DE KANG-HE VAAS.
70sle Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 16 Januari 1930
Derde Blad
No. 21422
GEMEENTEZAKEN.
DE VLUCHT UIT DE POPPENKAST VAN JAN KLAASEN EN TRIJNTJE.
KERK- EN Sn*W M-nnws
BINNENLAND.
FEUILLETON.
PLAATSELIJKE SCHOOLCOMMISSIE.
De Plaatselijke Schoolcommissie dient
volgende aanbevelingen in voor 5 plaatsen:
Vacature-Mej. H. J Doove: 1. Mej. H. J.
Doove; 2. Mej. W. P. Wijtenhurg.
Vacature-J. M. Mazurel 1. J. M. Mazurel;
2. J. A. W. van K'luyve.
Vacature-P. Brouwer: 1. P. Brouwer; 2.
A. J. Anes
Vacature-H. II. Maas: 1. Dr. G. O E.
Lignac; 2. Dr. C. de Jong.
Vacature-J. P. Mulder: 1. Lourens Bosch;
2. H. Filippo W.Fzn.
VERHURING.
B. en W. stellen voor:
I. het perceel teelland op het Raamland,
kadastraal bekend gemeente Leiden. Sectie
M, No. 4321 (ged.) groot 0.77.60 H.A., tegen
den prijs van f. 60 in totaal per jaar voor
den tijd van 5 jaren, te rekenen met ingang
van 1 Januari 1930, te verhuren aan de
Vereeniging School- en Werktuinen onder
de bestaande, m.m. gewijzigde, voorwaar
den
II. de perceelen teelland ten Noorden van
den l/a-ge-Rijndij'k, kadastraal bekend ge
meente Leiden, Sectie N, Nis 203 (ged.), 211
(ged.) en 787 (ged.), te zamen groot 3.14.75
H.A., tegen den prijs van f. 175 per H.A. en
per jaar. of f. 550.81 in totaal per jaar, voor
den tijd van 3 jaren, te rekenen met ingang
van 1 Januari 1930, te verhuren aan de
Vereeniging tot aanleg en onderhouden van
volkstuinen „Ons Genoegen", onder de hier
bij overgelegde voorwaarden;
III. het perceel tuinland met bollenschuur
en bovenwoning ten Zuiden van den Haag-
weg. kadastraal bekend gemeente Leiden,
sectie O. Nis 671, 672 en 738, te zamen
groot 3.41.45 H.A tegen den prijs van
f. 1707,25 in totaal per jaar, voor den tijd
van 3 jaren, te rekenen met ingang van 1
Januari 1930, te verhuren aan de N.V.
Sajetfabrieken P. Glos en Leembruggen,
onder de bestaande voorwaarden;
IV. onder de bestaande, m. m gewijzigde
voorwaarden voor den tijd van één jaar, te
rekenen met ingang van 1 Januari 1930, te
verhuren
a. aan J. Meijer, te Leiden, de perceelen
weiland in den Maredijkschen polder, ka
dastraal bekend gemeente Leiden, sectie P,
Nis 1355 en 75 (ged.) te zamen groot pl.m.
419.03 H.A., voor den prijs van f. 180 per
H.A. en per jaar, of f. 754,25 in totaal per
jaar;
b. aan A. van Varik, te Oegstgeest, de
perceelen teelland aan den Leidsche-Straat-
weg, kadastraal bekend gemeente Oegst-
geest, sectie E, No. 2536 (ged.). groot 4.26.23
HA., voor den pri}9 van f.650 in totaal
per jaar;
c. aan C. L. van Velzen, te Leiden, de
perceelen weiland op het Raamland. ka
dastraal bekend gemeente Leiden. Sectie M.
Xis 4225 en 868. Ie zamen groot 1.62 41
H.A.. voor den prijs van f. 140 per H A. en
per jaar. of f. 227,37 in totaal per jaar;
d. aan M. Bol. te Leiden, de perceelen
weiland in den Stadspolder, kadastraal be
kend gemeente Leiden, sectie N. Nis 132.
138 (ged.), 137, 146. 145, 128. 129 en 147.
Ie zamen groot pl.m. 6.30.67 H.A voor den
prijs van f. 1200 in totaal per jaar;
e. aan J. de Graaf Wzn., te Leiderdorp,
de perceelen weiland in den Stadspolder.
kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie
N, Nis 138 (ged.), 139, 144, 143 en 148. te
zamen groot pl.m. 4.07.72 H.Avoor den
prijs van f. 700 in totaal per jaar;
f. aan F. Wervelman, te Leiden, de per
ceelen teelland ten Noorden van den La ge-
Rijndijk. kadastraal bekend gemeente Lei
den, sectie N, Nis 203 (ged.) ,201 en 202, en
sectie K, No. 592, te zamen groot pl.m.
I.85.000 H.A., voor den prijs van f. 325 in
totaal per jaar;
g. aan P. Glasbergen, te Rijnsburg. de
perceelen teelland ten Noorden van den
Lage -Rijndijk, kadastraal bekend gemeente
Leiden, sectie N. Nis 209 (ged.) 213 (ged.),
214, 215 (ged.), 216 (ged.) en 218 (ged). Ie
zamen groot pl.m. 0.45.00 H.A., voor den
prijs van f. 152 88 per H A. en per jaar, of
f 68 80 in totaal per jaar;
h. aan W. Bink en N. Bink. te Leiden, de
perceelen teelland in de Waard, kadastraal
bekend gemeente Leiden. Sectie N, Nis 333
tot en met 336. te zamen groot 1.68.44 H.A.,
voor den prijs van f. 675 in totaal per jaar;
i. aan J C. de Graaf, te Leiden, de per
ceelen weiland in den Cronesteijnpolder,
kadastraal bekend gemeente Leiden, Sectie
M. Nis 3995 (ged.). 3996 (ged.) en 4003. te
zamen groot pl.m. 1.65 20 H.A.. voor den
prijs van f 175 per H.A. en per jaar. of
f. 289.10 in totaal per jaar;
j. aan .T. Roeloffs. te Leiden, de perceelen
r weiland in den Stadspolder. kadastraal be
kend gein. Leiden. Sectie K. Nis 34 (ged.) en
35 (ged.) te zamen groot pl.m. 2.30 00 H.A.,
voor den prijs van f. 175 per H A. en per
jaar. of f. 402.50 in totaal per jaar;
k. aan F. A. M. Dieben. te Leiden, de be
weiding van het Schuttersveld, kadastraal
bekend gemeente Leiden, Sectie L Xis 330
en 338. te zamen groot pl.m 5.12.16 H.A.,
voor den prijs van f. 250 in totaal per jaar.
GEMEENTEREKENING 1928.
De Commissie van Financiën deelt mede,
dat bij haar geen bezwaar beslaat tegen
voorloopige vaststelling van de rekening
van ontvangsten en uitgaven der gemeente
over het jaar 1928 en geeft mitsdien in over
weging daartoe te besluiten.
VOORSTELLEN BIJ DE BEGROOTING.
Motie van den heer Van Eek.
De Raad spreekt dc wenschelijkheid uit,
dat voorlaan ook in Leiden het houden van
optochten met muziek en banieren op Zon
dagnamiddag als regel zal worden toege
staan.
Voorstel van den heer Van E-ck.
De Raad besluit B en W. Ie verzoeken
de wenschelijkheid Ie onderzoeken om ook
in Leiden in navolging van Amsterdam in
te stellen een centralen dienst voor de le
vensmiddelenvoorziening.
Voorstel van den heer Van Eek.
De Raad besluit:
le dat artikel I van de Regeling betref
fende de tarieven voor de levering van gas
door de Stedelijke Fabrieken van Gas en
Electricileit aldus worde gewijzigd:
De prijs van het gas te Leiden wordt, ter
keuze van den verbruiker bepaald naar een
der volgende tarieven:
tarief a: voor de verbruikers, die het gas
over de gewonen meter betrekken, 8 cent
per M3.voor de munlgasverbruikers 9 cent
per M3;
tarief b: le voor iederen verbruikten M3
voor de verbruikers, die het gas over de ge
wonen meier betrekken, 6V2 cent, voor de
munlgasverbruikers 71/* cent;
2e bovendien een vast recht per maand
van f. 0.75; dit recht is ook verschuldigd,
indien geen gas wordt verbruikt;
tarief c: le voor iederen verbruikten M3
vóór de verbruikers, die het gas over den ge
wonen meter betrekken 44/a cent, voor de
munlgasverbruikers öVs cent;
2e bovendien een vast recht per maand
van f. 3.50. dit recht is ook verschuldigd, in
dien geen gas wordt verbruikt.
lie dat de in deze regeling vastgestelde
tarieven zullen gelden voor het gas verbruikt
na de meteropneming over de maand Ja
nuari 1930.
Voorstel van den heer Van Eek.
De Raad besluit het aantal opcenten, dat
van de vermogensbelasting wordt geheven,
te brengen van 15 op 50.
Voorstel van den heer Van Eek.
De Raad zich in beginsel uitsprekend voor
de invoering van de medezeggenschap voor
het gemeentepersoneel. besluit B en W. le
verzoeken een onderzoek in te stellen, op
welke wijze deze medezeggenschap zou moe
ten worden geregeld om hare invoering
dienstbaar te maken aan de bevordering van
de belangen der gemeente-bedrijven en
-diensten..
177. Eindelijk keerden zij weder naar waar hun komst
werd verbeid. Toen Jan Klaasen kwam aangevlogen, was
iedereen verblijd. „O, mijn Jan" riep Trijntje juichend,
zwaaiende met den klomp van Jan, „eindelijk ben je weer
bij me, blij, dat 'k je omhelzen kan."
178. Toen Jan verteld had van zijn tochten, over bergen,
in felle kou, zeide Trijntje, die had geluisterd: „dat zij zoo n
tocht wel maken wou" En ook d'anéeren wilden mede,
zoekend naar een avontuur. En ze gingen verheugd door liet
luchtruim, al was hel nog zoo koud en guur.
Voorstel van Mevr. BraggaarDe Does.
Ondergeteekende stelt voor, de Schoolkin
dervoeding ook gedurende de vacanties te
verstrekken.
Voorstel van Mevr. BraggaarDe Does.
Ondergeteekende stelt voor. bij de post
Schoolkindervoeding cn -kleeding. schoenen
te verstrekken in plaats van klompen, en de
daarbij behoorende reparaiie.
Voorstel van Mevr. BraggaarDe Does.
Ondergeteekende stelt voor, inplaats van
een, twee gedelegeerden aan de vereeniging
tot verbetering van het lot der blinden toe le
voegen, met adviseerende stem.
Voorstel van Mevr. BraggaarDe Does
en den heer Van Stralen.
Gndergeteckenden stellen den Raad voor
te besluiten lot oprichting van een gemeen
telijk Tehuis voor Ouden van Dagen.
Voorstel van den heer Schüller.
Ondergeteekende stelt voor. dat de onder
houdswerken in den regel in eigen beheer
zullen worden uitgevoerd.
PREDIKBEURTEN
VOOR HEDEN.
LIESE.
Geref Gem. Nam. 7 uur. leesdienst.
VOOR VRIJDAG 17 JANUARI.
Ned. Prol. Bond Nam. 8 uur, ds. P. D.
Tjclsma van Leiden.
LISSE.
C.hr Geref. Gem.: Nam 7 uur, ds. W Bij-
leveld van Haarlem.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Hillegersberg (2e pred. pl.):
H. F. Fortvens le Voorschoten.
Te Denekamp: J. Mortier te Zalk (O).
Aangenomen (toez) naar Oosterwierum
(Fr.) ds. G. Smit te Makkum.
GEREF KERKEN.
Beroepen- Te Zevenbergen: Chr. W. J
Teeuwen. cand. te Leiden.
Tweetal: Te Bruinisse: J. W Eggink le
Willemstad, en E. H. Woldring te Kolhorn
Bedankt voor Leens ds. H. J .Hoek le
Gaast.
EVANG. LUTH. GEM.
Aangenomen naar Harlingen; mr. D. G
Hoevers, voorganger afd. Ned. Prot. bond le
Beilen.
CHR GEREF KERK.
Beroepen: Te Rotterdam-Centrum: S. v.
d. Molen te Lisse.
De Indische begrooting voor 1930.
DE VOORBEREIDING IS
ONBEVREDIGEND.
Hoe zal de richting van het regeerings-
beleid zijn?
Aan het voorloopig verslag der Tweede
Kamer over de Indische begrooting voor
lboO is het volgende ontleend:
Vele leden achtten de voorbereiding van
de behandeling der Indische begrooting niet
bevredigend. Sedert de inwerkingtreding
van de tegenwoordige wet op de staatsin
richting is de vorm, waarin de begrooting
aan de Slaten-Generaal wordt aangeboden,
met meer dan een geraamte. In verband
hiermede werd o.m. gevraagd, hoe de mi
nister denkt over het denkbeeld van de in
stelling van een vaste commissie voor kolo
niale aangelegenheden uit de Kamer, waar
mede de minister geregeld voeling zou kun
nen houden en waarmede o.m. door hem
zal kunnen worden overlegd hoe het beste
die punten betreffende indic, die van alge
meen belang worden geacht, onder de aan
dacht van de Kamer kunnen worden ge
bracht.
Verscheidene leden gaven uiting aan
hun teleurstelling over het wederoptreden
van den minister. Zij meenden, dat Indiü
juist op dit tijdstip een andere leiding noo-
dig heeft dan van dezen minister kan wor
den verwacht. Andere leden verklaarden
echter den nieuwen bewindsman met ver
trouwen te hebben zien optreden.
Het beleid van den gouverneur-generaal
kon verscheidene leden niet bevredigen.
Het getuigt naar hun meening niet van
daadkracht, maar van weifeling en aarze
ling op verschillend gebied. De meening
werd geuit, dat de G.-G in zijn goede
voornemens wordt tegengewerkt door zijn
reactionnaire adviseurs, terwijl hij vermoe
delijk ook den invloed ondergaat van de
uiterste reactionnaire Europeesche pers en
gemeente, waarin het optreden van den
huidigen minister geen verbetering zal
brengen. Andere leden meenden even
eens, dat het beleid van den G.-G. te zwak
en weifelend is en dat daarin te veel de
vaste lijn ontbreekt. Overigens merkten zij
op, dat er geen grond is voor de beschuldi
ging dat deze G.-G. eenzijdig de belangen
van een bepaalde groep of partij zou voor
staan.
Bij alle verschil van meening omtrent de
wenschelijkheid van verschillende maat
regelen was men vrij algemeen van gevoe
len, dat het ten aanzien van Indië te volgen
staatkundig beleid gericht moet zijn op
bevordering van de geestelijke en mate-
rieele ontwikteling van Ned.-Indië. Men
zou echter gaarne een duidelijke uiteenzet
ting ontvangen van de politiek, die de re-
geenng op economisch cn staatkundig ge
bied in de eerstvolgende jaren denkt te
olgen.
Zal, zoo werd gevraagd, de door de re
geering te voeren koloniale politiek in de
eerstvolgende jaren gaan in de richting van
de denkbeelden door den heer Colijn ont
vouwd in zijn bekende publicaties en in
zijn onlangs in de Eerste Kamer bij de
behandeling van de vorige Indische begroo
ting gehouden rede, of zal het regeerings-
beleid zich richten naar dc beginselen,
welke door prof. Steger werden aangegeven
in zijn bij diezelfde gelegenheid gehouden
rede?
Vele leden waren van oordeel, dat de
ontwikkeling van de staatkundige verhou
dingen moet leiden tot meer zelfstandig
heid van Ned.-Jndië. Groot verschil van
meening bestond echter over de vraag op
welke wijze deze ontwikkeling zal moeten
worden bevorderd en ten aanzien van de
vraag of gestreefd moet worden naar een
algemeene opheffing- in de toekomst van
den staatkundigen band tusschen Neder
land en Indië.
Gevraagd werd of de minister thans na
dere mededeelingen kan doen met betrek
king tot de bestuurshervorming in Indië In
het bijzonder zou men nader wenschen te
worden ingelicht over de indeeling iD ge
westen van Sumatra in verband met de
bestuurshervorming.
Het optreden van de regeering tegenover
de inlandsche beweging, gaf uit den aard
der zaak aanleiding tot zeer verschillende
beschouwingen Verscheidene leden wa
ren van oordeel, dat de regeering in Indië
aan de volksbeweging en de vakactie ern-
slige en ongewenschte belemmeringen in
den weg legt. Zij meenen, dat de regeering
tegen de inheemsche volksbeweging te
streng optreedt en spraken de hoop uit. dat
van het voorstellen van bepalingen tot
bestrijding van het revolutionnaire gevaar
zou worden afgezien, terwijl zij voorts aan
drongen op opheffing van het Boven-Digoel-
kamp.
Van andere zijde Werd daartegen opge
merkt, dat de regeering tegen de inheem
sche volksbeweging niet te streng optreedt.
Met de maatregelen, waartoe de regeering
ter verzekering van de orde en rust ge
meend heeft te moeten overgaan, konden
deze leden zich zeer goed vereenigen. Ver
scheidene hunner drongen aan op een kloek
en krachtig beleid en merkten op, dat
daaraan wel iets scheen te hebben ontbro-
I ken.
Wat de financieele aangelegenheden be
treft. zagen verscheidene leden in deze be
grooting de inleiding van een nieuwe pe
riode van strenge bezuiniging en verwaar
lozing van vitale volksbelangen. Naar
i verluidt heeft de minister bij den G.-G. op
Uit het Engelsch door J. S. FLITSCHER
Geautoriseerde vertaling door v. d. W.
13)
Op weg naar huis reden wij door dc dorps
straat naar de garage, waar Cherry de auto
gehuurd had. Toen wij het huis van Veller
voorbijkwamen werden wij door verschillen
de stemmen aangeroepen en Veller, gevolgd
door Pepita Marigold en Bryce Ellingham
kwamen aanhollen, alle drie in hoogst opge
wonden toestand. Pepita en Bryce waren
niet in staat een woord uit te brengen.
„Deze twee", riep Veller uit. daarbij wij
zende op Pepita en Bryce, „hebben iets ont
dekt. Het kan wat met dit zaakje te maken
hebben en misschien ook niet. Zij kwamen
direct naar mij toe."
„Zeker i9 het een ontdekking van groot
gewicht", riep Bryce uit. „Wij zochten u
daarom, mijnheer Cherry en daar u er op
uit was. zijn wij naar Veller gegaan, omdat
in die dingen spoed gewenscht is, niet waar?
Kijk nu eens hier als dit nu geen aanwij
zing is, zooals jullie dat noemen, dan zou ik
wel eens willen weten, wat dan wel een aan
wijzing is."
Hij hield zijn hand op en loen wij daarop
een gouden munt, met een gat er in, waar-
aaDvten van Gen was vastge-
ken k°n een u^roeP niet onderdruk-
„Van oom Joseph", fluisterde ik dicht bij
Cherry 9 oor. Noch Bryce, noch Pepita sche
nen dat precies te hooren, maar Cherry be
greep onmiddellijk wat ik meende en wrist de
aandacht daarvan voor een oogenblik af le
leiden Hij nam de munt in zijn hand en on
derzocht die nauwkeurig.
..Een Amerikaansche lien-dollar stuk",
zeide hij. „Hm. een mooie munt ook. En waar
heb je dat gevonden'"
..Dat gebeurde zoo; juffrouw Marigold en
ik wandelden langs de voet der rotsen daar
bij Fliman's End. Er is daar een soort van
nis, zoo iets als een kelder. Ik vond die munt
daarin tusschen zeewier."
„Zag het er naar uit, alsof die munt daar
lang gelegen had?" viel Cherry in de rede.
„Lag er zand of iets anders op."
„Neen ze zag er juist uit zooals nu. Het
leek mij of iemand haar pas had laten val
len en dat zij gevallen of gerold was tus
schen het zeewier. Maar dat is nog niet
alles. Er zijn voetstaopen in die nis, dat moet
u zeker gaan zien. Ze zijn van een man
en van een grooten kerel ook En zij leiden
recht over het zand, het is daar vast, wit
zand en het zijn daarop dc eenigste sporen.
Wij hebben niet gekeken waarheen zij lie
pen. Neen, we gingen haastig terug om u te
zoeken en daar u er niet meer was zijn we
naar Veller gegaan
„We zullen met z'n allen daar kijken",
zeide Cherry. Hij keek naar Veller en vroeg:
„hóe dicht kunnen wij met den wagen ko
men bij dat punt?"
„Tot het einde van de laan. langs ons
huis. kunnen wij rijden", riep ik uit „Stap
maar in ik zal den chauffeur den weg
wijzen."
De vier anderen gingen in den wagen
ik zette mij naast den chauffeur Op een ge
geven oogenblik boog Cherry zijn hoofd over
het lage scherm en vroeg dicht aan mij.n
oor: „i9 het zeker, dat die munt van je
oom is?"
„Zoo zeker als wat. Zij viel mij bijzonder
op; zij hing aan zijn horlogeketting."
Hij knikte en sprak nog zachter. „Uitste
kend! spreek er echter niet over als wij
uitstappen", fluisterde hij. y
De wagen bracht ons lot op een kwart
mijl van Fliman's End. Nadat wij waren uit
gestapt liepen wij over een veld en toen wij
aan het strand kwamen volgden wij de kust
lot bij de rotsen. Er waren verschillende
grotten of nissen in die rotsen; de grot waar
heen Bryce ons bracht lag op het Westen,
uit de opening had men een ruim uitzicht
langs de bochtige kust lot Kingshaven ir.
de wazige verte. En binnen in die grot lagen
verschillende hoopen drijfhout en zeewier,
daarin gespoeld door de krachtige winden,
die dikwijls van den Atlanlischen Oceaan in
het Kanaal bliezen.
„Daar heb ik de munt opgeraapt!" riep
Bryce uit. wijzende naar een hoop zeewier
achter in de grot. „Precies daar! En kijk nu
eens naar die voetsporen. Er zijn er een
massa hier in de grot en ziet u wel, zij gaan
in een rechte lijn <&arheen."
Cherry keek rond en scheen een idee fe
krijgen
„Blijf jullie allen staan, waar je bent",
zeide hij „laat mij even rond gaan kijken."
Hij keerde terug op den weg, dien wij ge
komen waren en ging daarna over een kor
ten afstand wepr op zijn schreden terug ver
volgens voegde hij zich weer bij Veller
en mij.
„De voetstappen zijn daar duidelijk ge
noeg" zeide hij „Ze zijn van een zwar°n
man met groote voelen, die hier is gekomen
ongeveer langs denzelfden weg als wij
van het einde van de laan over het veld. Dit
echter interesseerd mij niet bijzonder wat
ik wel gaarne wenschte te weten is, waar zij
heen gaan".
Hij wees naar de voetstappen, die van af
de grot westwaarts liepen en terwijl hij er
bij óns allen op aandrong om ter zijde daar
van te loopen. begonnen wij met ze zee
waarts te volgen, liet zand was wit. droog
en vast. zoodat de sporen zeer duidelijk wa
ren De man. die ze gemaakt had was blijk
baar rechtstreeks met een bepaald doel naar
een bepaald punt gegaan
„Waar is de hoog-water lijn?" vroeg
Cherry plotseling.
Veller wees een weinig vooruit.
„U zult zien waar die is. zoodra we komen
op de plaats, waar het zand een andere kleur
krijgt", antwoordde hij. „Op dit oogenblik
ongeveer op de helft van het slrand."
„Precies en we zullen zien. dat dia
sporen hier plotseling eindigen", merkte
Cherry op. „De man, die hier langs kwam is
meegenomen in een boot, die volgens af
spraak op dit punt kwam. Kijk. daar ein
digen zij."
Hij knikte bevestigend naar een streep op
het strand, die kenbaar was door hoopjes
wier en allerlei rommel; dat was de hoog
water lijn.
„Ja. dat is het', merkte Cherry op. ,.Ik be
grijp het nu hij kwam hier aan en
wachtte hier op de boot nu. lalen wij
nog eens in de grot gaan kijken"
Wij gingen terug en keken daarin nog
eens rond. Plotseling had ik het voorrecht
iets le vinden; gelukkig was dat op een
oogenblik. dat Bryce, Pepila en Veller aan
het eene einde der grot waren en Cherry en
ik nan de andere zijde Bij het zeewier en
drijfhout dat in de hoeken lag vond ik al
lerlei afval mensrhen uit Kingshaven
kwamen dikwijls langs de kust. picnickten
daar en lieten verschillende dingen, zooals
couranten, flesschen en zoo voort, achter.
Ik vond daarbij een flesch, die zeker niet
kwam uit Kingshaven en liet die aan
Cherry zien.
„Weer een aanwijzing", riep ik uit. „Dit
belioorde ook aan oom Joseph 1"
Cherry keek ongeloovig.
„De eene flesch heeft veel van een andere,
Ben „Het is een gewone flesch.
„En kijk eens naar het etiket!"
„Dit is de flesch, die oom Joseph in zijn
tasch had ik vertelde u, dat ik haar op
zijn verzoek daaruit haalde toen hij flauw
viel nadat wij hem van den moord verteld
hadden. Let oen9 op den eigenaardigen naam
op het etiket daardoor herinner ik
het mij."
„Ik zie het", zeide Cherry. „Zonderlings
namen, dat is zeker, Zetterquist en Vander-
pant, handelaren in wijn en sterke dranken,
St. Georgestreet E. Ja. dat komt hier niet
vandaan Wij beginnen nu een beetje op de
hoogte te komen van de gelegenheden, die
oom Joseph bezocht. Hij heeft iets uit ta
staan met Crippe. die handelaar i9 in
scheepsartikelen in Old Gravel Lane en hij
koopt zijn sterken drank in St. George
street, daar dicht bij. Wij zullen daar een
onderzoek moeten instellen. Maar intus-
schen
Hij gaf mij een wenk, stak de flesch in
een zak van zijn overjas en zeide, terwijl
hij naar de anderen slapte, dat wij terug
zouden gaan. Op weg naar den wagen ver
maande hij Bryce Ellingham en Pepita te
zwijgen over hetgeen gevonden was en be
loofde hun, dat als de tijd daar was om dat
bekend Ie maken, zij dan de volle eer zou
den hebben. Hij zond hen met Veller in den
wagen weg; hij en ik wandelden door de
laan naar huis.
(Wordt vervolgd).