VAN LOES EN ANNEKE. HET NIEUWE JASJE. ,,Nu, vrouw Jansen, 't beste met je meisje hoor! en zeg maar, dat ik gauw eens kijkeo kom!" Loes, die haar huiswerk zat te maKcn, ving die woorden op en toen haar moeder even later m de kamer weer terugkwam, vroeg ze dadelijk: ,,is er wat met Anneke gebeurd, mams? Waarom zei u dat?" ,,Ze heeft zich zoo gebrand, het stum pertje 1" was 't antwoord, dat ze kreeg. „Vrouw Jansen had een kan met heete melk op tafel staan, die er, door een onvoorzich tige beweging van Anneke zelf, afgevallen is. 't Kind kreeg toen bijna alles op haaT voet, dus je begrijpt, hoe 't stakkertje zich heeft bezeerd 1" „O moeder toch! wat naar!" zei Loes, terwijl ze peinzend door het raam den tuin inkeek, 't Was heerlijk zomerweer 1 Het zonnetje scheen warm en vroolijk op de vele bloemen en hoog in de boomen kwin keleerden er de vogels frank en vrij op los. Loes dacht aan het nauwe straatje, waar ze met haaf moeder eens geweest was, om vrouw Jansen, die geregeld bij hen werk te, op te zoeken. Aan het bedompte kamer tje met het kleine, smalle raam. waardoor geen enkele zonnestraal haast binnenko men konEn toetn aan 't bleeke meisje, dat er nu wel vóór zou liggenPijn zou heb ben en zich ook wel erg vervelen zou Vrouw Jansen was de meeste dagen im mers niet in huis ,,Mag ik ook eens naar haar toegaan, Moeder vroeg ze plotseling. „Niet vooi eventjes bedoel ik, maar om wat met An neke te spelen 1 Denkt u ook niet, dat ze dat wel prettig vinden zal Y' ,,Ja zekei, knikte moeder, „dat geloof ik vast wel en het mag gerust hoorWeet je wat, ga Zaterdag! Je hebt den heelen middag dan en kunt het Anneke zoo aar dig en plezierig piaken, als je zelf maar wilt!" „Ja goed' zei Loes; „en Moeder" ging ze ijverig door, „ik neem m'n pop en pop penwagen dan mee, en ook m'n sprookjes boek dat ik laatst van tante Cor gekregen heb! Als we ons dan gaan vervelen, lees ik Anneke wat voor!" „Prachtig," zei Moeder lachend, „afge sproken dus! maar nu weer gauw aan het werk, boor meisje, anders ben je, als Vader straks thuis komt nog niet klaar!" Loes' donkere krullekopje boog zich ge hoorzaam weer over het schrift en vlijtig ging ze met haar huiswerk door. Toen het Zaterdag geworden was en klokslag twaalf de deur der school geopend werd, was Loes de eerste, die te voorschijn kwam. Niet als gewoonlijk wachtte ze op haar vriendinnetjes, maar op een holletje ging het door haar huis. „Dag Moeder," riep ze in de gang, „ik ga dadelijk maar naar boven hoor, dan leg ik voor vanmiddag alles vast klaar!" „Goed, kind!" zei Moeder, „des te lan ger kun je dan bij Anneke zijn!" Daar stond Loes op haar kamertje en peinsde: „welke pop nu? Annelies natuur lijk niet die was te mooiDan Betsy Neen, dat ging niet! Bets had immers maar één arm! En Rietse Neen, die ook niet! Rietse had geen verf meer op het gezicht. Trien zou ze Trien dan nemen, de lap penpop Toch niet zoo leuk!" Besluiteloos keek ze het rijtje langs. „Ja 'Annelies, daar zou ze zelf natuurlijk iii_e liefst mee spelen, en Anneke stellig ook Zou ze dan toch maar met Annelies gaan Anneke koa dan meteen haar mooie, zijden jurk eens zien en het beeldig, blonde haar van Anneiiesje, dat zijzelf ook zoo snoezig vond. Doen Moeder vond het natuurlijk goed! Vooruit dan maar' Het was vov.- 'Anneke ook veel aardiger om met een mooie pop te spelen, dan met eentje. <11. zoo oud al wa§!" Lang vóór het twee uur geslagen had, stond Loes op straat. „Om zes uur thuis zijn, hoor!" riep Moe der haar nog na, „en denk er om, kindje, niet te druk!" „Neen mams", beloofde Loes. Het huisje van vrouw Jansen stond juist aan de andere zijde van het dorp, m&aT Moeder gaat een jasje breien, Want 't wordt buiten al wat koud, En de kleine Pieps, haar jongste, Is vandaag nu vast niet stout. Want zij weet wel: 't leuke jasje Is voor haar, dat Moeder breit. Keurig zal het worden: rose, Lekker warm in wintertijd. Piepsje houdt de wol geduldig Mpt haar beide vlerkjes op. Moeder Eend begint te lachen, Zegt: 'k Geloof, dat ik je fop. En het mooie, rose jasje Voor mezelf maar breien zal Ja, dat zou mij vast wel lijkt Dat is heusch nog niet zoo i Moeder, snatert Pieps nu Eén ding weet ik zeker goe< Dat u altijd voor uw kind'ren Als een lieve Moeder doel. Koude zal ik vast niet lijden, Daarvoor ben ik heusch niet Want al moet ik nog veel lc-en Dat, Moes. weet ik toch al Moeder Eend zegt: Kleine vleister, 't Warme jasje wordt voor jou, Want je moogt, mijn lieve Piepsje Vast niet lijden van de kou! Loes vond T fijn, zoo'n lange wandeling. Vroolijk stapte zij achter den poppenwagen voort. De kap was neer! Nu kon je Anne- liesje meteen goed zien. „Beeldig is ze toch dacht Loes en zeker vonden de men- schen op straat dit ook. Ze keken ten min ste heel dikwijls vol bewondering den wagen in! Een klein half uurtje later was het huis je bereikt. Loes klopte op de deur en neen, je had vrouw Jansen moeten zien kijken, toen Loes haar vertelde, wat ze kwam doen. ..Dat vind ik prettig hoor!" zei ze hartelijk. „Wat zal Anneke dat plezierig vinden." Even later stond Loes voor Anneke's bed. „Dag Anneke", zei ze zacht, en ze greep het kleine, smalle handje, dat op de deken lag, „heb je nog pijn?" „Neen, niet zoo erg meer," schudde An neke het hoofd. Haar mager, bleek gezichtje was van verrassing hoogrood gekleurd. ,,'k Kom met je spelen", ging Loes vroo lijk voort, „en kijk eens, wat ik heb mee gebracht!" Ze schoof den poppenwagen wat dichter naar het bed en nam er Anneliesje uit, die ze beel voorzichtig in Anneke's armen legde. „Vind je haar niet mooi, An V' vroeg ze vol trots. Anneke zei eerst niets. Met de eene hand hield ze Anneliesje stijf tegen zich aange drukt en met dc andere streek ze maar al over de mooie zijden jurk. „Beeldig Loesje! O wat beeldig!" bracht ze eindelijk uit. „Ja", knikte Loes, „en heb je het al gezien Ze kan echt slapen ook'k Heb deze pop gekregen van mijn grootmoeder, maar ik speel er niet te vaak mee, want ze is zoo mooi, hè. 'k Ben altijd een beetje bang, dat ik er wat aan bederf!" „Ja," Anneke begreep dit best. „Zoo'n mooie pop! Daar mocht je wel extra voor zichtig mee zijn!" „Zullen wc wat gaan spelen?" stelde Loes na een oogenblikje voor. Ze vond zoo erg plezierig, dat Anneke met An in haar arm maar doodstil liggen L verder niets zei. „Waar is jouw pop ze voort, „dan spelen we met twee! Er kwam een droevig lachje op A gezicht. „Ik heb er geentje," zei zé „Niet?" Loes was stom verbaasd, pop?" „Neen," schudde Anneke verdrie hoofd, ,,'k Heb er wel een gehad, ma )e ,op een keer, dat Moeder en ik de kamer waren en Truitje per ong een stoel was blij-ven liggen, is J< van buurvrouw naar binnen gelet met haar aan het sollen gegaan. p haar weer terug vond, Loes. was meer aan haar heel! 'k Krijg er eentje, heeft moeder gezegd, maar 'k jarig ben en dat duurt nog zoo vei kelijk lang!" „Wat jammer, hè," zei Loes, ma, tend ging ze door: ,,'t Is niets hoor. we spelen dan alleen maar met A En zeg, 'k heb ook- m'n sprookje: bij me! Als we ons gaan vervelen, je wat voor!" Nu van vervelen was geen sprak prettige middag dat het werd, zoow Anneke als voor Loes! De tijd vlo te gauw voorbij en vóór ze er om ij kwam vrouw Jansen binnen met den: ,,'t Spijl me, dat ik je weg moi Loesje, maar als je om zes uur thu wezen, moet je noodig gaan! 't Is je geweest hoor, dat je m'n kleint zoo'n prettigen middag hebt bezorg' er heelemaal van opgeknapt hè. Ai Met een glimlachje knikte Anneke „Als Moeder het goed vindt, kom weer gauw terug!" beloofde Loes. Zi Annelies weer in den wagen legg-i wachtte toch even nog, omdat Ani pop weer stijf tegen zich had aang-1^ haar zachtjes allerlei lievé naampje „Kom vrouwtje", zei vrouw Jaiises „geef Anneliesje nu terug? Geloof m moet noodig weg!" et' ha ha 1 eec no( ho iet 1 H :ch ie i r. 1 indl nke ?aa: eev i e iner dn1 loc!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 16