De moord fe Waddinxveen. fAJA IE KANG-HE VAAS. LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 29 Jannari 1930 Derde Blad No. 21433 Behandeling voor de Rotterdamsche Rechtbank. STER-TABAK FEUILLETON. Tegen den dader is vijftien jaar geëischt. Op 10 Augustan ran het vorig jaar is E. A. tolman te Waddinxveen door zjn buurman rnroord, naar aanleiding van een ga=chil een heg, welke tusscbun zijn erl en dat j gin buurman stond. De heg graaide na- over het erf van Schotman'.» huurman in welk feit de buurman aanleiding )d om de heg te scharen. Schotman dien- loen een k.acbt in wegen» zaakbe»chadi- De Rotterdamsche politierechter wees i reroordeelend vonnis. De buurman tee- ppèl aan en ten slotte werd hij vrjj- "proken. Het vonnis van den politierechter onjuist te zijn, omdat de heg niet. aan botman beboo-de, maar aan den eigenaar a den grond. Over deze kwestie is op den tienden Aug. 29 wederom kwestie ontstaan, met het rd'.ottig gevolg dat Schotman door zjjn r man werd gedood. luiers» heeft de buurman, de 35-jarige ittewerker A. K„ zich voor de Rotler- j;che rechtbank te verantwoorden gehad, li de dagvaarding, welke door den subs.- icier van 'justitie, mr. X V. Hoeffelman litgebracht, wordt verdachte ten laste ge- d dat hjj ter uitvoering van zjjn tevoren naald plan om Hendrik Adrianus Scliot- u van het leven te bei'ooven, Schotman met j scheermes een of meer sneden of ste- i in diens hoofd en hals heeft toegebracht, gevolge van welke steken Schotman Is rieden, Subsidiair wordt den verdachte *Hag, rubs'diair zware mishandeling d'n ti ten gevolge hebbend, ten Ia-te gelegd. t ijn in deze zaak acht getuigen en één uveJe-ku-dige gedagvaard. At- verdediger van den verdachte Iroedt F. B'ke'.enboom op. verdediger verzocht den psychiater dr. ■ti te hooren. Dt rechtbank stemde hierin toe, waarna tergemee-ter van Waddinxveen. de hear L Troost, werd voorgeroepen. die bjj zpn (dracht rapport bleef. Verdachte ver rit daarop, dat het erf van zjjn buurman RECLAME. Scholman en van hem gescheiden was door een houten heining, waarachter een viierheg stond. Deze heg groeide hoog boven de hei ning uit en doo.ilat dergelijke heggen mug gen aantrekken, ondervond verdachte last. Zonder een-g overleg mei zjjn buurman beeft hij de vlieraruik toen ongeveer de helft af gesneden. Verdachte woonde ongeveer twee jaar in de woning. Dp heg en de heining ston den er toen al en Schotman is een jaar later dan verdachte in de woning daarnaast ge komen. De Rotterdamsche politie rechter heelttar zake zaakvernieling een veroordeelend vonnis gewezen tege verdachte. Verdachte heeft in varband met het proces-verbaal, dat in verband met deze zaak werd opgemaakt, met den burgemeester gesproken. Hji ontkent evenwel toen te bebbeD gezegd dat, wanneer de zaak door zou gaan, er erger dingen zou den gebeuren. Het feit. dat Schotman ver klaard zou hebben in strijd met de waarheid, dat de heg zjjn eigendom wa=. zat verdachte dwars, nmdat hij meende, dat deze oneer lijk* vc. Haring zijn veroordeeling tengevolge had. De president wees ver lachte er op. dat het feit niet verand-r tfe, al was Schotman niet de eigenaar van de heg. In de prrcedure naar aanleiding van deze lieg is vc-rd?chte in hoo ge- beroep vrijgesproken. De pce-ident: ..Wanneer n du» gewacht hadt, zoudt u hebben gezien, dat n nijgeBoru- ken was". On den tienden Angu-tus is de Doütie bii verdachte's buurman gekomen in verband mat de meineed-zaak naar aan!eid:ng van da val-che ve-k'-ring over het eigendom van de heg. BH die gelegenheid he6rt do politie den verdachte den raad gegeven eens mat zijn fcuunnan te gaan praten, omdat dan de zaak wel in orde zou komen. De president: .,Had n wel eens met uw bunrman gesproken? U sprak heel weinig, niet waar?" Verdachte: „Ik had nog nooit met hem gesproken". De president: „Waarom bent u na dien raad van de politie een fleschje „Ameri kaan" gaan drinken, hetgeen gelijk staat met zes borrels?'' Verdachte: „Ik wilde met mQn buurman gaan praten". De pres.: „U behoefde u toch geeo moed in te gaan drinken en bovendien u drank zelden." De president vroeg den verdachte ook nog. waarom hij een scheermes bij zich had gestoken. Op geen van deze vragen wish verdachtp een antwoord te geven. Evenmin weet hij te zeggen, of hij voor hij bij Scholman aanliep, zich zoo zou hebben gedragen dat men van hem zou kunnen getuigen, dat hij gevaarlijk deed „Ten slotte werd Schotman van zijn werk geroepen: niets kwaad vermoedend kwam hij. en aldus de president „wat gebeurde er toen?" Verdachte: „Dat weet ik niet meer Ik herinner mij niets anders dan dat zijn hals bloedde en dat er bloed was op mijn jas en klompen." De president vroeg den verdachte voorts, of hij zich herinnerde, dat hij zoodra Schot man aankwam, gezegd had: „Van wie is die heg nou?" Verdachte gaf toe, dat hij zich dit nu herinnerde. De president las daarna een verklaring van den verdachte voor, waaruit bleek, dal hij toen Schotman gezegd had, dat de heg van hèm was. zoo driftig was geworden, dat hij hem met een scheermes een snede over den hals had gegeven. Verdachte en zün buurman stonden toen vlak tegenover elkaar. Uit het verdere verhoor bleek nog, dat verdachte op i Augustus met eenige dorps- genooten gesproken heeft over de vervan gende hfchtenis in hel vonnis van dei, politie-rechter. Toen men tot hem zei: „Ze hebben jou ook Ie grazen gehad" heeft ver dachte gezegd .Dat kan mii niet schelen al moet ik zes iaar ziften Alleen zal ik miin pruimpje tabak missen De president' Was u toen a] iets ergs van plan mei Schotman?" Verdachte- „Nee" De president Waarom praatte u dan al van zes jaar zitten?" Ten slotte wges de verdediger er nog op. dal verdachle ziin scheermes wel ge bruikte om gras te sniiden voor zijn konijnen De rechtbank hoorde vervolgens den bur gemeester van Waddinxveen. den heer P. A, Troost Getuige verklaarde, dat verdachte naar aanleiding van hel tegen hem opge maakte proces-verhaal bii geluige was ge komen en dat hij toen had gezegd dat wan neer de zaak zou doorgaan, er ongelukken zouden gebeuren De hurecmeesler had den man toen geraden geen stomme dingpn te doen .Verdachte scheen dp kwestie over de hog buitengewoon ernstig te nemen Ge tuige heeft den indruk dat de vrouwen van de heide mannen er achter zalen. De verdediger herinnert er aan. dat een oom van verdachte zestien jaar geleden on der precies dezelfde omstandigheden een doodslag heeft begaan Deze man is toen ontoerekenbaar verklaard Bovendien is er van een ander familielid van verdachle ook een soortgelijk geval bekend Uit het verhoor van den rijksveldwachter H van Harm bleek onder meer dat de vrouw van den verdachte hem Zaterdags had verteld, dal de veldwachter 's morgens was gekomen om proces-verhaal op te ma ken tegen de schoonmoeder van verdachle naar aanleiding van Scholman in verhard met de meineedzaak De veldwach'er zou toen reeds aan de vrouw den raad hebben gegeven, dal haar man eens met Schotman moest gaan praten, maar de vrouw heeft dezen raad niet overgebracht Verdachte was toen hij van de aanklacht legen ziin schoon moeder had gehoord, op de gedachte ge komen eens met zijn huurman te gaan praten Mr, Hoeffelman, hel O. M „Heel vreemd, voor dezen man." De veldwachter is 's middags nog eens terug gekomen Hii trof verdachte thuis en gaf hem den raad met Schotman te gaan spreken Verdachte had toen reeds drank gebruikt. De rechtbank hoorde ten slotte dr Pinon, die een onderzoek heeft ingesteld naar ver dachte's geestvermogens. Getuige acht vei dachte toerekeningsvatbaar. Er moet even wel rekening mee gehouden worden, dat hij bons was en onder drank-invloed verkeerde. Nadat nog de rijksveldwachter aan een kort verhoor was onderworpen, heeft de rechtbank de zitting geschorst. e IVa de pauze werd de weduwe van den verslaeene gehoord Geluige was zoo onder den indruk, dat zij bijna geen woord kon uitbrengen Op den dag van den moord is een woorden wisseling tusschen getuige en verdachte ontstaan Verdachte had gezegd: „Denk er cm ik heb een kwaden dag." Uit verklaringen van mej W van Tien hoven bleek, da! verdachte eenige uren voor de woning var Scholman heeft heen en weer gc'oooen op den dag van den moord Volgens getuige C Ment. heeft verdachte tot Scholman gezegd: „Ik heb nog wat mei jc goed te maken." Nadat nog eenige getuigen waren gehoord, werd op verzoek van den verdediger een oom verdachte gphnord die zestien jaar ge leden eens in drift op iemand heeft ge schoten. Getuige is nn toerekenbaar ver klaard. maar later is hii genezen Getuige weef dat verdachte al jaren lang een scheer mes bij zich droeg Verdachtes groolmo--der heeft een zenuw beroerte gehad op S3-jarteen leeftijd Een ander familielid van verdachte heeft ook eens in drift een moord begaan, waarvoor hii gevangenisstraf heert gehad Verlachte is niet lastig, hij begrijpl alleen moeilijk. Een broer van verdachle verklaarde, dat deze reeds sedert jaren een scheermes bij zich droeg. Het requisitoir, Het woord was daarop aan den vertegen woordiger van het O M„ mr. Hoeffelman, die begon met de feiten, zooals die zich op den lOden Augustus hebben voorgedaan. Spr. is van oordeel, dat in deze zaak moord is komen vast te staan Alvorens nader op het bewijs in te gaan, ging spr de voorge schiedenis van den moord, de kwestie be treffende de heg tusschen de beide wonin gen, na. Allereerst behandelde spr. den opzet tot het dooden, hetgeen ujt drie feiten komt vast te staan. In de eersle plaats, doordat ver dachte een scherp mes, een scheermes, heeft gebruikt: ten tweede doordat ver dachte verschillende sneden heeft toege bracht. Als derde omstandigheid voert spr. de plaats aan waar gesneden is. Betreffende den voorbedachten raad, voer de spr. verschillende aanwijzingen aan. Al lereerst het gesprek met burgemeester Troost, waarbij verdachte gezegd heeft, dat er ongelukken zouden gebeuren wanneer 't proces-verbaal zou doorgaan Daarna voor do spr het gesprek aan met de dorpsge- noolen, waarbij verdachte gezegd heeft, dat je inderdaad beter een moord kon doen, dan brandstichten Voorts behandelde spr. hot gebeurde op den lOden Augustus. Dien dag heeft ver dachte gezegd, wanneer het gesprek met Schotman niet goedschiks zou verloopen, dat het dan maar kwaadschiks zou moeten gaan. Bovendien heeft verdachte dien dag een paar maal rond het huis geloopen, waar Schotman werkte. Hel gesprek, dat met Schotman is ge voerd, is buitengewoon kort geweest. Het scheermes moet toch door verdachte zijn geopend vlak voor hij Schotman in den keet sneed, of hij moet het mes open in zijn zak hebben gehad. Als motief vindt spr. alleen de voorgeschiedenis met de heg. Het karakter van den verdachte bespre kend. zei spr.. dat de man na uil Indië terug te zijn gekomen oppassend is geweest. Hij was uiterst zwijgzaam, hij moest alles zelf vorwerken. Z'n schoonouders noemden hem een stiekumert, iemand, die je niet kan doorgronden. Volgens hel rapport van de doctoren Person en De Monchy zijn er bij verdachte geen ziekelijke storingen; hij beschikt over een normaal intellect. Do drankinvloed is niet van dien aard geweest, dat verdachte niet geweten heoft wat hij deed. De sneden zijn raak in den hals toegebracht. Bovendien is hij niet ais een dronken man gezien dien dag. Spr. beschouwt den verdachte als toereke ningsvatbaar. Ten slotte uitte spr. een woord van deel neming met de naaste familieleden van don verslagene. Tegenwoordig worden herhaaldelijk mis drijven legen het leven bedreven, en wan neer deze feiten behoorlijk worden bewezen moet er ook worden gestraft. De eiseh luidde ten slotte: een gevange nisstraf voor den lijd van vijftien jaar. Het pleidooi. Mr. F. E'ikelenhoom begon zijn pleidooi, mede namens den verdachte met een woord van deelneming met den verslagene en diens familie. Maar pl. heeft ook deelneming met den verdachte en diens familieleden. Ook verdachte was een oppassend man, vóór dit feit. P! wees er vervolgens op, dat het O. M. alle mogelijke len-laste-leggingen in de dag vaarding heeft vastgelegd. De rechtbank zal voor dit feit een wetsartikel hebben te vinden, dat hierop slaat. Het is de vraag of dit wetsartikel bestaat. De uitdrukking van verdachte, dat wan neer het proces-verbaal zou doorgaan, er ongelukken zouden gebeuren, kan hebben geslagen op het feil. dat Schotman kans liep de gevangenis in te gaan, in verband met den door hem afgelegden meineed. Pl. bestreed den opzei, zoowei als den voorbe dachten raad. Pl. is voor zich persoonlijk van oordeel, dat verdachte in een blinde woede heelt ge handeld, zoodat opzet uitgesloten is. Wan- RECLAME. Twee schoolmakkers twee sportbroeders vrienden in vreugde en leed, bij nederlaag en overwinning! Eén van gedachte enbeiden ge nietend van hun geliefde ln het genot van deze heer lijke tabak ligt de krach tigste bezegeling van hun hechte vriendschap. 23-M- neer het opzet uitgesloten is, moet vrij spraak volgen. Het moge dan zijn, dat de tegenwoordige wetenschap niets abnormaals bij verdachte kan vinden, maar pl. is van meening, dat er met verdachte iets niet in orde is Er zijn drie moordenaars in de naaste familie van verdachte Hijzelf heeft van zijn vierde tot zijn zestiende jaar aan St. Vitusdans geleden. Pl. gelooft, dat het hier een .crime pas- sionelle" geldd. De daad is gepleegd op een plaats waar iedereen het kon zien, er waar velen het gezien hebben. Het bewijs, dat verdachte een van de zes hem ten laste gelegde feiten heeft ge wild, valt niet te lei-eren. Er mag geen enkele twijfel in deze zaak blijven, het gaat hier om een gevangenis straf van vijftien jaar. Wat het O. M de kwestie van de heg noemt, noemt pl do kwestie van don mein eed. Er wordt niet aan gedacht de weduwe van Schotman te vervolgen. Pl. acht dit een verderfelijke methode Komt or een getuige, die ten voordeeie van verdacht» meineed aflegt, dan wordt zoo'n getuige ver volgd Wanneer tegen verdachle 15 jaar gevangenisstraf wordt geëischt. dan eiseht pl. dat ook aan zijn cliënt wordt recht ge daan. Het O. M.: Legt u een klacht ovor. De verdediger: Het O. M. is voldoende op de hoogte. Pl. gaf een voorwaardelijke veroordeeling in overweging. In het vooronderzoek heeft pl. dit punt onaangeroerd gelaten, omdat een recla9seerings-ambtenaar door den ernst van het feit zou zijn gebiologeerd. Pl. concludeerde tot vrijspraak, te meer omdat geen juridische omschrijving van het feit valt te maken Fen keus uit de zes tenlasteleggingen mag niet worden gedaan. Pi. vroeg het element van een voorwaarde lijke veroordeeling niet te willen veronacht zamen. Het O M repliceerde, waarbij spr. zich ten zeerste legen een voorwaardelijke ver oordeeling verzette en persisteerde bij zijn eisch. Na dupliek werd de uitspraak bepaald op 11 Februari a.s. Ij, hel Engelsrh door J. S. FL1TSCHEH «autoriseerde vertaling door v. d. W. •Binnen een minuut ben ik terug!" zeide I Maak het u gemakkelijk!" gingen de kamer binnen, hij sloeg de r achter ons dicht en ik verbeeldde mij - Hi' c n S'ec'1's verbeelding geweest zijn 'Ml ik hem hoorde lachen. Het was echter "verbeelding wat ik daarna hoorde, na- jjjk het omdraaien van een sleutel en het "'schuiven van een grendel Daarna hoor- im ee° !i' van PeP'ta en kreeP zij mij a -• o Ben, zij hebben ons in den val kopen I" at ontnuchterde mij alsof men mij een M'iskoud water in het gezicht had ge- 0.j .™'i» gedachten om de zaak tot een rfn 'e brengen verdwenen en ik be- H, eindelijk dat ik n aartsezel was. en W probeerde ik de deur, die bm- *r J°°j 9fpvi- waS: 200 stevig ale graniet deur Mijn hart klopte, toen ik mij wendde n),n eesni°l bang!" zeide ik, hoewel ik zelf f was dnr» ooit .,Pa! zal niét lang du- )pjezij misschien hebben ze ons en eaal nom Joseph er inlusschen f n^r in ieder eeval Wat?" ons hier niet voor altij i op- Tri 11 «y>l Ren? k""nen JU Zll"e,> gemist worden." r ij niemand zag ons hier komen Er uj 'nvendp ziel Ie zien toen wij bui- ftl herinner jij je dat niet?" Ik herinnerde mij dat al te goed. Dit ge deelte van Wreddlesham was zeer eenzaam en ik kon mij niet herinneren, dat wij iemand hadden gezien, nadat wij de wasch- vrouw hadden ontmoet En zij was in haar huisje binnengegaan voor wij vérder gingen en waarschijnlijk wis! zij hoegenaamd niet in welke richting wij vertrokken waren Maar ik wees Pepita daar niet op. „Het is onmogelijkl" zei ik. „Menschen kunnen in dezen tijd niet ongemerkt verdwij nen. Wij zullen spoedig gemist worden en dan zal mon ons zoeken. Je vader en Keziah en Cherry en iedereen „Dat zal hen dagen en dagen kosten om ons te vinden", zeide zij. „O Ben. is hel niet mogelijk hier uit te komen?" Ik had rondgekeken terwijl wij spraken. De kamer, waarin Getch ons gebracht had, zag er aardig uit en was ingericht als slaan- zitkamer, dat wil zeggen, er stond een ouder- wetsch ameublement en in een hoek een le dikant met een hemel. Er was slechts één deur en één raamde deur was stevig en het raam eveneens Dit laatste was vastge schroefd en aan de buitenzijde getralied. De ruitjes waren klein, als ik er een stuk gooi de was er toch geen ruimte genoeg om door heen te kruipen Ook was het niet mogelijk de opmerkzaamheid van iemand buiten ie trekken want onmiddellijk tegenover h-'-t raam. op een afstand van anderhalve meter, verrees een hooge muur. blijkbaar de ach- terzijde van een stal of pakhuis. „Wij kunnen niets doen dan afwachten", merkte ik op „En dat is alles mijn schuld Zoo iets had ik niet kunnen droomen Pepita!" „O dal is nipts Bent Het is misschien zoo als iij geze-rd heht zij hebhen ons opgeslo ten om gelegenheid te hebben te vertrekken en daarna zullen zij wel iemand zenden om ons vrij te laten. Maar hoe lang kan dat duren?" Ik wis! niet meer dan zij. Terwijt ik rond keek en nadacht begon ik eenige dingen fe hegrijpen dat ik niet wist toen wij lucht hartig en zonder achterdocht de rivier over gingen. om in deze hinderlaag te vallen, tk begreep, dat oom Joseph hier verborgen was en waarschijnlijk hier was sinds den nacht, dat hij ons huis had verlaten Ook begon ik te begrijpen, dat Getch. de herbergier, die, zooals ik mij nu herinnerde, de vergunning voor dit huis had verkregen, een medeplich tige van oom Joseph was En verder schoot mij te binnen, dat de geheimzinnige letters S S„ die wij lazen op de kaart, die oom Jo seph voor Sol Cousins had a'chtergelaten bij de herbergierster van .De Roode Kreeft", de afkorting waren van Shooting Star Joseph Krevin Sol Cousins Charles Getch dat was ongetwijfeld het drietal. En wij wa ren in handen gevallen van in teder geval twee van hen Want het stond bij mij vasl, dat oom Joseph in deze verlaten herberg zijn toevlucht had gezocht De tijd kroop langzaam voort. Door de hooge muur voor het raam was de verlich ting in de kamer slecht Noch Pepita. noch ik had een horloge en wij wisten dus hoege naamd niet hoe laat het was Te oordeelen naar het oogenblik waarop wij waren bin nengekomen. moet het namiddag gpweest zijn. toen de grendel werd weggeschoven en de sleutel in de deur omgedraaid De deur werd juist voldoende geopend om een vrouw binnpn te Uien met een hlad Zij zette hst op tafel en zii was weer de kamer uit. voor ik iels kon doende deur werd weer afgeslo ten en gegrendeld „Wij zullen in ieder geval niet verhonge ren"' merkte ik op. terwijl ik een poging deed om met een lach Pepita op te vroolijken. „Hior hebben wij voorloopig genoeg te eten en lo drinken." Op het hlad waren verschillende schalen met voedsel, eenvoudig maar goed En jong en hongerig als wij waren, aten en dronken wij en trachtten wij ons in to beelden, dat wij picniclen. De namiddag ging verder in moeizaam wachten voorbij. Wij praten en praten tot wij niet meer konden praten. Het moet in het begin van den avond ge weest zijn toen de deur weer openging en bet sombere gelaat van den herbergier zich vertoonde, onmiddellijk gevolgd door het pat- ferige gelaat van oom Joseph. HOOFDSTUK XIV. Onder verhoor. Bij instinct sprong ik op en plaatste mij voor Pepita. Oom Joseph slak zijn hand op „Het verwondert mij. Benjamin, dat jij han delt alsof het er iels van heeft, dal deze jonge dame eenig leed zal ondervinden, ter wijl ik hier ben!" zeide hij op schijnheiligen toon „En het spijt mij dat die lieve jonge dame in ongelegenheid is gekomen door dezp ongelukkige omstandigheden Dat is alleen jouw schuld Benjamin, door je neus te ste ken in dingen die je r.iet aangaan Ik kookte van woede en werd steeds woe dender omdat ik vrij zeker was dat dit in het geheel niets zoude uitwerken en ik bleef waar ik stond voor Pepita. Ik werd zoo on beschaamd mogelijk „Dal is allemaal gekletsI" antwoordde <k vinnig .En hoor eens jullie beiden, ais jullie ons niet laai gaan en dadelijk dan komen jullie in de klem. Jullie stelt je bloot aan ver volging, en. Oom Joseph stak zijn hand weer op. „Ik zou mij niet opwinden, als ik je was, Benjamin Opwinding is slecht voor iedereen en vooral voor mij met mijn slechte hart. En hel is ook niel noodig Al wat ik en mijnheer Getcb wensrhen, is een vertrouwelijk ge sprek en het hangt van jou af of dal op een vriendelijke wijze zal kunnen plaats hebben. Ik en mijnheer Getch wilten geen ruzie mat je maken, dat is zeker; wij zijn goedgezind en bereid om een ieder netjes te behandelen, die ons ook zoo behandelt En ik stel je voor, Benjamin, om te gaan zitten en je onder de gegeven omstandigheden meegaand te toonen." „De gegeven omstandigheden zijn. dat juf frouw Marigold en ik tegen onzen wil zijn opgesloten en dat wordt streng gestraft En die straf zult u niet ontloopen Denkt u, dat wij geen vrienden hebben en dat die ons niet zulten vinden? Sinds vanmiddag wordt er naar ons gezocht en Weer een wuiven met de hand en weer de zalvende stem oom Joseph was blijkbaar buitengewoon zeker omtrent de veiligheid zijner schuilplaats „Ik zou mij daarover niet druk maken, als ik iou was. Benjamin Jij benl hier vpilig en de jonge dame ook evenals wij hier veilig zijn Wij zullen niet gestoord worden Hel zal wel lang duren, voordat men eenig idee heeft waar je hent of dol iemand jullie komt zoeken in de Shooting Star en als ze dat doen dan gaan ze even wijs heen als ze kwamen Jij werd door niemand gezien toen je hier kwam en behalve ik en mijnhrer Gpfoh en de juffrouw die jullie elen hracht weet nie mand dal iullie hier ziin tk zou ie daarom raden om de verstandigste narlii lp kiezen en heel vriendelijk Ie zijn Vriendelijkheid! dat is alles wat wij wenschen (Wordt vervolgd.).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 9