Uit den Leidschen Raad.
1 LAATSTE WENSCH
I
m Jaargang
fïiTii
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 25 Februari 1930
Derde Blad
No. 21456
DE VLUCHT UIT DE POPPENKAST VAN JAN KLAASEN EN TRIJNTJE.
FEUILLETON.
De uitbreiding der Commissie van Onderwijs.
Een bevordering8- en salariskwestie.
jjiii het nieuwe Raadslid de lieer
JVas geïnstalleerd, werd in de Com
et* ?an Fabricage gekozen de heer Man-
ja de Commissies van Financiën en
lichtfabrieken de heer Donders, in de
gsijsies voor de Stedelijke Werfcinrich-
en Leidsch Muziekcorps de heer
fer.
i agendapunten 8 Lot en met 22 wer-
aangenomen.
(Vervolg van gisteren).
t Verordening, houdende wijziging van
trordening van 29 Augustus 1927 (Gem.
Jio. 12), regelende de samenstelling en
rerkkring van de Commissie van Bij-
1 voor het Onderwijs. (36)
heer MEYNEN kan zich niet hier-
vereenigen. De behandeling is ob-
ei Voor de tegenstelling pro- of contra
b. of bijz. onderwijs is z.i. geen plaats,
leoteele uitbreiding acht hij niet bo-
ien gewenscht, te meer niet, waar alle
[jen er pok nu nog geen zitting in krij-
ithoudeT TEPE zegt, dat door uitbrei
de objectiviteit der comissie niet
aangetast. Waar echter geen «nkel
rwerp zoozeer de politieke hartstoch-
rokt als een onderwijszaak, acht hij
renschelijk tot de uitbreiding over te
vooral, waar de voorstanders van
b. of bijz. onderwijs onderling ook nog
ipieel verschillen. Nu zijn de linker-
en vertegenwoordigd door één lid en
>m acht hij, waar behalve de soc.-
er nog andere linker-partijen zijn, ook
looren daarvan in deze commissie van
s wenschelijk.
beer WILBRINK vraagt, of het niet
was het tweede R.-K. lid dan door
inder te vervangen in plaats van ovef
m tot uitbreiding. Anders zou er door
partij ook wel een lki in de C. v. F.
worden geëischt, als een wethou-
le partij niet vertegenwoordigt,
heer VERWEY wijBt er op, hoe thans
Jee der minderheid meerderheid wordt
ra soort noodtoestand zal hij meegaan
tde poging der aoo.-dem. om een 2en
ander van openb. onderwijs verkozen
Ijgen mislukte, Ook uit billijkheids-
regingen zal hij voorstemmen al telt
smmissie dan 6 leden,
heer v. ECK wijst er op, hoe de com
e voor de huish. aangelegenheden zich
;em voor verklaarde. Bij andore com
es staat het technisch gedeelte meer
sn voorgrond, hier of men voor of tegen
b, onderwijs is. Nu is maar één voor-
Ier van openb. onderwijs en den VTij-
jen komt z.i. ook een stem toe, op-
li. en W. volledig worden ingelicht,
heer GROENEVELD had ook liever
ts een R.-K. in de commissie gezien,
du dit niet is aanvaard, zal hij uit
kheidsoogpunt meegaan met uitbrei-
al beteekent dit de verkiezing van
heer Romijn, hetgeen meer de rech-
de zal versterken dan spr.'s fractie,
heer ROMIJN meent, dat de wethou-
jnist was toen hij sprak van hart-s
en bij onderwijszaken, gezien het de-
>ver dit simpele voorstel. De C. v. F.
men z.i. hier buiten laten. Onderwijs,
igen vragen z.i. aanneming van dit
itel van B. en W. los van zijn per
die nog niet aangewezen is.
thouder TEPE herhaalt, waarom z.i.
eiding wenschelijk is. Een parallel
de commissie van fabricage gaat niet
faar dit een geheel andere commissie
«r principieele kwesties daar toch nog
ndering zijn, bij onderwijs regel,
heer WILBRINKAls n zoo de C. v.
öorzit, deugt er niets van.
WETHOUDER: Is dan niet waar,
dat rechts voorstander is van bijz. onder
wijs en links voor openbaar 1
De heer WILBRINK: Neen, ook bij onj
zijn voorstanders van openb. onderwijs.
De WETHOUDER: Als u wilt, begrijpt
u me wel.
De heer WILBRINKZeker, maar ik wil
niet in uw schuitje zitten.
De WETHOUDER zegt tenslotte, dat
het niet gaat om 2 R.-K. leden al stelt
hij ook prijs op het oordeel van partij ge-
nooten. Het gaat er om links beter te hoo
ien en daarom alleen.
Het voorstel wordt aangenomen
met 26—5 stemmen.
Tegen de heeren Parmentier, v. Es, Wik
brink, De Reede, Meynen.
24o. Voorstel tot het doen rooien en ver-
koopen van boomen. (20)
De heer KUIVENHOVEN wijst op het
raar van een boom bij de Nonnenbrug aan
het Rapenburg, voor het verkeer.
De heer ELKERBOUT vraagt rekening
te houden met zijn opmerking bij de be
grooting inzake verbreeding van den Zijl
singel, waartoe nu alle gelegenheid is.
De heer MANDERS vraagt of de iep-
zieke boomen niet zoo vlug mogelijk zijn
te verwijderen met het oog op het be
smettingsgevaar voor de andere.
Wethouder SPLINTER zegt, dat door dit
voorstel juist de gelegenheid voor tus-
schentijdsche rooiing is geopend. Met de
opmerkingen van de heeren Kuivenhoven
en Eikerbout zal rekening worden ge
houden.
Conform wordt dan besloten.
25o. Praeadvies op het verzoek van de
afd. Leiden van den Cenlralen Nederland-
schen AmbtenaaTflbond, om uit te« spreken
dat in 't algemeen bevorderbaarheid van
Controleurs 2e klasse tot Controleurs
le klasse gewenscht is. (37)
De heer VERWEY is teleurgesteld door
het praeadvies van B. en W., dat z.i. zeer
spitsvondig is, waar gezegd wordt, dat het
hier betreft een rang, geen functie. Dat
geldt voor zoovele andere betrekkingen.
Spr. gaat in op de geschiedenis ten aan
zien van deze aangelegenheid om de zaak
tot ware proporties terug te brengen. Het
was de bedoeling de 2e klassers in aanmer
king te doen komen voor bevordering tot
le klassers, dat tracht hij aan te toonen
uit een passage uit een brief van destijds,
toen do 'lieer Pera wethouder was en de
heer Van Amm.ers directeur der Lichtfa
brieken.
B. en W. willen de bevorderingsmoge
lijkheid nu eenvoudig ontkennen. Dat doet
hem denken aan het befaamde art. 40!
Spr. gaat dan in op een uiteenzetting
van het werk, dat verricht wordt, waaraan
groote financieele verantwoordelijkheid ver
bonden en waarvoor tevens groote be
trouwbaarheid en onomkoopbaarheid eisch
zijn. Administratieve krachten moeten zelfs
soms vervangen worden. En de werkzaam
heden zijn tot het uiterste opgevoerd on
der dikwijls moeilijke omstandigheden,
f. 1800 maximum-salaris lijkt spr. daarom
als belooning te laag, zie ook naar elders.
Door zenuwziekten komen veel absenten
voor, dit air. bewijs wat de functie ver-
ei scht!
Spr. meent dan ook dat de kleine pro
motie-kans niet mag worden verwijderd,
zooals B. en W. doen in dit praeadvies.
Andere promotie-kansen bestaan er nu
bovendien niet meer, waar door Tationali
satie de administratieve krachten beperkt
zijn.
Is hel niet mogelijk de kwestie le veTwij
zen naar de commissie ad hoe. oodal de raad
gelegenheid erlanze. de kwestie nog eens ge
heel onder de oo^en te zien?
De heer v. ECK zegt, dal hij in de com
missie der Lichtfabrieken een afwijkende
245. Jokko werd nu eerst uitgelaten, daar men hen wel
aardig rond, hij liet de ezels galoppeeren en ze springen in
het rond. Over sloelen, tafels, banken gingen de dieren in
galop, men lachte, schreeuwde en men zeide, dat is nu
eerst een reuzen mop".
216. „Voor wat, hoort wat", dacht onze Jokko, „de
kunsten moeten toch beloond, de menschen zullen wel be
grijpen, voor niets werden ze niet vertoond Cenlen wil ik
gaarne vragen, doch een bakje heb ik niet. ik zal den hoed
van 'n dame nemen, zij het toch niet daad'lijk ziet".
minderheid vormde. Hij vestigt ook de aan
dacht op den brief van den vroegeren direc
teur waarin deze de mogelijkheid van benoe
ming tot le klasse erkent. Deze brief is niet
ingetrokkenl Zonder dat, zooals nu geschied!,
brengt men een onzekeren toestand in het
bedrijf, die al zeer ongewenscht is. Z.i. is
ook onjuist, dat eT geen administratief wordt
verricht.
De heer MANDERS sluit zich in groole
lijn aan bij den heer Verwey. Z. i. moet de
mogelijkheid van beoordeeling er blijven,
zooals deze vroeger blijkbaar mogelijk was.
Hij steunt het idee van verwijzing naar de
commissie ad hoe.
De heer ELKERBOUT steunt eveneens hel
adres en meent, dat er alle reden is om de
bevorderingsmogelijkheid te handhaven.
De heer WILBRINK acht het ook beter, de
zaak le verwijzen naar de commissie ad hoe.
Maar een toezegging van den directeur
zonder goedkeuring der commissarissen
kan toch geen rechtskracht hebben? Boven
dien meent hij, dat bevordering tot admini
stratief ambtenaar altijd bestaat, zoo bijzon
dere capaciteiten blijken, dat is in de verga
dering van commissarissen uitdrukkelijk
vastgelegd.
Dat het salaris te laag zou zijn, ontként
spr. Bankloopers met lager salaris dragen
wel meer verantwoordelijkheid! De gevraag,
de arbeid is zeer eenvoudig, vraagl geen
vooropleiding. Moet dat gesalarieerd voor
le klasse vakarbeid.
Wethouder GOSLINGA zegt, dat aandui
ding van zooveelste rang niet altijd wil
zeggen, dat bevordering tot hooger rang mo.
gelijk is, In vee] gevallen is dat niet moge
lijk. Bovendien, bij gebleken geschiktheid
is altijd bevordering mogelijk, zij het ook li,
andere functies en zoo is het ook hier. Het
gaat er echter om. deze betrokken ambte
naren booger te salarieeren.en tot een
bedrag, hooger dan de allerbeste vakman
genieil Dan zou direct ook daar verhoogd
moeten worden, hetgeen tonnen zou eischen.
De raad mag dit z.i. wei eens twee keer be
denken Een sleepbootje zou een Oceaan-
sloomer achter zich hebben 1 Het gaat hier
niet om salarieering, doch meer om waai-
deering en daarom gaat dit geheel builen de
commissie ad hoe om.
Eén keer is inderdaad door den directeur
bevordering mogelijk geoordeeld, doch later
is daarop teruggekomen en per 15 Maart
1929 is dat kenbaar gemaakt Van 1924-28
had er heelemaal geen bevordering aan de
Lichtfabrieken plaats, de bevordering was
stopgezet door het toenmalig college, een
slandpunt door dit college herzien. De salari.
eering werd echter voldoende geoordeeld en
een toezegging van een directeur i9 toch
niet doorslaggevend, anders kunnen wij wel
gaan wandelen I Zal de heer v. Eek op
't kussen, dan zou hij ook beslissingen van
directeuren, wanneer hij het niet eens was,
negeeren.
Wat den aard der functie betreft, spr.
sluit zich bij den heer Wilbrink aan. Ver
antwoordelijkheid betrouwbaarheid en on
omkoopbaarheid is iets. wat geldt voor alle
ambtenaren. Salarisverhooging is geen re
medie voor zenuwziekte, wel vermindering
van werkl De aard van het werit is echter,
dat erkent spr., de kern der zaak, en daar
over is verschillend oordeel mogelijk. Het
salaris komt natuurlijk automatisch in de
commissie ad hoe.
De heer VERWEY is niet overtuigd. Lou
ter theoretisch is, dat bevordering altijd mo
gelijk is, want na 1923 is geen meter-
ojinemer meer bevorderd. Ook daardoor te
verklaren, dat het personeel voor admi
nistratie daalt in aantal! Of het particulier
bedrijf minder betaalt, zegt z. i. niets. Wel,
wat andere gemeenten belalen en bij ver
gelijking staat Leiden bijna onderaan. Waar
is, dat bij verhooging het salaris niet zou
gaan boven anderen in booger groep, doch
dat is dan slechts één voorbeeld van dwaze
verhoudingen.
Gevraagd wordt 9lechls handhaving van
beslaande toestanden en dat kan geen ton
nen kosten. Zeker, kan men niet altijd
directeuren volgen, doc-h schrap dan de
rangen en geef er liever één.
Hel adres blijft hij als billijk aanbevelen,
De heer MANDEIRS handhaaft eveneens
zijn standpunt. Mogelijkheid van bevorde
ring bij capaciteiten is er toch altijd, dat
zegt niets. Er zijn beloften gedaan, die niet
zijn nagekomen, dat keurt hij af.
De heer v, EGK erkent, dat de directeuren
de lakens niet hebben uit te deelen, doch
een schrijven van een directeur aan een
bond is z.i geldig, als dit niet nadrukkelijk
wordt gedesavoueerd en dat is niet gebeurd,
zoodal hij aanneemt, dal dit schrijven is
goedgekeurd, anders is het een onordelijke
toestand.
Het gaat niet aan, 8 jaren later te zeg
gen: wij heffen de bepaling op. Bij diverse
rangen moet de mogelijkheid bestaan de
hoogste le bereiken, dit los van andere
groepen. Komt er dan een scheve verhou
ding, dan moet deze worden herzien.
De heer PARMENTIER: do bekende
cirkel.
De lieer v. ECK wil niets dan handha
ving van beslaande toestanden.
De heeren MANDERS, VERWEY en VAN
TOL dienen een voorstel in om de zaak ie
verwijzen naar de commissie ad hoe.
Wethouder GOSLINGA leest den brief
van den heer v. Ammers voor, waaruit
geenszins volgi, dat bevordering automatisch
volgen moet, integendeel. Wel heeft de com
missie in 1921 eenige bevorderingen gedaan,
doch in 1924 is de bevordering stopgezet, om
in 1929 te worden hervat en toen heeft de
commissie principieel beslist legen bevor
dering en B. en W. gaan daarmee accoord.
Zoo is de kwestie. Van onrecht is geen
sprake. Het salaris is z.i. voldoende in ver
houding tot particulieren en rijk en ruim
schoots in verhouding tot den loonBlandaard
hier. Bij vergelijking hier met elders moet
men alle loonen nemen, niet een uitpikken.
Inderdaad is 't ambtenarencorps door ratio
nalisatie dalend en dus de promotiekans op
dit oogenblik geringer dat zij erkend.
Een bevorderingszaak hoort echter niet in
de commissie ad hoc, die alleen over sala
rissen heeft le beslissen.
Het voorstel der heeren Manden, Verwey
en v. Tol wordt verworpen met 1811 stem
men.
Voor de S. D. A, P. en de heeren Manders,
v. Tol, Eikerbout en Wilmer.
Het voorstel van B. en W. wordt aange
nomen met 2011 stemmen.
Tegen de S. D. A. P. en de heeren v. Tol
Eikerbout en Manders.
Alsnog te behandelen:
26o. Voorstel inzake de vaststelling van
het voorschot op de vergoeding, bedoeld bij
art. 101 der Lager Onderwijswet 1920 over
het jaar 1930, voor de verschillende in de
gemeente gevestigde bijzondere scholen. (39)
Conform besloten.
27o. Voorstel tot het verleeïien van een
subsidie over 1927 ten behoeve van de
Christelijke Hoogere Burgerschool. (40)
Conform besloten.
Hierop kwart voor vijf sluiting.
RECLAME.
4272
p u o o i n g p a a at e k a-^>jp o a/u< c« ocv//v c e /v
(„Ueber den Tod hinaus").
'oman van ANNY VON PANHUYS.
*t Duitsch door W. H. C. BOULLAARD.
■r- voorgevoel van den naderenden
h:eld hem uit den slaap. Voor vrouw en
ft was, als hij kwam le overlijden, go-
kwart millioen Mark had hij in
op de solide Spreebank gedepo-
'i éus hij behoefde niet bezorgd te zijn
geliefden. Toen gingen zijn gedach-
*eer naar het onderhoud, dat hij van-
met den hertog had gehad. Over fa -
felheid had deze gesproken en nel
Jm.alsoi hij niet gelooide, dat zijn vrouw
«ochler na zijn dood zijn portret zouden
■toagen. O, maar dan kende de hertog
vrouwen niet. die hem met hart en
W hadden Zij zouden vast en zeker
fechten doen gelden op het prachtig
itïnds portret, dat hem weergaf zooals
vat
jloaar was dat wel zoo heel zeker? En
'o meer raakte de eenzame man, in
Raderen koortsgloed brandde, verward
m nel »an kwellende gedachten.
^'necht, wien de toestand van zijn
Ej nosa' bedenkelijk was voorgekomen,
ingehouden adem aan de deur.
- hoe onrustig de professor in bed
voelen en toen een bange zucht tot
■«drong, opende hij zachtjes de deur
en vroeg vriendelijk: „Zou het niet beier
zijn, dat ik dokter Murlag ga halen, profes
sor. dan komt hij zeker dadelijk".
„Neen, neen", klonk het kort en beslist
uit de donkere kamer, „ik ben bijna in
slaap".
Toen sloot Maurer de deur weer, waar hij
nog een kwartier scherp bleef luisteren. Hij
hoorde echter niels meer; dus de professor
scheen werkelijk le zijn ingeslapen
Den volgenden ochtend stond Berner al
vroeg op en terwijl vrouw en dochter nog
uitrustten van de vermoeienissen van het
bal, zat hij aan het ontbijt Hij voelde zich
vandaag zeker weer beier dacht Maurer
met voldoening, want de professor gebruikte
blijkbaar met eetlust een paar eieren en
eenige kopjes thee.
„Maurer", zeide hij na het ontbijt, „ik
moet voor twee dagen naar Berlijn„ik ver
trek mei den trein van 10 uur. Wil dus da
delijk mijn valies pakken."
Heel verbaasd keek Maurer hem aan, als
dacht hij niet goed te hebben verstaan en
vroeg toen langzaam en met nadruk: „Gaat
u naar Berlijn professor?"
„Ja zeker", antwoordde deze snel. „ik wil
naar Berlijn, of liever, ik moét; het gaat om
den aankoop van een schilderij."
„01" kwam er langgerekt bij Maurer uit.
„maar gisteren was u toch heelemaal niet
in orde, enne.dan is hel toch beter dat u
de reis een paar dagen uitstelt", zei hij mot
een gezicht alsof hij iels heel wijs had ver
kondigd. De illusie, dal de professor dit ook
zou vinden, werd hem benomen door diens
antwoord.
„Maar begrijp je dan niet, dat zulke din
gen niet uitgesteld kunnen worden. Onders
hands kreeg ik een wenk, in de gelegenheid
le zijn op een veiling een waardevol schil
derij uit een particuliere verzameling le koo-
pen. Indien andere geïnteresseerden dit ook
te weten komen, zou ik natuurlijk achter het
net visschen".
Schuldbewust liet Maurer hel hoofd zin
ken. Zeker, dit had hij moeten begrijpen;
hij was toch al twintig jaren in betrekking
bij een directeur van een schilderijer.-
museum. Zonder een wederwoord ging hij
het valies pakken.
De professor bleef alleen in de eetkamer,
schonk zich nog een kopje thee in en las een
paar brieven, die met de ochtendpost waren
bezorgd.
De deur achter hem ging plotseling open
en met een vroolijk „Goeden morgen, va
der!" stak hem zijn blonde dochter haar
hand toe „Ik heb vandaag lang geslapen",
babbelde het kleine, roode meisjesmondje en
tegenover haar vader piaals nemend ging zij
voort, terwijl de mooie, slanke handen een
broodje sneden: „Ik ben hongerig als een
wolf" en ze beet mei zichtbaar welbehagen
in het brood. „Moeder is nog in diepen slaap;
zij vertelde me gisteravond, dal u het bal zoo
vroeg hebt verlaten, omdat u zoo'n hoofd
pijn had Hoe gaat het er nu mee?"
„Dank je .kindje; de hoofdpijn is over en
ik ben weer heelemaal het heertje, zoodat
ik vandaag naar Berlijn ga voor aankoop
van een schilderij."
„Zoo!" Else liei de opgeheven arm. waar
mede zij het kopje naar haar mond wilde
brengen weer zakken. „Daarvan hebt u ons
gisteren toch niets gezegd."
„Gisteren?" Een oogenblik wist hij met de
vraag geen raad, maar dadelijk daarop zei
hij glimlachend: „Ja, dochtertje, gisteren
wist ik zelf nog niets van deze reis af, dat
wil zeggen niet voor den laten avond."
„O, dat is wat anders; nu bent u veront
schuldigd." Else trok daarbij een grappig ge
wichtig gezicht.
„Dank je hartelijk," en hij boog gemaakt
eerbiedig en dankbaar het hoofd.
„Heeft mijnheer de directeur nog geen
schatten genoeg in het Schneiditzer Schil
derijmuseum hangen?"
„Neen meiske. nog altijd niel genoeg en
ons landje beschikt over voldoende middelen
om zich nog vele kunstschatten te verwer
ven."
Op een eenigszins afwezigen toon zei de
vader dit en vroeg Else toen plotseling, haar
daarbij ernstig in de oogen kijkend: „Zeg
eens. mijn kind. als ik zou sterven, zou je
dan mijn portret uit het schilderijmuseum
terugvragen?"
„Maar vader, hoe u komt u déirop?"
luidde buitengewoon verbaasd de weder
vraag.
„Ja. kindje, men weet toch nooit hoe lang
men leeft 't is dan ook zoo maar een
VTaag", verlegen verschoof hij het bord,
dat voor hem stond „en toch een vraag,
waarvan de beantwoording voor mij van be
lang is, omdat ik gisteren met den hertog
over dit onderwerp sprak."
„En wal zei de hertog?"
„Hij was van oordeel, dat de ijdelheid
eener familie grooter is dan haar liefde en
dat het veel mooier voor de wereld staat, lat
het portret van een lid der familie in het
museum hangt dan thuis boven de 9ofa in
het salon."
„De hertog", zei Else, „die zich wel twin
tig maal door beroemde schilders heeft laten
portretteeren, om ieder lid van zijn familie
een conlerfeitsel van zich te schenken, praat
als een blinde over de kleuren Wanneer je
echter maaf één prachtig portret van je va
dertje hebt, dan laat je dat, tenzij daartoe
gedwongen, heusch niet in het museum han
gen, ten genoege van nieuwsgierige, vreemde
en onverschillige menschen. Moeder denkt
er zeker net zoo over als ik." Haar slem
beefde wat toen zij besloot: „Maar waarom
moeten wij daarover eigenlijk nog praten; u
bent toch nog bij ons. vader cn zult, hopen
wij, nog heel lang bij ons blijven." Zij glim
lachte wel, maar in haar oogen vertoonde
zich een verdachte glans als van ingehou
den (Tanen.
Met ontroering zag de vader dit; hij wist
nu wat hij welen wilde en om van het on
derwerp af te stappen zei hij luchtigjes: „Als
moeder niet gauw beneden komt. dan moet
ik weg zonder haar goeden dag te hebben
gezegd."
„Zoo even was zij nog in diepe rust."
„Dan is hel beter haar niet le storen;
groet haar voor mij en zeg. dal ik overmor-
genmiddag weer terug ben" en opslaande:
Jk ga me nu klaarmaken en Maurer zal
mijn valies nu wel gepakt hebben."
„Mag ik u naar het station brengen,
vader?"
„Graag, Else."
Zij had zich gauw aangekleed. Een een
voudig, onberispelijk zittend mantelpak liet
haar slank, soepel figuur op zijn gunstigst
uitkomen en de groole. villen hoed met rei-
gerveeren van een smaakvolle, geelachtig
lint deed hetzelfde met haar teer fijnbesno-
den gezicht, waar omheen 't bionde haar in
dikke golven lag. Arm in arm liepen vader
en dochter naar hel station. Het was eeh
heerlijke, zonnige herfstmorgen; een koste
lijke frischheid was er in de lucht.
(Wordt vervolgd).