelijksklok uitgeluid heeft De kantteekening der feministen. Duizenden jonge vrouwen, veelal zeer jonge vrouwen, zijn werkzaam in de regee- ringsdepartementen van Whitehall. White hall is voor Londen wat het Plein voor Den Haag is het gebied waar de gebouwen der ministers verrijzen. Stoeten meisjes ziet men er aankomen, eiken ochtend, tusschen negen en tien uur. Zij komen in omnibus sen. in trams of stijgen in troepen op uit de stations der Ondergrondsche Spoorwegen in de buurt. Zij zijn veelal vief van leden en modieus in de kleeren. aardige expo nenten van modern actief vrouwenbestaan. Dit leger ambtenaressen staat op het oogenblik in het brandpunt der openbare belangstelling. Onwillekeurig beeft men het altijd aangezien als een indrukwekkend voorbeeld van vrouwelijke emancipatie, elke jonge vrouw in dat leger van vele dui zenden het moderne type van het zwakke geslacht dat het voorbeeld van den man heeft gevolgd en niet langer als voor heen huwelijkskansen afwachtend car rière zoekt te maken in de maatschappij, een onafhankelijk bestaan schept met eigen verdienste en eigen verantwoordelijkheid. Het schijnt dat deze opvatting over het leger vrouwelijke ambtenaren moet wordea herzien. Het grootste deel van de jonge vrouwen vaD Whitehall is georganiseerd in den algemeenen bond van personeel in rijksdienst (de Civil Service"). Die Bond heeft dezer dagen een stemming laten hou den onder zijn vrouwelijke leden over twee vragen. De eene vraag was of zij vóór handhaving van vrouwen in den Dienst wa ren na haar huwelijk en indien daarbij dè huwelijkstoelage voor alle vrouwelijke amb tenaren kwam te vervallen. De tweede vraag was of zij vóór handhaving van vrovv- wen in den Dienst waren na haar huwelijk en indien daarbij de huwelijkstoelage in stand zou blijven voor die ambtenaressen, die bij huwelijk ontslag zouden nemen. Voor een goed begrip van den zin dezer vragen is het noodig verder te vertellen dat vrouwelijke ambtenaren thans bij hu welijk ontslag moeten nemen en dat zij dan van den staa.t een toelage ontvangen. De tweede vraag, bevestigend beantwoordend, zou beteekenen dat vrouwen, die in dienst zouden blijven, de toelage niet meer zou den ontvangen. De merkwaardige uitslag van deze stem ming is geweest dat op de eerste vraag 4795 ambtenaressen ontkennend en slechts 138 bevestigend antwoordden; en dat op de tweede vraag 3537 ontkennende of af«- wijzende en 1396 bevestigende antwoorden inkwamen. Die stemming heeft dus op zeer overtui gende wijze aangetoond dat de vrouwen luttele uitzondei'in gen daargelaten wan neer zij eenmaal getrouwd zijn niet langer op een regeeringskantoor willen zitten. Dit is een slag voor de feministen in dit land. Die feministen hebben sinds jaar en dag hevig geprotesteerd tegen de bestaande re gels voor den rijksdienst, die ambtenaressen (en ook onderwijzeressen) verplicht bij hu welijk haar dienst te verlaten. En nu de vrouwen zelf voor de vraag worden gesteld blijkt dat zij met overweldigende meerder heid zich uitspreken voor ontslagname, hu- welijkstoelage of niet. Ondanks alle feministische theorieën, on danks alle voorstellingen van de vrije, on afhankelijke. steTke vrouw, die haar loop baan uitzet en die volgt met vastberaden heid, ijver en kunde, rechtvaardigt deze stemming de veronderstelling dat de nor male vrouw haar levensdoel ziet in het huwelijk, dat zij beseft dat zij als getrouw de vrouw onvermijdelijk haar betrekking moet prijsgeven wanneer haar kinderen haar zorg en toewijding gaan eischen, dat zij moet kiezen tusschen een loopbaan in de actieve maatschappij en het huweliik ea dat het laatste haar voorkeur heeft. Daar om heeft zij niet gestemd voor opheffing van het huwelijksbeletsel in den dienst van het rijk. Van feministische zijde, waar men uiter aard het effect van deze stemming zoo veel mogelijk te niet wil doen, stelt men de vraag wie die meisjes zijn, die hebben ge stemd voor behoud van de huwelijksbepa lingen. En dit is het antwoord. Negen van de tien ambtenaressen van Whitehall trek ken dagelijks naar haar kantoren in voor- stadstrcinen en trams en bussen met een poederkwastje en een romannetje in haar tasschen. Zij behooren tot het publiek dat dc vraag schept naar Ethel M Dell (een schrijfster van zeer romantische verhalen van liefde) en voor wie de juwelier adver teert dat „elke vrouw een eigen huishou ding ziet door haar verlovingsring." Wan neer op mistige ochtenden haar wekker gaat, voelen zij dat zij niets zoo haten als dit dagelijksch reizen naar het kantoor en dat alles rozengeur en maneschijn zou zijn, indien zij maar haar eigen huishouding hadden met een geliefden levensgezel. Zij vergeten dat ook het huwelijksleven wek kers heeft en b.v. rekeningen, die moeten worden betaald, en zuigelingen huilend in den nacht. De verhalen van Ethel M Dell eindigen, zeer wijs, bij het luiden der huwe- lijksklokken. En dan zeggen de femi- nissen verder het grootste deel van do 7000 vrouwelijke ambtenaren werkt in on dergeschikte posten. Haar werk is niet erg opwekkend Zij hebben weinig of geen kans haar positie te verbeteren. Zij houden hec uit... totdat HIJ komt. Toen zij de vragen van haar bondsbestuur beantwoordden heb ben zij niet te nauwkeurig haar positie overwogen, alleen gedacht aan den wekker, het natte weer, de bespatte zijden kousen, de verveling van den arbeid, de vrees voor werkloosheid. Bij dat alles is de haven van het huwelijk haar als een schoon ideaal voor de oogen verschenen. En de feminis ten putten hoop uit de 138 vrouwen, die voor opheffing van de bestaande huwelijks- bepalingen stemden al moest de huwelijks- toelage dan tevens vervallen. Die vrouwen hadden de zaak beter overwogen en ge meend dat huwelijk en een loopbaan (zelfs een nederige) in rijksdienst of welken an deren dienst ook best samen konden gaan. Zij zagen in de toekomst een huwelijk,- waarbij vrouw en man beiden werkten eri 's avonds bijeen kwamen, een huwelijk dat hen in staat stelde wat weg te leggen voor mogelijke harde tijden, van een dubbel in komen te genieten en kinderen een goede opvoeding te geven. Zij wilden graag den huwelijkstoeslag opofferen voor deze mooie voordeelen Zij rekenden ook op een be hoorlijke regeling van de kwestie van tijde lijke afwezigheid van kantoor bij geboortö van kinderen En de feministen zijn ver heugd dat die 138 althans de vlag van hun beginselen hoog hebben gehouden. Nu heb ik eerlijk de feministische opmer kingen over deze stemming weergegeven. En dan blijft tocb onomstootelijk het feit bestaan dat de groote meerderheid der vrouwen huisvrouwen en moeders willen zijn; of tenminste getrouwd, zonder de noodzaak bij te dragen aan de inkomsten, en met dö vrijheid al haar tijd te wijden aan onder houd van huis en zorg voor kinderen. En dat is een opvallend en wat verrassend feit in een tijd, waarin men van alle kan ten zoo klemmend blijft beweren, dat dei grondslagen der samenleving veranderen door de nieuwe opvattingen en ambities der vrouwen. Die opvattingen en ambities zijn klaarblijkelijk sedert Eva's tijd niet veel veranderd, wat de hoofdzaken bqjTeft., Parijs, 23 Febr. '30. 'Alles is hier kunst of streeft er naar dat te worden. Zoo spreekt men hier van tand- heel-kunsfc, van kappers-kunst, van stop pers-kunst en van kook-kunst. En het is dus geen wonder, dat een tentoonstelling van fornuizen, potten en pannen, stofzui gers en waschketels „SaloD van Huishou delijke Kunsten" genoemd wordt met hoofdletters s.v.p. I en de eer geniet ge houden te worden in het Grand Palai®, waar gewoonlijk tentoonstellingen van kunst zonder meer (met eeD kleine letter maar!) gehouden worden. Terwijl sommige van die tentoonstelling gen van kunst-zonder-meer alleen op do „vernissage", den openings-dag, een dichte menigte doen toestroomeD en do overigd dagen maar vrij dunnetjes bezocht worden, heeft de „Salon Van Huishoudelijke Kun sten (met hoofdletters!) tot haar sluitings dag toe iederen dag weer een enorme me nigte aandachtige, gretige en zelfs begec- rige bezoekers tot zich getrokken. O, wat een paartjes in extase voor een keuken-fornuis van het allernieuwste mo del, van alle mogelijke pd denkbare per* fectionneeringen voorzien, glanzend, blin kend, schitterend. Zeg, zóó een moesten wij er hebben hè 1 Zóó een... Zie daar die dikke moeke, die vol bewon dering is blijven staaD voor een electrische machine, waarmee eeD paar Duitschers bezig zijn wafels te fabriceeren, eD a,«? gloeiend heet verkoopen (de wafels, n;°ë de machines) voor de bescheiden som van 75 centimes. De dikke moeke is aan 't eten gegaan, de eene wafel na de andere verdwijnt in haar gulzig happenden mond, ze smult, zé likt haar lippeo na... aaTzelt even, neemt er dan nog eentje. En al die verschillende stands, waarvan de een bonbons van eigen origineele sa menstelling, andere koffie-zetsels van eigen origineele uitvinding, nog weer andere bouillon-soorten van eigen origineele cre atie, verkoopen en die allemaal gratis daar van uitdeeling houden aan de liefhebbers. Heele families, vader, moeder, dochters en zeons, trekken met opgetogen gezichten

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 13