Bij het boodschappen doen geen PUROL vergeten
FORMAN
f
V UITWERKING
r FRAPPANT!
H. P. H. KEEREWEE
UIT DE OMSTREKEN
heimzinnigheid hing van het begin af aan
om den stadhuisbouw. Zoo vernamen raad
en C. v. F. eerst uit de pers, dat Monumen
tenzorg een onderzoek zou instellen, al
keurt hij dit feit goed. De steiger kwam
eveneens buiten raad en C. v. F. om. In de
C. v. F. was ook niets te vernemen. Een
interpellatie in de raad wa9 noodig om
iets over don 9teiger (e hooien te krijgen.
Het opruimingswerk geschiedde buiten raad
en G. v. F. om. Z. i. gingen B. en W. zelfs
builen hun bevoegdheid.
Onkundig blev.en raad en C. v. F. van het
advies van 27 April van den B. W. A. tot
instelling van een commissie van onderzoek
naar het vraagstuk.
23 Oct. werd eerst in de C. v. F. de
sluier een tipje opgelicht. Op de agenda
stond het raadhuis echter niet eens. Toch
werd toen opeens advies gevraagd voor iets
dat 4 dagen later in geheime raad zou ko
men! Het was over dit voorstel! Spr. was
ontstemd over dit omspringen van B. en W.
met de commissie.
Weer geheimzinnig was 't volgende: de
wethouder zeide, dat B. en W. eerst voel
den voor een open prijsvraag: zij dachten
nog even over een meervoudige opdracht,
doch waren ten slotte tot een enkelvoudige
opdracht bekeerd, zooals de B. N. A., die
alleen was gevraagd, adviseerde, heette het.
De C. v. F. wilde echter zoo niet op de
kwestie ingaan. Later kwam een verzoek tot
samenspreking met het college. Toen bleek,
dat het advies van den B. N. A. was voor
een meervoudige opdracht!
Krachtig protesteerde hij, dat door B. en
W. werd gezegd: Dudok is no. een en dus
aangewezen, doch niet, dat de B. N. A. ook
aandrong op meervoudige opdracht.
Wie regeert de stad, toch niet B. en W.,
maar de raad die de verantwoordelijkheid
draagt? Drie van de vier wethouders wa
ren aanvankelijk ook voor meervoudige op
dracht, w.o. de wethouder van openbare
werken. Toen zijn zij de werken van den
heer Dudok gaan bezichtigen; zonder den
directeur van publieke werken. Hebben wij
dan zulke akelige hoofden van dienst, dat
op hun oordeel geen prijs wordt gesteld? Na
dit bezoek waren ook de drie wethouders
voorstanders, evenals later de heer
Schüller!
Hadden B. en W. ook nog geen anderen
moeten hooren? Neen, de heer Dudok was
gehoord, daarmee was het blijkbaar afge-
loopen. Dat noemt hij een onvoldoende en
eenzijdig onderzoek.
Toen de C. v. F. ook naar Hilversum ging,
is hij na aanvankelijk verzet meegegaan,
waar hem werd gezegd: je bent bang, over
tuigd te worden. De directeur van gemeente
werken mocht toen ook mee. De heer Dudok
heeft getracht duidelijk te maken en dat
was zijn goed recht, dat alleen een enkel
voudige opdracht de kwestie kon oplossen.
Doch dat was slechts een subjectief oordeel 1
Twee dingen oordeelde spr. merkwaardig.
De heer Dudok verklaarde, dat hij reeds
aan het teekenen wasl Spr. oordeelde, dat
de heer Dudok in modernen geest zich ont
wikkelde, via H.B.S. en Leidsch Dagblad
gebouw was dit merkbaar. Dat was juist,
erkende de heer Dudok, die verder op
merkte, dat men met den man zijn karak
ter neemt. Spr. wees er toen op dat hier
een oud stadsbeeld was, waarop de heer
Dudok zeide: „Ook daarmee moet ik reke
ning houden."
Daarom oordeelt hij dit een sprong in het
duister. De praclijk van dit voorstel is toch:
geef het werk aan Dudok.
Later heeft men den heer Dudok nog eens
doen komen en toen bleek, dat zijn indruk
volkomen juist was.
De heer Dudok beriep zich ook op het
rapport van Monumentenzorg dat zich uit
sprak voor één architect, doch over enkel
voudige of meervoudige opdracht heeft Mo
numentenzorg het niet gehad, zoo kreeg hij
bij informatie daar ten antwoord.
Alleen door de uiteenzetting van den
heer Dudok vielen de 3 wethouders om en
ook de heer Schüller; de laatste als een blad
op een boom. Partijdictatuur? De eerste
grond van het voorstel der minderheid is,
dat er geen grondig onderzoek is geweest:
alleen het advies van den B. N. A., dat
niet is opgevolgd en van den heer Dudok.
Van een beperkte toepassing van de meer
voudige opdracht is zelfs bij den B. N. A.
geen sprake. Hoe B. en W. dat er uit ge
haald hebben, begrijpt hij niet.
De heer Dudok was als adviseur ook be
langhebbende, dat moet men niet vergeten.
De minderheid zou veel meer onderzoek
willen, ook buiten den B. N. A. om, er zijn
nog meer bonden van architecten. Dit over
het tot stand komen van het voorstel. Nu
nog iets over het voorstel zelf. Van meer
persoonlijk contact bij enkelvoudige op
dracht is z. i. g^en sprake. Alles behoeft
niet direct te worden gedefinieerd. Bij
meervoudige opdracht worden allen tegelijk
gehoord.
De heer Dudok vocht zelf wel mee in
Rotterdam naar Beurs en Bijenkorf, waar
voor ook een meervoudige opdracht was ge
geven! Dit laatste was ook het geval bij het
stadhuis te Enschedé, de Wagner-schouw-
burg, het plan-Minerva-plein en Allebé-
plein te Amsterdam, enz. Spr. geeft nog
meer voorbeelden.
Spr. geeft ten slotte nog eenige meenin
gen van deskundigen, die gezien het spe
ciale geval en de complicaties hier ter stede
bij de Stadhuiskwestie, enkelvoudige op
dracht absoluut niet op haar plaats oor
deelden.
Als B. en W. van den* begin af aan de
zaak anders hadden behandeld, was z. i. de
RECLAME.
8599
RECLAME.
-/_ -/
8570
heer Dudok niet op het hooge paard gaan
zitten zooals nu. Dat is zijn indruk. Moeten
wij de ontwerpen van bouwmeesters van
monumentalen bouw om den heer Dudok
missen, dan acht hij dat een ramp voor de
stad. Van een wereldreputatie van den heer
Dudok is geen sprake. Een boek van aan
beveling zegt niemendal.
In de leeskamer ligt alleen het werk van
den heer Dudok, prachtig uitgevoerd, doch
wat zegt dat, waar het werk van anderen
ontbreekt?
Hij hoopt, dat de raad zijn voorstel zal
aanvaarden.
Hierop wordt de zitting geschorst.
AVONDZITTING.
De heer HUURMAN kan begrijpen, dat
iets anders gaat als men wil, men zich door
temperament laat medesleepen. Hij wil aan
nemen, dat B. en W. volkomen te goeder
trouw zijn en handelen in het belang der
stad, zooals zij dat zien. doch hij kan het
niet met hen eens zijn. B. en W. hadden
moeten doen, wat zij beloofden: overleg
plegen met den raad. Dit is echter z.i. geen
overleg, waaronder hij verstaat een polsen
van den raad. Veel onaangenaams zou z.i.
zoo vermeden zijn. Te overleggen viel, op
welk terrein het nieuwe Stadhuis zou moe
ten komen, als men den ouden gevel loslaat.
Zonder overleg met den raad is besloten het
oude terrein te gebruiken, althans door B.
en W. Dan was er te spreken geweest over
de benoodigde ruimte. Het oude terr in üjkt
hem in ieder geval te klein. Liever had hij
dit in geheime zitting gezegd, doch hij kon
daarvoor geen medestanders krijgen. In het
oude gebouw waren bijkans alle vertrokken
onbruikbaar. Men zal moeten hebben meer
dere breedte en meerdere diepte. De ver-
keer9benoodigdheden vragen ook een onder
de oogen zien van het geheele terrein lu?-
sehen Koornhrugsteeg en Maars.narsstoeg
en dan winkelgalerij-mogelijkheid etc. Hij
had b.v. uit den raad een aparte commissie
naast de C. v. F. in deze aangewezen ge
oordeeld.
B. en W. zeggen, dat er advies gevraagd
is aan den B. N. A., doch één vereniging
lijkt hem in dezen te weinig .gezien de im
portantie van deze zaak. Ook het oordeel
van den raad zou hij als lid van B. en W.
daarom op hoogen prijs hebben gesteld.
Spr. citeert uit het rapport van de com
missie voor Monumentenzorg over de
ruimte, door B. en W. daaraan opgegeven.
Toen konden B. en W. dus al zoo'n opgave
doen, waarom dan nu niet in nog beleren
vorm? B. en W. hebben het toch ook niet
zoo druk, dat zij alleen maar tijd hebben
voor één architect.
Is dat laatste mogelijk, dan is ook contact
met meerdere architecten niet onmegdijk.
Het spreekt vanzelf, dat de heor Dudok voor
een enkelvoudige opdrapht is. diens oordeel
uit het stuk van B. en W. is daarom niets
zeggend. Hij stelt zich daarnevens op zeer
hoog standpunt, door mededinging, te wei
geren. Dat noemt hij arrogant en al zou hij
het betreuren, maar dan moet men den
heer Dudok maar loslaten. Zulk comman-
deeren, spr. zou het willen noemen „over
donderen", gaat echter thans niet meerl
Dat de heer Dudok hier een 17 jaar ge
leden geweest is, zegt niets; gelet op de
waarde van H.B.S. en „Leidsch Dagblad"
ook niet. Dan zou het wonen van een zuster
hier ook nog waarde hebben als argument.
Dat de heer Dudok niet duur is, zooals
B. en W. schrijven, wat zegt dal? Tegen
over B. en W. kan hij anderer oordeel stel
len, hij citeert eenige bekende personen als
prof. Wattjes. Moeilijker dan het geval is
is z.i. ingezien het samenstellen van een
commissie van beoordeeling; daarvoor zijn
nog wel menschpn te vinden, minstens even
bekwaam als de heer Dudok, die toch wei
nig monumenteels heeft gebouwd En „een
man van wereldreputatie" ligt er te dik op.
Straks zeggen B. en W. wellicht: maar
de plannen zijn toch te verwerpen. Jawel,
dan zijn we een half jaar achterop en bo
vendien. het moet al erg dol zijn. als men
straks een der plannen dan, practisch ge
sproken, niet slikt.
De heer WILBRINK begint met de ver
klaring. dat zijn eerste gedachte was toen
het 6tuk afkwam: dat is nu wel een zeer
pover resultaat van het wachten! Advies is
gevraagd aan een commissie uit de burgerij,
van Monumentenzorg, aan den B N. A.,
niet aan den raad! B. en W. beschouwden
duidelijk het lichaam van vertrouwensman
nen der burgerij, den raad, ondeskundig.
Doch de commissie uit de burgerij was wel
deskundig genoeg Ondeskundig is ic-n
oordeel gevraagd aan een ondeskundige
commissie.
Gezien het weinige vertrouwen van B. cn
W. in den raad, is het niet te verwonderen,
dat de raad ook zeer critisch de voorstellen
van B. en W. gaat bezien en hij heeft dat
ook gedaan. Pover is hei stuk van B. en W..
de lieer Huurman wees al terecht op het
feit, hoe in April al opgave werd gedaan
aan Monumentenzorg, een opgave, die toch
inmiddels was aan te vullen geweest. Het
noemen van het cijfer van B. en W I1./»
millioen was onnoodig, daaraan heeft de
raad niets. Een andere plaats voor een
stadhuis is zelfs niet door B. en W. aan
geroerd, b.v. het v. d. Werffpark. al zijn
daaraan moeilijkheden verbonden, die ech
ter misschien te overwinnen waren Men
'bedenke b.v. hoe bij handhaving van den
ouden gevel de trap blijft als obstakel voor
het verkeer.
Hij vraagt B en W. vooraf in ieder geval
de kosten van grondaankoop etc. te geven.
Anders is het onverantwoordelijk dat de
raad een beslissing neemt.
Wat enkelvoudige of meervoudige op
dracht betreft, aanvankelijk was hij voor
enkelvoudige opdracht bij oppervlakkige be
schouwing. doch bij nadere beschouwing
meent hij het oordeel der minderheid van
de C. v. F. niet zoo verwerpelijk Het is nog
niet zoo, dat de heer Dudok da eenige
architect is, die in aanmerking komt. Een
beperkte opdracht aan een drietal komt hem
het beste voor en het minst riskant.
Zoowel de adviezen van Monumenten
zorg en de B. N. A. zijn door B. en W. niet
aanvaard De raad is als ondeskundig uit
geschakeld, doch liet college is ook ondes
kundig als de raad het is, en dat college ver
werpt deskundige adviezen van technici.
Daarom kan hij niet met B. en W. meegaan
en is hij voor een meervoudige opdracht,
die z.i. meer kans geeft.
De heer BOSMAN zou ook kunnen begin-
jiemaet critiek op B. en W., doch dat is
z. i. al genoeg gedaan. Men vergai wel iet
wat, dat de taak van B. en W. zeer moeilijk
is. Ook de critiek op den heer Dudok van
den heer Spondel vond spr. wat te ver
gaand. Bovendien was die critiek z.i. te
veel water en wind.
De kwestie van enkelvoudige of meervou
dige opdracht is moeilijk, doch hij is lang
zamerhand over gaan hellen naar B. en \W
gezien de moeilijkheid een oordeel te vellen
en een keuze te doen.
De heer MANDERS: uil één is geen keus
te doen.
De heer BOSMAN wijst er dan op hoe
moeilijk het is tot een eenstemmige bcoor-
deeling te komen, op de vele invloeden, die
dan werken.
De heer Dudok klom zeker hoog te paard
door mededinging te weigeren, doch kan
men hem uitschakelen? Spr. zou dat niet
gaarne zien, gelet op diens kundigheden.
De raad blijft toch ook in ieder gevai
vrij. (Geroeptheoretisch ja, practisch
niet!)
Nu nog iets over de plaats van het stad
huis. De oude plaats vindt hij wel hei
meest ongeschikt. De oude ruimte zal m
ieder geval onvoldoende zijn, maar wat
kost onteigening daar! Is elders niet goed-
kooper plaats te vinden Het v. d. Werff
park acht hij echter ook niet geschikt. Dat
mag men nog wel eens- onder de oogen
zien.
De heer DONDERS zegt, dat als op den
dag na den brand een referendum was ge
houden over de vraag van al of niet ge
bruik van den ouden gevel, de stemming
zeer ten gunste was uitgevallen voor den
ouden gevel, Doch de tijd heeft veel gesle
ten en tal van nieuwe stemmen gingen op
voor een nieuw stadhuis. Zoo staan nu twee
stroomingen tegenover elkaar. Moeilijk is
het te peilen, welke nu de overhand heeft.
Dat lijkt hem ook de meening van B. en
W., die geen keuze doen. Was het echt**
niet mogelijk geweest wel een keus te
doen Hij meent van wel, gezien het rap
port van Monumentenzorg. B. cn W. had
den kunnen kiezen voor den ouden gevel,
hetgeen Monumentenzorg zelfs als een ize
delijke plicht beschouwt. Dat oordeel staaf
niet alleen. Door den B.N.A. is een en
quête uitgeschreven onder 'n tiental archi
tecten en velen daarvan spraken zich uit
voor het oordeel van Monumentenzorg,
b.v. prof. Slothouwer, ir. J. Gratama.
Spr. somt dan nog op de adviezen uit de
burgerij, van de Universiteit, laatst van
prof. Boutens c.s., alle voor behoud van
den gevel. Volkomen verantwoord was dan
ook een keuze van B. en W. geweest in
deze richting, zooals ook de B.N.A. had
verwacht.
Het college doet. de keuze niet, stelt
voor door één architect twee plannen te
doen maken, een met, een zonder ouden
gevel. Hij wil aannemen, dat er een plan
sibele reden is voor B. en W. om geen
keuze te doen, doch dan dienen zij beide
gelijke kansen te geven. En dat gebeurt
nu toch niet, nu de heer Dudok beide plan
nen moet leveren, ook al onderschrijft hij
de lof. aan den heer Dudok gebracht.
Wel gil hij dezen persoonlijk uitschakelen
doch men kent hem toch als een zeer voor
uitstrevend architect, een ultra-modem
man, uit zijn werken. Is een kunstenaar
van zoo'n richting de man om een plan te
ontwerpen met den ouden gevel, ook al
blijft hij vrij ten aanzien van liet nieuwe
gedeelte Dat vraagt een dienende liefde
voor het oude. Uit citaten van den heer
Dudok zelf tracht spr. aan te toonen, dat
deze die niet huldigt. Die citaten datee
ren van 1914, doch zie zijn oordeel, opge
nomen van de 'boven reeds genoemde 10
leden, door den B.N.A. gevraagd, in Ar-
chitectura. Dat oordeel laat z.i. aan dui
delijkheid niets te wenschen over, en spr.
vraagt of zoo'n kunstenaar wel geroepen is
voor een plan, met behoud va nden gevel,
vooral als dezelfde ook een plan zonder
gevel maakt, dat onwillekeurig en onaf
wendbaar zijn voorliefde zal genieten. SpT.
citeert in dit verband het adres van prof.
Boutens c.«».
Door een meervoudige opdracht is de
moeilijkheid op te lossen. Zoo denkt de
B.N.A. ér ook over.
B. en W. zeggen, dat van intiem con
tact dan geen sprake kan zijn. doch dat
standpunt is slechts een voorloopig project,
gemaakt naar globale gegevens. We moe
ten niet direct werken met definitieve plan
nen. En dat dit mogelijk is, de heeren
Wilbrink en Huurman wezen er reeds op,
bewijst de opgave van voorloopige eischen
aan Monumentenzorg.
Zeker, het zal moeilijk zijn het beste te
kiezen, doch bij één architect is er geen
keus en bovendien kan men tegen iemand
als de heer Dudok strak? zoggenga met
uw plannen maar heen 1
De heer SCHÜLLER zal trachten zoo ;.a-
kelgk mogeljjk te antwoorden aan de heeren
Farmentier en Spendel. Ongetwijfeld hebben
B. en W. in eerste instantie onjuist gehan
deld, doch dank zij de vaste houding der
C. v. F., zijn zjj gedwongen geworden tot
volledig inzicht geven. ZnoaL altijd heeft
spr. overleg gepleegd met zijn fractie. Wan
neer een der leden overtuigd was geweest
dat nog niet voldoende overleg was ge
pleegd, was niet uitgesloten geweest r.og
aan te houden.
De directeur van Gemeentewerken had
da heer Parmentier buiten beschouwing moe
ten laten, gelet op het feit, dat deze een
zwager is van den heer Dudok, waarom zijn
oordeel minder gewenscht mocht heeten, zoo
als de C. v. F. met algemeene stemmen zelf
ock goed keurde. Inderdaad was hij aanvan
kelijk voor 6en meervoudige opdracht, doch
na de bezichtiging van de werken van den
heer Dudok en diens inlichtingen i3 lig
omgedraaid. Meervoudige opdrachten geven
menigmaal geen oplossing; spr. geeft en
kele voorbeelden als een kerk te Amsterdam,
het stadhuis te Enschedé, en citeert eenige
technici-uitspraken, als b.v. ran den heer
De Man in de „Msbde", die echter later op
zijn uitlating is teruggekomen. Spr. acht
overleg met den bouwmeester hier beslist
noodzakelijk en dat i3 bij een meervoudige
opdracht z.i. niet mogeljjk. Nader zet spr.
dit uiteen, om dan te memoreeren de di
verse adviezen. Voor den oude gevel waren
maar zes leden van 'Monumentenzorg, ten-
mitste volledig, met spitsen, doch wat is de
gevei zonder deze? Persoonlijk i3 hij voor
nic-uw-bouw, doch een eerlijke kans wil hij
het andere standpunt geven. Voor bevoar-
ooröeeling van den heer Dudok vreest hij
niet, die een bouwmeester van naam is.
De raad heeft toch altijd het laatste woord.
Ter sprake zijn verder gebracht de plaats,
de ruimte en vele andere dingen, doch z.i.
moet men daarbij veel overlaten aan den
architect, in overleg met B. en W., de C.
v, F. en den raad. Hij stelt voor het voor
stel van B. en W. te aanvaarden.
'De h6er MANDERS acht het vraagstuk
zeer moeilijk. Hij gaat de droeve historie
van den brand nog eens na en wat daarna
geschiedde. Er staat nog een geheel stuk
gevel en z.i. moet daarvan gebruik worden
gemaakt. Daarom kan hij niet met dit voor
stel van B. en W. meegaan, dat gebruik
van den ouden gevel vrijwel zeker uitsluit,
daar de heer Dudok onwillekeurig gepor
teerd is voor ni6uw-bouw. En toch vraagt
da openbare meaning om herstel evenals Mo
numentenzorg, de B. N. A. enz.
Veelal is gezegd in de raad: wij zijn lee-
ken doch daarmee is hij het niet geheel
eens. Behalve de heer Dudok moeten wij en
het publiek den bouw ook mooi vinden!
De heer Schüller haalde z.i. prijsvraag
en meervoudige opdracht door elkaar. Hij
is voor de meervoudige opdracht en geeft B.
en W. in overweging in te stellen een com
missie van vooraanstaande deskundigen
buiten den raad om, om van advies te die
nen.
Weihouder SPLINTER zegt, dat hij zoo
vele aanteekeningen heeft bijeengebracht
cn heeft te ordenen, dat hij voorstelt de zit
ting te verdagen tot volgenden Maandag.
Aldus wordt besloten.
De VOORZITTER stelt er prijs op nog
•heden een korte verklaring af te leggen. Van
meerdere zijden is gewag gemaakt van in
vloed van den heer Dudok op B. en W. Dat
is voor den heer Dudok niet aangenaam en
waar hij alles van den begin af weet, voelt
hij het als plicht dit recht te zetten. Hij kan
verzekeren, dal geen de minste blaam den
heer Dudok treft.
Spr. is tot de overtuiging gekomen, dat
een enkelvoudige opdracht hel beste was en
heeft toen de heer Dudok, dien hij niet
kende gevraagd: hoe denkt u over zoo'n op
dracht? Deze verklaarde, dat zoo'n opdracht
door hem op prijs gesteld werd doch heeft
tevens direct gezegd bezwaar te hebben le
gen mededinging. De heer Dudok wist niet,
dat hij was aanbevolen door de B. N. A. en
nog wel a'ls no. 1 en weet niet van den
wensch van de B. N. A.
De heer Dudok vond het onaangenaam
dit standpunt te moeien innemen doch
meende dit noodzakelijk.
Spr. heeft de hoogste achting en waardee-
nng gekregen voor den heer Dudok.
Nadat de Voorzitter dan nog kort eenige
vragen van vorige zilüng heeft beantwoord,
wordt de zitting om elf uur gesloten.
RECLAME.
BEGRAFENISSEN V T=l- I
AUTO-TRANSPORT
Aalmarkt 16. CREMATIE
•4762
STEEDS TOENEMEND AANTAL
AMATEUR-ZENDERS.
De Franeche vereeniging van amateur-
zenders. de Réseau des Emetteurs Francais,
mocht zich gedurende het afgeloopen jaar
in een gestadig toenemend aantal leden
verheugen.
Het aantal op de ledenlijst ingeschreven
amateur-zenders bedraagt momenteel reeds
1100.
Ook in Engeland is het zend-amaleuris-
me zeer populair. Men telt daar reeds 1800
leden.
RECLAME.
4090
AALSMEER.
Intrede Pastoor M. A. Zwart. I
»-»8ï
fefei-e
GEEN GRATIS VERGUNNING
VOOR GEPENSIONEERDEN.
De Directeur-Generaal der Engelsche
Posterijen, de heer Less-Smith, verklaarde
onlangs dat het Broadcasting Committee
van 1925 na overweging had geadviseerd
om geen vrije ontvang-vergunning te ver-
leenen aan gepensioneerde ouden van da
gen, doch deze uitsluitend toe te kennen
aan blinden.
De heer Less-Smith voelde zich niet ver
antwoord. aan het Parlement een voorstel
te doen tol het verleenen van vrije vergun
ning aan andere groepen der bevolking,
zoodat dus alleen blinden van deze con
cessie profiteeren. Dit besluit is dus voor
velen een teleurstelling.
Pastoor M. A. Zwart.
Zondagmorgen werdinde Oud-K
van de H.H. Apostelen Pelrus en I
Aalsmeer-Oost de eerste Heilige) Die
houden door den nieuw benoemden p
den Zeer Eerw heer M. A. Zwart, i
ger van Pr. A. B. Dievenhach. De 1
gehe'el gevuld met parochianen, ter?
mede opmerkten den burgemeester d
meente, den heer J. Kastelein; den J
wethouder, den heer P. van der Mei
raadslid, den heer D. Jongkind Ma
hoofd der o. 1. school, den heer Mui
gemeente-ontvanger, den heer G. Hazl
cn vele anderen. He't altaar was opl
Isten Advent-Zondag stemmig versie)
rozen, seringen en chrysanten, en 'tw
getwijfeld voor de geloovigen een li
oogenblik, toen hun nieuwe pne?!)
dezen morgen geassisteerd doo~ zijl
meester van het Seminarie, President-)
Wijker en sub-diaken Santen,
Amersfoort, bij het Altaar 1
Vóór de Dienst een aanvang nam.i
gemeente den nieuwen pastoor toed
zang uit het Vesperboek, bldz. 278:
Kom. Geest des levens en der tal
Vei vul het hart, dat U verwacht, I
En deel Uw heil'gen bemelvreê r
Aan Uw bezielde scheps'leh meê.)
Na bed opdragen van de H.
Pr. Zwart en zijn assistenten, beta)
sidenl-diaken Wijker den kansel.
Z. Eenv. wilde allereerst aan
meente de vraag stellen, welke hoo
dag haar wel het naast lag. Was b'
mis, Pa9chen, Pinkster, was het de I
Zondag, toen Pr. Dievenhach afsc'nei|
of is het deze le Advent-Zondag,
nieuwe jonge priester aan U wordt I
slcld? Getuigt ons bet op- en onderga)
zon niet van komen en gaan? Onget
zoo zeide spr., zich tot de moeder f
van den jongen Priester richtende,
het hart van vreugde, nu gij zich r
gend ziet met uw kind. 't Deed sprea
zonder genoegen, dat hij den meuwef
loor als zijn leerling aan de Gemeente)
voorstellen. Vele jaren heeft dezef
Seminarie doorgebracht. Gij hebt
zeide spr. tot den jongen priester -
gaven van God ontvangen voor ver
hart. God zegene U. ambtsbroeder,!
werk. Zich tot de gemeente rich lend J
spreker. Uw nieuwe pastoor ^e£j!.T
siasme voor zijn hooge roeping. B'al
heilige geestdrift niet uit; gedenkt J
aal het uw plicht is te arbeiden
Kerk van Christus over de geheele 1
Hebt Uw Kerk lief, met eenbiedig:|
eens anders godsdienstige overtuiginS
voor Uw pastoor, bidt om Jezus wil«J
Uw leven in naar Uw geloof; een WJ
zaligheid niet alleen voor 't eeuwt
ook voor dit leven. Na de H. ^oi
zong de gemeente Gezang 147, in 1
Gez, 71 en na de Vesper Gez. 15/
G De' kerkdienst was hiermede beei
de pastorie was gelegenheid kennis
nieuwen pastoor te maken, waan
velen gebruik werd gemaakt.
HAARLEMMERMEER, j
IJsclub „Hoofddorp-
De ijsclub Hoofddorp
jaar opnieuw is geconstitue'T
reeds actie* werkzaam is
ook nu weder te herleven.
Het bestuur van deze vereen**?
nemens in den loop van deze
Beurs" te Hoofddorp bijeen e
de leden om o.m. een bespTP "l
den over het in orde maken
j en de eventueel te organise?1"
den.
Het St. Nicolaafte*'1
Het bestuur van
te Hoofddorp organiseert tejU u-
5 December a.s. voor de km
dorp en omgeving weder een