CACHET D-FAI" HOOFDPIJN ZENUWPIJNEN RHEUMAT1EK Dp raad blijft volkomen vrij. de plannen Dudok al dan niet te aanvaarden. Het col lege van B. en W dat nu bij deze plannen zal betrokken word»*n. zal dit misschien niet zijn, de raad wel. Trouwens, de kosten spre ken ook thans een belangrijk woordje mee! Spr. is overtuigd dat een goed stadhuis van meerdere architecten is te krijgen, doch wij hebben noodig een echt Leidsch stad huis, waarop juist door samenwerking in vloed is te oefenen Daarom vreest hij voor een meervoudige opdracht, wanneer van die samenwerking geen sprake zal kunnen zijn De heer HUURMAN: Wat is dat vooreen stadhuis? De VOORZITTER- een Leidsch stadhuis. De heer HUURMAN van welken vorm? De heer PARMENTIER: De vorm van den heer Dudok. De VOORZITTER gaat de gang van zjjJcen bij meervoudige opdracht na om duidelijk te doen uilkomen, dat dan hel Leidsche karakter niet of weinig meespreekt. En een echt Leidsch karakter moet ons stadhuis dragen. Door nauw contact zal dat cachet sleehls kunnen worden verkregen. Bij meervoudige opdracht is er keuze. Doch dat i9 z. i. juist een bezwaar, waar de raad niet deskundig is en dan aan leeken- oordeel zal bloot komen Ie staan, met alle gevaren daaraan verbonden. Voorlichting van één deskundige is verre daarom te ver kiezen. Hoewel enkelvoudige opdracht zelfs door de architeclen zelf als het beste wordt ge oordeeld, zegt de B. N. A. dat er hier reden is, daarvan af te wijken, en wel door de stedebouw. het terrein en de ingang, doch deze drie dingen ziet hij niet zoo zwaar en daarom acht hij ook hier enkelvoudige oplossing als gevende één goede kans, tegen drie twijfelachtige bij een opdracht aan drie, het beste. Spr. last daarop de genoemde successen bij meervoudige opdrachten aan, ook ten aanzien der aesthetische normen noemende o. a. Volkenbondspaleis, stadhuis te En schede, Rotlerdamsche beurs, de Bijenkorf, daarbij het oordeel deT opdrachtgevers zelf citeerend etc. Wat aan Monumentenzorg is gegeven, is geen program van eischen. slechts een een voudige globale opgave Dit leidde zelf9. al tot verkeerd begrijpen door Monumenten zorg. De heer HUURMAN: ja, dat zijn maar stumperds. De VOORZITTER is overtuigd dat de heer Dudok beide plannen alle recht zal doen wedervaren. Het bezwaar van tijdverlies weegt bij spr. niet zoo zwaar, zoo tenslotte de plan nen van den heer Dudok niet zouden zijn te aanvaarden. B. en W. voelen wel voor de argumenten van den heer Schüller ten aanzien van een nieuw Stadhuis; natuurlijk is gebruik van den ouden gevel aan de Breestraat gebon den. Van een architect te vergen zelf een plaats te zoeken, lijkt spr. te veel gevraagd, doch met advies van B. en W. en beslissing van de raad is misschien toch een andere plaats mogelijk en daarom zou hij het plan van nieuwbouw vrij willen geven wat plaats betreft B. en W. wijzigen hun voorstel aldus: aden heer W. M. Dudok. gemeente architect te Hilversum, opdracht te verlee- nen tot het maken van plannen voor een nieuw Raadhuis, welke plannen op den ge- bruikelijken voel zullen worden gehono reerd, met dien verstande, dat twee plannen zullen worden gemaakt, een met en een zonder behoud van den ouden gevel; b. voor het maken van hel plan met be houd van den ouden gevel als bouwterrein in algemeenen zin aan te wijzen het terrein van het oude Raadhuis; c. den heer Dudok op te dragen, voor het maken van het plan zonder behoud van den ouden gevel een nadere aanwijzing van het bouwterrein door den Raad af te wach ten, doch inmiddels den Raad zoo spoedig mogelijk met betrekking tot die aanwijzing van advies te dienen; een en ander onder voorbehoudvan '9Raads vrije beoordeeling en keuze, of en zoo ja welke der ingezonden plannen tot uitvoering zal worden gebracht. DE REPLIEKEN. De heer SPE-NDEL wil allereerst protes teeren, dat de wethouder hem niet juist ci teerde. De wethouder had bij het stenogram te rade kunnen gaan, dan zou blijkendat de wijze van optreden van den wethouder ontoelaatbaar is. Als het college zijn wil wil doordrijven heeft hij het recht daartegen schrap zijn meening te stellen Verder zal spr. er nu niet ingaan, om op zijn beurt niet onaan genaam te worden. De citaten over den heer Dudok bedoelde niet dezen persoonlijk neer te halen; het waren citaten van vakmannen. Tegen enkelvoudige opdracht zijn min stens evenveel citaten te stellen als de wet houder en voorzitter deden er voor Beiden zijn er niet in geslaagd den indruk der stuk ken te vergrooten. Hoeveel groote bouwwer ken zijn niet voortgekomen uit meervoudige opdracht, dank zij de keuze etc.? Contact, hij herhaalt het, is ook dan voldoende mo gelijk. Practisch zitten wij aan den ontwerper vast, zoo enkelvoudige opdracht wordt ver strekt Zal de raad toch na zoo'n' nauw contact tussehen B en W en den bouw- RECLAME. 9005 niet geheel met de criliek op B. en W. in te stemmen. Hij zou 'tmisdadij vinden den ouden gevel te sloopen en wat gered worden kan. moet geschieden. Alle takken van dienst behoe ven er ook niet te worden gevestigd en de gevel zou voor andere doeleinden misschien zijn te gebruiken. Eén persoon de twee op drachten te geven, is echter geen eerlijke kans voor beide bedoelingen. Hij blijft, gezien de verschillen van mee ning. de voorkeur geven aan een aparte stadhuis-commissie, waarin ook deskundigen en hij doet een voorstel daartoe. Hierop schorsing. AVONDZITTING. De heer HUURMAN had niet verwacht, dat B. en W. zijn bezwaren zoo weinig zou den kunnen weerleggen. Hij heeft b.v. geen afdoend antwoord gehad op de klacht, dat de raad niet meer en beter is gehoord in dezen, hoewel dat toch in del ïjn had gele- gen.Toen B. enW voorstellen konden vormen had het z.i. de tijd geweest voor overleg in geheime zitting. Dan was veel onaangeL naams onnoodig geweest. B. en W. beroepen zich op de B. N. A. en de C. v. F. Met de laatste is z.i. ook niet vol doende voeling gehouden. Van de meerder heid daar blijft niet veel over. Geen der leden steunt het voorstel van B. en W. vol ledig. De heer Bosman b.v. is tegen de Bree straat als plaats van herbouw en ook de heer Schüller komt nu daarmede, gezien diens voorstel, elders ook eens te zoeken. Dat B. en W. zich door den heer Dudok hebben laten commandeeren, heeft hij niet gezegd en hij wil gaarne aannemen, dat dit niet zoo is, B en W. nog wel zoo zooveel ruggegraat toeschrijvende. Van al spr.'s argumenten meent hij geen een weerlegd. Zoo globaal was de ruimte-opgaal aan Monumentenzorg ook niet waar er opstond, wal het oude stadhuis met kende. Dat getuigt van ernstig nadenken. Behoud van den ouden gevel bestaat overigens niet, er zal veel meer afgebroken moeten worden, dit zij terloops opgemerkt. Hij begrijpt niet. dat een architect niet zelf kan uitzoeken hoe het moet, als hij een opgave der gewenschte ruimte heelt ge- kreien- Het noemen van den stadhuisbouw te Rotterdam door den wethouder ter aanbe veling van enkelvoudige opdracht is juist tegenovergesteld, hij tracht dit nader aan le toonen; deze bouw pleit tegen enkelvou dige opdracht. Zoowel bij enkelvoudige, als meervoudige opdracht zal wel in kleinigheden gewijzigd moeten worden. Practisch is de ontwerper ook de bouwer, daar blijft hij bij. In theorie kan de raad terug, in wezen niet. Hoe weinig waarde beoordeelingen heb ben blijkt uit prol Wattjes, die vandaag zwart-noemt wat hij gisleren wil zag. Zoo is geregeld het een te stellen tegenover het andere. Waar de Bijenkorf na een meervoudige cpdracht weer daartoe overging, zegt U>ch ook wel iets en dan is die eerste meervou dige opdracht toch niet zoo slecht geweest. De voorzitter vroeg een echt leidsch stadhuis, maar dan begrijpt hij de keuze van een zeer modern architect als de heer Dudok heelemaai niet. Voor een opdracht tot ontwerpen kan worden gegeven, moet toch bekend zijn, waar het stadhuis zal komen. Het nieuwe voorstel van B. en W. acht hjj daarom al zeer onlogisch. Men kan een architect toch nist zelf de piaats laten kiezen. Over de kwestie der plaats had de raad zich reeds kunnen uitspreken, zoo de raad was gehoord: Met ruwe kos tenberekening enz. Over de plaats zal men z.i, nu nog eerst moeten bes.issen en van daar zjjn voostel- De heer WILMER steunt over 't algemeen gaarne B. en W. Hij had echter reeds contact lusstneii d en en uen uuuw- o meester durven afwijzen? Het zou. als het direct bezwaren dit '"L gebeurde, zwaar krenken Spr acht den heer Dudok hoog, ook als architect doch m zijn stijl. De B. N A gaf zes namen, noemde den heer Dudok als No. 1. doch dit wilde niet zeggen de eenige. De voorstellen van B en W zijn pas in de C v. F gekomen, toen zij al klaar waren, de heer Dudnk was toen al aangewezen. De WETHOUDER ontkent dit. De heer SPENDEL zegt dat het de waar heid is Nogmaals verdedigt hij warm het voorstel der minderheid der C v. F. De heer MAND'^S verdedigt de procla matie van den hurE'-uicoater aan de burgerij als goed cezien en "fs een groot voordeel; hij zeide immer9 in eerste instantie reeds college en de verdediging heeft deze niet kunnen opheffen. Hel eerste bezwaar gold de wijze van behandeling met den raad, die uitgesloten is gehouden van de gaiische kwestie. Reeds eenige maanden terug wa»s z.i. de ra3d wel te kennen geweest. Het tweede bezwaar gold bet voorstel zelf. Voor een goede en logische behandeling moet z.i. de raad de kwestie in een viertal punten bezien en wel de volgende: le. wil de raad een beslissing geven over ouden of nieuwen gevel, met opdracht voor een- of tweeledig plan? Hjj is met B en W. voor het laatste. 2e. wil dp nad beslissen over de plaats of niet? Spr. vereenigt zich met den heer Huurman. Het zou toch te vreemd zijn, als db raad daarover niet eerst praatte. Dat had zes maanden geleden al gekund, doch dient nu in ieder geval te geschieden en dan met gefloten deuren. 3e. wil de raad beslissen over de om vang van het stadhuis, of dit overlaten aan den architect? Spr. sluit zich in dezen aan brj den voorzitter; hot terrein moet afge bakend zijn, ook met het oog op de finan ciën. Daarover moet cok eerst in gesloten zitting wTorden beraadsglaagd. 4e. aan wien moet de raad de opdracht geven? Spr. voelt veel voor een enkelvou dige opdracht in 't algemeen, doch aan deze acht hjj een drietal bezwaren verbon den: le. door de wyze van indienen van het voorstel van B. on W.; 3e. bezwaren, aan 't voorstel zelf cntleend; 3e. bezwaren van practischen aard. Ad 1 zegt spr., dat duidelijk moet zjjn, waarom opdracht wordt gegeven aan a en niet aan b. Dat kan de raad niet, onver schillig of men voor of tegen den heer Dudok is. Ad 2. De heer Dud^c is zeker een archi tect van groote betekenis en bekwaam heid, doch spr. kan niet voeldoende over hem oordeelen; zekerheid en groote waar schijnlijkheid, dat de heer Duaok zal bou wen naar den zin, der gehee'.e burgerij heeft spr. niet, integendeel. Spr. gelooft, dat de schoonheid van den heer Dudok hier niet zou worden gewaardeerd. Dat de raad vrij blijft, noemt spr. bok theoretisch juist, practisch niet Wethouder GOSLINGA zegt, dat aan vankelijk in het college inderdaad leden waren vcor meervoudige opdracht, w.o. ook spr. Toen de zaak in de C.v.F. kwam, was nog niets besloten. De heer SPENDEL: hier liggen de no tulen. Wethouder GOSLINGA is echter lang zamerhand tot de enkelvoudige opdracht bekeerd eü het loslaten van dit principe zou hij meer betreuren dan van de per soon. Hij ziet hierin een eerste stap in de oplossing van het vraagstuk. Uitdrukkelijk handhaaft hij de vrijheid van den raad. Ge mis aan zelfvertrouwen noemt hij het oor deel, dat het opdracht geven is het aan vaarden van den ontwerper als bouwmees ter. Men kan door eenvoudig te betalen, direct van den heer Dudok af als het moet. De heer HUURMANen dan heb je direct, een ander! Dc WETHOUDER: er zijn er toch ge noeg 1 De heer HUURMANzeker, doch die danken da^. De WETHOUDER zegt, grooten prijs te stellen op deskundig oordeel en die krijgt men volgens het voorstel van B. en W. volledig. De 1% millioen is niet zoo maar ge noemd, spr berekent hoe hij daartoe komt, Daarvoor heeft men dan echter een keu rig geoutilleerd stadhuis. Aan dit bedrag van U/2 millioen zal men z.i. moeten vast houden om een financieele débacle arthans te ontgaan. De heer BERGERS zegt over B. en W dat wie werkt, fouten maakt. Direct rijst de vraag: waar moet het stadhuis komen i Spr. meent op dezelfde plaats en dan ouden tran: Deze kwestie had in geheime zitting reeds lang onder de oogen kunnen worden gezien en dan waren alle mogelijk heden te bekijken geweest. De heer PARMENTIER acht het niet kennen van den directeur van Gemeente werken een fout, daar blijft hij bij. Het argument van den heer Schüller houdt geen steek, ip geheime zitting zal hij daar over wel meer zeggen. De heer Schüller viel om als een blad aan den boom, d.w.z. zonder eenige motr veering. Natuurlijk ontzegt hij den heer Schiiller niet het recht een eigen meening to hebben Spr. releveert daarop hoe het advies werd gevraagd "an den B N.A., waarbij de wethouder de passage oveT meervoudige opdracht achter hield. De WETHOUDER ontkent dit. De heer PARMENTIER vraagt of het dan wonde" is. dat hij spreekt van geheim zinnigheid Trouwens, sinds vanmiddag is deze z.i. nog toegenomen. De heer Dudok is het. die het colleg' he^ft overtuigd van het nut van enkelvou dige opdracht. De VOORZITTER ik heb toch al gelegd lang tevoren daarvoor te zijn geweest. De heer PARMENTIER: ik zeg het coj lege en als het anders is, dan komt dit door verkeerde voorlichting. B. en W. dur ven geen keus aan, gevolg van meervou dige opdracht te weigeren, dooh zij durven twe! aan de keus van één persoon De VOORZITTER: als adviseur. De heer PARMENTIER: neen, als veel meer. Een jury als de B.N.A. voorstelde, behoeft men toch niet te accepteeren. In de opdracht a-an den heer Dudok ziet hij een zich vastleggen aan dezen. Hij gaat er dieper op in oil dit aan te toone» Practisch is er geen sprake van vrijheid, zelfs niet moreel. Spr. wijst den wethouder dan op de mee ning in de pers, op Ingezonden Stukken etc., om te doen uitkomen, hoe er wel de gelijk verzet is tegen het voorstel van B. i W. ook buiten den raad om. De onmogelijkheid van meervoudige op dracht ziet hij nog steeds niet in. Van meerdere informatie dan bij den B.N.A. en den heer Dudok, is blijkbaar geen sprake geweest. De eerste geldt niet, nu eens erkent het college dit lichaam, dan weer niet, en de tweede is belangheb bende Spr. gaat dan in op eenige voorbeelden, aangehaald tegen meervoudige opdracht en tracht de aangevoerde bezwaren te ont zenuwen. Zoo met Bijenkorf en stadhuis te Enschedé. Zijn onderzoek is direct tegen strijdig aan dat van B. en W. en hij kreeg precies tegenovergstelde antwoorden, 't Is weer geheimzinnig! Spr. releveert daarop de Rotterdamsche Beurs en haalt nog eenige uitlatingen aan voor meervoudigs opdracht. Tegenover den heer Goslinga handhaaft hij, dat de zaak al in kannen en kruiken was, toen B. en W. met de C.v.F. samen kwam. De heer WILBRINK komt er tegen op. dat de 'heer Donders zeide. dat ieder redelijk denkend men9ch behoort te zijn voor her stel van den ouden gevel Hij, als redelijk denkend mensch, is van tegenovergestelde opinie, opkomend voorde rechten van dezen tijd ,nu de ramp eenmaal plaats vond. Bedroefde menschen handelen wel eens in een roes, daarpp was ook het motief van den heer Donders gebaseerd, dat direct na de ramp een referendum zeker voor den ouden gevel zou zijn uitgevallen. Nu, nuch ter geworden, zou het z.i. anders zijn Ook spr. is voor saamhoorigheid, doch die moet er dan werkelijk zijn. en daarin juist hebben B. en W. gefaald. B. en W. hebben niet getracht samen met den raad een op lossing te vinden, doch alleen. Zijn verbazing, zoo niet ergernis spreekt hij uit, dat de voorzitter sprak van „zuigen van venijn toen hij zijn gevoel liet spreken". De voorzitter moet ruimer woordenkeus heb ben meent hij. Hij wil dit echter fel af keuren. De argumenten van B. en W. noemt spr. weinig zeggend en absoluut niet overtui gend. Er is toch wel uit te rekenen door Ge meentewerken, welke ruimte er noodiig is enz., ten minste, dat neemt- hij nog aam. Is dat niet zoo, ja, dan is het anders Van een zuiver financieel beleid kan dan echter geen sprake zijn. Wethouder GOSLINGA: juist wel. De heer WILBRINK handhaaft zijn mee ning. Onteigening etc. moeten nadrukkelijk eerst zijn vastgelegd. De heer SQHüLLER gaat- de behandeling in de C. v. F. nog eens na. Als er geen meer derheid in de C. v. F. meer is. zooals de heer Huurman zei, dan is er ook geen min derheid meer, waar deze partijgenooten an dere voorstellen liet doen, dan door haar ge steld. Tegen het gewijzigde voorstel van B. en W. heeft hij bezwaar. Nieuwbouwplannen zouden dan voor de BreestTaat wellicht niet komen. Hij handhaaft daarom zijn voorstel in opdracht zijner fractie en vraagt daarover stemming voor het voorstel van B. en W. in stemming komt. Persoonlijk geeft hij ter overdenking als plaats voor het stadhuis: de Lammermarkt tegenover de Molen, 't Is een terrein 60 M. breed en 60 M. diep. Over den Rijnsburger- singel zou dan een brug kunnen komen rich ting Schuttersveld-tunnel, waarbij aanslui tend demping van de Langegracht. Door verwijdering van politiepost en „bitter- schuur" zou een goede toegangsweg komen vanuit de Steenstraat. Uit de Post Stadsver- betering zouden de kosten kunnen worden bestreden. Hij geeft dit, als gezegd, in over weging. Spr. komt dan nog even terug op het z.g, omvallen van hem. Niet de berusting bracht hem er toe, doch naast de reeds genoemde motiveering het inzicht en het gevoel in het schoone. Waar de heeren Parmentier en Spendel die blijkbaar niet hebben, noemt hij hen arm. De heer SPENDEL- waar heb je dat weg- gepeurd? De beer SCHüLLER keert zich dan tegen den heer Huurman; laat deze ruiterlijk op den man af gaan zonder zulke verklaringen als vertrouwen in B. en W.l De heer Huurman heeft blijkbaar ook geen inzicht in architectuur, nader gaat spr. daarop in. De heer Donders hield een donderrede voor den ouden gevel, doch sprak zich z. i. tegen. Nogmaals spreekt hij zich uit tegen herbouw, waar slechts 5 van de 12 leden van Monumentenzorg deze volledig mogelijk oordeelden. Hij herhaalt, dat de C. v. F. ten slotte vol ledig is ingelicht. Was het anders dan had de heer Spendel maar uitstel moeten vra gen. Dat deed hij echter niet. om de actie tegen den heer Dudok te kunnen voortzet ten. zooals die gevoerd is door de „L. Crt.". De heer SPENDEL: ik trek me er nog wat van aan wat de courant schrijft. De heer SCHüLER roept dan uit:.het ruikt hier van politiek; alleen omdat het geen R.-K. architect is! Hij begrijpt niet. dat iemand als de heer Wilbrink daaraan meedoet. (Deze roept: laat mij mijn eigen peulen maar doppen!) Zal de Christ -Hist fractie den eigen wet houder de dolksteek in den rug geven? Hij wil dat niet aannemen. De heer ROMT.TN meent de kwestie iet wat kalmer te moeten bezien De toelichting zat hem aanvankelijk te vol met tegenstrij digheden en hij voelde ook eenige geheim zinnigheid. Door de nadere toelichting B. en W. is dit laatste echter bij hem dwenen. In het college blijken bt1(je mingen. met of zonder ouden gevel" vo doende aanwezig en ieder krijgt een gCr kans. Hij gelooft toch juist, dat het een i lukkige oplossing kan worden genoemd h oude te verbinden aan het nieuwe door modern architect dit toe te vertrouwen Als hij het verzet nagaat, dan ziet hij daj wel degelijk argumenten, die echter doe B. en W. worden overvleugeld. Hij voj thans die opposjlie ietwat geheimzinnig D argumenten tegen den heer Dudok lijtj hem voorbarig. Eerst als de plannen er zij is te beoordeelen, of zij te aanvaarden zij Dat dit moet, ontkent hij. De raad is blijft vrij en kan zich ook best een oorde vellen. De heer Huurman geeft ook geen houvaj hij tracht tevoren vrees aan te jagen. De heer HUURMAN: ik gaf mijn m{ ning, meer niet. De heer ROMIJN: zeker, maar voor jong raadslid tellen uw woorden zwaar. De heer HUURMAN: in geheime zittii zou ik meer kunnen zeggen. De heer ROMIJN- ook in openbare zittii kunt u voldoende aanduiden en daarom ka ik aan uw verklaringen niet die waaide lo kennen. De oppositie heeft hem dus overtuigd. Opvallend vindt spr. het, dat het colli van B. en W. is samengesteld uit person* der partijen, die thans de felste oppos voeren. Als zoo gehandeld wordt tegen trouwensmannen, dan behoeft men ni bang te zijn voor den heer Dudok en plannen. En een fatsoenlijke afwijzing altijd wel te vinden. Voor het voorstel Schüller ziet spr. gi reden, gelet op de nadere voorstellen i B. en W., die toch eerst den raad zuil moeten kennen over de plaats. De heer DE REEDE heeft ook bezwa: gehad. Eerst tegen de behandeling van di raad door B. en W., bezwaren, die nogni zijn verdwenen. Maar wel zijn zijn bez' ren overigens weggenomen. Hij ziet in voorstel niet meer de preliminaire, ook gelooft hij niet dat men geheel vrij van den heer Dudok, doch dat acht hijz* een voordeel. Hij zal met B. en W. i gaan. De heer v. ECK zegt dat zijn fractie bescheiden is geweest in deze kwestie, hj geen kon, waar zij met B. en W. in hi zaak mee kan gaan. 't Is een kwestie van vertrouwen en den heer Dudok als leidsman heeft zj fractie dat. De aandrang tot geheime zittingen in materie zal zijn fractie steeds tegengajj Door zulke zittingen zou het nog erger worden zijn. Spr. verdedigt daarop nog nader het vo^ stel Schüller, ook al zijn B. en W. reeds deeltelijk tegemoet gekomen Z. i. raag raad zich niet vastleggen aan diverse final cieele overwegingen, die meetellen, en d| nu nog niet beslissen over de plaats. Dj plannen acht hij wenschelijk. De VOORZITTER wijst er op, dat kost berekening etc. over een plaats, buiten Breestraat toch overgelegd zal worden i den raad. De heer HUURMAN dient een voor van orde in om de zitting te schorsen, al over half twaalf. De VOORZITTER raadt aan, thans zaak af te maken. De heer VERWEY zal voor de schors stemmen, niet de gelegenheid aan de op) sitie willende ontnemen, zich geheel uiten, al acht hij dit onnoodig Nieuwe zichtspunten zullen wel niet in 't gedi worden gebracht. Het voorstel-Huurman wordt aangeno De openbare zitting wordt verdaagd Maandag a.s. De raad gaat hierop in geheime zilti RECLAME. Lijdt niet langer Bedenkt dat een enkel VAN een oogenblikkelijk geneesmiddel is voor KOORTS OF GRI*P Onschadelijk voor het organi»me 9010

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 10