'jaar De overval op Curacao. De verkeersbelemmering veroorzaakt door den Leidschen overweg neemt steeds toe. ■PZijri QP.diöhaapa] Jojaapgorogoldga <30 zeldzaam Het eigen record verbeterd Cijfers die spreken. RECLAME. Het gaat met records precies eender als met principes: zij bestaan slechts om ver broken te worden. Men zal zich herinneren, hoe wij op Vrij dag 5 October 1927, gewapend met ohrono- me ter. papier en potlood ons in „Zomerzorg" hebben opgesteld en daar van 's morgens 8 lot 's avonds 8 uur de wacht hebben ge houden teneinde eens precies na te gaan ge durende we'lk deel van deze 12-urige periode ae zoo langzamerhand tol buiten onze stads muren beruchte afsluitboomen van den overweg gesloten zouden blijven. Wij kwa men toen tot het ontstellende resultaat, dat wel geteld gedurende 4 uur 7 minuten en 41 seconden hel voetgangers- en rijverkeer op Leiden's drukslen toegangsweg totaal stopgezet werd. Hoe droevig-verrassend deze uitkomst ook was, we waanden ons ten minste houders van een record, waaraan geen andere stad in den lande, die ook be hept is met de overwc-'gkwaal, zou kunnen 29 April 1927: 8-9 v.m. 9-10 v.m. 10-11 v.m. 11-12 v.m. 29 ro 50 s 17 m 30 s 26 m 30 s 13 m 30 s tornen. Doch ziet, Leidenaars; er is nieuwe reden tot vreugde, want ons eigen record is verbeterd. Onbetwist, met meer dan een halfuurl Op een meer dan alledaagschen werkdag, op Maandag 25 November 1929 bleven in hetzelfde tijdvak van 8 uut voorm. lol 8 uur namiddag de boomen volle vier uur en 43 minuten gesloten. En hadden we onze telling ditmaal, even als in October 1927 op een Vrijdag gehou den, dan lijkt het ons geenszins onwaar schijnlijk, dat we de vijf uur „gehaald" hadden. Inderdaad, de als gevolg van de eleclriti- catie van de lijn AmsterdamRotterdam verbeterde inlerlocale treinverbinding valt slechts toe te juichen, doch is het aan den anderen kant niet in-droevig, dat zulks een steeds toenemende belemmering van het locale en interlocale rij- en tramverkeer ten gevolge heeft? Tientallen trams, honderdlallen auto's om van de nog veel talrijker wielrijders en voetgangers nog maar niet eens te spreken wachten dagelijks gelaten, tot het den overwegwachter belieft de afsluitboomen op te halen. Wanneer men intusschen die lange file auto's geduldig wachtend gadeslaat, is het een groote geruststelling te weten, dat Bur gemeester en Wethouders onzer gemeente een plan in voorbereiding hebben, lot aanleg van een tweetal tunneltjes, niet alleen ten behoeve van het voetgangersverkeer, maar let wel ook ten gerieve v. de wielrijders! Voor de gedetailleerde resultaten van onze waarneming meenen wij gevoege lijk te mogen volstaan met te verwijzen naar bijgevoegde tabel, waarin ieder cijfer in dezen tijd van snelverkeer een schreeu wende aanklacht is tegen het steeds hinder lijker verkeersobstakel, dat overweg heet: 121 n.m. 12 h.ta. 23 n.m. 34 n.m. 13 m 24 m 17 ro 30 s 22 m 45 n.m. 8m30s 56 n.m. 67 n.m. 78 n.m. 13m45s 12ml0s 18 m 5 October 1927: 8-9 v.m. 9-10 v.m. 10-11 v.m. 11-12 v.m. 121 n.m. 12 n.m. 23 n.m. 34 n.m. 45 run. 56 n.m. 67 n.m. 78 n.m. 20ml0s 23m44s 18m26s 25m56s 21 m 6s 26ml6s 17m33s 14m43s 21m57s 18m40s 21m.49s 17m21s 25 November 1929: 8-9 v.m. 9-10 v.m. 10-11 v.m. 11-12 v.m. 121 n.m. 12 n.m. 23 n.m. 34 n.m. 45 n.m. 56 n.m. 67 nm. 78 n.m. 27 m 10 s 29 m 26 s 25 m 54 s 19 m 20 m 56 s 20 m 2 s 21 m 45 s 22 ra 31 s 26 m 21 s 25 m 05 s 21 m 33 s 23 m 17 s Op 29 April 1927 gingen de boomen 73 maal naar beneden en bleven gedurende 3 uur 36 minuien en 15 seconden gesloten. Op 5 October 1927 gingen de boomen 90 maal naar beneden en bleven gedurende 4 uur 7 minuten en 41 seconden gesloten. Op 25 November 1929 gingen de boomen 87 maal naar beneden en bleven gedurende 4 uur 43 minuten gesloten. Het officieele relaas der gebeurtenissen. Mededeelingen van den minister in de memorie van antwoord. In een aan de Memorie van Antwoord Over Kolonièn toegevoegde Bijlage wordt het volgende relaas betreffende den over val te Willemstad op 8/9 Juni 1929 ge geven. De avond van 8 Juni in Willemstad had geheel fret uiterlijk van een gewonen Za terdagavond. Er was wat meer vertier in de stad dan op andere werkdagen, de win kelstraten waren vol publiek en de café's zeer bezet. Het trok dan ook in de stad geenerlei bijzondere aandacht, dat een tweetal auto bussen, in elk waarvan ongeveer twintig Venezolanen gezeten waren, in kalmen gang door de Pumtawijk reed. Hun weg vervolgende in de richting van het Gou vernementsplein, vergrootten zij eensklaps hun snelheid en stoven zij de dag en nacht open staande poort van het Waterfort binnen. Zouden normaal den bij die poort ge plaatsten militairen wachtpost aanstonds de met ongewone snelheid aanrijdende auto's moeten zijn opgevallen, de tijdelijk.? afwezigheid van den wachtpost, die zich juist tevoren voor een oogenblik had ver wijderd, was oorzaak, dat de auto's reeds het fort waren binnengereden, vóórdat zij werden opgemerkt door een tweetal zich vóór het politie-posthuis bevindende mili tairen. Op het lawaai der auto's kwamen de beide andere in -dat posthuis aanwezige militairen, onder wie de brigadecomman dant, naar 'buiten. Tezelfdertijd stopten de beide auto's, de inzittenden, van wie enke len van vuurwapens, de overigen van ma- dheta's (lange kapmessen) waren voorzien, stegen snel uit, één hunner trok zij a pistool en schoot op de militairen bij het posthuis, waarna het grootste deel der Ve nezolanen den politiepost, bestormde. Slechts één der wachthebbende militairen had zijn pistool tot onmiddellijk gebruik gereed en heeft twee schoten op de aan vallers kunnen lossen, alvorens hij werd neergeslagen; de brigade-commandant en een der andere militairen hebben nog ge tracht zich in den post met de wapenen te verzetten, doch zijn door de overmacht overmand en neergeslagen, waarbij de bri gade-commandant sneuvelde; de vierde wachthebbende had na het eerste schot der Venezolanen zich op den grond laten vallen en ontkwam, na de aanvallers over zich heen te hebben laten gaan. Het telefoon toestel in het posthuis werd vernield, ten gevolge waarvan de drie overige hierboven vermelde politieposten geen telefonische verbinding meer met het Waterfort hadden. De eerste tegenstand was derhalve ge broken; aan vuurwapens waren den aan vallers in handen gevallen de pistolen van de vier neergeslagen militairen, benevens een 10 a, 12 geweren zonder munitie, welke in het eetzaaltje van de wachthebbende* op rakken stonden en behoorden aan buiten het fort wonende gehuwde militairen; een in een kastje iü het posthuis aanwezig* voorraad geweerpatronen is onopgemerkt gebleven. Schietende en schreeuwende rukten cle Venezolanen op naar de op 35 M. van het posthuis gelegen cantine, welke veriaten Vas; de voor ontspanning daar vertoeven de dertien militairen waTen door het schieten gealarmeerd en naar de 60 M. ver der gelegen kazerne gesneld. In die kazerne, bevattende op de bene den- en bovenverdieping slaapzalen, be vonden zich dertien militairen, die met hec oog op hun om 11.30 nam. aanvangenden nachtdienst, vrijwel alle© op hun legerste den lagen. Door het vallen der eerste schoten wer den ook de toen in de kazerne aanwezige militairen gealarmeerd; zij wapenden en kleedden zich om zich naar de wacht te begeven, ten einde daar bijstand te ver- leenen bij het relletje, dat naar zij meen den daar aan de hand was. Intusschen renden de uit de canline ge komen militairen, die steeds meer 9chieten en vervaarlijk schreeuwen achter zich hoorden, in een paniekstemming de kazerne binnen en stichtten onder de daar aanwe zigen de grootste verwarring. In de aan het Waterfort grenzende Iuile- nantswoning waren op het oogenblik van den overval de beide luitenants aanwezig (met hun echtgenooten en eenige gasten). Toen het schieten in het fort werd gehoord, 9nelde één der luitenants naar zijn op 50 M. afstand gelegen woning om zijn pistool te halen en keerde daarna terug naar de woning van zijn collega, waar intusschen de uit het eetzaaltje gekomen militair was binnengeloopen. Nadat de binnengekomen militair in het kort zijn wedervaren had verteld, heeft een der luitenants den troe pencommandant opgebeld en hem mede gedeeld, dat gewapende Venezolanen het fort hadden overvallen; daarna heeft hij den Gouverneur telefonisch op de hoogte van het gebeurde gesteld en vervolgens de directie der G. P. J. M. opgebeld om hulp te vragen. Met eenige intusschen in de lui tenantswoning aangekomen militairen heb ben beide officieren zich naar het plat ach ter de woning begeven, vanwaar men in het fort ziet. Zij zagen de Venezolanen langs de garage naar de kazerne oprukken en trokken, daar zij onder vuur werden geno men, zich in dc woning terug, waar zich geleidelijk meer militairen, deels uit, deel9 van builen het fort komend, verzamelden. Toen de Venezolanen de kazerne bereik ten en daar geen weerstand meer werd geboden, hebben zij onmiddellijk de in de beide slaapzalen aanwezige wapens verza meld; zij voelden zich heer en meester in het fort en bekommerden zich voorioopig niet om de mogelijk zich nog in de ver spreide gebouwtjes in het achterste deel van het foTt schuilhoudende militairen; eerst veel later zijn enkelen dezer door de Venezolanen gevangen genomen. Meer aan dacht hadden zij voor het achter het fort gelegen wapenmagazijn, dat opengebroken en geplunderd werden ten slotte kreeg ook het munitie-magazijn een beurt. Ben ultimatum. Vóór het zoover was gekomen, reed de troepencommandanl in snelle vaart met zijn auto het fort binnen. Bij het uitstappen weid hij door toesnel lende Venezolanen overmand, waarbij zijn pistool hem uit de hand werd gerukt. Men bracht hera naar den zich nabij het politie- jposthuis bevindenden aanvoerder Uibiua. Met behulp van een als tolk optredenden burger deelde Urbina den troepencomman dant mode, dat, indien men hem en zijn menschen met de wapens en munitie onge hinderd met het stoomschip Maracaibo zou laten vertrekken, er verder geen ongere geldheden zouden plaat9 hebben; zoo niet, dan zou hij order geven tot plundering van de stad en tot het in brand 9teken van de installaties der C. P. I. M.; op bespoediging van het vertrek werd aangedrongen. Dit ultimatum heeft de troepen-comman dant aan den Gouverneur overgebracht en daarbij geadviseerd om het in te willigen, aangezien militaire tegenstand, nu het fort met wapens en munitie in handen was van de Venezolanen, en er ook geen wapens in de slad aanwezig waren voor verder ver zet, jiiet meer mogelijk was. De gouverneur willigt het ultimatum in. Dit advies opvolgend, heeft de gouver neur zich telefonisch in verbinding gesteld met den scheepsagent van het stoomschip Maracaibo, ter zake van het tot vertrek ge reed maken van dien stoomer. Kort daarna heeft de directeur der C. P. I. M. den gou verneur opgebeld en hem een tiental go- weren en een aantal revolvers aangeboden, welk aanbod door den Gouverneur werd af geslagen. omdat liet te laat kwam. Beslist was toch reeds, dat de Venezolanen met de Maracaibo zouden vertrekken en dat ver der geen verzet meer tegen hem zou wor den geboden. Aan deze mededeeling werd nog de raad aan den directeur der G. P. I. M. toegevoegd, om zijne mannen op de Isla te houden ter eigen bescherming. Door de voormelde beslissing van den gouverneur kwam de door een der luite nants aan oen militaire patrouille verstrekie opdracht, om op de Isla hulp aan men schen en wapens ie gaan halen, ie misluk ken. ook de verzoeken van andere militai ren, die op de Isla wapens en munitie hoop ten te verkrijgen om daarmede tegen de Venezolanen op te treden, werden afgewe zen. Al spoedig werd de beslissing, aange vuld met de mededeeling. dat niet op de Venezolanen mocht worden geschoten, in alle stadsdeelen bekend, waardoor de nog 1 van verschillende zijden beraamde pogin- gen om tegenaanvallen te organiseeren in de kiem werden gesmoord. De pogingen kwamen niet alleen van de zijde der zich na den overval builen hét fort bevindende militairen, doch ook van den kant der burgerij. In de gevangenis had zich een vrij groot aantal militairen verzameld; met inbegrip van burgeragenlen en gevangenbewaarders, i waren hier tenslotte een dertig man bijeen met twaalf pistolen, één jachtgeweer, min- stens zeven klewangs en één mitrailleur. De hier aanwezige sergeant, die er met twee collega's in geslaagd was om, na een mislukte poging tot het in werking brengen van een mitrailleur binnen het fort. met dit wapen uit het fort te ontkomen, meldde te- lefonisch aan zijn luitenant, dat hij zich met ongeveer zeventien man en den mi trailleur in de gevangenis bevond cn dat de procureur-generaal, mpt wien hij telefonisch verbinding had gehad, op Cetrabanda de militairen had verzameld, zoodat van twee kanten zou kunnen worden aangevallen De luitenant gaf hem eerst de order den mitrailleur naar het gouvernementshuis te brengen, doch nadat gebleken was. dat in tusschen andere militairen den mitrailleur hadden meegenomen en een aanbod van den sergeant, om den tweeden mitrailleur uit de bergplaats in het fort te gaan halen, was afgeslagen, volgde het bevel om voor ioopig niet te schieten en de militairen zoo veel mogelijk in burgerkleeding bijeen te brengen. procureur-generaal handelt. Op Mundo Nobo, waar zich het huizen complex voor de gehuwde militairen be vindt, in welks nabijheid de procureur-ge neraal woont, is het bericht, dat Venezola nen het fort aangevallen en vermoedelijk genomen hadden, eerst tusschen half elf en elf uur doorgedrongen. De procureur-gene raal begaf zich toen naar het politie-post huis Roode Weg en deed door middel van de politie-signaalfluit de militairen uit de omgeving bijeenkomen. Ten slotte waren daar 16 militairen verzameld, beschikken de over 6 pistolen en 12 klewangs, onder commando van een sergeant-majoor, die, terwijl de procureur-generaal zich telefo nisch in verbinding ging stellen met het gouvernementshuis, zoowel de uit de rich ting van de stad komende, als de daarheen rijdende auto's deed aanhouden en doorzoe ken; tevens werd op een ledige autobus voor oogenblikkelijk gebruik beslag gelegd. Al spoedig kwam van den procureur-gene raal, die aan den luitenant in het gouver nementshuis den toestand op Mundo Noba had medegedeeld en gevraagd had, wat door de ter plaatse verzamelde militairen moest worden verricht, de mededeeling, dat alle tegenstand verder nutteloos was, daar de Venezolanen alle wapens in het fort in han den hadden, dat de gouverneur met de lei ders der Venezolanen in onderhandeling was en dat geen schot meer mocht worden ge lost. De luitenant had daaraan toegevoegd, dat het 't beste was, dat alle militairen zich in burgerkleeding staken om onaangenaam heden van de zijde der Venezolanen te ver mijden en verder in hunne huizen bleven; de hier verzamelde militairen hebben daar aan gevolg gegeven. Van de zijde der burgerij is door een groep verzamelde burgers, die over eenige vutirwapens met munitie beschikten, tegen twaalf uur hulp aangeboden met de toe zegging, dat nog meer personen met vuur wapens beschikbaar waren-, ook een zich in Willemstad bevindende groep werklieden (Nederlanders) van de C.P.I.M. van pl.m. 50 man heeft zich beschikbaar gesteld om, na van wapens te zijn voorzien, in actie te komen; een soortgelijke aanbieding kwam voorts nog binnen van een groep van pl.m. 30 Curagaoenaars. Op deze aanbiedingen van hulp werd in verband met de hierver- melde beslissing, niet ingegaan. Volkomen ongehinderd zijn de leiders der Venezolanen met hun volgelingen en de ge roofde wapens en munitie (van de in het Waterfort voorradige wapens en munitie is slechts een deel geroofd) van Curacao weg gekomen). De begreotmg van koloniën De minister aan het woord. In de memorie van antwoord op het voor ioopig verslag over de begrooting van Ko loniën, deelt de minister inzake Curasao, in aansluiting op het hiervoor vermelde relaas, mede dat de voorstellen tot reorganisatie der militaire en politioneele ma.tii'.smididelen, wel ke van de ingestelde commissie te verwachten z\jn, nog niet werden ontvangen. Hjj zegt verder dat de meening als zou de gouverneur kort na zqn aankomst op Curagao aan de regeering in het moederland hebben mede gedeeld, het niet noodig te achten dat Hr. Ms. „Kortenacr" daar nog langer bleef, niet met de feiten strookt. Reeds een maand voor de aankomst van den gouverneur in Curagao was genoemde oorlogsbodem, overeenkomstig de van hier ontvangen instructies, naar Suri name vertrokken, ora vandaar naar Neder land terug te keeren. Medegedeeld wordt, dat de thans in Cura gao bescheiden commissie mede tot taak heeft de regeering voor te lichten omtrent de naar aanleiding van de resultaten van haar onderzoek eventueel weueeheljjk ge achte maatregelen op militair en politioneel gebied, wat betreft de laatste zoowel te land als te water. Zoodra de voorstellen dier commissie de regeering hebben bereikt, zal aan de hand daarvan het vraagstuk van de organisatie der machtsmiddelen in Curagaa in zjjn geheel onder de oogen worden gezien. Hierbij zal volledigheidshalve zij het vermeld ook het blijvend of tijdeljjk sta tic nbeóren van een. al dan niet met een watervliegtuig uitgerust oorlogsschip in da Curagaosche wateren een punt van over weging uitmaken, terwijl mede de politie organisatie op Aruba en de verbetering van de recherche (inlichtingendienst) ter sprake zullen komen. De handlangers, welke de bende bi na op Curagao heeft gehad, worde» zoover voldoende bewijzen van hun plichtigheid kunnen worden verzamel den rechter getrokken, hetgeen tot met elf personen het geval is gewe tegen wie geen voldoende bewys voor rechtelijke vervolging aanwezig is, uitgewezen. In tegenstelling met het gevoelen leden, die uitzending van een rega commissaris wenscheltfk achtten, ziet i tot zoodanigen maatregel geen temea Een van de punten, waaraan 4e zich voorstelt, den nieuwen gouveroe Cxi rag ao te verzoeken zijn bijzonder dacht te wijden, is de economisch id van de Bovenwindsche eilanden. De minister moet zich vooralSM meening voorbehouden nopens da m het aanbeveling verdient, wijziging (gen in de huidige administratieve ding tusschen do twee het gewest n eilandengroepen, zoomede nopens bet stuk der samenstelling van den Raad. Bij beschikking van den gouv Juli 1929 is de z.g. „Bullenbaai" ii uitgegeven aan de Curagaosche Pt dustrie Maatsohappij. De houding van c neur Maatregelel den commandant? Wij lezen in de ,,Rsb.": Hoewel de commissie-Hoorweg, last van de Regeering naar Curagi zonden, nog niet terug is, heeft de ring zooals bekend is, na de beepi met Ir. Fruytier, gemeend den goui in overweging te moeten geven, eer slag aan te vragen, wijl de Regee niet gewensobt vond, dat hij na beurde naar Curagao terugkeerde. i 6lag is inmiddels verleend. Red. ,tl Naar wij vernamen, moet deze n van de Regeering voornamelijk «tem de overweging, dat de gonvernW schillende bevelen aan zijn ondergei ambtenaren heeft gegeven, om elk achterwege te laten, op een momei hij niet meer vrij was, om zelf# beslissingen te nemen. Het moet n.l. gebleken zijn, dat verneur verschillende bevelen om zet te plegen, heeft gegeven telel cn mondeling in het bijzijn yan F' Urbani, wiens gevangene hij toen was. De verdediging van den gouvi dat hij deze bevelen gaf, om Cura^a een bloedbad te sparen, kon deswej ook niet geheel geaccepteerd worde Wel is intusschen duidelijk vast te staan, dat voor den gouverneur, was opgetreden, vorsohillcnde veroc digingen bestonden en hij inderda» over voldoende middelen beschikte dergelijke aanval té voorkomen o slaan. Daarbij is ook gebleken, dat de g neur niet den steun van de zijde e taire politie heeft gehad, als van f cier-commandant van dit corps in standigheden mocht worden verwan Het zal daarom, naar wij vernem de vraag zijn, of aan den min£»ire mandant wel eervol ontslag zat kuno_ den verleend en of zelfs geen telijke maatregelen tegen hem ten worden getroffen. Wij vernamen ook nog, dat dc Hoorweg zelfs ernstig overï?f^L t minister te adviseeren de mm1'ÏIT voor Curagao weer op te instituut voot Curagao groote Pr%^ zwaren heeft. In CuTagaois mj* aan deze militaire politie genfC men tegen opheffing zieer ernstig maken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 10