VOOR DE JEUGD LEIDSCH DAGBLAD 70ste Jaargang Donderdag 31 October 1929 No. 44 OE MIEK EN ANNEKE lENDINNETJES WERDEN lil t I I t I t I t lil door C. E DE LILLE HOGERWAARD. iek Jansen was, wat own noemt, een gs- dikkert Zij was pas met haar moe- een weduwe bij een familie in den g op kamers komen wonen en wel in de i van Meerder voort. Nu staan er heel huizen in deze lange laan die gek- erend wel eens in drieën verdeeld "t, in de Laan van Meerdcrvoort, de n van Bouwmaarvoort en de Laan van lovoort iek had een vroolijk. lachend gezicht en wangen leken veel op een paar belle rs Je kent die rood-wangige appeltjes ers wel? Miek zag altiVd dadelijk het lijke van alles in en was de opgewekt- in persoon. Voor haar moeder, die in leven veel verdriet had gehad, was dan ook echt een zonnetje dat altijd scheen, zoodra zij na schooltijd met boeken gewapend de huiskamer bin- wam een Woensdagmiddag kwam zij even half één dan ook weer opgewekt toen Moeder haar een brief gaf Miek een en al verbazing. Een brief voor Zij verwachtte niets en wist niet, haar zou kunnen schrijven want ze al heel gauw aan den postzegel ge- dat het een stadsbrief was Ze was een week op school en had nog maar rvlakkig kennis gemaakt met de meis- it haar klas Niemand zou haar schrij- en als ze haar wat te zeggen hadden, en ze dat toch zeker wel op school ge- hchben! •h was de brief voor haar, want dui- k stond er op het adres: Jongejuffrouw M. Jansen Laan van Meerdervoort 345, den Haag. iek keerde den brief eens om en las nu achterzijde: Verhulststraat 85. i wist echter heelemaal niet, wie daar je, dus werd zij er geen ziertje wijzer aak hem maar eens open!" riep Moe- aan. „Dan weet je het meteen Is ten minste 't eenvoudigste middel," iek lachend toe en zij voegde de daad et woord "r nu zette zij nog gTooter oogen op. idelijk las zij: Moeder en ik gaan vanmiddag den bioscoop, waar ,.de Kleine Lord" °n wordt. En nu vraagt Moeder, of je heb mee te gaan. Je hoeft niet te ant- Jen; als je maar zorgt, vóór half twee ns te zijn, is het goed, want we gaan w half twee van huis. Ik hoop. dat je want 't za! een leuke middag wor- Dagl Veel groeten van an:teke wolters die dit in haast gekrabbeld heeft. „O Moeder, wat leuk!" riep Miek uit, na dat zij haar Moeder het briefje had voor gelezen Zij danste van plezier door de kamer. „Dolletjes! Anneke Wolters zit bij mij in de klas. Tk begrijp alleen niet. dat ze mij mcwraagt. want ik spreek haar bijna nooit, al lijkt ze mij heel aardig ..Dit is len minste al builengewoon vrien delijk!" vond Moeder en Miek was het met deze uitspraak geheel eens. „Dan maar gauw koffie drinken." zei Moeder practisch. Met een glunder gezicht zat Miek weldra haar boterhammen te eten. „Fijn Moes!" zei ze. al vind ik het vreemd, dat Anneke mij er niets van ge zegd he^ft op school ,,'t Moest misschien een verrassing voor je blijven „Ja. dat zal 't wel zijn. En wal gaat u nu vanmiddag doen? 't Is waar ook. we hadden samen boodschappen willen doen. Gaat u nu alleen?" „Ik goloof dal ik die boodschappen in de stad maar tot Zaterdag uitstel dan kun jij mee, Miek." antwoordde Moeder ..Je gaat immers wel graag naar de stad? 'k Moet ook in de Bijenkorf zijn. je weet wel dat groote warenhuis, waarvan ik je verteld heb." „Hoeral Twee prettige middagen in één weekl 't Bevalt me hier best in den Haag, Moes!" juichte Miek. „Dat zal wel!" zei Moeder glimlachend. „Maar nu weet ik nog niet. wat u gaat doen, Moes." begon Miek weer. „Ik heb veel schrijfwerk waar haast bij is en kan dat nu vanmiddag goed afma ken." zei mevrouw Jansen die geregeld aan eenige kindertijdschriften medewerkte. Terwijl Moeder even later de koffietafel afruimde, borstelde Miek haar weerbarstige krullen glad en trok zij haar tusschenjurk aan. die den overgang vormde tusschen haar schooljurk en haar Zondazsohe dito Even later had zij haar hoed en mantel van den kapstok gehaald en lier» zij vlug de trap af Ruiten gekomen wuifde zij nog eens tegen Moeder, die vóór het raam stond. „Tien over één," dacht Miek, „en ik loop het gemakkelijk in een kwartier, 'k Ben dus mooi op tiid'" Toch stapte zij vlug door. zoodat ze dan ook reeds ti*»n minuten later bij Anneke Wolters aanbelde Mevrouw Woliers deed haar zelf open en vroecr eenigszins verbaasd, wie ze was. „Miek Jansen." antwoordde het meisje, als gold het de dood-eenvoudigste zaak der wereld r „Miek Jansen!Miek Jansen?!" her haalde mevrouw Wolters on een toon. alsof ze haar eigen ooren niet gelooven durfde. „Ja mevrouw! Miek Jansen, uit de Laan van Meerder voort." „Miek Jansen uit de Laan van Meerder- voort?Maar nou begrijp ik er toch heelemaal niets van Hoe kan. Miek maakte bij zichzetve de opmerking, dat mevrouw Wolters toch wel wat eigen aardig deed Eerst had zij haar zelf mee naar den bioscoop laten vragen en nu deed ze net, alsof ze volstrekt niet begreep, wiö ze was. Maar Miek, wier gewoonte het niet was zich gauw uit het veld te laten. 9laan, ging voort: „Moeder en ik zijn hier pas komen wonen mevrouw I" Juist op dit oogenblik werd er boven een deur open- en dichtgedaan en kwam Anneke de trap afgestormd. „Hé Marth!" riep ze uit. niet anders ver moedend dan haar nichtje te zullen aan treffen. Zij keek echter al even verbaasd als haar moeder, toen ze Miek zag. ..O. ben jij het Miek?" was alles wat ze zei „Ja", antwoordde Miek. „Leuk zeg, om naar den bioscoop te gaanl" „Ja", zei Anneke op een toon. alsof ze dacht: „Maar hoe weet j ij dat?" Miek ging echter onverstoorbaar voort: ,,'k Heb .de Kleine Lord' gelezen en vind het een eenig boek. De film zal ook wel heel mooi zijn!" „Ja-ja. maar hoe weet j ij, dat wij er heen gaan?" „Nou, die is ook goedl" schaterde Miek het nu plotseling uit. „Eerst vraag je me, of ik meega en dan doe je net. alsof je van niets weet!" „Maar ik heb je toch niets gevraagd!" „Heb je me dan ook geen briefje geschre ven?" „Nee, daar weet ik heelemaal niets van!" Nu was het Miek's beurt om verbaasd te zijn. Zij voelde plotseling, dat ze bleek werd. 't Leek wel, alsof al het bloed uit haar wegliepl Wat had dit alles te belee- kenen? Ze begreep er geen sikkepit van. Even voelde ze in haar mantelzak Ja daar had ze den brief in gestoken om het huis nummer van Anneke nog eens te kunnen nazien, als ze dat onderweg soms vergeten mocht. Triomfantelijk haalde ze haar bewijsstuk dus uit haar zak Nauwelijks had Anneke dit echter ge zien. of ze riep lachend uit: „O. nou snap ik het! Wal gek. wat vree- selijk gek!" Miek. die anders het grappige van iets altijd nogal gauw inzag, kon d a a r nu toch niets grappigs in ontdekken en zei: ,,'t Is heelemaal niet gek en heel gewoon". „Luister eens", begon Anneke nu. „Ik bad aan mijn nichtje Martha Jansen, geschreven en haar gevraagd, of ze vanmid dag mee naar den bioscoop ging. Martha woont net als jij in de Laan van Meerder- voort. maar ze gaat op een andere school en is jonger dan wij. Ik snap alleen niet. hoe het komt dat mijn briefje bij jullie bezorgd werd, want ze woont toch zeker niet in het zelfde huis als jullie". „Laat mij het briefje inaar eens zien", zei mevrouw Wolters nu en zij bekeek het adres nauwkeurig. Plotseling riep zij uit: „Anneke! Anneke! 't Is weer het gewone liedje, meisjo: je vluchtigheid heeft je voor de zooveelste maal parten gespeeld. Je hebt een verkeerd adres op je briefje gezet. Kijk maar, hier staat heel duidelijk: Laan van Meerdervoort 345 en Martha woont op nr. 543. Ik geloof, dat hiermee het raadsel op gelost is". Anneke overtuigde zich nu zelf ode en moest toegeven, dat zij zioh vergist had. „Wat nu. Moeder?" riep ze uit. toen zij het teleurgestelde gezicht van Miek zag. „Wel, Miek gaai natuurlijk met on9

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 15