De Gemeente-Begrooting voor 1930.
Het Sectieverslag en het antwoord van B. en W.
mm
Wie een dagelijksch middel wenscKl Ier opwekking en verkwikking,
pepermun
I niet
missen
FEUILLETON.
DE SPIEGEL.
Werkloosheid, steun en werkverschaffing.
Een lid vraagt B. en W. meer aandacht
te schenken aan de sociale taak en meent,
dat, hoewel z.i. werkloosheidsbestrijding in
de eerste plaats rijkszorg is, ook de gemeen
ten tot taak hebben alles in het werk te stei-
len de werkloosheid to doen verminderen.
Weliswaar is de werkloosheid afnemende,
doch de toestand is nog geenszins roos
kleurig.
Met betrekking tot de werkverruiming
meent dit lid dat, dank zij het feit dat de
huidige Wethouder voor Sociale Zaken van
een goeden wil blijk geeft, door de gemeente
wel iets gedaan is, doch niet genoeg. In dit
verband wijst hij op eenige objecten, die
voor werkverruiming in aanmerking komen.
Zoo de demping Levendaal en Mare. Spre
ker weet wel dat beide objecten aan den
kapstok „uitbreidingsplan" zijn gehangen.
Maar juist daarom wijst hij er op, omdat ook
de vaststelling van het uitbreidingsplan te
lang duurt.
De rioleeringsplannen zijn reeds eenige
jaren in uitvoering. Spreker acht het tempo
van de uitvoering echter te langzaam. Het
kan z. i. veel sneller.
Voorts wordt ,,de Leidsche Hout" door
hem besproken. Z. i. kunnen veel meer ar
beiders aldaar te weik worden gesteld. Het
terrein is groot genoeg. Hij wil dan ook van
het batig saldo een flink bedrag voor den
Leidschen Hout beschikbaar stellen.
Ook is door B. en W. in uitzicht gesteld
dat de Veemarktplanncn spoedig tegemoet
zouden kunnen worden gezien. Hij. heeft tot
nu toe niets naders vernomen, hoewel het
werk ook naar zijn oordeel urgent is.
Over de regularisatie in het schfldeTsbe-
drijf zijn de organisaties nog niet geheel te
vreden.
Ten aanzien van de kasuitkeering aan
werkloozen bepleit dit lid de toekenning
van een bijslag op die kasuitkeeringen,
welke van sommige bonden b.v. van den
Landarbeidersbond te laag zijn.
Met betrekking lot de werkloozenonder-
steuning constateert dit lid. dat hoewel ver
hooging gewenscht blijft, de ondersteuning
in Leiden geleidelijk aangekomen is tot het
peil van andere steden. Er dient z. i. gewaakt
te worden tegen elke poging tot verslechte
ring.
In dit verband wijst hij ten slotte nog 00
de onbillijk werkende wachltijdregeling, die
vooral bij de organisaties veel verzet uil-
oefent.
Een ander lid meende, dat in de eerste
plaats moet worden gestreefd naar de vesti
ging hier ter stede van nieuwe industrieën,
welke, in tegenstelling met werkverschaffing
en werkverruiming, lot een blijvende uit
breiding van werkgelegenheid leidt; het aan
tal weYkloozen en daarmede het bedrag, dat
aan steunverleening moet worden besteed,
zal daardoor verminderen.
B. en W. zeggen, dat zij alles doen om de
werkloosheid te verminderen, speciaal door^
werkverruiming. Wij wijzen slechts op de
centrale rioleeringsrwerken, waarbij zulk een
groot aantal arbeiders werk vond, dat aan
aanvragen om grondwerkers door de Ar
beidsbeurs niet kon worden voldaan. Bo
vendien vonden vele arbeiders werk bij het
uitvoeren van slootdempingen, bij riolee-
rings- en bestratingswerken op terreinen om
en nabij Zuiderzicht. Nieuwbouw bij de
Lichlfabrieken verschafte eveneens veel
werk.
Ook particulieren doden vele groole wer
ken uitvoeren, hetgeen, evenals de aanlag
van den Leidschen Hout, in belangrijke mate
tot vermindering van de werkloosheid in
deze gemeente heeft bijgedragen. In de toe
komst zullen arbeidskrachten gevorderd
worden voor de verbreeding van de Mare-
singelgracht bij de Gasfabriek en voor de
andere openbare werken, die in voorberei
ding zijn.
Werkverschaffing wij herhalen het
is echter in de gemeente Leiden moeilijk in
praktijk te bTengcn; op werkverruiming moet
daarom steeds meer het oog gericht zijn.
En wat de omvormingscursussen betreft,
deze worden opgericht, wanneer de be
hoefte zich daaraan doet gevoelen. Op dit
gebied is onze gemeente de toonaangevend.-»
in Nederland. Aan al degenen, die voor steun
in aanmerking komen, is de gemeente ech
ter niet in staat arbeid te bieden. Verheugend
is intusschen het verschijnsel, dat, niette
genstaande de koude wintermaanden, de
steun aanmerkelijk is gedaald.
Op hetgeen te berde is gebracht met be
trekking tot hel bevorderen van de vestiging
van de nieuwe industrieën hier ter stede
meenen wij thans niet nader te moeten in
gaan. nu deze aangelegenheid ingevolge een
aangenomen voorstel van den heer Mandeis
commissoriaal is gemaakt.
De aanleg van den Leidschen Hout heeft
gedurende Tuim een jaar aan gemiddeld een
40-tal ongeschoolden werk verschaft. Vooral
door deze werkverschaffing is het aantal
werkloozen, dat in den zomertijd hoofdzake
lijk uit ongeschoolden bestaat, aanmerkelijk
teruggeloopen.
Het aantal op den Leidschen Hout tewerk
gestelde arbeiders wordt geregeld in overleg
met den architect der stichting en hangt sa
men met de technische eischen van het
werk. Onjuist is de bewering, dat meer ar
beiders te werk gesteld hadden kunnen wor
den.
Op de geuite wensehen, om uit de ge
meentekas een geldelijke bijdrage aan de
stichting uit te koeren, meenen wij thans
niet te moeten ingaan. Eerst indien een
daartoe strekkend verzoek van het bestuur
der stichting mocht inkomen, is voor het
gemeentebestuur het oogenblik aangebroken
zijne houding in deze te bepalen.
Een plan voor de nieuwe veemarkt zal.
naar de Directeur der Gemeentewerken heeft
toegezegd, ons een dezer dagen bereiken,
zoodat wij vertrouwen binnen niet al le
langen tijd hieromtrent nadere voorstellen
te kunnen doen.
De uitwerking van dit omvangrijke plan
heeft uiteraard vertraging ondervonden door
de Stadhuisbrand, doch bovendien heelt
vooral het noodzakelijke overleg met de
Nederlandsche Spoorwegen voor wat even
tueel^ spooraansluiting enz. betreft, veel tijd
gevorderd.
De verbetering en verbreeding van den
Haarlemmertrekvaartweg tusschen de Trek-
vaarlbrug en Greenoord, is bij hel plan voor
de nieuwe Veemarkt mede onder oogen ge
zien en zal tegelijk daarmede behandeld
worden.
Over het meest gewen9chte tijdstip van
uitvoering van deze wegverbetcring in ver
band met de veemarktplannen zullen wij
ons nader beTaden. Allereerst dient echter
het hoofdriool van de centrale rioleering in
dezen weg te worden gelegd, hetgeen in den
loop van het volgend jaar (1930) zal kunnen
geschieden.
Omtrent regularisatie in het schildersbe
drijf kunnen wij nog mededeelen, dat thans
reeds de verf werken aan gemeentelijke ge
bouwen enz. voor het jaar 1930 zijn aanbe
steed, zoodat verschillende gedeelten daar
van, voor zoover dit met de veieisclite hoe
danigheid van het werk strookt, in dezen
winter kunnen worden uitgevoerd.
Van ons College zijn geen voorstellen te
verwachten om op de kasuitkeeringen aan
werkloozen een bijslag te verleenen. Werk
loosheidsverzekering en steunverleening
moeten o.i 9lreng gescheiden blijven.
Met betrekking tot het peil, waarop de
ondersteuning aan uitgetrokken werkloozen
langzamerhand is gekomen, meenen wij er
op te mogen wijzen, dal do steunregeling in
deze gemeente met die in andere gemeen
ten mag wordeïi vergeleken. Tegen verslech
tering behoeft niet le worden gewaakt, daar
nimmer verslechteringen, doch steeds ver
beteringen in de steunregeling zijn aange
bracht.
De uitbetaling van de steungelden aan uit
getrokken werkloozen geschiedt sedert de
oprichting van de Crisiscommissie, 1 Jan.
1923, via de organisatiebesturen.
Over de wijze, waarop dit geschiedt, zijn
bij ons nimmer ernstige klachten ingekomen.
Tenslotte kunnen wij niet toegeven, dat
de wachltijdregeling voor den sleun in haar
geheel onbillijk werkt.
Onderwijs.
Ten aanzien van dit onderwerp bracht
een lid de volgende wensehen naar voren:
lo over le gaan tot den bouw van een
opleidingsschool voor u.l.o. in het Haagweg-
kwartier; ook indien de verbinding tusschen
de beide Rijnoevers zal zijn tot stand ge
komen acht dit lid den bouw van deze
school noodig, omdat de scholen aan de
Paul Krugerstraat in verband met in die
wijk plaats gehad hebbende bebouwing
thans goed bevolkt zijn;
2o. het advies van de Plaatselijke School
commissie ook in te winnen in zake het
bijzonder onderwijs betreffende;
3o. tot toekenning van medezeggenschap
aan de onderwijzersorganisaties betreffende
de inrichting van het onderwijs;
4o. over te gaan tot den bouw van meer
opleidingsscholen voor u.l.o. aan welk soort
van onderwijs bij de ouders thans de
grootste behoefte bestaat;
5o. het gymnastiekonderwijs op alle scho
len weder aan vakonderwijzers op te
dragen
60. te onderzoeken, of niet een tweede
centrale school voor het 7de en 8ste leer
jaar moet worden gesticht.
Een lid zou gaarne zien, dat B. en W.
slappen deden om te komen tot oprichting
van een Middelbaar Technische School,
waaraan in deze gemeente z.i. groote be
hoefte is. Waar deze scholen niet veel voor
komen en Leiden op onderwijsgebied een
naam heeft op te houden, zou hij gaarne
zien, dat met medewerking van Rijk, Pro
vincie en belanghebbenden een oplossing
werd gevonden.
In een andere Sectie zou een lid B. en W.
willen voorstellen minder royaal te zijn met
uitgaven voor de inrichting van schoolge
bouwen. doch bij die inrichting meer een
voud te betrachten.
Daartegenover zou hij meer willen beste
den voor het openbaar bewaarschool-onder
wijs, b.v. door uitbreiding daarvan.
Een ander lid vraagt hoe het staat met
de oplossing van het bewaarschoolvraag-
stuk. Kunnen wij verwachten dat spoedig
definitieve voorstellen ter behandeling wor
den ingediend? zoo vraagt hij, en spreekt
daarbij den wensch uit, dat tusschen het
openbaar en het bijzonder bewaarschool-
stelsel financieelc gelijkheid zal worden be
tracht.
De vraag werd gesteld; Waarom B. en W.
nog geen uilvoering hebben gegeven aan 't
Raadsbesluit van 20 Juni 1927 in zake den
bouw van een openbare bewaarschool in het
Kooikwartier?
De spreker, hier aan het woord, acht ook
in andere wijken oprichting van openbare
bewaarscholen noodig; zoo mogelijk door
bestaande lagere scholen, die niet meer als
zoodanig gebruikt wórden, daarvoor in te
richten.
Ten slotte bepleit dit lid invoering van
gereglementeerde schoolvergaderingen en
afschaffing van het ambulantisme der
hoofden.
Een lid is voorts van meening, dat de ge
meente te weinig invloed en toezicht heeft
op de wijze, waarop de gemeentelijke subsi
dies aan diverse vereenigingen en instellin
gen worden besteed. Wordt wel steeds door
die lichamen de noodigc zuinigheid be
tracht? Hij heeft hier in het bijzonder het
oog op de Vereeniging Schoolkindervoeding.
Dit lid wenscht meer toezicht door de ge
meente en vraagt of B. en W. aan subsi-
dieering in 't algemeen zoodanige voorwaar
den willen verbinden, dat met betrekking
tot de wijze van besteding der subsidie de
gemeente meer zeggenschap en controle
krijgt.
Een ander lid sluit zich 'hierbij aan en
meent dat, waar de subsidie aan School-
kindervoeding 95 pGt. bedraagt van haar
inkomsten, de gemeente ook meer zeggen
schap kan doen gelden ten aanzien van de
handelingen dezer vereeniging.
Ten slotte vraagt een lid: Waarop is de
f. 1750 hoogere subsidie-aanvrage gegrond?
J3. en W. antwoorden:
Naar onze meening behoort thans nog niet
te worden overgegaan lot hel stichten van
een openbare school m het Haagwegkwar-
tier, maar dient te worden afgewacht, wat
ten aanzien van de schoolbevolking in de
omgeving van den Haag weg en in die van
den Morschweg het gevolg zal zijn van de
verbinding tusschen die beide Stadskwar
tieren.
Op de Paul Krugerslraat-scholen is. be
halve in de eerste twee leerjaren, in alle
klassen nog plaatsruimte voor een betrek
kelijk groot aantal leerlingen.
Bovendiien is er nog een geheel vrij lokaal.
Van een tekort aan plaatsruimrte kan
trouwens in het algemeen geen sprake zijn.
Mocht er op de opleidingsschool een tekort
aan plaatsruimte ontstaan, dan zou aller
eerst moeten worden overwogen, of alsdan
niet een school voor gewoon lager onder
wijs in een opleidingsschool kan worden
omgezet.
Evenmin bestaat er aanleiding het aantal
openbare scholen te vermeerderen door de
stichting van een tweede school voor het 7e
en 8e leerjaar. Op een eenigszins belangrijke
toeneming van het aantal leerlingen voor
het 7e en 8e leerjaar mag o.i. thans niet
meer worden gerekend en splitsing van de
beslaande school in twee scholen achten
wij niet in het belang van het onderwijs.
Geenszins neemt ons College het stand
punt in, dat de Plaatselijke Schoolcommis
sie niet behoort te worden gehoord over
zaken, het bijzonder onderwijs betreffende.
Wij zijn echter van meening, dat het geen
zin heeft over zuiver formeele zaken,* onver
schillig of zij het bijzonder, dan wel het
openbaar onderwijs raken, advies van die
Commissie in te winnen.
Toekenning van medezeggenschap aan on
derwijzers-organisaties in zake de inrichting
van het onderwijs zou strijdig zijn met de
Wet. Wordt bedoeld den wensch uit te spre
ken, dat over voorgenomen veranderingen
in de inrichting van het onderwijs door ons
advies wordt ingewonnen van die organisa
ties, dan antwoorden wij, dat aan ons Col
lege behoort te worden overgelaten, om voor
ieder geval in het bijzonder te beslissen of,
en zoo ja, van welke organisaties advies zal
worden gevraagd.
Op alle openbare scholen zijn vakonder
wijzers in lichamelijke oefening werkzaam.
Uitbreiding van het aantal voor die vakon
derwijzers thans gegeven lessen, achten wij
niet noodig en met het oog op de daarmede
gemoeide kosten wegens hoogere salariee-
ring en hoogere vergoeding aan het bijzon
der onderwijs, dus niet gewenscht.
Zuinigheid ook op het terrein' van het
onderwijs blijft geboden. Wij zijn ons niet
bewust daarmede bij de inrichting van
schoolgebouwein niet in voldoende mate
rekening te hebben gehouden.
Gaarne onderschrijven wij de meening.
dat Leiden op onderwijsgebied een naam
heeft op te houden. Daaruit vloeit evenwel
nog niet voort, dat in onze stad elk type
school aanwezig moet zijn. Aangezien ons
van een werkelijk bestaande behoefte aan
een Middelbaar Technische School tot nu
toe niet alleen niete gebleken is, maar wij
integendeel juist van oordeel zijn, dat zich
voor een M.T.S. alhier geen voldoend aan
tal leerlingen zou aanmelden, is ct o.i.
geen aanleiding, om pogingen aan te weu-
den tot oprichting van een dergelijTce on
derwijsinrichting. Middelbaar Technische
Scholen zijn o.a. gevestigd te Haarlem,
Utrecht en Rotterdam.
Wij stellen ons voor de bewaarschoolza
ken binnen enkele weken bij de betrekke
lijke Commissies aanhangig te maken.
Thans komende tot de beantwoording
van de opmerkingen in zake de subsidies
aan verschillende vereenigingen, deelen wij
mede, dat wij niot zullen aarzelen, om de
controle en het toezicht op de wijze, waar
op de subsidies worden aangewend tc ver
scherpen, indien ons ten aanzien van welke
vereeniging dan ook zou blijken, dat de
subsidies niet op juiste wijze worden be
steed, of dat niet de noodige zuinigheid
wordt betracht. Zoolang zulks evenwel niet
is gebleken en dat is niet het geval
bestaat er louter op grond van eenige stij
ging van een subsidie geen voldoende aan
leiding om in te grijpen» Wat nu in het
bijzonder betreft de raming van de subsidie
aan de Vereeniging Schoolkirwlervoeding en
Schoolkinderkleeding, merken wij op. dat
de hoogere raming is gebaseerd op de toe
neming van het aantal deelnemers aan de
maaltijden tengevolge van de invoering
van het verplichte 7e leerjaar. Met
oog op de verbetering van den econon
schen toestand achten wij het echter ui
uitgesloten, dat het geraamde bedrag ni3
geheel benoodigd zal zijn.
Tenslotte zijn wij op grond van
kmgen met den gedelegeerde van den gJ
meenteraad in het bestuur van oordeel, dJ
er voldoende toezicht van wege de gemef
te kan worden en tot heden ook is uit*d
oefend.
Armwezen.
De Stedelijke Werkinrichting is, volgerj
een lid, in den bestaanden toestand ee
onding en zou beter kunnen verdwijnen.
menschen kunnen zich, ook door het inweJ
dige van de inrichting, beschouwen als gd
vangenen, te meer omdat geen werk valt L
verrichten. Hij bepleit dan voorts een reoij
ganisatie der inrichting in dien zin dat oo|
werkzoekenden door het Burgerlijk
stuur daarin kunnen worden gehuisvesj
doch gepaard gaande met ander werk ej
onder betere leiding.
Indiening van een voorstel bij den Ra
in dezen zin wordt door hem toegezegd.
Een ander lid vraagt of B. en W. berei|
zijn bij de Regenten van het Heilige Gee
of Arme Wees- en Kinderhuis stappen
doen, welke er toe kunnen leiden, dat voord
aan voor opneming van kinderen financier
minder bezwarende voorwaarden wordei
gesteld, teneinde een grooter aantal kinderej
in dat weeshuis te kunneif opnemen.
Een 2-tal leden bepleit de behoefte aaj
een gemeentelijke inrichting voor zorg
ouden van dagen. Wel bestaan er enkell
particuliere instellingen in dezen geest, doel
velen hebben tegen opname daarin bezwaar!
Deze leden achten het zeer gewenscht daf
de gemeente de zorg op zich neemt ora
ouden van dagen die zorg noodig hebben 0
behoeftig zijn, in een speciaal tehuis ondej
te brengen.
B. en W. antwoorden:
Het Burgerlijk Armbestuur streeft er na)
tuurlijk zooveel mogelijk naar werkzaam 1
zijn overeenkomstig de beginselen, die in dl
Armenwet zijn neergelegd. In den zomer
plegen echter geen werklooze arbeiders dool
het Armbestuur gesteund te worden, terwijl
het aan het Armbestuur in den winter nie|
wel mogelijk is die arbeiders aan werk I
helpen.
In zake opneming van kinderen in hJ
Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinder!
huis onder financieel minder bezwarend)
voorwaarden heeft reeds eene besprekinj
met Regenten plaats gehad. Tot een gunstj
resultaat hebben die besprekingen nog niej
geleid.
De behoefte aan een gemeentelijke inricfi!
ting voor ouden van dagen, als door een
tweetal leden bedoeld, wordt dezerzijds nier
gevoeld. In de .bestaande particuliere Oudel
liedenhuizen worden deze personen steedf
geregeld opgenomen. Van eenig plaatsje)
brek is ons nimmer gebleken.
Politie.
B. cn W. zeggen naar aanleiding van ow
merkingen:
Op grond van de bestaande bepalingen in
het Wetboek van Strafrecht kan tegen hef
uilstallen van pornografische lectuur nia
krachtiger worden opgetreden, aangeziej
deze bepalingen door de rechterlijke machj
blijkbaar zeer ruim worden opgevat.
ïlet al dan niet in het leven roepenv
een commissie voor documentatie der win
kelbedrijven en hetgeen verder verban
houdt met het op 1 Januari a.s. in werkinj
tredende werktijdenbesluit voor winkelperso1
neel zal door ons College onder oogen woi
dert gezien bij de voorbereiding van om
praeadvies op het ingekomen adres van vef
schillende organisaties van winkelpersone^
ter zake.
Wijziging van toepassing der Zondagse
cn het toelaten van optochten met muziel
en banieren, waarom werd gevraagd, kun!
nen B. en W. ook nu niet inwilligen.
RECLAME.
329
IIPST'1-* r
Wor+K
o crown
(Japansch Sprookje).
In een gehucht, Matsuyama genaamd, dat
ver verwijderd ligt van de drukke, booze
stad, leefde eens een gelukkig echtpaar mtt
hun eenig en veelgeliefd dochtertje. Hun
leven was van een groote harmonie, totdat
de vader plotseling voor een gewichtige
zaak naar Tokio moest reizen. Dat betee-
kende een verren tocht en het afscheid, dat
hij van zijn dierbaren moest nemen, viel
hem zeer zwaar. Zij waren nog nimmer
verder dan de naastbijgelegen dorpen ge
weest en de gedachte, dat het hoofd van het
gezin naar de keizerstad moest trekken,
maakte allen zeer bedroefd. Maar de vrouw
hervond het eerst haar moed. Zij had veel
over de pracht van het keizerlijke paleis en
over de machtigen des rijks gehoord en zij
werd kalm en rustig, toen haar man haar
beloofde, mooie geschenken te zullen mee
brengen.
Vier bange weken verstreken tot eindelijk
de dag zijner terugkomst was aangebroken.
De bezorgde vtouw sloot hem in haar armen
en het dochtertje, dat voor dezen blijden dag
zelfs haar blauwen mantel had omgeslagen,
die haar zoo goed stond en dien de vader
zoo heel mooi vond, wic-'rp zich om zijn
hals. Zij klapte vrooiijk in de handen en in
zalige verrukking speelde ze later met het
vele speelgoed, dat de vader uit de hoofd
stad had meegebracht. En hij vertelde in
middels over de wonderbare dingen, die hij
in Tokio le zien had gekregen en vond
nauwelijks zijn einde.
„Voor jou, mijn innig-geliefde vrouw,"
sprak hij, „heb ik ook een kostbaar ge
schenk meegebracht. Hier heb je het..
kijk maar eenshet is een spiegel. Ja,
een spiegel heet zoo'n ding. Kijk er maar
eens in, dan zul je wat zien."
Bij deze woorden overhandigde hij haar
een kleine, zwart gelakte cn met bloemen
versierde doos. die binnenin een metalen
plaat bevatte. De buitenste kant was zwart
als de nacht, alleen met enkele, gouden
hieroglyphen versierd, de binnenkant
glansde in effen stilten glans. De vrouw
keek erin; een mooi gezichtje met twee ge
zonde kersenlippen zag haar aan, en twee
groole, sprekende oogen straalden haar be
minnelijk tegemoet.
„Nu. wat heb je gezien?" vroeg hij stra
lend en was gelukkig, dat hij zoo'n wonder
baar cadeau had meegebracht.
„Ik zie een knappe vrouw met half
geopende lippen en groote oogen, zooals ik
die heb".
„Och, lief, dom vrouwtje", lachte hij
terug, ..'t is je eigen uiterlijk. In de hoofd
stad heeft iedereen zoo'n spic-'gel, die het
gezicht van den mensch en alles, wat aan
hem is, terugkaatst. In de keizerstad heeft
een ieder een spiegel in hui9. Kleine of
groole, in kostbare lijsten, hangen er in alle
vertrekken, maar hier, bij ons, kent geen
mensch nog zoo'n ding, dat ik jou als ge
schenk heb meegebracht".
En de jonge vrouw bekeek iederen dag
opnieuw met stralende oogen den spiegel,
maar daar zij bang was, dat hij door het da-
gel ijksch gebruik kon slijten, verborg zij
hem in een kist bij de andere kostbaar
heden, die zij van haar man had ontvangen*
Aldus verliepen er vele gelukkige-jaren;
het dochtertje1 was inmiddels tot een
bloeiende jonkvrouw opgegroeid en betoo-
verde door haar bevalligheid evenals door
de beminnelijkheid haar9 harten alle dorps
bewoners. De moeder, die het kind zag op
bloeien. moest aan haar eigen jeugd terug
denken en aan de verleidingen der lieve
ijdelheid. En om haar kind voor trots en
hoogmoed le vrijwaren, verstopte zij den
spiegel, zoodat ook zelfs haar dierbare echt
genoot hem niet wist te vinden.
Het dochtertje rijpte als de bloesems van
kersen, tot betooverende, onvermoeds
schoonheid en haar hart was vol jubel.
Het was juist kersen-bloeitijd en men
maakte zich bereid tot het groote feest, toen
de moeder ernstig ziek werd. Daar zij dicht
er aan toe was, het rijk der hemelsche
goden binnen te gaan. zei ze lot haar kind,
dat zij van haar afscheid wilde nemen.
..Mijn geliefd kind, ik zal je nu moeten
verlaten. Wanneer ik er niet meer zal zijn,
neem dan den spiegel uit zijn verborgen
hoek en blik er eiken avond in, vóór het
ler-ru9te-gaan. Ook als het lieve licht der
zon aan den vroegen morgen opgaat, moet
jij altijd mijn beeltenis in dien 9piegel zoe
ken: dan zul je weten, dat ik over je waak".
Het meisje legde, onder tranen, do gelofte
af, dezen laatsten en innigen wensch der
moeder te vervullen. Toen slaakte de vrouw
een laatsten zucht en haar ziel steeg om
hoog.
De dochter dacht aan haar gelofte, zag
eiken morgen en eiken avond in den spiegel
en zag haar gestorven moeder in jeugdige
schoonheid met half-geopende, kersroode lip
pen en groote, droevige oogen haar tegen-
blikken. Het meisje richtte dan roerende
woorden van liefde tot dit levende gelaat,
ve/trouwde dit de eerste geheimen van het
volwassen meisje toe, de eerste vreugden der
jonge vrouw. Zpj bemerkte echter spoedig,
dat het gezicht, dat haar aankeek, fris*
en mooier was dan dat der moeder,
op haar sterfdag zoo bleek ale w»
uitgezien. Het spiegelbeeld kreeg 11
zoo lief, dat zij er toch telkens opm J
kijken moest en toen daarover d<*r
vader tot de orde werd geroepen. 1
haar vroeg, wat ze toch deed. antwoo -
„ik tuur telkens weer in het getoUUJ^
moeoer, zooals ik het op het VJ
beloofd. Ik neem haar in alles tot mu J
trouwde en ik wil goed zijn en u j
zij over mij tevreden kan zijn. 1
eiken dag opnieuw en ik ben geluk -
haa innig bemind gelaat aanschou
De vader begon te schreien, j.
kinderlijke eenvoud trof hem 1 P. e3
hart. Kooit waagde hij het haar
te openbaren, de waarheid bliktej
eigen beeld in den spiegel te
Deze innige en sterke hefde
dcchter eiker, dag meer voornan
gelpen. Spoedigf trouwdezg ee
Samurai en leeft nog hed'en e ma|
tevreden in den kring harer Ka3r
zij kijkt nog altijd in deni sp> r. ,e
het gelaat harer moeder wan
schouwer.
2-3!