70sie Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 2 November 1929 Derde Blad No. 21361 WAT HET BETEEKENT OM PRESIDENT TE WEZEN. DE VLUCHT UIT DE POPPENKAST VAN JAN KLAASEN EN TRIJNTJE. DRAlSIfl A-vanVALKENB'JRG'S- Buifenl. Weekoverzicht. ANECDOTA LEIDENSIA. Door CALVIN COOLIDGE, Md-presidenfc van de Vereenigde Staten. VI. (Slot). DE POLITIEKE GEEST. Hoe meer ondervinding ik kreeg bij het |oen van benoemingen, des te meer werd vertuigd dat het verkeerd is om te obeeren het benoemingsrecht te beper- Het moest mogelijk wezen een alles- j bekwaam man uit te kiezen waar hij maar gevonden kan worden. Wanneer bepalingen worden gemaakt omtrent de lonplaats, het ambt of het beroep, dan mt het bijna geregeld voor dat er wel mand te vinden is die algemeen als de e€sd geschikte voor het ambt wordt be- [houwd, maar die wordt dan uitgescha- Lld wegens kunstmatig opgeworpen be- faren. Zoolang de Senaat het recht heeft i voordrachten af te wijzen, bestaat er weinig gevaar dat een President mis- fcik zou maken van zijn macht wanneer i hem slechts de grootst mogelijke vrij- lid schonk bij zijn keuze. De openbaie Jienst zou stellig verbeterd worden wat- alle vacatures werden vervuld dour Jnvoudig de beste mannen aan te wijzen, |t bekwaamheid en karakter betreft, die tar te vinden waren. Dat wordt in parti- giere zaken gedaan. De toepassing vaii andere methode belemmert de regee- in al haar handelingen. [Bij het beslissen in al dergelijke geval- i moet de president evenwel bedenken, |t hij rekenmg moet houden met den wil i het volk, dat energiek toeziet op zijn i zaken, maar daardoor de gelegenheid fst zich ijverig te bemoeien met regee- (gszaken, maar dat er toch op gesteld is. t het beleid der regeering gevoerd wordt I regelmatige en waardige wijze, ter be kering van het algemeen welzijn. Daar- i wenschen die mannen dat het land wel irt, en zij verzetten zich tegen onrecht- lardige belastingen en publieke buiten- (origheden. Tevens bezitten zij een pa- Sottischen trots, welke hen brengt tot een pot verlangen om de zaken goed behar- 1 te zien, waarvoor zij dan ook gaarne fers willen brengen. Met genoegen bren- s zij hun geld op om de Vereenigde Sta paan de spits der naties te stellen. In gemeen vertegenwoordigen zulke men- lea de publieke opinie van het land. «ar zij zijn niet georganiseerd en kun- Jd zich niet uiten. Zij schijnen niet opge- ls:en tegen een aaneengesloten en goed lrilde minderheid. Niettemin vormen zij izroote macht bij ons bewind. Herhaal- lijkheb ik mij tot hen om voorlichting en zelden hebben zij mij teleurge- i Zij vormen het hof in laatste instan- f en hun beslissingen zijn definitief, jpe onmiddellijke macht waarmee de pre lect rekening heeft te houden, is de po- pe geest. Wil hij iets gedaan krijgen, p moet hij van dit middel gebruik maken mige presidenten hebben gemeend, dat I net begrip van dezen politieken geest kden ontberen. Ofschoon ik het ambt kcheiden jaren heb bekleed, heb ik deze patting nooit goed kunnen begrijpen. Die pst is een vreemd mengsel van ijdelheid I bedeesdheid, van een onderdanige hou- pg op zeker oogenblik en een waan van tttheid op een ander tijdstip, van de pst zelfzuchtige zelfverheffing met de t?:t toegewijde vaderlandsliefde. De po- leke geest is het voortbrengsel van mau- i in het openbaar leven, die tweemaal «orven zijn. Zij zijn bedorven door lof en j zijn ook bedorven door bedrog. Bij hen piets natuurlijk, alles is kunstmatig. Zeer migen kunnen ontsnappen aan deze in- Nen en een volkomen onpartijdig inzicht I oordeel bewaren. Zij vormen een groot pak voor ïederen President en zij bewij- D aaü het land een grooten dienst. Maar I zijD niet voldoende in aantal om de knbare zaak te behandelen als een par- r^re aangelegenheid, fanneer deze mannen uren van bedeesd- ddoorleven, wordt het Congres vatbaar Ne indringerigheid van georganiseerde P-erheden, zoodat de president er meer |ffieer toe komt op te treden als de karo- der rechten van het geheele land. organiseeren van zulke minderheden [een welbekende bezigheid geworden in «bington. Vaak worden zij geleid door fBsehen van groote bekwaamheid, die t n Ne vaardigheid ten toon spreiden bij uitoefenen van invloed op het Congres. I kennen den weg om zich te verzekeren 1 publiciteit der krantende Sena ten en Volksvertegenwoordigers te over- stroomen met verzoekschriften, hen te over laden met verwenschingen welke vaak be slissen over het lot van wetsontwerpen. Of schoon veel vaD dit soort wetgeving niet volkomen slecht is, is het toch alles bui tengewoon duur. Wanneer het Huis zien geen regels had gesteld en het veto-recht van den president niet bestond, dan zou de bovengenoemde methode binnen twee jaar de kosten van den Staat tot het dub bele opdrijven. In ons systeem is de President niet al leen het hoofd van de regeering, hij is ook het hoofd van de partij. In de laatste twin tig jaar heeft men een verslapping van den partij-geest aanschouwd en een duidelijke verzwakking van trouw aan de partij. Hoe wel een onafhankelijke houding van de zijde der burgerij uit een oogpunt van openbaar belang beschouwd, een zeker voordeel heeft toch is het bij onzen vorm van bestuur noodzakelijk om politieke partijen te heb ben. Al moge iemand geen parfcij-ganger wezen, geheel onafhankelijk kan hij niet zijn. De samenstelling van het Congres jg gebaseerd op partijpolitiek. De partijen richten zich tot de kiezers door middel van hun spreekgestoelte. Het volk doet zijn keus op grond van deze vertoogen. Wanneer de genen die op het program van dezelfde partij gekozen zijn zich niet vereenigen om het program ten uitvoer te leggen, wordt de verkiezing een bespotting. De onafhan kelijke kiezer die zich met anderen heeft vereenigd om een partij te vormen tot het kiezen van bepaalde personen, ontwaart, dat al zijn pogingen vergeefs zijn geweest wanneer de man, dien hij hielp kiezen, weigert of verzuimt zich te houden aan het program der wenschen van zijn partij. In het Congres komen vele gevallen voor waarbij de lijnen der partij duidelijk wor den verdoezeld, maar wanneer er een ver antwoordelijk gouvernement is, werkend in overeenstemming met het duidelijk man daat van het volk en niet louter naar de nukken van hen die toevallig de macht hebben dan moet er voor het bereiken van groote en belangrijke doeleinden sol; dariteit zijn in de partij. Het is de taak van den president als partij-leider om er voor te zorgen zoo goed als hij maar kan dat de op het program uitgesproken wen schen worden omgezet in wetgevende en administratieve maatregelen. Vaak verze kerde ik mij van de hulp van mannen bui ten mijn partij en ik ondervond dikwijls tegenwerking van leden van mijn partij bij de pogingen om de uitvoering van mijn program te waarborgen. Dat is een volkomen onnatuurlijke toe stand. Op die manier wordt de president de eenige handhaver van de verantwoor delijkheid der partij. Maar het is een van de redenen waarom het ambt van president gerezen is in de achting cn de gunst des volks, terwijl de invloed van zijn partij in hel Congres is verminderd. Het volk ge voelt, wel dat de President begeert de ver antwoordelijkheid te aanvaarden, wat van de partij in het Congres zelf niet gezegd kan worden. Ik heb het nooit als mijn plicht, gevoeld om te probeeren Senatoren of af gevaardigden te dwingen of om represa le-maatregelen te nemen. Het volk had hen naar Washington gezonden. Ik gevoel de dat ik mijn plicht had volbracht wan neer ik het beste gedaan had wat ik mei hen kon verrichten. In dien gedachtengang onthield ik mij bijna altijd van een per soonlijke oppositie wat m.i. beter was voor het land dan dat ik zou probgeren door persoonlijke vreesaanjaging de over hand te krijgen. Men moet wel bedenken dat onder ons systeem de bevoegdheid om het initiatie? te nemen in politieke aangelegenheden eenigszins gecentraliseerd moet worden. Alleen wanneer de leider die deze bevoegdheid uitoefent, kan rekenen op den loyalen steun van de organisatie, kan de partij waarbij deze bevoegd heid feitelijk berust iets uitrichten. Een partij die niets kan uitrichten zal spoedig te gronde gaan Wanneer een partij een nuttig instrument zal wezen voor het be stuur des lands, moet zij een gezonden geest van partij loyauteit bezitten en ten toon spreiden. Als zij zulk een gezindheid aan den dag legt in het Copgres doet zij meer dan iets anders om deze instelling te ver heffen in de achting en het vertrouwen van het land. Het streven naar macht is een natuur lijk verschijnsel in den meilsch. Op grond van dezen trek der menschelijke natuur hebben de stichters van onze instellingen een stelsel van remmen en evenwicht inge voerd. Zij bonden al hun openbare amb tenaren aan grondwettelijke beperkingen. Zij waTen niet bang voor de gerechtshoven en zij waren geneigd om de wetgever 55. Verlangend keerden zij nu weder, onze Jan zijn zwaard weer droeg. Hard liepen zij naar de boot toe, 't ging hun nog niet vlug genoeg. Doch bij de boot ge komen, zagen ze Piero noch Trijn, „waar" vroegen ze elkaar angstig, „zouden ze gebleven zijn." 56. O. welk 'n schrik, wat moesten ze ontwaren, Piero noch Tnjn waren in de boot, ze zochten tevergeefs naar alle kanten, hun schrik en ontsteltenis waren groot. „Waar zouden ze zijn", dacht de Lange peinzend rondkijkend over 't stille strand. Toen begreep hij, het waren de wilden. Hun voetstappen zag hij in 't strand. lichamen te beschouwen als de natuurlijke kampioenen voor hun vrijheden. Zij waren zeer beducht, dat het uitvoerend gezag zou probeeren om willekeurige macht uit te oefenen. Onder onze grondwet was er voor zulk een vrees maar zelden reden. Da president heeft er naar gestreefd, om de kampioen te wezen van het volk, omdat hij alleen verantwoordelijk is voor zijn daden, terwijl ©r in het Congres veel meer gevaar bestaat voor willekeurige daden, omdat daar de verantwoordelijkheid ge deeld wordt door velen. Daarom is het in toenemende mate nood zakelijk geweest, dat de President elke poging om inbreuk te imaken op zijn grond wettelijke macht voorkomt. Een van zijn belangrijkste bevoegdheden is zijn benoe mingsrecht. De Grondwet bepaalt dat hij zal benoemen, en door en met het advies en de toestemming van den Senaat wal aanstellen. Nu wordt door de Senatoren voortdurend druk geoefend om zelf de be noemingen te doen. en het Congres moet zich telkens bezig houden met voorstellen, welke ten doel hebben den president d»t- benoemingsrecht te ontnemen. Verscheidene departementen en bureaux probeeren her-' haaldelijk maatregelen door te driiven, welke hun de voortdurende bevoegdheid zouden geven tot het doen van benoemin gen. waartoe zij oorspronkelijk niet waren aangewezen. Daar ik altijd gestreefd heb naar samenwerking cn raad. heb ik natuur- liïk altijd weerstand geboden aan derge lijke pogingen, soms. door te weigeren der gelijke aanbevelingen, te aanvaarden, en soms door de toepassing van het veto-rech* Een van de wetten tot steun van den boe renstand en een latere maatregel betref fende de volksgezondheid bevatten derge lijke duidelijke ongrondwettige bepalingen over het benoemingsrecht. Ter verdediging van de rechten en vrijheden van het volk is het noodzakelijk voor den president om zich te verzetten tegen inmenging in ziju wettelijke rechten. Met al zulke nogineea heeft elke president te maken. Men kan er onmogelijk een verklaring van geven. Zelfs nadat ik het presidentieele ambt heb verlaten, vind ik het nog een mysterie. Men kan niet zeggen waarom de eene man wordt benoemd en de anderen worden af gewezen. Ieder man die in het Witte Hnis wordt, geplaatst kan niet nagaan of dat nu het gevolg is van zijn eigen inspanning of van zijn eigen verdiensten. De een of an dere macht buiten of boven hem open baart zich door hem. Wanneer hij het werk van zijn bureaux aanschouwt, komt hij tot het besef van een toenemend gevoel van nederigheid en tot de overtuiging, dat hij slechts is een werktuig in Gods hand. RECLAME. T~- LEEUWARDEN' 1503 Een wereld vol onrust Na Stresemann von Bnlow. Een wereld vol onrust, dat is het beeld der ondermaansche bedrijvigheid! Om te beginnen zag de beurs te New-York een debacle, als in decenniën van jaren niet is voorgekomen. Milliarden zijn verloren aan de overzijde van den haringvijver en van der weeromstuit ook overal elders ter we reld; maar: milliarden worden ook gewon nen... Hoe zijn de zenuwen op de proef gesteld van hen, die aan dit kansspel deel nemen Een kansspel zou men ook eenigszins kunnen noemen het vormen van een nieuw kabinet in Frankrijk. Reeds langer dan een week duurt daar te lande de crisis, extra lang voor de gewoonten in ,,la belle France". De algemeene voorspelling, dat het niet gemakkelijk zou vallen het zoo onverwacht onderste boven geworpen ka- binct-Briand te vervangen, is maar al te zeer bewaarheid en overduidelijk is geble ken de lichtzinnigheid, waarmee deze val tot uitvoering is gebracht. Het bewijs daar voor is wel. dat alle kabinetsformateuri zonder uitzondering begonnen zijn met Briand om steun te verzoeken! Zijn pol- tiek op buitenl. gebied -wil men dus zien bestendigdwaarom hem dan daarover te doen sneven De eerste, die werd aange zocht. Briand als premier op te volgen was Daladier, de leider der radicalen, op wie de grootste verantwoordelijkheid rust voor het omver werpen van Briand. Dezr- heeft een ernstige poging gedaan, om het linksche kartel te doen herleven en is dicht bij een slagen geweest. Tegen de ver wachting in, accepteerde toch de socialis tische Kamerfractie een meedoen aan de regeering, maar Blum, de leider van het verzet daartegen in de socialistische partij, wist op de bijeenkomst van den partijraad de overwinning te behalen, zij het ook met de kleinste meerderheid daar in deze ma terie nog verkregen. Niettemin werd dus het oude standpunt der partij, het niet aanvaarden van verantwoordelijkheid voor de regeering, gehandhaafd Dat beteokende voor Daladier de misluk king van zijn poging. Hoe hij er toe geko men is, toen nog een poging te wagen zonder de socialisten, is eenigszins een rebus! Want dat was van te voren tot mis lukken voorbestemdDaladier en Briand hebben hierover zelfs nog ongenoegen ge kregen. Op Daladier volgde diens partijgenoot Clementel. Vreemds zit er niet in, dat op nieuw een radicaal werd aangewezen tot formateur, als men de verhoudingen ia het oog houdt tusschen Kamer cn Senaat in Frankrijk. Ook Clementel is dicht bi) een slagen geweest; zijn lijst werd reeds gepubliceerd maar Daladier wierp hem op het laatste nippertje een stok tusschen de beenen. Van je vrienden moet je het maar hebbenEn nu is het woord aan Tardieu, die van den aanvang der crisis af reeds gedoodverfd werd voor premier. Slaagt hij, dan krijgt men ongeveer het af getreden ministerie terug; misschoen nog iets meer naar rechts georiënteerd... Met alle recht zou men dan kunnen zeggen tant de bruit pour une omelette! Men blijft dan in dezelfde impasse met een ka binet, waarvan het einde steeds in 'fc zicht is. Of Poinraré na zijn herstel opnieuw de reddende persoon moet worden 1 Frankrijk heeft tenminste dit voor, dat daar iemand is aan te wijzen, die den politieken Augiasstal kan reinigen. In dit opzicht staat het met Rusland heel wat slechter! We wezen er reeds eerder op, hoe het. bijkans ondoenlijk is om daar de stem mingen precies te peilendaarvoor komen uit het „beloofde land" te weinig betrouw bare gegevens, doch een zeer ongunstig teeken vormen wel de heele reeks doodvon nissen, die bijkans dagelijks afkomen. Het jchijnt zeer hard noodig om angst en schrik aan te jagen Op den duur helpen zulke paardemiddelen echter nooit; ook Stalin zal dat wel aan den lijve onder vinden. Vooral de hernieuwde actie tegen de boeren kan hem gevaarlijk worden; het is immers de Russische boer, die tenslotte den doorslag zal geven Groote onrust heerscht in Duitschland als gevolg der talrijke corruptie-gevallen, waarvan de totaal-omvang nog niet is aan te duiden. Meer en meer blijkt, d at hoog geplaatste nersonages er debet aan zijn, hetgeen het onderzoek niet vergemakke lijkt. Vooral de stad Berlijn krijgt ruim schoots haar deel! Toch heerscht er ook hoop in het Duitsche land, nu blijkt, dat de republiek er steviger staat, dan gedacht werd. Dit komt naar voren tengevolge var. het z.g. Volksbegehren, dat of de benoo- digde 10 pCt. niet haalt zij het ook, dat het er niet ver af zal blijven of ternau wernood, zoodat voor den verderen gang van zaken niet behoeft te worden gevreesd. Hugenberg's leiding doet den Duitsch-na- tionalen geen goed en in eigen boezem be gint het te gisten. Bij een volledig fiasco lijkt de positie van Hugenberg zelfs zoo geschokt, dat aan een aftreden moet wor den gedacht! Kort na Strcsemann's verscheiden is nog een Duitsch staatsman heengegaanvorst Bernhard von Bülow; een man van het ver leden, uit het keizerrijk. Na Bismarck wel licht de meest markante figuur op buitenl. terrein, doch veel zegt dat nog niet! Eerst later zal kunnen worden vastgelegd, in hoever hij den grondslag heeft gelegd voor de rampen, die zijn zwakke opvolger Beth- mann-Holhveg niet wist af te wenden, in tegendeel hielp binnen halen. Von Biilow zelf meende, dat hij den oorlog zou hebben gekeerd en onmogelijk is dat niet, doch dan zou het waarschijnlijk toch maar voor eenige jaren zijn geweest! Zijn politiek dreef immers de landen, die zich tegen Duitschlond keerden, toen de bom barstte, tot elkaar, alle verschillen ten spijt. Zwaar heeft hij geleden onder de ongenade van zijn meester, die hem nooit zijn nederlaag inzake het interview met de „Daily Tele graph" heeft kunnen vergeven. Vrijwel ver- geten is hij te Rome op zijn villa Malta overleden, nog binnen het jaar zijn.vrou* volgend in den dood. Met interesse wacht men de publicaties van zijn memoires at over drie maanden Schoonschrijfmeester. ■Schoonschrijven ouderen van dagen ?nnneren zich nog met gemengde gevoe ld p ?c^on1uren aan schoonschrijven ge- th ff 2°e^ en duidelijk leesbaar hand- destijds van groote waarde ge- De tegenwoordige jeugdmaar manie van wie •arom toegegeven aan de aau uc uiaMic au nic apje ouder begint te worden" om alles K'dV S 1e ver^ie^eT1 boven wat is lu nen schrijven kwam er in vroeger .-v "v110^ meer °P aan» toen er nog geen t»r;;r r' waren om de taak van de rifrvver *e nemen En het verwon en ii tVvr1 °°k n'e* b* officieele beschei- in J.e Gn XVIIe eeuw getuigschriften aan schoonschrijvers uitge- tG treffenL„W1W.W^0 stadsregeering deed zulks n vri? zekeren Guil .Tac Bolswerdius flensn ^Gr bet testimonium in SÏÏ TUr2erneesteren en Schepenen t-eyden, des graefschaps van Hollandt, doen een ygelicken hiermede te weten, oirconden en getuigen van de waer- heydt, hoe dat de welervarene schryff- meester Guilielmus Jacobus Bolswerdius, nabijeen jaer geleden, binnen der voirs: stede mitterwoon gecomen is. en mit voorgaende toelatinge der voornoemde van de Geregte openbare schryfschole, mits het aenplecken ende opslaen van syne caerten en geschriften van verscheyden handen, opgerecht en gehouden heeft, hebbende tselve en die syne schole versocht en ge- bruyekt hebben in de conste van schryven, sodanige fundamenten gegeven, gewesen, geleert ende geouffent, dat in corte tyde hare schriften, van verscheyden handen verchiert mit stricken, vrije treek-, hooft ende grove letteren, sonderlinge in het bizonder) degeene die men nompt noemt) de „duytsche fractuyer", voir ende in 't Raedthuy9 deser stede opgehan gen ende te toon gestelt syn geweest, mit verclaringe van de namen der leerlingen, ende hoe langen tyt sy over sulex geleert mochten hebben, gelyck de caerten en ge schriften daervan synde, dat medebrengen, dat oick die voors: van de Gerechte midler tyt over den voorn: Bolswerdius noeyt de minste dachten gehoirt, off aen hem yet anders gesien en hebben, dan een goeden vromen tuchtigen en zedigen handel en wandel. Ende so die voirn: Bolswerdius de voirn: van de Gerechte der stadt Leyden heeft doen aanzeggen der meninge te syn van te vertrecken, om andere plaetsen te besoucken en syne schryffconste andere personen, diet aen hem versoucken en be- geeren sullen mede te deelen ende tot dien eynae heeft doen aonsoucken hem getuyeh- nisse synre handels en Trsndefz medege- deelt te werden, en hebben de voirn: van de Gerechte der stadt Leyden hem tselve nyet connen weygeren, mer deselve brie ven hem gaerne medegedeelt, mit vercla ringe dat sy de voirn: Bolswerdius goeder leeringen die hy haren Burgeren ende in- woonderen medegedeelt heeft, hertgronde- lick bedancken. dat hy mitter minne in vrede, in rust. met genoegen) ende in aller vrientschappe vertreckt, ende dat sy ver soucken dat hy van alle de geene, daer hy comen sal, voir sulex worde erkent, aenge- nomen en in waerde ontfangen, hem mits desen aenbiddende toe-biddende) en sulex in gelycke en andere saken mit goede genegenheyt te erkennen, weder te ver schuldigen. Ten oirconde van alle 'twelck die voirn: Schout, Burgemeesteren en Schepenen der voirs. stadt Leyden 't segel te sake de jegenwoirdige letteren doen aen- hangen en bij hare Secretaris hebben doen onderteijkenen den XX July des jaers naer Christi onses Heeren en Salichmakers ge- boirt XCV boven vyftienhondert (1595)". Maar nog vóór Bolswerdius, de schoon- schryver, vertrokken was had Leyden een anderen artiest gevonden om in deze schoone kunst de Leidsche burgers te kun nen onderwijzen: diens leerling Baemt Jacobsz. van Bosschuyren, die drie maan den door Mr. Jacob van Bulswaert oriucr- wezen was, werd 22 Maart 1595 tot schoon schrijver te Leiden aangesteld. Student op stadskosten. Johannes Ampsinck, in 1581 student te Leiden, later predikant te Haarlem, had „zijn huysvrouwre ende kynderen" snood verlaten, wier lot zich het Haarlemsche stadsbestuur had aangetrokken. Een der kinderen, Samuel, werd te Haarlem „ter schole gehouden ten laste deser stadt". „Ende alsoo den voorss. Samuel aldus de Haarlemsche burgemeester in een brief aan een der Regenten van het Staten- collegie te Leiden, dato 14 April 1608 zoe verre gecomen is. dat hy tot hooger schole gesonden moet worden omme syne studiën te vervolgen, soe hebben wy hem ende dengheenen die voor hem spreken als zyne voogden geaccordeerd, omme te mogen gaen ende besteet worden tot Leyden in den collegie van Holiant ten costen deser stadt, waeromme wv UwerE. vruntlicken met desen versoucken. dat dezelve UwerE. gelieve den voorn. Samuel Ampsinck in den voors. collegie t'ontfangen ende traete- teren laten op de costen deser stadt. die deselve stadt betaelen zal. provisionelick soe lange tot dater eene plaetse op <5° byrse derzelver stadt zal vaceren Samuel Ampsinck schijnt de deugd der dankbaarheid bezeten te hebben jegens de stad Haarlem waar ook hij later predi kant werd door de geschiedenis dezer stad „in Rym bearbeyd" te boek te stellen; jegens de 9tad Leiden door den 2 Sept. 1616, toen hij reeds predikant te Rijsoort was een Leidsche schoone tot vrouw te nemen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 9