De moord fe Waddinxveen.
fAJA
IE KANG-HE VAAS.
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 29 Jannari 1930
Derde Blad
No. 21433
Behandeling voor de Rotterdamsche Rechtbank.
STER-TABAK
FEUILLETON.
Tegen den dader is vijftien jaar geëischt.
Op 10 Augustan ran het vorig jaar is E. A.
tolman te Waddinxveen door zjn buurman
rnroord, naar aanleiding van een ga=chil
een heg, welke tusscbun zijn erl en dat
j gin buurman stond. De heg graaide na-
over het erf van Schotman'.» huurman
in welk feit de buurman aanleiding
)d om de heg te scharen. Schotman dien-
loen een k.acbt in wegen» zaakbe»chadi-
De Rotterdamsche politierechter wees
i reroordeelend vonnis. De buurman tee-
ppèl aan en ten slotte werd hij vrjj-
"proken. Het vonnis van den politierechter
onjuist te zijn, omdat de heg niet. aan
botman beboo-de, maar aan den eigenaar
a den grond.
Over deze kwestie is op den tienden Aug.
29 wederom kwestie ontstaan, met het
rd'.ottig gevolg dat Schotman door zjjn
r man werd gedood.
luiers» heeft de buurman, de 35-jarige
ittewerker A. K„ zich voor de Rotler-
j;che rechtbank te verantwoorden gehad,
li de dagvaarding, welke door den subs.-
icier van 'justitie, mr. X V. Hoeffelman
litgebracht, wordt verdachte ten laste ge-
d dat hjj ter uitvoering van zjjn tevoren
naald plan om Hendrik Adrianus Scliot-
u van het leven te bei'ooven, Schotman met
j scheermes een of meer sneden of ste-
i in diens hoofd en hals heeft toegebracht,
gevolge van welke steken Schotman Is
rieden, Subsidiair wordt den verdachte
*Hag, rubs'diair zware mishandeling d'n
ti ten gevolge hebbend, ten Ia-te gelegd.
t ijn in deze zaak acht getuigen en één
uveJe-ku-dige gedagvaard.
At- verdediger van den verdachte Iroedt
F. B'ke'.enboom op.
verdediger verzocht den psychiater dr.
■ti te hooren.
Dt rechtbank stemde hierin toe, waarna
tergemee-ter van Waddinxveen. de hear
L Troost, werd voorgeroepen. die bjj zpn
(dracht rapport bleef. Verdachte ver
rit daarop, dat het erf van zjjn buurman
RECLAME.
Scholman en van hem gescheiden was door
een houten heining, waarachter een viierheg
stond. Deze heg groeide hoog boven de hei
ning uit en doo.ilat dergelijke heggen mug
gen aantrekken, ondervond verdachte last.
Zonder een-g overleg mei zjjn buurman beeft
hij de vlieraruik toen ongeveer de helft af
gesneden. Verdachte woonde ongeveer twee
jaar in de woning. Dp heg en de heining ston
den er toen al en Schotman is een jaar later
dan verdachte in de woning daarnaast ge
komen.
De Rotterdamsche politie rechter heelttar
zake zaakvernieling een veroordeelend vonnis
gewezen tege verdachte. Verdachte heeft
in varband met het proces-verbaal, dat in
verband met deze zaak werd opgemaakt, met
den burgemeester gesproken. Hji ontkent
evenwel toen te bebbeD gezegd dat, wanneer
de zaak door zou gaan, er erger dingen zou
den gebeuren. Het feit. dat Schotman ver
klaard zou hebben in strijd met de waarheid,
dat de heg zjjn eigendom wa=. zat verdachte
dwars, nmdat hij meende, dat deze oneer
lijk* vc. Haring zijn veroordeeling tengevolge
had.
De president wees ver lachte er op. dat het
feit niet verand-r tfe, al was Schotman niet de
eigenaar van de heg. In de prrcedure naar
aanleiding van deze lieg is vc-rd?chte in hoo
ge- beroep vrijgesproken.
De pce-ident: ..Wanneer n du» gewacht
hadt, zoudt u hebben gezien, dat n nijgeBoru-
ken was".
On den tienden Angu-tus is de Doütie bii
verdachte's buurman gekomen in verband mat
de meineed-zaak naar aan!eid:ng van da
val-che ve-k'-ring over het eigendom van
de heg. BH die gelegenheid he6rt do politie
den verdachte den raad gegeven eens mat
zijn fcuunnan te gaan praten, omdat dan de
zaak wel in orde zou komen.
De president: .,Had n wel eens met uw
bunrman gesproken? U sprak heel weinig,
niet waar?"
Verdachte: „Ik had nog nooit met hem
gesproken".
De president: „Waarom bent u na dien
raad van de politie een fleschje „Ameri
kaan" gaan drinken, hetgeen gelijk staat met
zes borrels?''
Verdachte: „Ik wilde met mQn buurman
gaan praten".
De pres.: „U behoefde u toch geeo moed
in te gaan drinken en bovendien u drank
zelden."
De president vroeg den verdachte ook
nog. waarom hij een scheermes bij zich had
gestoken. Op geen van deze vragen wish
verdachtp een antwoord te geven.
Evenmin weet hij te zeggen, of hij voor
hij bij Scholman aanliep, zich zoo zou
hebben gedragen dat men van hem zou
kunnen getuigen, dat hij gevaarlijk deed
„Ten slotte werd Schotman van zijn
werk geroepen: niets kwaad vermoedend
kwam hij. en aldus de president
„wat gebeurde er toen?"
Verdachte: „Dat weet ik niet meer Ik
herinner mij niets anders dan dat zijn hals
bloedde en dat er bloed was op mijn jas
en klompen."
De president vroeg den verdachte voorts,
of hij zich herinnerde, dat hij zoodra Schot
man aankwam, gezegd had: „Van wie is die
heg nou?"
Verdachte gaf toe, dat hij zich dit nu
herinnerde.
De president las daarna een verklaring
van den verdachte voor, waaruit bleek, dal
hij toen Schotman gezegd had, dat de heg
van hèm was. zoo driftig was geworden,
dat hij hem met een scheermes een snede
over den hals had gegeven. Verdachte en
zün buurman stonden toen vlak tegenover
elkaar.
Uit het verdere verhoor bleek nog, dat
verdachte op i Augustus met eenige dorps-
genooten gesproken heeft over de vervan
gende hfchtenis in hel vonnis van dei,
politie-rechter. Toen men tot hem zei: „Ze
hebben jou ook Ie grazen gehad" heeft ver
dachte gezegd .Dat kan mii niet schelen
al moet ik zes iaar ziften Alleen zal ik
miin pruimpje tabak missen
De president' Was u toen a] iets ergs
van plan mei Schotman?"
Verdachte- „Nee"
De president Waarom praatte u dan al
van zes jaar zitten?"
Ten slotte wges de verdediger er nog
op. dal verdachle ziin scheermes wel ge
bruikte om gras te sniiden voor zijn konijnen
De rechtbank hoorde vervolgens den bur
gemeester van Waddinxveen. den heer P.
A, Troost Getuige verklaarde, dat verdachte
naar aanleiding van hel tegen hem opge
maakte proces-verhaal bii geluige was ge
komen en dat hij toen had gezegd dat wan
neer de zaak zou doorgaan, er ongelukken
zouden gebeuren De hurecmeesler had den
man toen geraden geen stomme dingpn te
doen .Verdachte scheen dp kwestie over de
hog buitengewoon ernstig te nemen Ge
tuige heeft den indruk dat de vrouwen van
de heide mannen er achter zalen.
De verdediger herinnert er aan. dat een
oom van verdachte zestien jaar geleden on
der precies dezelfde omstandigheden een
doodslag heeft begaan Deze man is toen
ontoerekenbaar verklaard Bovendien is er
van een ander familielid van verdachle ook
een soortgelijk geval bekend
Uit het verhoor van den rijksveldwachter
H van Harm bleek onder meer dat de
vrouw van den verdachte hem Zaterdags
had verteld, dal de veldwachter 's morgens
was gekomen om proces-verhaal op te ma
ken tegen de schoonmoeder van verdachle
naar aanleiding van Scholman in verhard
met de meineedzaak De veldwach'er zou
toen reeds aan de vrouw den raad hebben
gegeven, dal haar man eens met Schotman
moest gaan praten, maar de vrouw heeft
dezen raad niet overgebracht Verdachte was
toen hij van de aanklacht legen ziin schoon
moeder had gehoord, op de gedachte ge
komen eens met zijn huurman te gaan
praten
Mr, Hoeffelman, hel O. M „Heel vreemd,
voor dezen man."
De veldwachter is 's middags nog eens
terug gekomen Hii trof verdachte thuis en
gaf hem den raad met Schotman te gaan
spreken Verdachte had toen reeds drank
gebruikt.
De rechtbank hoorde ten slotte dr Pinon,
die een onderzoek heeft ingesteld naar ver
dachte's geestvermogens. Getuige acht vei
dachte toerekeningsvatbaar. Er moet even
wel rekening mee gehouden worden, dat hij
bons was en onder drank-invloed verkeerde.
Nadat nog de rijksveldwachter aan een
kort verhoor was onderworpen, heeft de
rechtbank de zitting geschorst.
e
IVa de pauze werd de weduwe van den
verslaeene gehoord
Geluige was zoo onder den indruk, dat
zij bijna geen woord kon uitbrengen Op
den dag van den moord is een woorden
wisseling tusschen getuige en verdachte
ontstaan Verdachte had gezegd: „Denk er
cm ik heb een kwaden dag."
Uit verklaringen van mej W van Tien
hoven bleek, da! verdachte eenige uren voor
de woning var Scholman heeft heen en weer
gc'oooen op den dag van den moord
Volgens getuige C Ment. heeft verdachte
tot Scholman gezegd: „Ik heb nog wat mei
jc goed te maken."
Nadat nog eenige getuigen waren gehoord,
werd op verzoek van den verdediger een
oom verdachte gphnord die zestien jaar ge
leden eens in drift op iemand heeft ge
schoten. Getuige is nn toerekenbaar ver
klaard. maar later is hii genezen Getuige
weef dat verdachte al jaren lang een scheer
mes bij zich droeg
Verdachtes groolmo--der heeft een zenuw
beroerte gehad op S3-jarteen leeftijd Een
ander familielid van verdachte heeft ook
eens in drift een moord begaan, waarvoor
hii gevangenisstraf heert gehad
Verlachte is niet lastig, hij begrijpl alleen
moeilijk.
Een broer van verdachle verklaarde, dat
deze reeds sedert jaren een scheermes bij
zich droeg.
Het requisitoir,
Het woord was daarop aan den vertegen
woordiger van het O M„ mr. Hoeffelman,
die begon met de feiten, zooals die zich
op den lOden Augustus hebben voorgedaan.
Spr. is van oordeel, dat in deze zaak moord
is komen vast te staan Alvorens nader op
het bewijs in te gaan, ging spr de voorge
schiedenis van den moord, de kwestie be
treffende de heg tusschen de beide wonin
gen, na.
Allereerst behandelde spr. den opzet tot
het dooden, hetgeen ujt drie feiten komt vast
te staan. In de eersle plaats, doordat ver
dachte een scherp mes, een scheermes,
heeft gebruikt: ten tweede doordat ver
dachte verschillende sneden heeft toege
bracht. Als derde omstandigheid voert spr.
de plaats aan waar gesneden is.
Betreffende den voorbedachten raad, voer
de spr. verschillende aanwijzingen aan. Al
lereerst het gesprek met burgemeester
Troost, waarbij verdachte gezegd heeft, dat
er ongelukken zouden gebeuren wanneer 't
proces-verbaal zou doorgaan Daarna voor
do spr het gesprek aan met de dorpsge-
noolen, waarbij verdachte gezegd heeft, dat
je inderdaad beter een moord kon doen,
dan brandstichten
Voorts behandelde spr. hot gebeurde op
den lOden Augustus. Dien dag heeft ver
dachte gezegd, wanneer het gesprek met
Schotman niet goedschiks zou verloopen,
dat het dan maar kwaadschiks zou moeten
gaan. Bovendien heeft verdachte dien dag
een paar maal rond het huis geloopen, waar
Schotman werkte.
Hel gesprek, dat met Schotman is ge
voerd, is buitengewoon kort geweest. Het
scheermes moet toch door verdachte zijn
geopend vlak voor hij Schotman in den
keet sneed, of hij moet het mes open in zijn
zak hebben gehad. Als motief vindt spr.
alleen de voorgeschiedenis met de heg.
Het karakter van den verdachte bespre
kend. zei spr.. dat de man na uil Indië
terug te zijn gekomen oppassend is geweest.
Hij was uiterst zwijgzaam, hij moest alles
zelf vorwerken. Z'n schoonouders noemden
hem een stiekumert, iemand, die je niet kan
doorgronden. Volgens hel rapport van de
doctoren Person en De Monchy zijn er bij
verdachte geen ziekelijke storingen; hij
beschikt over een normaal intellect.
Do drankinvloed is niet van dien aard
geweest, dat verdachte niet geweten heoft
wat hij deed. De sneden zijn raak in den
hals toegebracht. Bovendien is hij niet ais
een dronken man gezien dien dag.
Spr. beschouwt den verdachte als toereke
ningsvatbaar.
Ten slotte uitte spr. een woord van deel
neming met de naaste familieleden van don
verslagene.
Tegenwoordig worden herhaaldelijk mis
drijven legen het leven bedreven, en wan
neer deze feiten behoorlijk worden bewezen
moet er ook worden gestraft.
De eiseh luidde ten slotte: een gevange
nisstraf voor den lijd van vijftien jaar.
Het pleidooi.
Mr. F. E'ikelenhoom begon zijn pleidooi,
mede namens den verdachte met een woord
van deelneming met den verslagene en
diens familie. Maar pl. heeft ook deelneming
met den verdachte en diens familieleden.
Ook verdachte was een oppassend man,
vóór dit feit.
P! wees er vervolgens op, dat het O. M.
alle mogelijke len-laste-leggingen in de dag
vaarding heeft vastgelegd. De rechtbank zal
voor dit feit een wetsartikel hebben te
vinden, dat hierop slaat. Het is de vraag
of dit wetsartikel bestaat.
De uitdrukking van verdachte, dat wan
neer het proces-verbaal zou doorgaan, er
ongelukken zouden gebeuren, kan hebben
geslagen op het feil. dat Schotman kans
liep de gevangenis in te gaan, in verband
met den door hem afgelegden meineed. Pl.
bestreed den opzei, zoowei als den voorbe
dachten raad.
Pl. is voor zich persoonlijk van oordeel,
dat verdachte in een blinde woede heelt ge
handeld, zoodat opzet uitgesloten is. Wan-
RECLAME.
Twee schoolmakkers
twee sportbroeders
vrienden in vreugde en
leed, bij nederlaag en
overwinning! Eén van
gedachte enbeiden ge
nietend van hun geliefde
ln het genot van deze heer
lijke tabak ligt de krach
tigste bezegeling van hun
hechte vriendschap.
23-M-
neer het opzet uitgesloten is, moet vrij
spraak volgen.
Het moge dan zijn, dat de tegenwoordige
wetenschap niets abnormaals bij verdachte
kan vinden, maar pl. is van meening, dat
er met verdachte iets niet in orde is Er
zijn drie moordenaars in de naaste familie
van verdachte Hijzelf heeft van zijn vierde
tot zijn zestiende jaar aan St. Vitusdans
geleden.
Pl. gelooft, dat het hier een .crime pas-
sionelle" geldd. De daad is gepleegd op een
plaats waar iedereen het kon zien, er waar
velen het gezien hebben.
Het bewijs, dat verdachte een van de
zes hem ten laste gelegde feiten heeft ge
wild, valt niet te lei-eren.
Er mag geen enkele twijfel in deze zaak
blijven, het gaat hier om een gevangenis
straf van vijftien jaar.
Wat het O. M de kwestie van de heg
noemt, noemt pl do kwestie van don mein
eed. Er wordt niet aan gedacht de weduwe
van Schotman te vervolgen. Pl. acht dit
een verderfelijke methode Komt or een
getuige, die ten voordeeie van verdacht»
meineed aflegt, dan wordt zoo'n getuige ver
volgd Wanneer tegen verdachle 15 jaar
gevangenisstraf wordt geëischt. dan eiseht
pl. dat ook aan zijn cliënt wordt recht ge
daan.
Het O. M.: Legt u een klacht ovor.
De verdediger: Het O. M. is voldoende
op de hoogte.
Pl. gaf een voorwaardelijke veroordeeling
in overweging. In het vooronderzoek heeft
pl. dit punt onaangeroerd gelaten, omdat
een recla9seerings-ambtenaar door den
ernst van het feit zou zijn gebiologeerd.
Pl. concludeerde tot vrijspraak, te meer
omdat geen juridische omschrijving van het
feit valt te maken Fen keus uit de zes
tenlasteleggingen mag niet worden gedaan.
Pi. vroeg het element van een voorwaarde
lijke veroordeeling niet te willen veronacht
zamen.
Het O M repliceerde, waarbij spr. zich
ten zeerste legen een voorwaardelijke ver
oordeeling verzette en persisteerde bij zijn
eisch.
Na dupliek werd de uitspraak bepaald op
11 Februari a.s.
Ij, hel Engelsrh door J. S. FL1TSCHEH
«autoriseerde vertaling door v. d. W.
•Binnen een minuut ben ik terug!" zeide
I Maak het u gemakkelijk!"
gingen de kamer binnen, hij sloeg de
r achter ons dicht en ik verbeeldde mij
- Hi' c n S'ec'1's verbeelding geweest zijn
'Ml ik hem hoorde lachen. Het was echter
"verbeelding wat ik daarna hoorde, na-
jjjk het omdraaien van een sleutel en het
"'schuiven van een grendel Daarna hoor-
im ee° !i' van PeP'ta en kreeP zij mij a
-• o Ben, zij hebben ons in den val
kopen I"
at ontnuchterde mij alsof men mij een
M'iskoud water in het gezicht had ge-
0.j .™'i» gedachten om de zaak tot een
rfn 'e brengen verdwenen en ik be-
H, eindelijk dat ik n aartsezel was.
en W probeerde ik de deur, die bm-
*r J°°j 9fpvi- waS: 200 stevig ale graniet
deur Mijn hart klopte, toen ik mij
wendde
n),n eesni°l bang!" zeide ik, hoewel ik zelf
f was dnr» ooit .,Pa! zal niét lang du-
)pjezij misschien hebben ze ons
en eaal nom Joseph er inlusschen
f n^r in ieder eeval
Wat?"
ons hier niet voor altij i op-
Tri 11
«y>l Ren?
k""nen JU
Zll"e,> gemist worden."
r ij niemand zag ons hier komen Er
uj 'nvendp ziel Ie zien toen wij bui-
ftl herinner jij je dat niet?"
Ik herinnerde mij dat al te goed. Dit ge
deelte van Wreddlesham was zeer eenzaam
en ik kon mij niet herinneren, dat wij
iemand hadden gezien, nadat wij de wasch-
vrouw hadden ontmoet En zij was in haar
huisje binnengegaan voor wij vérder gingen
en waarschijnlijk wis! zij hoegenaamd niet
in welke richting wij vertrokken waren
Maar ik wees Pepita daar niet op.
„Het is onmogelijkl" zei ik. „Menschen
kunnen in dezen tijd niet ongemerkt verdwij
nen. Wij zullen spoedig gemist worden en
dan zal mon ons zoeken. Je vader en
Keziah en Cherry en iedereen
„Dat zal hen dagen en dagen kosten om
ons te vinden", zeide zij. „O Ben. is hel niet
mogelijk hier uit te komen?"
Ik had rondgekeken terwijl wij spraken.
De kamer, waarin Getch ons gebracht had,
zag er aardig uit en was ingericht als slaan-
zitkamer, dat wil zeggen, er stond een ouder-
wetsch ameublement en in een hoek een le
dikant met een hemel. Er was slechts één
deur en één raamde deur was stevig en het
raam eveneens Dit laatste was vastge
schroefd en aan de buitenzijde getralied. De
ruitjes waren klein, als ik er een stuk gooi
de was er toch geen ruimte genoeg om door
heen te kruipen Ook was het niet mogelijk
de opmerkzaamheid van iemand buiten ie
trekken want onmiddellijk tegenover h-'-t
raam. op een afstand van anderhalve meter,
verrees een hooge muur. blijkbaar de ach-
terzijde van een stal of pakhuis.
„Wij kunnen niets doen dan afwachten",
merkte ik op „En dat is alles mijn schuld
Zoo iets had ik niet kunnen droomen
Pepita!"
„O dal is nipts Bent Het is misschien zoo
als iij geze-rd heht zij hebhen ons opgeslo
ten om gelegenheid te hebben te vertrekken
en daarna zullen zij wel iemand zenden om
ons vrij te laten. Maar hoe lang kan dat
duren?"
Ik wis! niet meer dan zij. Terwijt ik rond
keek en nadacht begon ik eenige dingen fe
hegrijpen dat ik niet wist toen wij lucht
hartig en zonder achterdocht de rivier over
gingen. om in deze hinderlaag te vallen, tk
begreep, dat oom Joseph hier verborgen was
en waarschijnlijk hier was sinds den nacht,
dat hij ons huis had verlaten Ook begon ik
te begrijpen, dat Getch. de herbergier, die,
zooals ik mij nu herinnerde, de vergunning
voor dit huis had verkregen, een medeplich
tige van oom Joseph was En verder schoot
mij te binnen, dat de geheimzinnige letters
S S„ die wij lazen op de kaart, die oom Jo
seph voor Sol Cousins had a'chtergelaten bij
de herbergierster van .De Roode Kreeft", de
afkorting waren van Shooting Star Joseph
Krevin Sol Cousins Charles Getch
dat was ongetwijfeld het drietal. En wij wa
ren in handen gevallen van in teder geval
twee van hen Want het stond bij mij vasl,
dat oom Joseph in deze verlaten herberg zijn
toevlucht had gezocht
De tijd kroop langzaam voort. Door de
hooge muur voor het raam was de verlich
ting in de kamer slecht Noch Pepita. noch
ik had een horloge en wij wisten dus hoege
naamd niet hoe laat het was Te oordeelen
naar het oogenblik waarop wij waren bin
nengekomen. moet het namiddag gpweest
zijn. toen de grendel werd weggeschoven en
de sleutel in de deur omgedraaid De deur
werd juist voldoende geopend om een vrouw
binnpn te Uien met een hlad Zij zette hst
op tafel en zii was weer de kamer uit. voor
ik iels kon doende deur werd weer afgeslo
ten en gegrendeld
„Wij zullen in ieder geval niet verhonge
ren"' merkte ik op. terwijl ik een poging deed
om met een lach Pepita op te vroolijken.
„Hior hebben wij voorloopig genoeg te eten
en lo drinken."
Op het hlad waren verschillende schalen
met voedsel, eenvoudig maar goed En jong
en hongerig als wij waren, aten en dronken
wij en trachtten wij ons in to beelden, dat
wij picniclen.
De namiddag ging verder in moeizaam
wachten voorbij. Wij praten en praten tot
wij niet meer konden praten.
Het moet in het begin van den avond ge
weest zijn toen de deur weer openging en
bet sombere gelaat van den herbergier zich
vertoonde, onmiddellijk gevolgd door het pat-
ferige gelaat van oom Joseph.
HOOFDSTUK XIV.
Onder verhoor.
Bij instinct sprong ik op en plaatste mij
voor Pepita. Oom Joseph slak zijn hand op
„Het verwondert mij. Benjamin, dat jij han
delt alsof het er iels van heeft, dal deze
jonge dame eenig leed zal ondervinden, ter
wijl ik hier ben!" zeide hij op schijnheiligen
toon „En het spijt mij dat die lieve jonge
dame in ongelegenheid is gekomen door dezp
ongelukkige omstandigheden Dat is alleen
jouw schuld Benjamin, door je neus te ste
ken in dingen die je r.iet aangaan
Ik kookte van woede en werd steeds woe
dender omdat ik vrij zeker was dat dit in
het geheel niets zoude uitwerken en ik bleef
waar ik stond voor Pepita. Ik werd zoo on
beschaamd mogelijk
„Dal is allemaal gekletsI" antwoordde <k
vinnig .En hoor eens jullie beiden, ais jullie
ons niet laai gaan en dadelijk dan komen
jullie in de klem. Jullie stelt je bloot aan ver
volging, en.
Oom Joseph stak zijn hand weer op.
„Ik zou mij niet opwinden, als ik je was,
Benjamin Opwinding is slecht voor iedereen
en vooral voor mij met mijn slechte hart. En
hel is ook niel noodig Al wat ik en mijnheer
Getcb wensrhen, is een vertrouwelijk ge
sprek en het hangt van jou af of dal op een
vriendelijke wijze zal kunnen plaats hebben.
Ik en mijnheer Getch wilten geen ruzie mat
je maken, dat is zeker; wij zijn goedgezind
en bereid om een ieder netjes te behandelen,
die ons ook zoo behandelt En ik stel je
voor, Benjamin, om te gaan zitten en je onder
de gegeven omstandigheden meegaand te
toonen."
„De gegeven omstandigheden zijn. dat juf
frouw Marigold en ik tegen onzen wil zijn
opgesloten en dat wordt streng gestraft En
die straf zult u niet ontloopen Denkt u, dat
wij geen vrienden hebben en dat die ons
niet zulten vinden? Sinds vanmiddag wordt
er naar ons gezocht en
Weer een wuiven met de hand en weer de
zalvende stem oom Joseph was blijkbaar
buitengewoon zeker omtrent de veiligheid
zijner schuilplaats „Ik zou mij daarover niet
druk maken, als ik iou was. Benjamin Jij
benl hier vpilig en de jonge dame ook
evenals wij hier veilig zijn Wij zullen niet
gestoord worden Hel zal wel lang duren,
voordat men eenig idee heeft waar je hent
of dol iemand jullie komt zoeken in de
Shooting Star en als ze dat doen dan
gaan ze even wijs heen als ze kwamen Jij
werd door niemand gezien toen je hier
kwam en behalve ik en mijnhrer Gpfoh en
de juffrouw die jullie elen hracht weet nie
mand dal iullie hier ziin tk zou ie daarom
raden om de verstandigste narlii lp kiezen
en heel vriendelijk Ie zijn Vriendelijkheid!
dat is alles wat wij wenschen
(Wordt vervolgd.).