IE KANG-HE VAAS.
§0* Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 6 Februari 1930
Derde Blad
No. 21440
BINNENLAND.
DE VLUCHT UIT DE P OPPENKAST VAN JAN KLAASEN EN TRIJNTJE.
FINANCIEN.
FEUILLETON.
de utrechtsche
documenten-kwestie.
,,aoi Heine schrijft ingezonden stukken.
Iljit Brussel wordt gemeld:
I tan het Brusselsche Katholiek-conserva-
-e dagblad La libre Belgique. dat naar aan-
ntr ran de interpellatie over de documen-
het Kamerlid Ward Hermans een
C2eplichtige ran den falsaris FrankHeine"
renoemd, is door Albert Frank, alias
rank Heine, een ingezonden stuk gezonden,
dete zegt:
requisitoir ran het parket, dragend?
la"daton 6 Maart 1929. aan hetwelk ik
id invrijheidstelling te danken heb, rer-
jrt uitdrukkelijk dat ik rerre van den
iepücbtige van Hermans te zjjn, gehoor-
,eno aan de bevelen van mijn chef, hem
ara ware medeplichtigen wilde ontmas
ten. Van Maart 1925 tot Juli 1927 was ik
i particuliere politieke „informateur" van
si der hoogste ambtenaren van de Eelgische
jtitie, die rnjj, nadat hij op pensioen ge-
id was, daar dank voor betuigde in een
iet door mij gepubliceerd in Les nouveaux
ran 1 Januari 1928. Van April 1928
Maart 1929 was ik regelmatig in dienst
de süreté militaire op een maandsalaris
500 francs, hetwelk in November 1928
800 francs werd gebracht, omdat mijn
lts zeer tevreden waren over mijn vlijt 6n
-wijding.
|Aan mjjn oversten,, den toenma'jgen leider
de Belgische contra-spionnage inbegr?-
heb ik mjjn invrijheidstelling op 6 Maart
te danken. Zij hebben namelijk bij het
(rechtelijk onderzoek verklaard, dat ik
sds en in alles naar hnn bevelen neb ge
meld. Indien u trouwens eenigszins op de
,gte was van deze zaak, zou het n bekend
(en minste vier personen, waaronder
hoogere officieren, aan de samenstelling
valsche stukken hebben medegewerkt.
den eenigen falsaris te heeten u sprak
den falsaris is de rechtvaardigheid
neer als de waarheid onrecht aandoen",
sociaaldemocratische Peuple teekent
dit schrijven van Albert Frank het volgen
san:
Bet blijkt dus uit dit schrijven: 1. dat het
stuk gefabriceerd werd in het de
filement van den heer De Brocqueville, iets
I men reeds wist; 2. dat vier personen,
sionder twee hoogere officieren, er aan
idegewerkt hebben en er dus vier falsaris-
waren, de twee hooger bedoelde officie-
a inbegrepen, en 3. dat Frank Heine spion
betaald door het Departement van
(skerdediging en belast door zijn chefs
S medewerking aan de samenstelling van
kwlsche stukken.
ONZE LUCHTHAVENS.
hiphol, de luchthaven van Amsterdam.
|ri gedurende de maand Januari 1930
door 218 vliegtuigen van het
kelmatig burger-luchtverkeer en door 230
plilaire vliegtuigen van Leger en Marine,
wijl 21 extra vliegtuigen aankwamen en
ken Tevens hadden er 50 vluchten
als met vliegtuigen van de N.V. Neder-
Vliegtuigenfabriek en 25 lesvluch-
t met Pander vliegtuigen van de Nationale
ichtvaartschool.
Het aantal bezoekers bedroeg 756. waar-
1112 deelnemers aan de rondleidingen.
|!Vaalhaven, de luchthaven van Rotter-
m, werd gedurende die maand aangedaan
kr 111 verkeersvliegtuigen en door -iö
jilitaire, terwijl 9 proefvluchten met K.L.M.
phines plaats hadden
Jovendien werd Waalhaven aangedaan
(w6 particuliere vliegtuigen, terwijl met 3
der-vhegtuigen der Nationale Lucht-
jarlschool een groot aantal korte vluchten
|fri uitgevoerd.
Het aantal bezoekers bedroeg 820.
DE ZOMERTIJD.
Van 15 Mei5 October.
Bij K. B. is bepaald, dat de vervroeging
jet een uur van den wetlelijken tijd zal
krengen op 15 Mei en zal eindigen op
lOct. 1930.
DE PAPEGAAIEN-ZIEKTE.
Voorzichtigheid geboden.
De voorzitter van den Gezondheidsraad
meldt ons:
Het tegelijkertijd voorkomen van gevallen
van een ziekte, genaamd Psittacosis, die van
papegaaien op den mensch kan worden
overgebracht, in Engeland. Duitschland en
elders, heeft overal de aandacht getrokken,
ofschoon er reeds vroeger enkele kleine
epidemieën bekend gemaakt werden, zoo in
1892 in Frankrijk en in 1897 in Italië.
No bij den mensch het aantal ziektege
vallen in hel buitenland grooter schijnt te
worden, is het geraden een waarschuwing
tot het publiek te richten at zijn wij in
Nederland nog gespaard gebleven. Voor
noodelooze ongerustheid is er geen reden,
maar toch dient er op gewezen te worden,
dat het raadzaam is voorzichtig te zijn.
De ziekte doet zich bij papegaaien voor
in hoofdzaak als een darmaandoening. Bij
den mensch zijn het vooral de luchtwegen
die aangetast worden en dit vaak op ern
stige wijze.
Besmettelijk zijn in hoofdzaak de uit
werpselen van den papegaai, zoodat de kie
men van de ziekte in de kooien aanwezig
zijn, maar ook op het lichaam van het dier,
vooral op zijn veeren en zijn pooten, dit als
gevolg van verontreiniging.
Het feit. dat de ziekte in den eersten tijd
niet werd herkend, zal er zeker veel toe bij
gedragen hebben om de verspreiding der
besmetting te bevorderen.
De aandoening heerscht op het oogenblik
onder de papegaaien in Zuid-Amerikaan-
sche landen, vooral in Brazilië en Argenti
nië. De epidemie schijnt in het midden van
1929 in 't laatstgenoemd land ontstaan te
zijn. Zij kan zich van dier op dier ver
spreiden.
Wat nu het gevaar betreft, hel is een
voudig zich tegen besmetting te bescher
men.
Het in nauwe aanraking komen met huis
dieren, zooals dit al te vaak de gewoonte is,
moet te allen tijde ernstig afgeraden wor
den ,niet alleen omdat het niet zindelijk is,
maar vooral omdat tal van ziekten, waar
onder ook de ziekte, die hier bedoeld wordt,
op deze wijze op den mensch kunnen wor
den overgebracht Velen hebben de ge
woonte de papegaaien op hun hand te ne
men, of hun suiker of nootjes uit den mond
te laten pikken. Vooral dit laatste moet meer
nog dan onder gewone omstandigheden na
gelaten worden.
Onnoodig te zeggen, dat zij, die pape
gaaien sinds eenigen tijd hebben, niet be
vreesd behoeven te zijn, dat die dieren ziek
zouden wezen, althans niet als zij nimmer
met andere kort geleden ingevoerde in aan
raking zijn geweest.
Hoe het ook zij. het is met klem aan te
raden op het oogenblik geen papegaaien
aan te schaffen of als geschenk aan te ne
men. Dit geldt op het oogenblik voorname
lijk voor Zuid-Amerikaansche papegaaien.
Men zij dus op zijn hoede.
COLLECTIEF CONTRACT IN
HET HARINGPAKKERS- EN
KUIPERSBEDRIJF.
De vereeniging van haringhandelaren te
Vlaardingen en den cerctralen bond van
transportarbeiders en de r-k. bond van
transportarbeiders ,,St. Bonifacius" en de
christelijke bond van houtbewerkers hebben
overeenstemming bereikt inzake het afslui
ten van een nieuwe loon- en arbeidsover
eenkomst in het haringpakkers- en kuipers-
bedrijf. Behoudens enkele wijzigingen en
verbeteringen kwam deze overeenkomst tot
stand op een basis van doorbetaling der
algemeen erkende christelijke feestdagen ad
i gulden per dag en een vacantieregeling
van twee dagen vacantie per jaar ad vier
gulden per dag. Deze overeenkomst werd
voor twee jaar aangegaan met den Ned.
Bond van christelijke kuipers, enz. Te
Vlaardingen werd door genoemde vereeni
ging eenzelfde overeenkomst aangegaan
met uitzondering van den duur der over
eenkomst Met de laatste groep werknemers
werd een contract aangegaan voor drie jaar.
Het derde jaar zal een vacantieregeling in
gaan van drie dagen ad vijf gulden per dag.
213. Terwijl de boot langs hen voer, klonk er een slem
zeer luid: „Zeg, waarheen gaan jullie toch, vanwaar kwam
jullie schuit. „Hallo moeten jullie nog ver, en hoe heet
jullie land", zoo riep de stuurman op den boeg en wuifde
met zijn hand.
214. Doch nauwelijks had hij het gezegd van de schuit,
die zijwaarts lag, of een groote aap te voorschijn kwam
en nieuwsgierig naar hen zag. „Dag Jan, dag Trijn. dag
Duim, Piero, kennen jullie mij niet meer? 'k Ben Jokko
uit de poppenkast, wat heerlijk 'k zie je weer".
DE POSTVLUCHTEN
NAAR INDIE.
Nog geen Britsche beslissing.
In hert Engélsche Lagerhuis heeft ae
Staatssecretaris voor Indië, naar aanleiding
van een vraag of er al een beslissing geno
men was betreffende het verzoek van den
Nederlandschen gezant voor faciliteiten voor
verdere proefvluchten via Britsch-Indië,me
degedeeld. dat er nog geen beslissing geval
len was.
TELEFOONVERKEER
MET NED.-INDIE.
Gedurende Januari 1930 werden in (het
radiotelefoon verkeer NederlandNed. In-dië
344 gesprekken gevoerd, waarvan er 130 in
Nederland en 214 in Indië werden aange
vraagd.
Van de uitgaande gesprekken handelden
er 59 over zaken en 71 over familie-aange-
Iegen'heden; voor de inkomende gesprekken
waren deze aantallen resp 51 en 263.
Bovendien werden in Januari nog 190
Kerst- en Nieuwjaarsgesprekken afgewikkeld
waarvan 39 in Nederland en 151 in Indië
werden aangevraagd.
ALG. NED. DROGISTENBOND.
In de alg. vergadering van bovengenoem-
den bond werd met algemeene stemmen be
sloten het contract met de vereeniging ter
beh. van pharmaceutische handelsbelangen
goed te keuren, welk contract beoogt den
handel in pharmaceutische artikelen in
goede banen te leiden.
In verband met het belang, dat de volks
gezondheid heeft bij het niet zonder recept
verkoopen van sterkwerkende, narcotische
en abortieve middelen, besloot de vergade
ring de bepaling te handhaven, dat deze
middelen niet door drogisten verkocht zullen
worden (evenals dit reeds een drietal jaren
geschiedt) doch met de bepaling, dat be
doelde middelen door apotheken dan ook
niet anders verkocht zullen mogen worden
dan op recept.
De vergaderden achtten het niet wensohe-
lijk, dat sterkwerkende geneesmiddelen,
waaronder verschillende verpakte speciali-
té's wel door den apotheker vrij over den
toonbank verkocht kunnen worden, terwijl
de drogisten in het belang van de volksge
zondheid. zich van dien verkoop onthouden.
Het jaarverslag vermeldt, dat op twaalf
plaatsen in Nederland op 22 cursussen vak
onderwijs aan de drogisten verstrekt wordt,
welke cursussen onder leiding staan van
apothekers, doktoren in de scheikunde e.a.
GENERALE COMMISSIE
Z UI DERZEE-STEUN WET.
B\i Kon. besl. zjjn in de Generale Commis
sie, bedoeld in art. 3 der Zuiderzeesteunwet
1925, herbenoemd:
tot lid en voorzatter: mr. G. Vissering te
Amsterdam
tot lid en ondervoorzitter: H. B. Defoer,
te Amsterdam;
tot lid: ir. V. J. P. de Blocq van Kuffeler,
te 's-Gravenhage; A. B. Brouwer, te A'dam;
mr. A. van Doorninck te 's-Gravenhage; L.
F. Dnymaer van Twist, te 's-Gravenhage;
Ant. Folmer, te 's-Gravenhage; H. J. ae
Groot, te 's-GrgvenhageF. K. J. Heringa, te
's-Gravenhage; C. Kes, te Volendam; Th. C.
P. M. Kolfschoten, te Edam; W. Nieuwboer
Wzn., te Spakenburg; H. Pollema, te Lem
mer; P. Visser Jzn., te Marken; mr. J. West-
hol f, te 's-Gravenhage.
VERSPREIDE BERICHTEN:
Dc Nederlandsche Vereeniging van
vischhandelaren komt in een adres aan den
minister van binnenlandsc'he zaken op tegen
directe gemeentelijke bemoeiing met het be
drijfsleven, speciaal den détaillhandel in
allerlei waren.
De vereenig-ing „Nederland in den
Vreemde" heeft gisteravond in restaurant
„Anjema" te 's-Gravenhage aan den Ame-
rikaanschen gezant, den heer G. J. Diekema.
een maaltijd aangeboden, waaraan ruim 50
personen deelnamen. Tot de genoodigden
behoorden de eerste secretaris van het
Amerikaansche gezantschap, de heer Hallett
Johnson, de marine-attaché de heer Corwin,
de toegevoegde handelsattaché de heer
Quinn en de voorzitter van den Nederland
schen Journalistenkring, de heer D. Hans.
Deze laatste was door ongesteldheid verhin
derd aan de uitnoodiging gevolg te geven.
In Den Haag is overleden. 49 jaar oud,
de heer rm\ J. H. van Hasselt, voorzitter
van den Bond van eigenaren van Neder-
landsoh-Indische suikerondernemingen.
Bjj Kon .bes'uit zijn benoemd, bij het
wapen der cavalerie:
Ie. tot kolonel de luitenant-kolonel E. P.
M. Clavareau, commandant van het Ilde reg.
huzaren
2e. tot commandant van het Lste reg.
huzaren de luitenant-kolonel H. A. C. Fabius
van den staf der cavalerie.
De Amsterdamsche Scheepswerf van
de firma G. de Vries Lentsch Jr. aan den
Eaverweg (Noord) bestaat IB1/» jaar. Het
merkwaardige feit doet zich voor dat tege
lijkertijd op de werf het duizendste schip op
stapel is gezet.
HAAR BETALINGEN
GESTAAKT.
De Algemeene Commissiehandel
te Rotterdam failliet.
Grooie sensatie is gisteren op de Rotler-
damsche beurs veroorzaakt door de tijding
dat de Algemeene Commissiehandel te Rot
terdam haar betalingen geslaakt had. Het ge
rucht wilde, dat er een tekort is van
f. 2.000.000.
Deze Algemeene Commissiehandel, die on
der directie staat van den heer G. Lehmann,
is nauw verbonden aan de N.V. Oliezaden
Importmaatschappij, de Graan -en Controle-
Maatschappij „Graanco", het Algemeen Op-
slagbedrijf en enkele kleinere zaken, die al
le in de panden Cool sin gel 73—77 zijn ge
vestigd. Over deze zaken loopt ook reeds het
gerucht, dat zij hun betalingen zullen staken
ofschoon dit op de beurs van gistermiddag
nog tegengesproken werd.
Dp Algemeene Commissiehandel is in Sep
tember 1920 opgericht door den heer Leh
mann, die in den oorlogstijd uit België naar
Holland kwam. Het kapitaal bedraagt
f 10.000 000, waarvan vier ton is volgestort.
In Juli van het vorig jaar heeft de Com
missiehandel nog een emisse uitgegeven van
zes ton. tegen een koers van 140 pCt. De
Maatschappij stond buitengewoon gunstig
aangeschreven en behoorde tot de grootste
op de Rotterdamsche graanbeurs. Haar
achteruitgang schijnt een gevolg te zijn van
de sterk© daling der graanprijzen en den
zachten winter, die de afzet van granen en
peulvruchten heeft belemmerd.
Naar in beurskringen verluidt, is er in
dezen winter zeer veel kapitaal, geschat op
60 dC{. van het totaal verloren gegaan.
Men vermoedt dan ook dat. nu een van
de grootste maatschappijen is voorgegaan,
verschillende kleinere zullen volgen en tot
dit failliet een terugslag op den geheelen
Rotterdamschen graanhandel zal hebben.
De Commissiehandel, die uitsluitend be
heerd werd door den heer Lehmann. was
Duitsch georiënteerd en bezat nauwe rela
ties met Duitsche meelfabrieken.
De slaking van betalingen die wel voor
namelijk is geschied op aandringen van de
Amsterdamsche liquidatiekas .die een van
de bankiers was. is zeer onverwacht geko
men er zijn zakenlieden die. voordat het
bericht bekend was, zeker voor ettelijke
tienduizenden zaken zouden hebben willen
doen met den Algemeenen Commissiehandel,
zelfs gistermorgen nog.
ONZE TELEFOONNUMMERS
DIRECTIE en ADMINISTRATIE
2500 (op 2 lijnen")
REDACTIE150?
P't het Engel9ch door J. S. FLITSCHER
1 Geautoriseerde vertaling door
v. d. W.
I daardoor waren wij niet te zien, doch zelf
M-iüen wij een ruim uitzicht door ver-
pulende openingen
pndhu Khan stond ver beneden ons op
l s^rand met de handen boven de oogen !e
naar de zee alsof hij zocht naar een
Pip. Hij was niet meer gestoken in de
punge kleeding. waarin ik hem voor het
perst op Middlebourne Grange zag; nu droeg
In1 ü?ere. k'eeren en een rooden tulband,
^middellijk besloot ik hem na te gaan
- was aangenamer iemand na te jagen,
an ze.f nagejaagd te worden
,e?<Je mijn hand op Pepita's arm en gaf
hjetT een waarschuwpnden blik ..Beweeg je
v en schreeuw niet!" fluisterde 'k.
oi?udt 1© doodstil
en kijk naar bene-
P'en Hind°0r,,^e open*n"en ^ie ie
1 Zij keek en ondanks haarzelf uitte zij een
Q,»ai? onteteltenis.
iilV- nep zij uit .Veronderstel eens.
pL'iJ ons ziet!"
fiiliff™0? 'k g€Gn vrees: ^varen
EJ, ver^°r?en Maar wel maakte ik mij
frrdh a' Mandhu Khan onze stapel
zoude zien. Gelukkig keek hij
niet in onze richting. Hij bleef voorldureijd
naar zee staren en toen er eindelijk bewe
ging in hem kwam. ging hij oostwaarts, niet
langs het strand, maar hij nam den weg,
die langzaam stijgend naar het binengedeel-
te van het eiland voerde En als hij dien
weg vervolgde, moest hij len slotte komen
bij du ruïnes en den toren, waarin oom Jo
seph zich naar alle waarschijnlijkheid r.ug
steeds verborgen hield.
„Pepital" fluisterde ik. toen de roode tul
band tusschen de boomen verdween ..Ik ga
kijken waarheen die kerel gaat! Wees eeu
f!mk meisje en houdt je hier verborgen
je zit hier uitstekend en ik kan hem gemak-
klijk nagaan en als het noodig is. ontwij
ken. Hij gaat naar den toren, daarvan ben
ik zeker en ik wil zien of hij daar bin
nen gaat"
..Loop je geen gevaar. Ben?" vroeg zij
angstig. „Veronderstel eens dat hij je hoort?
Hij moet het geweest zijn. die Getch heeft
vermoord en hij is ook in staat om jou te
dooden als
„Die kans zal hij niet krijgen!" verzekerde
ik haar .Ik zal mij niet aan gevaar bloot
stellen Door zijn rooden tulband blijft hij
steeds van verre te zien en als hij mijn rich
ting uitkomt, dan maak ik dat ik wegkom en
vlug ookl Jij houdt je hier schuil en ver
laat deze plek onder geen voorwaarde
Zij vond het niets aangenaam om mij te
laten gaan. maar ik was zoo buitengewoon
benieuwd om te weten of Maudhu Khan
naar den toren ging en of hij binnpn zoude
gaan en of oom Joseph op hem zou schieten,
dat ik onze schuilplaats verliet en door het
kreupelhout in de richting van mijn prooi
sloop. Het was niet moeilijk om hem te vol
gen, want op den weg. dien hij volgde, wa
ren minder boomen en weinig struikgewas.
Zijn pad leidde hem nu geheel onbeschermd
door brem en varens en daartusschen was
zijn slanke, lenige figuur duidelijk zicht
baar. Op den heuvelrug, waar ik mij bevond,
was een dennenboschje, waar doorheen ik,
ongezien van beneden, kon loopen: het was
een doeltreffend scherm om mijn gangen 'e
verbergen totdat ik aan een punt kwam bo
ven de ruïnes en den toren van den toren
kon ik alles zien. behalve de zijde waarin
de gebarricadeerde deur was En steed9 kon
ik het roode hoofddeksel van den Hindoe
volgen; ik zag hem ten laatste door 'ie
ruïnes gaan naar den toren. Daar verdween
hij uit het gezicht rond den hoek van de
zijde van den toren dien ik niet kon zien.
Ik dacht toen het afvuren van oom Jo
seph's revolver te zullen hooren dat hoorde
ik echter niet- wel hoorde ik het gekrijsch
van de kraaien, die rond den toren vlogen.
Spoedig en tot mijn groote verbazing be
greep ik waarom Plotseling zag ik boven np
den toren den rooden tulband verschijnen.
Mandhu Khan moest dus den toegang vrij
hebben gevonden, was binnen zegaan. had
rondgekeken en daar hij niemand ontmoette,
was hij de trap optreklommen En toen zag
ik hem du« wepr Hij liet zijn blik over de
zee gaan in alle richtingen.
Dit alles verbaasde mij meer dan al het
geen gedurende dien dag was voorgevallen:
meer dan de perste verschijning van Mandhu
Khan bij het aanbreken van den dag. veel
meer dan hef vinden vaD Getch's lijk Ik he-
greep dat de Hindoe zonder tegenstand den
toren had kunnen beklimmen. Dal bewees,
dat oom Joseph gevlucht was en zijn be
trekkelijke veiligheid had prijs gegeven voor
een hachelijk rondzwerven. Waar was hij
heen? Was het schip, waarover hij had ge
sproken aangekomen, onopgemerkt door Pe-
pita en mij en was hij ontsnapt? Vanaf mijn
plaats onder de dennenboomen kon ik alleen
de zee overzien aan de Noordzijde van liet
eiland, dus hel vaarwater tusschen Meslie
Eiland en het vasteland en daar was geen
schip te zien. Zou eT een schip gekomen zijn
aan de Kanaalzijde van het eiland? Mandhu
Khan bleef in die richting turen
De tulband verdween en ik begreep, dat
de Hindoe wederom de torentrap was afge
daald. Ik wachtte eenigen tijd. omdat ik niet
twijfelde, of hij moest weer rond een van de
torenhoeken !e voorschijn komen Het was
duidelijk, dat hij zich in ons verblijf ophield.
Ik stond op het punt terug te gaan naar Pe-
pila. die ongetwijfeld hoe langer hoe angsti
ger was geworden, toen ik rook uit den toren
zag op stijgen De Hindoe had den brand ge
stoken in de dingen, die hij daar gevon
den had.
Eindelijk zag ik hem weggaan naar het
Zuiden Om hem te kunnen blijven volgen,
moest ik hel dennenbosch verlaten en kwam
ik in een open vlakte, waarop fe midden van
varens rolsleenen lagen Danrachter verbo"g
ik mij nu De Hindoe liep flink door in de
richtinz van de zuidkust van het eiland, be
snoeid door de wateren van het Fnzeleche
Kanaal Tk had slechts belangstelling voor
hem en zijn handelingen en zijn vermoede
lijk doel Toen ik zeker was da! hij recht toe
Terht aan liep. keek ik over hem heen cn
zag op ongeveer een mijl uit de kust een
schip ten anker liggen in de spiegelgladde
zee. Door mijn bekendheid met de kustvaart,
zag ik, dat het een vrachtstoomschip was
van een klein type met een bemanning,
bestaande uit den kapitein, een stuurman en
drie of vier matrozen Het had een vlag aan
den voortop. doch daar er slechts een flauw
briesje waaide hing die vlag slap naar be
neden en was dus niet te onderscheiden.
Toch vermoedde ik. dat het een scheepje was
van vreemde nationaliteit vermoedelijk
Fransch. Ik had een paar malen deze soort
schepen in Wreddlesham gezien, waar han
del werd gedreven met de havens van Noord-
Frankrijk Was dit wellicht het schip waar
over oom Joseph gesproken had het schip,
dat Penita en mij moesl afzetten in een
van de Kanaal-havens? En als dit het geval
was. wist oom Joseph dan toch wanneer het
bij Meslie Eiland moest komen en was hij
naar het Zuidelijk strand gegaan om klaar
te zijn om te embarkeeren? Nog een vraag
kwam in mij op was de oude schurk reeds
aan boord en dus veilig voor den Hindoe
(die hem zeer zeker achtervolgde) en
wachtte het stoomschip op pen sein van
hem? Was hij dan nu ergens op het strand
verborgen in afwachting van een boot die
hem moest kompn halen? Zou de Hindoe
hem nog ontmoeten?
Ik draaide mij om met de hedoeling naar
Pepita terug te gaan toen de stiltp van het
eiland werd verbroken door een schot hene
den op het strand Een oogenblik la ter volg
de het losbranden van een kanon op het dek
van den stoomer.
(Wordt vervolgd.)