De Leidsche Raad. Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 3 December 1929 Derde Blad No. 21387 Het Stadhuisvraagstuk in behandeling. DE VLUCHT UIT DE POPPENKAST VAN JAN KLAASEN EN TRIJNTJE. FEUILLETON. Seheimzinnige voetstappen Op twee na alle sprekers tegen B. en W. B. en W. komen volgende zitting aan het woord. (Vervolg van gisteren). Cemmissie voor Maatschappelijk Hulpbetoon. Voortzetting van de behandeling van joidenmg, houdende Reglement voor ^missie van Maatschappelijk Hulp- 'Burgerlijk Armbestuur) te Leiden. P (203) xt. 15 is een amendement-v. Stralen :eteekende stelt voor om de in de 15 tot en met 19 de woorden meester" en armbezoekers" ta ,pen en daarvoor te lezen: „Hoofd en .Controleurs." heer v. ECK betreurt-, dat het pre veld uit de verordening is verwijderd. 2cht hij verkeerd. Een goede demo- eisoht, dat alle leden der maat- uit welken kring ook, zitting «tl kunnen nemen. Juist zij, die ge- san den lijve hebben gevoeld, zijn v„ hun plaats, en voor hun werk komt een vergoeding toe voor de schade, lijden door het waarnemen der func- _v. door kleeding, lectuur, etc. Hij toot een presentiegeld te geven van r vergadering (vroeger f. 1). heer WILBRINK- verwondert zich over het voorstel-v. Eek, wel over de tan verdediging. Vorige zitting heette dat er menschen genoeg beschikbaar nu komen er bezwaren, nu belan de gemeenschap zou moeten worden id. Enen voorzien in de kosten van eigen gaat bovenal, Eerst als dat het ge ls, mag men de gemeenschap gaan ta. Menschen, die eigen gezin in gevaar door zich anders beschikbaar -2 B, mogen in een commissie als deze zitting hebben. Ook niet, waar de- a niet vrij genoeg staan. Hij gelooft, er ook bij de S.D.A.P. nog genoeg :ben zijn, die de gemeenschap kunnen Hen dienen zonder vergoeding, heer WILMER. is het eens met het isel, dat er waarborgen moeten zijn, ïlle kringen der maatschappij toegang en hebben voor gemeenschapsbelangen ,v. voor den Gemeenteraad. Voor deze ïissie is dat z.i. echter niet noodig. de raadscommissies wordt toch ook vergoed! Dat zou een inconsequen- ïïden. houder GOSLINGA sluit zich aan bij :eren Wilbrink en Wilmer. heer v. ECK herinnert er aan, dat ?een nieuw systeem voorstelt, alleen (having van het oude. ïroepmet uitbreiding), is dus conservatief, de tegenstanders e tegenstelling, waarop de heer Wil- i meende te kunnen, wijzen, ziet spr. Hij dacht niet aan menschen, die zrch aiet kunnen bedruipen, doch aan ar- ta, die voor extra-uitgaven niet zijn ttcht. Men ga eens na, hoeveel weïk joed verrichten van deze functie eischt geen sprake van salarieering, alleen vergoeding voor onkosten, als b.v. voor en licht bij bezoek. beer SPEND EL: Dan zou ik de g&- le een rekening kunnen presenteeren 1 beer v. ECK meent zijn voorstel te handhaven. ?heer MANDERS voelt voor Het voor- Eek, "doch hij zou dat uitgebreid ;'J ^en tot alle commissies, daar m- •ud loonderving zou kunnen terug ei. VOORZITTER wijst r op. dat het 'eo is commissies van bijstand presen- ■d te geven. Het voorste 1-v.E c k wordt ver worpen met 1811 stemmen. Voor de S.D.A.P. en de heeren v. Tol en MandeTS. Dc heer v. STRALEN licht dan zijn amendement nader toe om de namen in overeenstemming te brengen met de ver ordening en den geest daarvan. In armbe zoeker ligt iets vernederends. Wethouder GOSLINGA zegt, dat in de wet de naam armbezoeker wordt genoemd, waarin niets vernederends is gelegen. Dat juist ligt wel in hoofdcontroleur en contro leur. Hij ontraadt het voorstel-v. Stralen. Na re- en dupliek wordt het voorstel v. Stralenverworpen met 18li stemmen. Voor de S.D.A.P. en de heeren Kuiven- hoven en v. Tol. De verordening wordt dan z.h.st. aange nomen, nadat bij het slotartikel nog èen kleine aanvulling door B. en W. is aange- braoht van louter practisch-formeelen aard. 14o. Voorstel inzake het verleenen van opdracht tot het ontweTpen van plannen voor den bouw van een nieuw Raadhuis, aan den heer W. M. Dudok, gemeente-architect te Hilversum. (205) De voorstellen Sytsma worden geacht te zftn verwerkt in het voorstel der heeren Spendel en Parmentier. De heer SPENDEL zal dit keer wat uit voeriger moeten zijn dan gewoonlijk, doch dit is niet geheel zijn schuld. Aohter zich weet hij een groot deel van den raad en dat van de publieke opinie. Het is de .schuld van het college, dat hij uitvoeriger zal moe ten zijn, daar het college bijkans geen aan dacht schonk aan de minderheid in de C. v. F., terwijl de meerderheid alle ruimte verkreeg. Hij zal het inzicht dezer minder heid bekend fnoeten maken. De minderheid erkent gaarne 'dat contact tusschen de ge meente en den bouwmeester gewensoht is, doch h.i. kan dit ook voldoende bij meervou dige opdracht in beperkte zin, waardoor het begrip prijsvraag 'op den achtergrond ge raakt. De minderheid ziet niet in, waarom bij meervoudige opdracht 'zoo stringent een vast plan gevraagd "wordt. De minderheid erkent de beteekenis van den heer Dudok, doch naast hem 'de beteekenis van andere bouw meesters. Een "enkelvoudige opdracht zou 107. De Koningin leidde Jan Klaasen. Hij voelde zich zeer vereerd, toen ze hem zeide. ,,U kunt dansen, waar heeft u dat wet geleerd?" „Majesteit," zeide Jan Klaasen, „vroeger danste ik met Trijn, meestal Hollandsche klom pendansen, in de poppenkast van Hein." 108 - 'n Hofdame, door Piero gekozen, zei ook dat hij dansen kon. .,0," zei ze, „ik zal u nu loonen, hoe men danst de Charleston." Ze maakte allerlei grimassen en hij lachte zich half slap, ten slotte danste Piero mode, 'twerd een kostelijke grap. een te 'eenzijdig denkbeeld geven van onze architectuur. Trouwen.-, de beste architect kan een minder gelukkige greep doen. Ook de Bond van NederL Architecten wijst daar op. Spr. ■wijst daarnevens op verschil in bouw-scholen, vooral Amsterdamsche en Rot- terdamsche. Is het dan niet gewenscht beide te kennen? De vrees is niet denkbeeldig, dat bij enkelvoudige opdracht aanvaardt wordt een plan, al is dat niet volledig naar den zin, om uitstel te vermjjden. De min derheid geeft de voorkeur aan een opdracht aan drie architecten. Spr. is niet tevreden over de wijze van voorbereiding. Op een middag kwam do wethouder plotseling in de C. v. P. met het stadhuis op de proppen. Toen heeft de C. v. F. eenparig gezegd: dat gaat niet, wij zitten hier niet voor kwajongen! A bout portant was zoo'n ge wichtig voorstel toch niet af te doen, als 't ware met de revolver op de borst. Het leek toch, dat nog niets was besloten, gelet op het antwoord op vragen uit den raad etc. En nu opeens dit voorstel, waarin direct de heer Dudok ook genoemd wordt. Aanvan kelijk s tond de heer Schiiller aan onze zjjde en toen was de minderheid meerderheid. Na breedvoerige bespreking bleef de heer Schiil ler zelfs eer3t nog naast spr. en den heer Farmentier. Toen is de C. v. F. gegaan naar de werken van den heer Dudok, ook naar Westerveld na zich te hebben ver gewist, dat er een „terug" was met het columbarium etc. (de duiventil) met het RECLAME. 8596 W.D.H.O.WILLS BRISTOL 8 LONDON beeld van berusting. Toen is de heer Schiiller omgekegeld, misscnien wel door dat beeld: De VOORZITTER vraagt een meer ern stige behandeling. De heer SPENDEL vervolgt: Bij een op dracht aan één architect binden wij ons zoo al niet juridisch, dan toch moreel en dat is z.i. door het onderhoud met den heer Dudok bevestigd. Het zoo nauw contact zal gemeen te en architect vast aan elkaar klinken. En dat mag z.i. niet gebeuren. Onder dezelfde bepalingen en Bezeilde voorschriften fcooren meer architecten te worden gekend. B. en TV. zeggen vele adviezen te hebben gevraagd, deer. de minderheid heeft datzelfde gedaan: Uit billijkheidsoogpunt zou hen enkelvou dige opdracht ook onjuist zijn, vooral met liet oog op de historie. Zelfs bjj het aan. meten van een pak, kiest men nog uit vele stalen, laat staan dan in zoo'n belangrijke kwestie. Dat de heer Dudok in 't geding is ge tracht, is niet de schuld der minderheid, die de persoon er buiten had willen houden. Na het zien van de werken van den heer Dudok, concludeert hij als leek, als hoedanig hjj zich zelf b(j voorbaat typeert, „door de tijden zal dit worden weggevaagd"; 't is alijjd de strakke lijn en altijd de schoorsteen op het dak! Ter staving van deze meening leest hij uit vakkundige beoordeelingen voor, waarin het werk van den heer Dudok wordt aangetast (gewezen wordt op onstandvastig heid, gemis aan blijvende waarde). Het s tadhuis van Hilversum doet hot best in die landelijke omgeving, evenals veel ander werk daar, maar zoo'n stadhuis zou hier heelemaal niet staan. Mag dat in een stad van onze traditie, waarin Monumenten zorg etc. zooveel belang stellen? Een open prijsvraag is niet juist doch evenmin een opdracht aan één architect. De minderheid kiest de middenweg en vraagt een opdracht aan drie of vier. Wie zal straks het plan Dudok durven verwer pen, als het er eenmaal is? De raadsleden hebben er betrekkelijk weinig verstand van. Een stadhuis voor eeuwen mag echter niet worden toevertrouwd aan één man zonder meer. Do minderheid wil vergelijken, nadat een bekwame commissie de plannen zal hebben nagezien. Tevoren moet vastslaan wat er achter den gevel moet komen, welke ruimte, hoe de inrichting. Daarvan moet een program van eischen worden vastge legd dat aan de mededingenden wordt voor gelegd. Tevoren is voldoende contact best mogelijk. En wat beoordeeling betreft er zijn vol doende bevoegden, b.v. Grandpre Molière, Kromhout, Hulshof! etc. De B. N. A. kwam met architecten die bijna uitsluitend landhuizen ontwierpen, blijkbaar om den heer Dudok een kans le geven. De weg van de B. N. A. lijkt hem trouwens niet de meest wenschelijke. B. en RECLAME. ST. NICOLAAS COSTUUMS Pruiken en Baarden in alle prijzen te huur bij ERATO, Onde Singel 14, Tel. 889 Vereeniging en scholen korting. 8515 W. hebben teveel naar een zijde uitgezien. Blijkbaar is van den beginne af aan Dudok gedacht, aan niemand anders. Hij moet dit zeggen. De wijze van behandeling van dit voor stel is parallel aan alles, wat daarvan voor afging. De G. v. F. is nergens in gekend hetgeen hem een onvergelijke fout lijkt. Vandaar het voorstel van den heer Par mentier en spr.: „Ondergeteekende stellen den Raad in zake het Stadhuisvraagstuk voor, Burge meester en Wethouders uit te noodigen voor stellen in to dienen welke beoogen: lo. De plaats voor het nieuw te bouwen Stadhuis te bepalen en het terrein daarvoor nauwkeurig vast te stellen. 2o. Daarna door het geven van eene z.g. meervoudige opdracht tot het maken van voorloopige ontwerpen voor een nieuw raadhuis aan enkele knappe architecten, te komen tot de keuze van dien architect welke in dit vraagstuk de beste oplossing biedt." Het eerste punt is er op gericht te voor komen, dat een architect beschikt over de beurs der stad. Zoo alleen is er ook rekening te houden met het verkeersvraagstuk. Dat B. en W. het cijfer l1/» millioen noemde, acht hij ook verkeerd, zich reeds teveel vast leggend; dat is toch niet te schatten. Een gevestigde opinie over de plaats is er toch ook nog niet en de raad moet daar over beslissen. Is dat geschied, dan komt vanzelf sub. 2. Gezien de vragen, door eenige raadsleden gesteld, waaruit duidelijk bleek de zucht naar meeleven, in do voorbereiding dacht hij de handelwijze van B. en W. te laken, de raad plaatsend voor een overrompeling. Hoewel minderheid geworden, wil hij nog een beroep doen op de overzijde en de hoop, dat de heer Schüller niet sprak namens de geheele fractie. De heer PARMENTIER begint er op te wijzen, dat de heer Spendel niet geheel voor hem heeft gesproken, al kan hij in groote lijn natuurlijk wel met hem meegaan. Hi) acht het een principieele fout, dat de per soon niet losgemaakt is van de zaak waar door de kwestie enkel op meervoudige op dracht is vertroebeld. Zoo b.v. door de drei ging van den heer Dudok: bij meervoudige opdracht doe ik niet meè. Spr. wil het eerst voornamelijk hebben over de wijze van handelen van het college. Het onderzoek is geweest onvoldoende en eenzijdig; niet doordacht. Een sfeer van ge- friseerde vertaling uit het Engelsch Tan Mevrouw Belloc Lowndes, door Oswaldi. L'~a? maar één lade in de schrijftafel rp tet eerste gezicht dacht mevrouw pa dat zij afgesloten was. Maar spoedig zij. dat de la open ging, wanneer [tol knop op een zekere manier om- du kwam er een uitdrukking van en opwinding op haar vermoeid, Wd gezicht, want daar lag, niet eens gebonden, een groot aantal rekenin- l. Eronder herkende zij de nota in f, - -den van madame Domino. ^arD ze alle uit de lade en lei ze als °P volgorde. En toen, met een LJJ* ?evoel van argwaan en van ver hevens, ontdekte zij dat elke re- ^switeerd was op den dag te voren [j.^e voor aanzienlijke bedragen con- K'aren. rp-fli plotseling gevoel van verbijstering -iemde achterdocht liep Birtiey's - naar een van de verdonkerde ven- bekeek zij elke rekening nog fe^urig en telde, uit het hoofd, al i ^men op. Poosje ging zij zitten, met den -^•-ringen, van verschillende grootte V*j,ln|jaar tengere rechterhand. Waar L' ^Jjoondochter zoo gauw het geld 'bben gehaaild, dat bij elkaar ruim over de twee duizend pond beliep? Al die betalingen, groot en klein, waren ge daan binnen vier en twintig uren na Birt iey's ontdekking van Eva's schuld aan ma dame Domino. Mevrouw Raydon herinnerde zich nu, hoe zij haar zoon had gewaarschuwd, dat de naaistersrekening ongetwijfeld een van de vele was; maar thans was zij verbaasd, te ontdekken, hoe groot het bedrag was dat haar schoondochter schuldig was geweest. Maar het ware mysterie was. ia. inderdaad een mysterie, hoe Eva het ..Betaald" had weten te krijgen op al die rekeningen, die zij daar zoo nauwkeurig en in alle bijzon derheden had nagezien. Immers, om een klein vporschot van een notaris los te krij gen, moest zelfs de betrouwbaarste, dege- lijksle cliënt te voren allerlei papieren in orde laten maken, later teekenen en daarna overleggen. Ofschoon mevrouw Raydon al tijd het gelukkig lot beschoren was geweest sommen te beleggen en niet te beleenen, was zij toch een te goede zakenvrouw, om niet den ongunstigen kant van het geld le kennen. Eindelijk slond ze op en liep langzaam naar de schrijftafel terug. En ze lei de reke ningen weer in de lade. waar zij ze gevon den had. Toen. juist op het oogenblik dat zij het met zich zelf niet eens was, wat haar al lereerst ie doen stond, zag zij op den grond, vlak bij de kleerkast, waar zij had gezeten, een leeren handtasch liggen. De tasch was gedeeltelijk bedekt door den onderkant van een gordijn en blijkbaar toevallig van de tafel gegooid, waardoor zij niet opgemerkt was door iemand, die op dien tragischen morgen de kamer haastig gedaan had. Terwijl zij de tasch opraapte, zag zij, dat op één zijde Eva's voorletters in goud wa ren gehecht, en toen herinnerde zij zich, die tasch gegeven te hebben bij haar schoon dochters huwelijksgeschenken. Eén oogen blik weifelde zij, want onder gewone om standigheden was zij een angstvallig eerlijke, fatsoenlijke vrouw. Maar in dit oogenblik bedacht zij zich. dat zij toch eigenlijk al meer dan te ver was gegaan, sedert zij haar zoons sterf kapier had betreden; dat zij sterk was afgeweken van haar gewone principes. Vastberaden opende zij de ta9ch en vond er in. behalve wat kleingeld, twee enveloppen één groote, de andere van den gebruikelijken briefvorm. Langzaam nam zij eerst de groote enve loppe uit de tasch. De klep was niet eens omlaag gevouwen en met één oogopslag zag zij, dat er een bundel banknoten in was. samengehouden door een elastieken ringetje. Voorzichtig 9choof zij het er af en begon de bankbiljetlen te tellen. Er waren drie biljetten van honderd, vier van vijftig en zeven van vijf pond, hetgeen tezamen een som was van vijf honderd vijf en dertig pond. Nadat zij de biljetten en de enveloppe op de kleerkast had gelegd, nam mevrouw Raydon de andere, de kleinere uit de tasch. Ook deze was open en enkel beschreven mei het woord „Eva", in stevig mannen- schnft. Met een sterk voorgevoel, dat zij eindelijk zou vinden wat zij zocht, namelijk een of ander bewijs tegen de vrouw van haar over leden zoon, haalde zij den brief, die in de enveloppe slak. 'e voorschijn Hij was geschreven op twee zijden van gewoon postpapier waarboven het hoofd: „Hotel Het Anker. Swanmere" en een voudig gedagteekend „Woensdag". Langzaam las zij hem dcor, van het be gin af: ,Het is meer dan erg, dat je in moei lijkheden verkeert, Eva", tot „Voel je er wat voor, dat ik je met mijn wagen naar de stad rijd, vanmorgen wat tijdig? Ik zal dan de chèque incasseeren en dan kunnen we gaan lunchen in de Wigwam, zooals we al tijd deden m de vroegere dagen, die de eenige gelukkige uren bevatten, die ik ooit van mijn leven heb gehad." Met een gevoel als van een schitterend zegepraal in haar ongelukkig, verscheurd hart stopte zij de groote enveloppe mei de bankbiljetten weer in de tasch. doch de brief met den kleinen enveloppe borg zij in haar zak. Zij stond een oogenblik in twee strijd, of zij de leeren handtasch op dat kleertafellje zou leggen. Maar ten slotte vond zij het beter hoewel haar die kleine misleiding tegen de borst stuitte de tasch toch maar weer zorgvuldig op den grond le leggen, waar zij haar gevonden had. Hiermee klaar, dwong zij zich zelf lot kalmte en liep luchtig stappend ov.er het lichtblauw gebloemde karpet, ook al een bijzonder koopje dat de Raydon's hadden bemachtigd tegelijk met The Mill House. En toen. knielende bij het bed waarop het lijk lag van haar zoon, die, naar zij thans overtuigd was op laaghartige wijze door zijn vrouw was vermoord, deed Amelia Ray don de gelofte dat zij haar zoon zou wreken. Langzaam wendde zij zich af. Met knik kende knieën ging zij. moeilijk, naar de deur, ontsloot haar en daalde toen de breede, lage treden af. Geruimen tijd bleef zij staan in de leege hall van het oude huis, dat, gelijk zij wist, thans alleen het eigendom was van de vrouw, die o, zij was er zoo sterk van overtuigd niet alleen een ontrouwe echt- genoote, maar ook de moordenares was ge weest van een oprecht liefhebbenden man. Hoe zou zij dit noodlottige huis kunnen verlaten, zonder Eva nog eens te zien? Haar eenige wensch was, nu zoo spoedig mogelijk naar Londen terug le keeren, om daar voor de autoriteiten een verklaring af te leggen van de ontdekkingen, die zij ge daan had. En daarom was het haar aange naam, mevrouw Srain uit de tuinkamer te zien komen, de vrouw van wie zij nooit had gehouden, die zij had beschouwd als een overbodige luxe van haar schoon dochter. Tegen wil en dank verteederde hel hart van de oude mevrouw Raydon, want Ade laide Strain zag er niet alleen dood moe, maar ook diep bedroefd uit. Hoe het ook mocht zijn; zeker was het, dat deze vrouw alles gedaan had. wat in haar vermogen was, voor den armen Birt- ley. Als zijn doodsstrijd eenig9zins verlicht was, dan was het ongetwijfeld de huishoud ster. die de verlichting had gebracht. Dat was de moeder van den overledene verteld door het kamermeisje Powell, die gedurende den oorlog dienst had gedaan in een veld hospitaal en met wie zij dien ochtend een vrij lang gesprek had gevoerd. „Zal ik wat thee voor u zetten in de tuin kamer? Mevrouw Strain sprak op een fluistertoon en voegde er bij: „Ik heb daar al het noodige en ik begrijp, dat u overver moeid moet zijn mevrouw Raydon." „Neen, ik dank u", was het antwoord van Birtiey's moeder. „Ik heb wat haast om zoo gauw mogelijk na3r Londen terug te gaan. Er is nog zooveel te doen en ook moet ik nog aan verscheidene menschen, oude ken nissen en familie schrijven." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 9