Bij het boodschappen doen geen PUROL vergeten FORMAN f V UITWERKING r FRAPPANT! H. P. H. KEEREWEE UIT DE OMSTREKEN heimzinnigheid hing van het begin af aan om den stadhuisbouw. Zoo vernamen raad en C. v. F. eerst uit de pers, dat Monumen tenzorg een onderzoek zou instellen, al keurt hij dit feit goed. De steiger kwam eveneens buiten raad en C. v. F. om. In de C. v. F. was ook niets te vernemen. Een interpellatie in de raad wa9 noodig om iets over don 9teiger (e hooien te krijgen. Het opruimingswerk geschiedde buiten raad en G. v. F. om. Z. i. gingen B. en W. zelfs builen hun bevoegdheid. Onkundig blev.en raad en C. v. F. van het advies van 27 April van den B. W. A. tot instelling van een commissie van onderzoek naar het vraagstuk. 23 Oct. werd eerst in de C. v. F. de sluier een tipje opgelicht. Op de agenda stond het raadhuis echter niet eens. Toch werd toen opeens advies gevraagd voor iets dat 4 dagen later in geheime raad zou ko men! Het was over dit voorstel! Spr. was ontstemd over dit omspringen van B. en W. met de commissie. Weer geheimzinnig was 't volgende: de wethouder zeide, dat B. en W. eerst voel den voor een open prijsvraag: zij dachten nog even over een meervoudige opdracht, doch waren ten slotte tot een enkelvoudige opdracht bekeerd, zooals de B. N. A., die alleen was gevraagd, adviseerde, heette het. De C. v. F. wilde echter zoo niet op de kwestie ingaan. Later kwam een verzoek tot samenspreking met het college. Toen bleek, dat het advies van den B. N. A. was voor een meervoudige opdracht! Krachtig protesteerde hij, dat door B. en W. werd gezegd: Dudok is no. een en dus aangewezen, doch niet, dat de B. N. A. ook aandrong op meervoudige opdracht. Wie regeert de stad, toch niet B. en W., maar de raad die de verantwoordelijkheid draagt? Drie van de vier wethouders wa ren aanvankelijk ook voor meervoudige op dracht, w.o. de wethouder van openbare werken. Toen zijn zij de werken van den heer Dudok gaan bezichtigen; zonder den directeur van publieke werken. Hebben wij dan zulke akelige hoofden van dienst, dat op hun oordeel geen prijs wordt gesteld? Na dit bezoek waren ook de drie wethouders voorstanders, evenals later de heer Schüller! Hadden B. en W. ook nog geen anderen moeten hooren? Neen, de heer Dudok was gehoord, daarmee was het blijkbaar afge- loopen. Dat noemt hij een onvoldoende en eenzijdig onderzoek. Toen de C. v. F. ook naar Hilversum ging, is hij na aanvankelijk verzet meegegaan, waar hem werd gezegd: je bent bang, over tuigd te worden. De directeur van gemeente werken mocht toen ook mee. De heer Dudok heeft getracht duidelijk te maken en dat was zijn goed recht, dat alleen een enkel voudige opdracht de kwestie kon oplossen. Doch dat was slechts een subjectief oordeel 1 Twee dingen oordeelde spr. merkwaardig. De heer Dudok verklaarde, dat hij reeds aan het teekenen wasl Spr. oordeelde, dat de heer Dudok in modernen geest zich ont wikkelde, via H.B.S. en Leidsch Dagblad gebouw was dit merkbaar. Dat was juist, erkende de heer Dudok, die verder op merkte, dat men met den man zijn karak ter neemt. Spr. wees er toen op dat hier een oud stadsbeeld was, waarop de heer Dudok zeide: „Ook daarmee moet ik reke ning houden." Daarom oordeelt hij dit een sprong in het duister. De praclijk van dit voorstel is toch: geef het werk aan Dudok. Later heeft men den heer Dudok nog eens doen komen en toen bleek, dat zijn indruk volkomen juist was. De heer Dudok beriep zich ook op het rapport van Monumentenzorg dat zich uit sprak voor één architect, doch over enkel voudige of meervoudige opdracht heeft Mo numentenzorg het niet gehad, zoo kreeg hij bij informatie daar ten antwoord. Alleen door de uiteenzetting van den heer Dudok vielen de 3 wethouders om en ook de heer Schüller; de laatste als een blad op een boom. Partijdictatuur? De eerste grond van het voorstel der minderheid is, dat er geen grondig onderzoek is geweest: alleen het advies van den B. N. A., dat niet is opgevolgd en van den heer Dudok. Van een beperkte toepassing van de meer voudige opdracht is zelfs bij den B. N. A. geen sprake. Hoe B. en W. dat er uit ge haald hebben, begrijpt hij niet. De heer Dudok was als adviseur ook be langhebbende, dat moet men niet vergeten. De minderheid zou veel meer onderzoek willen, ook buiten den B. N. A. om, er zijn nog meer bonden van architecten. Dit over het tot stand komen van het voorstel. Nu nog iets over het voorstel zelf. Van meer persoonlijk contact bij enkelvoudige op dracht is z. i. g^en sprake. Alles behoeft niet direct te worden gedefinieerd. Bij meervoudige opdracht worden allen tegelijk gehoord. De heer Dudok vocht zelf wel mee in Rotterdam naar Beurs en Bijenkorf, waar voor ook een meervoudige opdracht was ge geven! Dit laatste was ook het geval bij het stadhuis te Enschedé, de Wagner-schouw- burg, het plan-Minerva-plein en Allebé- plein te Amsterdam, enz. Spr. geeft nog meer voorbeelden. Spr. geeft ten slotte nog eenige meenin gen van deskundigen, die gezien het spe ciale geval en de complicaties hier ter stede bij de Stadhuiskwestie, enkelvoudige op dracht absoluut niet op haar plaats oor deelden. Als B. en W. van den* begin af aan de zaak anders hadden behandeld, was z. i. de RECLAME. 8599 RECLAME. -/_ -/ 8570 heer Dudok niet op het hooge paard gaan zitten zooals nu. Dat is zijn indruk. Moeten wij de ontwerpen van bouwmeesters van monumentalen bouw om den heer Dudok missen, dan acht hij dat een ramp voor de stad. Van een wereldreputatie van den heer Dudok is geen sprake. Een boek van aan beveling zegt niemendal. In de leeskamer ligt alleen het werk van den heer Dudok, prachtig uitgevoerd, doch wat zegt dat, waar het werk van anderen ontbreekt? Hij hoopt, dat de raad zijn voorstel zal aanvaarden. Hierop wordt de zitting geschorst. AVONDZITTING. De heer HUURMAN kan begrijpen, dat iets anders gaat als men wil, men zich door temperament laat medesleepen. Hij wil aan nemen, dat B. en W. volkomen te goeder trouw zijn en handelen in het belang der stad, zooals zij dat zien. doch hij kan het niet met hen eens zijn. B. en W. hadden moeten doen, wat zij beloofden: overleg plegen met den raad. Dit is echter z.i. geen overleg, waaronder hij verstaat een polsen van den raad. Veel onaangenaams zou z.i. zoo vermeden zijn. Te overleggen viel, op welk terrein het nieuwe Stadhuis zou moe ten komen, als men den ouden gevel loslaat. Zonder overleg met den raad is besloten het oude terrein te gebruiken, althans door B. en W. Dan was er te spreken geweest over de benoodigde ruimte. Het oude terr in üjkt hem in ieder geval te klein. Liever had hij dit in geheime zitting gezegd, doch hij kon daarvoor geen medestanders krijgen. In het oude gebouw waren bijkans alle vertrokken onbruikbaar. Men zal moeten hebben meer dere breedte en meerdere diepte. De ver- keer9benoodigdheden vragen ook een onder de oogen zien van het geheele terrein lu?- sehen Koornhrugsteeg en Maars.narsstoeg en dan winkelgalerij-mogelijkheid etc. Hij had b.v. uit den raad een aparte commissie naast de C. v. F. in deze aangewezen ge oordeeld. B. en W. zeggen, dat er advies gevraagd is aan den B. N. A., doch één vereniging lijkt hem in dezen te weinig .gezien de im portantie van deze zaak. Ook het oordeel van den raad zou hij als lid van B. en W. daarom op hoogen prijs hebben gesteld. Spr. citeert uit het rapport van de com missie voor Monumentenzorg over de ruimte, door B. en W. daaraan opgegeven. Toen konden B. en W. dus al zoo'n opgave doen, waarom dan nu niet in nog beleren vorm? B. en W. hebben het toch ook niet zoo druk, dat zij alleen maar tijd hebben voor één architect. Is dat laatste mogelijk, dan is ook contact met meerdere architecten niet onmegdijk. Het spreekt vanzelf, dat de heor Dudok voor een enkelvoudige opdrapht is. diens oordeel uit het stuk van B. en W. is daarom niets zeggend. Hij stelt zich daarnevens op zeer hoog standpunt, door mededinging, te wei geren. Dat noemt hij arrogant en al zou hij het betreuren, maar dan moet men den heer Dudok maar loslaten. Zulk comman- deeren, spr. zou het willen noemen „over donderen", gaat echter thans niet meerl Dat de heer Dudok hier een 17 jaar ge leden geweest is, zegt niets; gelet op de waarde van H.B.S. en „Leidsch Dagblad" ook niet. Dan zou het wonen van een zuster hier ook nog waarde hebben als argument. Dat de heer Dudok niet duur is, zooals B. en W. schrijven, wat zegt dal? Tegen over B. en W. kan hij anderer oordeel stel len, hij citeert eenige bekende personen als prof. Wattjes. Moeilijker dan het geval is is z.i. ingezien het samenstellen van een commissie van beoordeeling; daarvoor zijn nog wel menschpn te vinden, minstens even bekwaam als de heer Dudok, die toch wei nig monumenteels heeft gebouwd En „een man van wereldreputatie" ligt er te dik op. Straks zeggen B. en W. wellicht: maar de plannen zijn toch te verwerpen. Jawel, dan zijn we een half jaar achterop en bo vendien. het moet al erg dol zijn. als men straks een der plannen dan, practisch ge sproken, niet slikt. De heer WILBRINK begint met de ver klaring. dat zijn eerste gedachte was toen het 6tuk afkwam: dat is nu wel een zeer pover resultaat van het wachten! Advies is gevraagd aan een commissie uit de burgerij, van Monumentenzorg, aan den B N. A., niet aan den raad! B. en W. beschouwden duidelijk het lichaam van vertrouwensman nen der burgerij, den raad, ondeskundig. Doch de commissie uit de burgerij was wel deskundig genoeg Ondeskundig is ic-n oordeel gevraagd aan een ondeskundige commissie. Gezien het weinige vertrouwen van B. cn W. in den raad, is het niet te verwonderen, dat de raad ook zeer critisch de voorstellen van B. en W. gaat bezien en hij heeft dat ook gedaan. Pover is hei stuk van B. en W.. de lieer Huurman wees al terecht op het feit, hoe in April al opgave werd gedaan aan Monumentenzorg, een opgave, die toch inmiddels was aan te vullen geweest. Het noemen van het cijfer van B. en W I1./» millioen was onnoodig, daaraan heeft de raad niets. Een andere plaats voor een stadhuis is zelfs niet door B. en W. aan geroerd, b.v. het v. d. Werffpark. al zijn daaraan moeilijkheden verbonden, die ech ter misschien te overwinnen waren Men 'bedenke b.v. hoe bij handhaving van den ouden gevel de trap blijft als obstakel voor het verkeer. Hij vraagt B en W. vooraf in ieder geval de kosten van grondaankoop etc. te geven. Anders is het onverantwoordelijk dat de raad een beslissing neemt. Wat enkelvoudige of meervoudige op dracht betreft, aanvankelijk was hij voor enkelvoudige opdracht bij oppervlakkige be schouwing. doch bij nadere beschouwing meent hij het oordeel der minderheid van de C. v. F. niet zoo verwerpelijk Het is nog niet zoo, dat de heer Dudok da eenige architect is, die in aanmerking komt. Een beperkte opdracht aan een drietal komt hem het beste voor en het minst riskant. Zoowel de adviezen van Monumenten zorg en de B. N. A. zijn door B. en W. niet aanvaard De raad is als ondeskundig uit geschakeld, doch liet college is ook ondes kundig als de raad het is, en dat college ver werpt deskundige adviezen van technici. Daarom kan hij niet met B. en W. meegaan en is hij voor een meervoudige opdracht, die z.i. meer kans geeft. De heer BOSMAN zou ook kunnen begin- jiemaet critiek op B. en W., doch dat is z. i. al genoeg gedaan. Men vergai wel iet wat, dat de taak van B. en W. zeer moeilijk is. Ook de critiek op den heer Dudok van den heer Spondel vond spr. wat te ver gaand. Bovendien was die critiek z.i. te veel water en wind. De kwestie van enkelvoudige of meervou dige opdracht is moeilijk, doch hij is lang zamerhand over gaan hellen naar B. en \W gezien de moeilijkheid een oordeel te vellen en een keuze te doen. De heer MANDERS: uil één is geen keus te doen. De heer BOSMAN wijst er dan op hoe moeilijk het is tot een eenstemmige bcoor- deeling te komen, op de vele invloeden, die dan werken. De heer Dudok klom zeker hoog te paard door mededinging te weigeren, doch kan men hem uitschakelen? Spr. zou dat niet gaarne zien, gelet op diens kundigheden. De raad blijft toch ook in ieder gevai vrij. (Geroeptheoretisch ja, practisch niet!) Nu nog iets over de plaats van het stad huis. De oude plaats vindt hij wel hei meest ongeschikt. De oude ruimte zal m ieder geval onvoldoende zijn, maar wat kost onteigening daar! Is elders niet goed- kooper plaats te vinden Het v. d. Werff park acht hij echter ook niet geschikt. Dat mag men nog wel eens- onder de oogen zien. De heer DONDERS zegt, dat als op den dag na den brand een referendum was ge houden over de vraag van al of niet ge bruik van den ouden gevel, de stemming zeer ten gunste was uitgevallen voor den ouden gevel, Doch de tijd heeft veel gesle ten en tal van nieuwe stemmen gingen op voor een nieuw stadhuis. Zoo staan nu twee stroomingen tegenover elkaar. Moeilijk is het te peilen, welke nu de overhand heeft. Dat lijkt hem ook de meening van B. en W., die geen keuze doen. Was het echt** niet mogelijk geweest wel een keus te doen Hij meent van wel, gezien het rap port van Monumentenzorg. B. cn W. had den kunnen kiezen voor den ouden gevel, hetgeen Monumentenzorg zelfs als een ize delijke plicht beschouwt. Dat oordeel staaf niet alleen. Door den B.N.A. is een en quête uitgeschreven onder 'n tiental archi tecten en velen daarvan spraken zich uit voor het oordeel van Monumentenzorg, b.v. prof. Slothouwer, ir. J. Gratama. Spr. somt dan nog op de adviezen uit de burgerij, van de Universiteit, laatst van prof. Boutens c.s., alle voor behoud van den gevel. Volkomen verantwoord was dan ook een keuze van B. en W. geweest in deze richting, zooals ook de B.N.A. had verwacht. Het college doet. de keuze niet, stelt voor door één architect twee plannen te doen maken, een met, een zonder ouden gevel. Hij wil aannemen, dat er een plan sibele reden is voor B. en W. om geen keuze te doen, doch dan dienen zij beide gelijke kansen te geven. En dat gebeurt nu toch niet, nu de heer Dudok beide plan nen moet leveren, ook al onderschrijft hij de lof. aan den heer Dudok gebracht. Wel gil hij dezen persoonlijk uitschakelen doch men kent hem toch als een zeer voor uitstrevend architect, een ultra-modem man, uit zijn werken. Is een kunstenaar van zoo'n richting de man om een plan te ontwerpen met den ouden gevel, ook al blijft hij vrij ten aanzien van liet nieuwe gedeelte Dat vraagt een dienende liefde voor het oude. Uit citaten van den heer Dudok zelf tracht spr. aan te toonen, dat deze die niet huldigt. Die citaten datee ren van 1914, doch zie zijn oordeel, opge nomen van de 'boven reeds genoemde 10 leden, door den B.N.A. gevraagd, in Ar- chitectura. Dat oordeel laat z.i. aan dui delijkheid niets te wenschen over, en spr. vraagt of zoo'n kunstenaar wel geroepen is voor een plan, met behoud va nden gevel, vooral als dezelfde ook een plan zonder gevel maakt, dat onwillekeurig en onaf wendbaar zijn voorliefde zal genieten. SpT. citeert in dit verband het adres van prof. Boutens c.«». Door een meervoudige opdracht is de moeilijkheid op te lossen. Zoo denkt de B.N.A. ér ook over. B. en W. zeggen, dat van intiem con tact dan geen sprake kan zijn. doch dat standpunt is slechts een voorloopig project, gemaakt naar globale gegevens. We moe ten niet direct werken met definitieve plan nen. En dat dit mogelijk is, de heeren Wilbrink en Huurman wezen er reeds op, bewijst de opgave van voorloopige eischen aan Monumentenzorg. Zeker, het zal moeilijk zijn het beste te kiezen, doch bij één architect is er geen keus en bovendien kan men tegen iemand als de heer Dudok strak? zoggenga met uw plannen maar heen 1 De heer SCHÜLLER zal trachten zoo ;.a- kelgk mogeljjk te antwoorden aan de heeren Farmentier en Spendel. Ongetwijfeld hebben B. en W. in eerste instantie onjuist gehan deld, doch dank zij de vaste houding der C. v. F., zijn zjj gedwongen geworden tot volledig inzicht geven. ZnoaL altijd heeft spr. overleg gepleegd met zijn fractie. Wan neer een der leden overtuigd was geweest dat nog niet voldoende overleg was ge pleegd, was niet uitgesloten geweest r.og aan te houden. De directeur van Gemeentewerken had da heer Parmentier buiten beschouwing moe ten laten, gelet op het feit, dat deze een zwager is van den heer Dudok, waarom zijn oordeel minder gewenscht mocht heeten, zoo als de C. v. F. met algemeene stemmen zelf ock goed keurde. Inderdaad was hij aanvan kelijk voor 6en meervoudige opdracht, doch na de bezichtiging van de werken van den heer Dudok en diens inlichtingen i3 lig omgedraaid. Meervoudige opdrachten geven menigmaal geen oplossing; spr. geeft en kele voorbeelden als een kerk te Amsterdam, het stadhuis te Enschedé, en citeert eenige technici-uitspraken, als b.v. ran den heer De Man in de „Msbde", die echter later op zijn uitlating is teruggekomen. Spr. acht overleg met den bouwmeester hier beslist noodzakelijk en dat i3 bij een meervoudige opdracht z.i. niet mogeljjk. Nader zet spr. dit uiteen, om dan te memoreeren de di verse adviezen. Voor den oude gevel waren maar zes leden van 'Monumentenzorg, ten- mitste volledig, met spitsen, doch wat is de gevei zonder deze? Persoonlijk i3 hij voor nic-uw-bouw, doch een eerlijke kans wil hij het andere standpunt geven. Voor bevoar- ooröeeling van den heer Dudok vreest hij niet, die een bouwmeester van naam is. De raad heeft toch altijd het laatste woord. Ter sprake zijn verder gebracht de plaats, de ruimte en vele andere dingen, doch z.i. moet men daarbij veel overlaten aan den architect, in overleg met B. en W., de C. v, F. en den raad. Hij stelt voor het voor stel van B. en W. te aanvaarden. 'De h6er MANDERS acht het vraagstuk zeer moeilijk. Hij gaat de droeve historie van den brand nog eens na en wat daarna geschiedde. Er staat nog een geheel stuk gevel en z.i. moet daarvan gebruik worden gemaakt. Daarom kan hij niet met dit voor stel van B. en W. meegaan, dat gebruik van den ouden gevel vrijwel zeker uitsluit, daar de heer Dudok onwillekeurig gepor teerd is voor ni6uw-bouw. En toch vraagt da openbare meaning om herstel evenals Mo numentenzorg, de B. N. A. enz. Veelal is gezegd in de raad: wij zijn lee- ken doch daarmee is hij het niet geheel eens. Behalve de heer Dudok moeten wij en het publiek den bouw ook mooi vinden! De heer Schüller haalde z.i. prijsvraag en meervoudige opdracht door elkaar. Hij is voor de meervoudige opdracht en geeft B. en W. in overweging in te stellen een com missie van vooraanstaande deskundigen buiten den raad om, om van advies te die nen. Weihouder SPLINTER zegt, dat hij zoo vele aanteekeningen heeft bijeengebracht cn heeft te ordenen, dat hij voorstelt de zit ting te verdagen tot volgenden Maandag. Aldus wordt besloten. De VOORZITTER stelt er prijs op nog •heden een korte verklaring af te leggen. Van meerdere zijden is gewag gemaakt van in vloed van den heer Dudok op B. en W. Dat is voor den heer Dudok niet aangenaam en waar hij alles van den begin af weet, voelt hij het als plicht dit recht te zetten. Hij kan verzekeren, dal geen de minste blaam den heer Dudok treft. Spr. is tot de overtuiging gekomen, dat een enkelvoudige opdracht hel beste was en heeft toen de heer Dudok, dien hij niet kende gevraagd: hoe denkt u over zoo'n op dracht? Deze verklaarde, dat zoo'n opdracht door hem op prijs gesteld werd doch heeft tevens direct gezegd bezwaar te hebben le gen mededinging. De heer Dudok wist niet, dat hij was aanbevolen door de B. N. A. en nog wel a'ls no. 1 en weet niet van den wensch van de B. N. A. De heer Dudok vond het onaangenaam dit standpunt te moeien innemen doch meende dit noodzakelijk. Spr. heeft de hoogste achting en waardee- nng gekregen voor den heer Dudok. Nadat de Voorzitter dan nog kort eenige vragen van vorige zilüng heeft beantwoord, wordt de zitting om elf uur gesloten. RECLAME. BEGRAFENISSEN V T=l- I AUTO-TRANSPORT Aalmarkt 16. CREMATIE •4762 STEEDS TOENEMEND AANTAL AMATEUR-ZENDERS. De Franeche vereeniging van amateur- zenders. de Réseau des Emetteurs Francais, mocht zich gedurende het afgeloopen jaar in een gestadig toenemend aantal leden verheugen. Het aantal op de ledenlijst ingeschreven amateur-zenders bedraagt momenteel reeds 1100. Ook in Engeland is het zend-amaleuris- me zeer populair. Men telt daar reeds 1800 leden. RECLAME. 4090 AALSMEER. Intrede Pastoor M. A. Zwart. I »-»8ï fefei-e GEEN GRATIS VERGUNNING VOOR GEPENSIONEERDEN. De Directeur-Generaal der Engelsche Posterijen, de heer Less-Smith, verklaarde onlangs dat het Broadcasting Committee van 1925 na overweging had geadviseerd om geen vrije ontvang-vergunning te ver- leenen aan gepensioneerde ouden van da gen, doch deze uitsluitend toe te kennen aan blinden. De heer Less-Smith voelde zich niet ver antwoord. aan het Parlement een voorstel te doen tol het verleenen van vrije vergun ning aan andere groepen der bevolking, zoodat dus alleen blinden van deze con cessie profiteeren. Dit besluit is dus voor velen een teleurstelling. Pastoor M. A. Zwart. Zondagmorgen werdinde Oud-K van de H.H. Apostelen Pelrus en I Aalsmeer-Oost de eerste Heilige) Die houden door den nieuw benoemden p den Zeer Eerw heer M. A. Zwart, i ger van Pr. A. B. Dievenhach. De 1 gehe'el gevuld met parochianen, ter? mede opmerkten den burgemeester d meente, den heer J. Kastelein; den J wethouder, den heer P. van der Mei raadslid, den heer D. Jongkind Ma hoofd der o. 1. school, den heer Mui gemeente-ontvanger, den heer G. Hazl cn vele anderen. He't altaar was opl Isten Advent-Zondag stemmig versie) rozen, seringen en chrysanten, en 'tw getwijfeld voor de geloovigen een li oogenblik, toen hun nieuwe pne?!) dezen morgen geassisteerd doo~ zijl meester van het Seminarie, President-) Wijker en sub-diaken Santen, Amersfoort, bij het Altaar 1 Vóór de Dienst een aanvang nam.i gemeente den nieuwen pastoor toed zang uit het Vesperboek, bldz. 278: Kom. Geest des levens en der tal Vei vul het hart, dat U verwacht, I En deel Uw heil'gen bemelvreê r Aan Uw bezielde scheps'leh meê.) Na bed opdragen van de H. Pr. Zwart en zijn assistenten, beta) sidenl-diaken Wijker den kansel. Z. Eenv. wilde allereerst aan meente de vraag stellen, welke hoo dag haar wel het naast lag. Was b' mis, Pa9chen, Pinkster, was het de I Zondag, toen Pr. Dievenhach afsc'nei| of is het deze le Advent-Zondag, nieuwe jonge priester aan U wordt I slcld? Getuigt ons bet op- en onderga) zon niet van komen en gaan? Onget zoo zeide spr., zich tot de moeder f van den jongen Priester richtende, het hart van vreugde, nu gij zich r gend ziet met uw kind. 't Deed sprea zonder genoegen, dat hij den meuwef loor als zijn leerling aan de Gemeente) voorstellen. Vele jaren heeft dezef Seminarie doorgebracht. Gij hebt zeide spr. tot den jongen priester - gaven van God ontvangen voor ver hart. God zegene U. ambtsbroeder,! werk. Zich tot de gemeente rich lend J spreker. Uw nieuwe pastoor ^e£j!.T siasme voor zijn hooge roeping. B'al heilige geestdrift niet uit; gedenkt J aal het uw plicht is te arbeiden Kerk van Christus over de geheele 1 Hebt Uw Kerk lief, met eenbiedig:| eens anders godsdienstige overtuiginS voor Uw pastoor, bidt om Jezus wil«J Uw leven in naar Uw geloof; een WJ zaligheid niet alleen voor 't eeuwt ook voor dit leven. Na de H. ^oi zong de gemeente Gezang 147, in 1 Gez, 71 en na de Vesper Gez. 15/ G De' kerkdienst was hiermede beei de pastorie was gelegenheid kennis nieuwen pastoor te maken, waan velen gebruik werd gemaakt. HAARLEMMERMEER, j IJsclub „Hoofddorp- De ijsclub Hoofddorp jaar opnieuw is geconstitue'T reeds actie* werkzaam is ook nu weder te herleven. Het bestuur van deze vereen**? nemens in den loop van deze Beurs" te Hoofddorp bijeen e de leden om o.m. een bespTP "l den over het in orde maken j en de eventueel te organise?1" den. Het St. Nicolaafte*'1 Het bestuur van te Hoofddorp organiseert tejU u- 5 December a.s. voor de km dorp en omgeving weder een

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 10