CACHET
D-FAI"
HOOFDPIJN
ZENUWPIJNEN
RHEUMAT1EK
Dp raad blijft volkomen vrij. de plannen
Dudok al dan niet te aanvaarden. Het col
lege van B. en W dat nu bij deze plannen
zal betrokken word»*n. zal dit misschien niet
zijn, de raad wel. Trouwens, de kosten spre
ken ook thans een belangrijk woordje mee!
Spr. is overtuigd dat een goed stadhuis
van meerdere architecten is te krijgen, doch
wij hebben noodig een echt Leidsch stad
huis, waarop juist door samenwerking in
vloed is te oefenen Daarom vreest hij voor
een meervoudige opdracht, wanneer van die
samenwerking geen sprake zal kunnen zijn
De heer HUURMAN: Wat is dat vooreen
stadhuis?
De VOORZITTER- een Leidsch stadhuis.
De heer HUURMAN van welken vorm?
De heer PARMENTIER: De vorm van den
heer Dudok.
De VOORZITTER gaat de gang van zjjJcen
bij meervoudige opdracht na om duidelijk
te doen uilkomen, dat dan hel Leidsche
karakter niet of weinig meespreekt. En een
echt Leidsch karakter moet ons stadhuis
dragen. Door nauw contact zal dat cachet
sleehls kunnen worden verkregen.
Bij meervoudige opdracht is er keuze.
Doch dat i9 z. i. juist een bezwaar, waar de
raad niet deskundig is en dan aan leeken-
oordeel zal bloot komen Ie staan, met alle
gevaren daaraan verbonden. Voorlichting
van één deskundige is verre daarom te ver
kiezen.
Hoewel enkelvoudige opdracht zelfs door
de architeclen zelf als het beste wordt ge
oordeeld, zegt de B. N. A. dat er hier reden
is, daarvan af te wijken, en wel door de
stedebouw. het terrein en de ingang, doch
deze drie dingen ziet hij niet zoo zwaar en
daarom acht hij ook hier enkelvoudige
oplossing als gevende één goede kans, tegen
drie twijfelachtige bij een opdracht aan drie,
het beste.
Spr. last daarop de genoemde successen
bij meervoudige opdrachten aan, ook ten
aanzien der aesthetische normen noemende
o. a. Volkenbondspaleis, stadhuis te En
schede, Rotlerdamsche beurs, de Bijenkorf,
daarbij het oordeel deT opdrachtgevers zelf
citeerend etc.
Wat aan Monumentenzorg is gegeven, is
geen program van eischen. slechts een een
voudige globale opgave Dit leidde zelf9. al
tot verkeerd begrijpen door Monumenten
zorg.
De heer HUURMAN: ja, dat zijn maar
stumperds.
De VOORZITTER is overtuigd dat de heer
Dudok beide plannen alle recht zal doen
wedervaren.
Het bezwaar van tijdverlies weegt bij
spr. niet zoo zwaar, zoo tenslotte de plan
nen van den heer Dudok niet zouden zijn te
aanvaarden.
B. en W. voelen wel voor de argumenten
van den heer Schüller ten aanzien van een
nieuw Stadhuis; natuurlijk is gebruik van
den ouden gevel aan de Breestraat gebon
den.
Van een architect te vergen zelf een
plaats te zoeken, lijkt spr. te veel gevraagd,
doch met advies van B. en W. en beslissing
van de raad is misschien toch een andere
plaats mogelijk en daarom zou hij het plan
van nieuwbouw vrij willen geven wat plaats
betreft
B. en W. wijzigen hun voorstel aldus:
aden heer W. M. Dudok. gemeente
architect te Hilversum, opdracht te verlee-
nen tot het maken van plannen voor een
nieuw Raadhuis, welke plannen op den ge-
bruikelijken voel zullen worden gehono
reerd, met dien verstande, dat twee plannen
zullen worden gemaakt, een met en een
zonder behoud van den ouden gevel;
b. voor het maken van hel plan met be
houd van den ouden gevel als bouwterrein
in algemeenen zin aan te wijzen het terrein
van het oude Raadhuis;
c. den heer Dudok op te dragen, voor het
maken van het plan zonder behoud van den
ouden gevel een nadere aanwijzing van
het bouwterrein door den Raad af te wach
ten, doch inmiddels den Raad zoo spoedig
mogelijk met betrekking tot die aanwijzing
van advies te dienen;
een en ander onder voorbehoudvan
'9Raads vrije beoordeeling en keuze, of en
zoo ja welke der ingezonden plannen tot
uitvoering zal worden gebracht.
DE REPLIEKEN.
De heer SPE-NDEL wil allereerst protes
teeren, dat de wethouder hem niet juist ci
teerde. De wethouder had bij het stenogram
te rade kunnen gaan, dan zou blijkendat
de wijze van optreden van den wethouder
ontoelaatbaar is.
Als het college zijn wil wil doordrijven
heeft hij het recht daartegen schrap zijn
meening te stellen Verder zal spr. er nu
niet ingaan, om op zijn beurt niet onaan
genaam te worden.
De citaten over den heer Dudok bedoelde
niet dezen persoonlijk neer te halen; het
waren citaten van vakmannen.
Tegen enkelvoudige opdracht zijn min
stens evenveel citaten te stellen als de wet
houder en voorzitter deden er voor Beiden
zijn er niet in geslaagd den indruk der stuk
ken te vergrooten. Hoeveel groote bouwwer
ken zijn niet voortgekomen uit meervoudige
opdracht, dank zij de keuze etc.? Contact,
hij herhaalt het, is ook dan voldoende mo
gelijk.
Practisch zitten wij aan den ontwerper
vast, zoo enkelvoudige opdracht wordt ver
strekt Zal de raad toch na zoo'n' nauw
contact tussehen B en W en den bouw-
RECLAME.
9005
niet geheel met de criliek op B. en W. in te
stemmen.
Hij zou 'tmisdadij vinden den ouden gevel
te sloopen en wat gered worden kan. moet
geschieden. Alle takken van dienst behoe
ven er ook niet te worden gevestigd en de
gevel zou voor andere doeleinden misschien
zijn te gebruiken. Eén persoon de twee op
drachten te geven, is echter geen eerlijke
kans voor beide bedoelingen.
Hij blijft, gezien de verschillen van mee
ning. de voorkeur geven aan een aparte
stadhuis-commissie, waarin ook deskundigen
en hij doet een voorstel daartoe.
Hierop schorsing.
AVONDZITTING.
De heer HUURMAN had niet verwacht,
dat B. en W. zijn bezwaren zoo weinig zou
den kunnen weerleggen. Hij heeft b.v. geen
afdoend antwoord gehad op de klacht, dat
de raad niet meer en beter is gehoord in
dezen, hoewel dat toch in del ïjn had gele-
gen.Toen B. enW voorstellen konden vormen
had het z.i. de tijd geweest voor overleg in
geheime zitting. Dan was veel onaangeL
naams onnoodig geweest.
B. en W. beroepen zich op de B. N. A. en
de C. v. F. Met de laatste is z.i. ook niet vol
doende voeling gehouden. Van de meerder
heid daar blijft niet veel over. Geen der
leden steunt het voorstel van B. en W. vol
ledig. De heer Bosman b.v. is tegen de Bree
straat als plaats van herbouw en ook de
heer Schüller komt nu daarmede, gezien
diens voorstel, elders ook eens te zoeken.
Dat B. en W. zich door den heer Dudok
hebben laten commandeeren, heeft hij niet
gezegd en hij wil gaarne aannemen, dat dit
niet zoo is, B en W. nog wel zoo zooveel
ruggegraat toeschrijvende.
Van al spr.'s argumenten meent hij
geen een weerlegd. Zoo globaal was de
ruimte-opgaal aan Monumentenzorg ook niet
waar er opstond, wal het oude stadhuis met
kende. Dat getuigt van ernstig nadenken.
Behoud van den ouden gevel bestaat
overigens niet, er zal veel meer afgebroken
moeten worden, dit zij terloops opgemerkt.
Hij begrijpt niet. dat een architect niet
zelf kan uitzoeken hoe het moet, als hij
een opgave der gewenschte ruimte heelt ge-
kreien-
Het noemen van den stadhuisbouw te
Rotterdam door den wethouder ter aanbe
veling van enkelvoudige opdracht is juist
tegenovergesteld, hij tracht dit nader aan le
toonen; deze bouw pleit tegen enkelvou
dige opdracht.
Zoowel bij enkelvoudige, als meervoudige
opdracht zal wel in kleinigheden gewijzigd
moeten worden.
Practisch is de ontwerper ook de bouwer,
daar blijft hij bij. In theorie kan de raad
terug, in wezen niet.
Hoe weinig waarde beoordeelingen heb
ben blijkt uit prol Wattjes, die vandaag
zwart-noemt wat hij gisleren wil zag. Zoo is
geregeld het een te stellen tegenover het
andere.
Waar de Bijenkorf na een meervoudige
cpdracht weer daartoe overging, zegt U>ch
ook wel iets en dan is die eerste meervou
dige opdracht toch niet zoo slecht geweest.
De voorzitter vroeg een echt leidsch
stadhuis, maar dan begrijpt hij de keuze
van een zeer modern architect als de heer
Dudok heelemaai niet. Voor een opdracht
tot ontwerpen kan worden gegeven, moet
toch bekend zijn, waar het stadhuis zal
komen. Het nieuwe voorstel van B. en W.
acht hjj daarom al zeer onlogisch. Men
kan een architect toch nist zelf de piaats
laten kiezen. Over de kwestie der plaats
had de raad zich reeds kunnen uitspreken,
zoo de raad was gehoord: Met ruwe kos
tenberekening enz. Over de plaats zal men
z.i, nu nog eerst moeten bes.issen en van
daar zjjn voostel-
De heer WILMER steunt over 't algemeen
gaarne B. en W. Hij had echter reeds
contact lusstneii d en en uen uuuw- o
meester durven afwijzen? Het zou. als het direct bezwaren dit '"L
gebeurde, zwaar krenken
Spr acht den heer Dudok hoog, ook als
architect doch m zijn stijl.
De B. N A gaf zes namen, noemde den
heer Dudok als No. 1. doch dit wilde niet
zeggen de eenige.
De voorstellen van B en W zijn pas in
de C v. F gekomen, toen zij al klaar waren,
de heer Dudnk was toen al aangewezen.
De WETHOUDER ontkent dit.
De heer SPENDEL zegt dat het de waar
heid is Nogmaals verdedigt hij warm het
voorstel der minderheid der C v. F.
De heer MAND'^S verdedigt de procla
matie van den hurE'-uicoater aan de burgerij
als goed cezien en "fs een groot voordeel;
hij zeide immer9 in eerste instantie reeds
college en de verdediging heeft deze niet
kunnen opheffen.
Hel eerste bezwaar gold de wijze van
behandeling met den raad, die uitgesloten
is gehouden van de gaiische kwestie. Reeds
eenige maanden terug wa»s z.i. de ra3d wel
te kennen geweest. Het tweede bezwaar
gold bet voorstel zelf. Voor een goede en
logische behandeling moet z.i. de raad de
kwestie in een viertal punten bezien en
wel de volgende:
le. wil de raad een beslissing geven
over ouden of nieuwen gevel, met opdracht
voor een- of tweeledig plan?
Hjj is met B en W. voor het laatste.
2e. wil dp nad beslissen over de plaats
of niet? Spr. vereenigt zich met den heer
Huurman. Het zou toch te vreemd zijn, als
db raad daarover niet eerst praatte. Dat
had zes maanden geleden al gekund, doch
dient nu in ieder geval te geschieden en
dan met gefloten deuren.
3e. wil de raad beslissen over de om
vang van het stadhuis, of dit overlaten aan
den architect? Spr. sluit zich in dezen aan
brj den voorzitter; hot terrein moet afge
bakend zijn, ook met het oog op de finan
ciën. Daarover moet cok eerst in gesloten
zitting wTorden beraadsglaagd.
4e. aan wien moet de raad de opdracht
geven? Spr. voelt veel voor een enkelvou
dige opdracht in 't algemeen, doch aan
deze acht hjj een drietal bezwaren verbon
den: le. door de wyze van indienen van het
voorstel van B. on W.; 3e. bezwaren, aan
't voorstel zelf cntleend; 3e. bezwaren van
practischen aard.
Ad 1 zegt spr., dat duidelijk moet zjjn,
waarom opdracht wordt gegeven aan a en
niet aan b. Dat kan de raad niet, onver
schillig of men voor of tegen den heer
Dudok is.
Ad 2. De heer Dud^c is zeker een archi
tect van groote betekenis en bekwaam
heid, doch spr. kan niet voeldoende over
hem oordeelen; zekerheid en groote waar
schijnlijkheid, dat de heer Duaok zal bou
wen naar den zin, der gehee'.e burgerij heeft
spr. niet, integendeel. Spr. gelooft, dat de
schoonheid van den heer Dudok hier niet
zou worden gewaardeerd. Dat de raad vrij
blijft, noemt spr. bok theoretisch juist,
practisch niet
Wethouder GOSLINGA zegt, dat aan
vankelijk in het college inderdaad leden
waren vcor meervoudige opdracht, w.o.
ook spr. Toen de zaak in de C.v.F. kwam,
was nog niets besloten.
De heer SPENDEL: hier liggen de no
tulen.
Wethouder GOSLINGA is echter lang
zamerhand tot de enkelvoudige opdracht
bekeerd eü het loslaten van dit principe
zou hij meer betreuren dan van de per
soon. Hij ziet hierin een eerste stap in de
oplossing van het vraagstuk. Uitdrukkelijk
handhaaft hij de vrijheid van den raad. Ge
mis aan zelfvertrouwen noemt hij het oor
deel, dat het opdracht geven is het aan
vaarden van den ontwerper als bouwmees
ter. Men kan door eenvoudig te betalen,
direct van den heer Dudok af als het moet.
De heer HUURMANen dan heb je
direct, een ander!
Dc WETHOUDER: er zijn er toch ge
noeg 1
De heer HUURMANzeker, doch die
danken da^.
De WETHOUDER zegt, grooten prijs
te stellen op deskundig oordeel en die
krijgt men volgens het voorstel van B. en
W. volledig.
De 1% millioen is niet zoo maar ge
noemd, spr berekent hoe hij daartoe komt,
Daarvoor heeft men dan echter een keu
rig geoutilleerd stadhuis. Aan dit bedrag
van U/2 millioen zal men z.i. moeten vast
houden om een financieele débacle arthans
te ontgaan.
De heer BERGERS zegt over B. en W
dat wie werkt, fouten maakt. Direct rijst
de vraag: waar moet het stadhuis komen i
Spr. meent op dezelfde plaats en dan
ouden tran: Deze kwestie had in geheime
zitting reeds lang onder de oogen kunnen
worden gezien en dan waren alle mogelijk
heden te bekijken geweest.
De heer PARMENTIER acht het niet
kennen van den directeur van Gemeente
werken een fout, daar blijft hij bij. Het
argument van den heer Schüller houdt
geen steek, ip geheime zitting zal hij daar
over wel meer zeggen.
De heer Schüller viel om als een blad
aan den boom, d.w.z. zonder eenige motr
veering. Natuurlijk ontzegt hij den heer
Schiiller niet het recht een eigen meening
to hebben
Spr. releveert daarop hoe het advies
werd gevraagd "an den B N.A., waarbij de
wethouder de passage oveT meervoudige
opdracht achter hield.
De WETHOUDER ontkent dit.
De heer PARMENTIER vraagt of het
dan wonde" is. dat hij spreekt van geheim
zinnigheid Trouwens, sinds vanmiddag is
deze z.i. nog toegenomen.
De heer Dudok is het. die het colleg'
he^ft overtuigd van het nut van enkelvou
dige opdracht.
De VOORZITTER ik heb toch al gelegd
lang tevoren daarvoor te zijn geweest.
De heer PARMENTIER: ik zeg het coj
lege en als het anders is, dan komt dit
door verkeerde voorlichting. B. en W. dur
ven geen keus aan, gevolg van meervou
dige opdracht te weigeren, dooh zij durven
twe! aan de keus van één persoon
De VOORZITTER: als adviseur.
De heer PARMENTIER: neen, als veel
meer. Een jury als de B.N.A. voorstelde,
behoeft men toch niet te accepteeren.
In de opdracht a-an den heer Dudok ziet
hij een zich vastleggen aan dezen. Hij
gaat er dieper op in oil dit aan te toone»
Practisch is er geen sprake van vrijheid,
zelfs niet moreel.
Spr. wijst den wethouder dan op de mee
ning in de pers, op Ingezonden Stukken
etc., om te doen uitkomen, hoe er wel de
gelijk verzet is tegen het voorstel van B.
i W. ook buiten den raad om.
De onmogelijkheid van meervoudige op
dracht ziet hij nog steeds niet in.
Van meerdere informatie dan bij den
B.N.A. en den heer Dudok, is blijkbaar
geen sprake geweest. De eerste geldt niet,
nu eens erkent het college dit lichaam,
dan weer niet, en de tweede is belangheb
bende
Spr. gaat dan in op eenige voorbeelden,
aangehaald tegen meervoudige opdracht en
tracht de aangevoerde bezwaren te ont
zenuwen. Zoo met Bijenkorf en stadhuis te
Enschedé. Zijn onderzoek is direct tegen
strijdig aan dat van B. en W. en hij kreeg
precies tegenovergstelde antwoorden, 't Is
weer geheimzinnig! Spr. releveert daarop
de Rotterdamsche Beurs en haalt nog
eenige uitlatingen aan voor meervoudigs
opdracht.
Tegenover den heer Goslinga handhaaft
hij, dat de zaak al in kannen en kruiken
was, toen B. en W. met de C.v.F. samen
kwam.
De heer WILBRINK komt er tegen op. dat
de 'heer Donders zeide. dat ieder redelijk
denkend men9ch behoort te zijn voor her
stel van den ouden gevel Hij, als redelijk
denkend mensch, is van tegenovergestelde
opinie, opkomend voorde rechten van dezen
tijd ,nu de ramp eenmaal plaats vond.
Bedroefde menschen handelen wel eens
in een roes, daarpp was ook het motief van
den heer Donders gebaseerd, dat direct na
de ramp een referendum zeker voor den
ouden gevel zou zijn uitgevallen. Nu, nuch
ter geworden, zou het z.i. anders zijn
Ook spr. is voor saamhoorigheid, doch die
moet er dan werkelijk zijn. en daarin juist
hebben B. en W. gefaald. B. en W. hebben
niet getracht samen met den raad een op
lossing te vinden, doch alleen.
Zijn verbazing, zoo niet ergernis spreekt
hij uit, dat de voorzitter sprak van „zuigen
van venijn toen hij zijn gevoel liet spreken".
De voorzitter moet ruimer woordenkeus heb
ben meent hij. Hij wil dit echter fel af
keuren.
De argumenten van B. en W. noemt spr.
weinig zeggend en absoluut niet overtui
gend. Er is toch wel uit te rekenen door Ge
meentewerken, welke ruimte er noodiig is
enz., ten minste, dat neemt- hij nog aam. Is
dat niet zoo, ja, dan is het anders
Van een zuiver financieel beleid kan dan
echter geen sprake zijn.
Wethouder GOSLINGA: juist wel.
De heer WILBRINK handhaaft zijn mee
ning. Onteigening etc. moeten nadrukkelijk
eerst zijn vastgelegd.
De heer SQHüLLER gaat- de behandeling
in de C. v. F. nog eens na. Als er geen meer
derheid in de C. v. F. meer is. zooals de
heer Huurman zei, dan is er ook geen min
derheid meer, waar deze partijgenooten an
dere voorstellen liet doen, dan door haar ge
steld.
Tegen het gewijzigde voorstel van B. en
W. heeft hij bezwaar. Nieuwbouwplannen
zouden dan voor de BreestTaat wellicht niet
komen. Hij handhaaft daarom zijn voorstel
in opdracht zijner fractie en vraagt daarover
stemming voor het voorstel van B. en W.
in stemming komt.
Persoonlijk geeft hij ter overdenking als
plaats voor het stadhuis: de Lammermarkt
tegenover de Molen, 't Is een terrein 60 M.
breed en 60 M. diep. Over den Rijnsburger-
singel zou dan een brug kunnen komen rich
ting Schuttersveld-tunnel, waarbij aanslui
tend demping van de Langegracht. Door
verwijdering van politiepost en „bitter-
schuur" zou een goede toegangsweg komen
vanuit de Steenstraat. Uit de Post Stadsver-
betering zouden de kosten kunnen worden
bestreden. Hij geeft dit, als gezegd, in over
weging.
Spr. komt dan nog even terug op het z.g,
omvallen van hem. Niet de berusting bracht
hem er toe, doch naast de reeds genoemde
motiveering het inzicht en het gevoel in
het schoone. Waar de heeren Parmentier en
Spendel die blijkbaar niet hebben, noemt hij
hen arm.
De heer SPENDEL- waar heb je dat weg-
gepeurd?
De beer SCHüLLER keert zich dan tegen
den heer Huurman; laat deze ruiterlijk op
den man af gaan zonder zulke verklaringen
als vertrouwen in B. en W.l
De heer Huurman heeft blijkbaar ook
geen inzicht in architectuur, nader gaat spr.
daarop in.
De heer Donders hield een donderrede
voor den ouden gevel, doch sprak zich z. i.
tegen. Nogmaals spreekt hij zich uit tegen
herbouw, waar slechts 5 van de 12 leden
van Monumentenzorg deze volledig mogelijk
oordeelden.
Hij herhaalt, dat de C. v. F. ten slotte vol
ledig is ingelicht. Was het anders dan had
de heer Spendel maar uitstel moeten vra
gen. Dat deed hij echter niet. om de actie
tegen den heer Dudok te kunnen voortzet
ten. zooals die gevoerd is door de „L. Crt.".
De heer SPENDEL: ik trek me er nog wat
van aan wat de courant schrijft.
De heer SCHüLER roept dan uit:.het ruikt
hier van politiek; alleen omdat het geen
R.-K. architect is!
Hij begrijpt niet. dat iemand als de heer
Wilbrink daaraan meedoet. (Deze roept:
laat mij mijn eigen peulen maar doppen!)
Zal de Christ -Hist fractie den eigen wet
houder de dolksteek in den rug geven? Hij
wil dat niet aannemen.
De heer ROMT.TN meent de kwestie iet
wat kalmer te moeten bezien De toelichting
zat hem aanvankelijk te vol met tegenstrij
digheden en hij voelde ook eenige geheim
zinnigheid. Door de nadere toelichting
B. en W. is dit laatste echter bij hem
dwenen. In het college blijken bt1(je
mingen. met of zonder ouden gevel" vo
doende aanwezig en ieder krijgt een gCr
kans. Hij gelooft toch juist, dat het een i
lukkige oplossing kan worden genoemd h
oude te verbinden aan het nieuwe door
modern architect dit toe te vertrouwen
Als hij het verzet nagaat, dan ziet hij daj
wel degelijk argumenten, die echter doe
B. en W. worden overvleugeld. Hij voj
thans die opposjlie ietwat geheimzinnig D
argumenten tegen den heer Dudok lijtj
hem voorbarig. Eerst als de plannen er zij
is te beoordeelen, of zij te aanvaarden zij
Dat dit moet, ontkent hij. De raad is
blijft vrij en kan zich ook best een oorde
vellen.
De heer Huurman geeft ook geen houvaj
hij tracht tevoren vrees aan te jagen.
De heer HUURMAN: ik gaf mijn m{
ning, meer niet.
De heer ROMIJN: zeker, maar voor
jong raadslid tellen uw woorden zwaar.
De heer HUURMAN: in geheime zittii
zou ik meer kunnen zeggen.
De heer ROMIJN- ook in openbare zittii
kunt u voldoende aanduiden en daarom ka
ik aan uw verklaringen niet die waaide lo
kennen. De oppositie heeft hem dus
overtuigd.
Opvallend vindt spr. het, dat het colli
van B. en W. is samengesteld uit person*
der partijen, die thans de felste oppos
voeren. Als zoo gehandeld wordt tegen
trouwensmannen, dan behoeft men ni
bang te zijn voor den heer Dudok en
plannen. En een fatsoenlijke afwijzing
altijd wel te vinden.
Voor het voorstel Schüller ziet spr. gi
reden, gelet op de nadere voorstellen i
B. en W., die toch eerst den raad zuil
moeten kennen over de plaats.
De heer DE REEDE heeft ook bezwa:
gehad. Eerst tegen de behandeling van di
raad door B. en W., bezwaren, die nogni
zijn verdwenen. Maar wel zijn zijn bez'
ren overigens weggenomen. Hij ziet in
voorstel niet meer de preliminaire, ook
gelooft hij niet dat men geheel vrij
van den heer Dudok, doch dat acht hijz*
een voordeel. Hij zal met B. en W. i
gaan.
De heer v. ECK zegt dat zijn fractie
bescheiden is geweest in deze kwestie, hj
geen kon, waar zij met B. en W. in hi
zaak mee kan gaan.
't Is een kwestie van vertrouwen en
den heer Dudok als leidsman heeft zj
fractie dat.
De aandrang tot geheime zittingen in
materie zal zijn fractie steeds tegengajj
Door zulke zittingen zou het nog erger
worden zijn.
Spr. verdedigt daarop nog nader het vo^
stel Schüller, ook al zijn B. en W. reeds
deeltelijk tegemoet gekomen Z. i. raag
raad zich niet vastleggen aan diverse final
cieele overwegingen, die meetellen, en d|
nu nog niet beslissen over de plaats. Dj
plannen acht hij wenschelijk.
De VOORZITTER wijst er op, dat kost
berekening etc. over een plaats, buiten
Breestraat toch overgelegd zal worden i
den raad.
De heer HUURMAN dient een voor
van orde in om de zitting te schorsen,
al over half twaalf.
De VOORZITTER raadt aan, thans
zaak af te maken.
De heer VERWEY zal voor de schors
stemmen, niet de gelegenheid aan de op)
sitie willende ontnemen, zich geheel
uiten, al acht hij dit onnoodig Nieuwe
zichtspunten zullen wel niet in 't gedi
worden gebracht.
Het voorstel-Huurman wordt aangeno
De openbare zitting wordt verdaagd
Maandag a.s.
De raad gaat hierop in geheime zilti
RECLAME.
Lijdt niet langer
Bedenkt dat een enkel
VAN
een oogenblikkelijk
geneesmiddel is voor
KOORTS OF GRI*P
Onschadelijk voor
het organi»me
9010