Jjechin en Bogoljubow in Nederland.
UW BOEKHOUDING IN ORDE
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 26 October 1929
Vierde Blad
No. 21355
UIT HET PARLEMENT.
e geheimzinnige voetstappen
70ste Jaargang
X
Het wereldkampioenschap schaken.
(Van een bijzonderen medewerker.)
Aljechin en Bogoljubow aan hel schaakbord, links Aljechin rechts Bogoljubow.
Voor (het eerst sedert men in de schaak
wereld den titel „wereldkampioen" als
-gste onderscheiding kent, zai ons land
stukje van een match om dien titel bin-
n zijn grenzen uitgevochten zien.
Bijna het was in 1920 zou dit feit
eerder plaats hebben gehad. Lasker en
ablanca zouden elkaar te Amsterdam
tmoeten. Het contract was reeds opge-
;akt, verscheidene duizendjes waren reeds
-tort, toen Lasker £ich plotseling terug
ei en van zijn titel vrijwillig afstand
Later stelde hij zich toch tegenover Ca-
lanca omdat de Cubaan liever om den
tel streed, doch toen kwam ons land als
lats voor de ontmoeting niet in aanmer-
tol
Dr. Emanuel Lasker is 28 jaar lang we-
Idiampioen geweest. Vóór hem was de
itenrijker Wilhelm Steinitz de gelukkige,
ie eveneens zeer lang op den schaaklroon
zeleld heeft 26 jaar).
I ln 1892 verdween hij uit die hoogste re-
'okq, na de schaakwereld onschatbaar
dzich verplicht te hebben door het leggen
pbreede grondslagen voor het beoefenen
aer logische en wetenschappelijke stra-
u'e.
Lasker heeift tijdens zijn loopbaan ver
diende malen zijn titel in tweekampen
ten verdedigen. Het meest op den voor-
:nd (rad zijn matdh met dr. E. Tarrasc-h
J908, welke hij glansrijk won. Lasker
IS en misschien is hij het nog, een echt
kgeweldenaar. die de meesten zijner
"enstanders eenvoudig overspeelde. Thans
akt hij op leeftijd en speelt feitelijk niet
par.
'José Raóul Capablanca y Granpera, een
baansch advocaat, is 6 jaar wereldkam-
an geweest. Hij werd in 1926 door den
s dr. Alexander Aljechin met 6 verb, 3
27 rem. verslagen. Sindsdien is Ca-
anca in Europa een beetje uit de gunst
"kt, voornamelijk doordad hij in zijn
1 zelden iets onderneemt, maar steeds op
ihgheid bedacht is. Hij is te weinig genie
te veel theoreticus, hoewel zijn theore-
h inzicht op zichzelf bijna geniaal is!
.Aljechm is uit geheel ander hout gesne-
a Zijn schaaktalent is zeer apart en stem-
H hem gedecideerd tot één der aller-
tsten. Hij was echter zoo verstandig (of
slim) in zijn match tegen Capablanca
fns systeem van „safety first" eveneens
- te passen. Zoo zaten de beide heeren
in tegenover elkaar en leverden op het
to een zeldzaam saaie vertooning, 27
rises!
Zoo zouden zij tot in de eeuwigheid met
„loopgraven-oorlog" hebben kunnen
rigaan, ware het niet. dat Capa door den
langen duur zichtbaar vermoeid geraakte.
Dèt moment nam Aljedhin waar om uit den
band te springen en zijn tegenstander
„even" den genadeslag te geven!
Men zuchtte van verlichting. Gelukkig
hel was voorbij!
Di. Alexander Aljechin.
Aljechin maakte furoreI
Hij was reeds zeer gevierd en vooral na
zijn schitterende overwinning op het tour-
nooi te Baden-Baden 1925. Nu hij echter
wereldkampioen was geworden won hij al
ler achting. Maar weldra ook aller genegen
heid want hij is een zeer sympathiek en
werkzaam men9ch.
Hij is 38 jaar oud en leeft te Parijs, waar
hij ook tot doctor in de Rechten en promo
veerde. Hij behoort tot de tallooze Rus
sen, die het met het Bolsjewisme niet eens
zijn en daarom hun vaderland laten voor
wal het nog is.
Hij verdiept zich gewoonlijk zoozeer in
zijn spel, dat niets hem kan afleiden. Met
zijn helder en scherp verstand werkt hij
steeds weer opnieuw de vele verborgen
mogelijkheden der stellingen door, overziet
in een oogenblik de aanvalsmogelijkheden
zoowel als de dreigingen. Evenals van
Euwe kan men van hem zeggen: „Men
ziet en hoort hem denken".
Het spreekt dus welhaast vanzelf dat
in zijn spel het combinatoire element over-
heerscht Hij is de man van de briljante
zette, de fraaie offers en de bewegings
vrijheid. Een zeer begaafd Simultaan- en
blindspeler! Daarbij 'n eerste rangs schaak
schrijver en een goed schaakjournalist.
Kortom- een ideaal schaakmeester.
Ewfira Dimitriwitsch Bogoljubow.
Is Aljechin gevierd en geacht, Bogolju
bow is populair. Tevens is hij zoo'n beetje
het „enfant terrible" in de schaakwereld,
maar dan in den allergunstigsten zin. Hij
is ook een anti-bolsjewiek maar overigens
een Rus van het echte type en ongeveer
even oud als Aljechin.
Zijn kalmte is spreekwoordelijk. Zoo
slecht kan zijn stelling niet zijn of hij kijkt
nog vroolijk en vredig naar het bord en
speelt verder met een zekerheid alsof de
winst hem gegarandeerd was'
Voor alles is hij een strateeg. Maar niet
zooals Capablanca, inlegendeol, hij behoor!
tot de zeer kunstzinnige schakers, die het
schoonste in het edelste aller spelen zoeken.
Reti noemde hem een schaakkunstenaar en
zeker vertoont hij kunstenaarseigenschap
pen, d.w.z. hij speelt goed of slecht, maar
nooit middelmatig.
j In zijn carrière zijn schitterende resulta
ten aan te wijzen maar even goed misluk
kingen. Zoo werd hij te Moskou no. 1 voor
Lasker en Capablanca. Een schitterende
prestatie! Ook verleden jaar te Kissingen
werd hij no. 1 voor Capablanca en Euwe.
Maar dit jaar te Karlsbad eindigde hij als
no. 8
De wedstrijd.
De eindstand te Berlijn "was 10V»
voor Aljechin. Er moeten nog 13 partijen ge
speeld worden, waarvan 3 te Den Haag. 2
te Amsterdam, 1 te Rotterdam en de rest
weer in Duitschland. In Duitschland luwde
de belangstelling een beetje. vooral na de
12e partij toen Aljechin de leiding had met
8i. Men achtte Bogoljubow reeds ver
slagen.
Doch ziet! De 13e en 14e partij wist hij
zoowaar weer op schitterende wijze te win
nen! In de 15e partij scheelde het een haar
of wederom zou Aljechin het slachtoffer
worden. Met inspanning van alle krachten
verkreeg hij echter nog juist remise.
Edoch, dan komt weer de domper! De 16e
en 17e partij won Aljechin zeer verdiend en
wederom is Bogoljubow 4 punten achter.
De eerste acht partijen ieverden een re
sultaat op van 53 voor Aljechin. Bogol
jubow leed toen begrijpelijkerwijze nog zeer
onder de zware vermoeienissen veroorzaakt
door het inspannende tournooi te Karlsbad.
Aljechin was frisch.
Na de drie partijen te Heidelberg was de
stand 71 en hiermede toog men naar
Berlijn, dat men nu verlaat met de cijfers
101/*61/*.
En hoe zal het nu in Holland gaan? De
belangstelling is ernorm. Geen wonder.
Twee zulke populaire meesters en dan zulk
een spannende match Het is waar; „Bog-
gie" is 4 punten achter, maar niemand ge
looft dat hij zich verder zal laten afmaken!
Daarvan kennen wij hem te goed! Al was
hij 6 punten achter, dan zou hij nog naar
zijn vrouw te Triberg schrijven „Weest
gerust, nu ga ik winnen!"
En Aljechin? Hij heeft 4 punten voor
sprong en dat is een heel prettig gevoei.
Maar hij kent Bogoljubow en weet dat die
in de komende week alles op alles zal zet
ten. De zenuwen en het uithoudingsvermo
gen zullen nu een woordje gaan mee
spreken!
Moeten wij een voorspelling doen, dan
meenen wij, dat Aljechin zijn titel wel za!
behouden. Maar dat hij Bogoljubow met
sprekende cijfers zal slaan dat gelooven wij
niet, tenzij Bogoljubow een inzinking krijgt!
De groote tournooien in het buitenland
zijn afgeloopen en de verwachting is er,
dat verscheidene andere meesters hier zul
len komen kijken. Men' noemt zelfs
Capablanca, die het laatst te Barcelona
speelde.
Ook Dr Euwe heeft een programma ge
maakt ter eere der groote gebeurtenis Te
Amsterdam zal hij na afloop van elke
partij, deze voor de toeschouwers denion-
streeren. Dat zal een groot genot worden,
want Euwe 19 een schaakleeraar par excel
lence. Op den avond ivan den eersten dag
te Amsterdam. Zaterdag. 2 November, geeft
hij bovendien een rouleerende simultaan-
voorstelling.
Aljechin en Bogoljubow treffen elkaar
het eerst te Den Haag en wel volgende week
Zaterdagmiddag van 2 tot 7 uur De event
voortzetting geschiedt dan des Zondagmid
dags om 2 uur. De 2e partij volgt 's Maan
dags en Dinsdagsavonds De 3e partij wordt
te Rotterdam gespeeld op Woen'sdag- en
Donderdagavond daaraanvolgende. Dan
komen de twee partijen te Amsterdam aan
de beurt waarvoor men nok 4 dagen heeft
trereserveerd. w.o een Zaterdag en een
Zondag De laatste partij is weer voor Den
Haag.
Gisteren zijn de beide schaakmeesters in
de Residentie aangekomen.
RECLAME.
TAN AP f.5— PER MAAND.
Brieven Bur van dit Blad onder No 9334.
(Van onzen parlementairen medewerker.
DEN HAAG, 25 Oct. 1929
De rantsoeneerino van den spreektijd
Een voordeeltje voor de communisten,
die inmiddels zeer veel kabaal
maakten
De vergadering der Tweede Kamer is be
den met een heibeltje begonnen. De Voor
zitter had, onder mededeeling. dat hij
wenschte op 5 November met de behan
deling van de Rijksbegrooting te beginnen,
voorgesteld den spreektijd gelijk gewoonlijk
te rantsoeneeren. De volgende verdeeling
had hij voor de Algemeen beschouwingen
vastgesteld: 3 uur spreektijd voor de Katho
lieken en de Sociaal-Democraten, 2 uur voor
de Anti-Revolutionairen en de Christelijk-
Historischen, l'A uur voor den Vrijheids
bond en de Vrijzinnig-Democraten en 1 uur
voor elke der andere partijen.
De heer Marchant (V.-D.) had daartegen
in beginsel ageen bezwaar, maar hij wilde
toch wel, dat de beide communisten blijk
zouden geven principieel niet tot elkander
te behooren, daar het anders uit zou loopen
op niets anders als een wedstrijd van ge-
Iuidsvoortbrenging.
Over die uitlating geraakte de heer Wijn
koop (dissident Communist) dermate ver
toornd. dat hij met grof geschut tegen den
heer Marchant opkwam, zoodat de Voor
zitter dreigde hem tot de orde te roepen.
De heer Wijnkoop stoorde zich daar niet
aan en ging voort met onhebbelijkheden
aan het adres van den heer Marchant. waar
op tenslotte de Voorzitter hem definitief het
woord ontnam, wal in ons Parlement slechts
hoogst zelden voorkomt. De heer L de Vis
ser (Sovjet-Communist) nam het nog op
voor den heer Wijnkoop en haalde zich
daarmee ook een berisping des Voorzitters
op het lijf. maar hij liet het toch niet te
ver komen. Toen nu later de heer Wijnkoop
weer het woord wilde hebben, werd hij
door den Voorzitter gewoon genegeerd,
waarop de rantsoeneering door de Kamer
werd aanvaard.
Ten einde het werk te bespoedigen heeft
de Voorzitter reeds thans medegedeeld, dat
hij gedurende de behandeling van de Rijks
begrooting des Dinsdags en des Donder
dags avondvergadering zal houden Laten
we hopen, dat dit inderdaad bespoediging
van de afhandeling van de begrooting ten
gevolge zal hebben!
Toen kregen we nog een staartje van de
interpellatie van den heer Wijnkoop over
d° ongeregeldheden te Maastricht. De heer
Vliegen (S D.A.P.) had gister in den laten
namiddag nog een motie ingediend, waarbij
aangedrongen werd op een gestreng en on
partijdig onderzoek van die gebertenissen.
De Minister van Binnenlandsche Zaken had
teen geantwoord, dat hij meende, dat
daartoe reeds stappen waren gedaan, doch
dat hij dit niet zeker wist: De motie werd
daarop tot heden aangehouden, de Minister
kon dan nogeens informeeren. Heden ver
klaarde deze, dat hij dit inderdaad had
gedaan en dat zijn collega van Justitie
zich bereid had verklaard aan den procu
reur-generaal te 's-Hcrlogenbosch. onder
wien Maastricht ressorteert, een onderzoek
op te dragen Waarop de heer Vliegen zijn
motie introk.
Dal was den heeren De Visser en Wijn
koop niet naar den zin en de eerste diende
een motie in voor een streng onderzoek
onder controle van de betrokken arbeiders.
Deze werd evenwel niet ondersteund, zoodat
zij niet in behandeling kon komen. Het
zelfde was het geval met een poging van
den heer Wijnkoop om de ingetrokken mo
tie-Vliegen te doen herleven. De Kamer liet
hem alleen staan.
Eerst nu kon de interpellatie van me
vrouw De VriesBruins (S.D.A.P.) over de
verspreiding en behandling van pokken aan
de orde komen.
De interpellatie kwam in het bijzonder er
tegen op. dat men aanvankelijk hardnekkig
•had vermeden te erkennen, dat de zooge
naamde alastrim-gevallen te Rotterdam
feitelijk pokken waren. Zij vroeg nu. nu uil
het rapport van de drie deskundigen was
gebleken, dat de geconstateerde ziekte niets
anders als echte pokken waren, de regee
ring bereid was de consequenties daarvan
te aanvaarden en de gestrenge maatregelen
tot bestrijding van die gevreesde ziekte ten
volle toe te passen
Minister Verschuur.
Minister Verschuur, de nieuwe bewinds
man voor Arbeid, handel en Nijverheid
maakte een debuut met zijn beantwoording
van de interpellatie. Hij deed het kort en
zakelijk: aanvankelijk wist men inderdaad
niet. dat men met werkelijke pokken te doen
had. Vandaar ook de circulaires van het
staatstoezicht op de volksgezondheid, waar
in volstaan werd met voorlichting te geven.
Natuurlijk komt er een totale keer in de in
zichten, nu de commissie van drie verklaard
heeft, dat men met echte pokken te doen
heeft, maar de Minister weer er toch op,
dat men nog niet algemeen in het oordeel
van dc staatscommissie deelt
Mevrouw De VriesBruins was met deze
verklaring niet voldaan, zij zeide dat zeer
duidelijk en diende ten slotte een motie in,
waarbij de Kamer er op aandrong, dat nu
de deskundigen hebben vastgesteld, dat
men met pokken te doen heeft, art 3 van
de van 29 Juli 1928, betreffende de be
strijding van besmettelijke ziekten moge
lijk zou worden toegepast
Gelijk te verwachten was hebben enkele
leden zich hierna in het debat gemengd.
Van de verschillende sprekers stond het
dichtst bij de interpellate de heer Dr. Vos
(Lib die meende, dat men in den beginne
niet krachtig genoeg is opgetreden uit angst
voor een paniek, wat hij zeer onvoorzichtig
vond, terwijl hij tevens het staatstoezicht
niet voldoende deskundig achtte Ook klaagde
hij over de onvoldoende inrichting van het
quarantaineverblijf te Rotterdam.
Dat de heer Kersten zich ook zou doen
hooren spreekt van zelf Maar hij liet de
vaccinatiekwestie onaangeroerd die komt
straks aan de orde. wanneer de Kamer de
voordracht tot opschorting van den vaccine-
dwang voor een jaar in behandeling krijgt
maar hij kwam wel op tegen de straat
vaccinatie te Rotterdam, die hij in 9trivJ
achtte met een behoorlijke zorg voor de
volksgezondheid
We behoeven niet verder in te gaan in
<het trouwens niet zeer belangrijk datbat om
dat ten slotte de motie van mevr. De Vries
Bruins verworpen is met 32 tegen 25 slem-
men. rechts tegen links Waarom deze stem
ming blijkbaar een politiek karakter droeg,
is ons niet duidelijk. Wij kunnen ten minste
geen verband vinden tusschen pokken en
politiek.
De Kamer is hierna tot 5 November uit
eengegaan.
RECLAME.
BIJ ONWEL ZIJN is het natuurlijke
„Franz-Jcsef'-bitterwater een aangenaam
werkend huismiddel, dat de kwalen aan
merkelijk doet afnemen, vooral daar reed9
kleine hoeveelheden zeker baten. Brieven
van vrouwenartsen zijn eenstemmig vol lof
over de bij uitstek milde werking van het
„Franz-Jcsef'-water, welke zich zoo uit
nemend leent voor den delicaten lichaams
bouw der vrouw. Bij Apoth. verkrijgb. 5619
Autoriseerde vertaling uit het Engelsch
van Mevrouw Belloc Lowndes,
door Oswaldi.
koorts moest er een groote tuin bij
Ais zijn, zoodanig aangelegd, dat
Jf) met een minimum kosten kon wor-
ifn onderhouden. Want Birtley Raydon,
zichzelf een pracht van een zaken-
'an vond. hield zijn vrouw steeds de
°°te noodzakelijkheid van bezuiniging
oor.
Maar hoe het ook zou zijn of niet zou
Jn» het landhuis waarvan zij droomden
8 zij er met elkaar over spraken, noem-
1 zij het steeds een „landhuis" moest
uurlijk een zeldzaam koopje zijn. daar
'r eY het anders niet de moeite waard
n er een oogenblik over te denken.
ga aarentegen was zich wel bewust, dat,
"ïondZ1^" 'laar ^eaa' van een landhuisje
a. ZIJ Aar man gemakkelijk kon wijs-
j A* spot-goedkoop was-, en dit
an h' tora<?a* At van haar eigen geld, niet
Doch Z1^ne' gAocht zou worden,
t hp» nU ze Aimelijk de overtuiging,
rid nf°°r* ^U'-s' ZD zochten, niet be-
el V. z°o dit wel het geval was, het
iden eCQaa^ zooveel zou kosten, ah zij
va Ravü aa?- wUden besteden. Bovendien,
at Loj.o°n aAd van Londen en van alles
en een jong, knap en vooral ver
mogend paar kan bieden; een paartje dat
enkel, zooals tegenwoordig zooveel jonge
menschen, leeft om zich te vermaken en
zooveel mogelijk te genieten, van wat zij
„het leven" noemen.
Maar, evenals zoo verrassend dikwijls
gebeurt met een niet heel sterk jong vrouw
tje, dat samen met haar geliefden echtge
noot. zooveel mogelijk uit het leven tracht
te halen, was Eva lang niet goed gewor
den; zooals haar vriendinnen het noemde
..overspannen", als gevolg van de „pret".
En daarom gaf de ouderwetsche dokter, in
wien Birtley's ouderwetsche moeder en
Birtley zelf ook, groot vertrouwen stelden
ten slotte als zijn meening te kennen dat
zij buiten moest gaan wonen, en dat zij
dan ook wel mettertijd een baby zou krijgen
ln theorie hield Eva Raydon heel veel
van kinderen en haar zacht vriendelijk
voorkomen, evenals haar lieve manier van
doen. trokken hen meestal naar haar toe.
Maar elke schat van een meisje of elk aar
dig kereltje moest, jammer genoeg, ai*
babv beginnen.
„Ik voel niets voor dat dure huis in Lilliv.
ford" zei Eva plotseling
Gedurende de laatste oogenblikken had
zij het denkbeeld van verhuizing dit jaar
naar buiten, geheel opgegeven „Laten we
linksaf gaan. lieve. Dat i9 zoo'n mooie
schaduwrijke weg!"
„Best" antwoordde haar man. „We
hebben nu al zeven huizen vanmiddag ge
zien, en het eenige dat wat leek, wa9 on
gehoord duur."
„Het is bijna tijd voor thee ook", viel
zij hem bij
Vóór hij weer naast zijn vrouw plaats
nam, boog Raydon zich uit het portier en
riep hij den chauffeur toe: „Mevrouw vindt
het beter, dat we hier linkaf gaan. Diggle.
We zullen op de ruit tikken., als we op
een geschikte plek komen, om te stoppen
en thee zetten.
Ongeveer twee kilometer van dien weg
wijzer af. woonde een jemge man. die stellig
beloofd had. dien morgen de letters op de
drie armen van dien wegwijzer op te' knap
pen. Had hij zijn woord gehouden. zooaJ9
hoogstwaarschijnlijk zijn vader en zijn
grootvader gedaan zouden hebben, dan zou
er nooit een „Raydon-mysterie" zijn ont
staan. dat bijna achttien maanden na dien
heerlijken Julidag duizenden van zijn mede-
mcnschen ontroerde, opwond en benauwde.
Diggle zette zijn versnelling op vier. wat
hij gewoonlijk deed. als hij reden had. aan
te nemen, dat evenals nu, zijn patroon on
bewust was van de dingen om hem heen;
want Birtley Raydon was. met zijn zwaar
hoofd op den tengeren linkerschouder zijnetr
vrouw in slaap gevallen.
De weg waarlangs de wagen nu met aan
groeiende snelheid reed. volgde de bocht van
een zeldzaam moöi en stil gedeelte der
rivier.
Eva hield van de Theems. Toen zij nog
een jong meisje was. had zij zalige dagen op
het water doorgebracht.
Terwijl zij nu haar blikken liet gaan over
den langzaam voortglijdenden, glashelder
schijnenden stroom, kwam levendig de her
innering in haar op aan den jongen man bij
de troepen, die haar den laatslen dag van
hun samenzijn op het water, plotseling. ge<-
vraagd had of zij zijn vrouw wilde worden,
als er werkelijk oorlog zou komen roem
rijke oorlog! O! hoe had zij dien laten Juli
dag er naar verlangd, vurig zoo mogelijk,
als haar jonge soldaat. En de oorlog was
uitgebroken nog binnen een week. En
toen volgde, wat haar nu als een maal
stroom voorkwam, een verloving, die niet
langer dan tien dagen duurde, huwelijks
plechtigheden, bijgewoond door een massa
menschen. die zij, Eva. wist. dat zij tot de
„groote lui" behoorden, maar die zij mal,
slordig en onsmakelijk vond; wittebroods
weken vandrie dagen, op een def
tig landgoed, waar zij zich voelde als de
heldin van een tooneelstuk; afschc-ïd van
haar jongen man, 's morgens vroeg in de
kazerne „Wellington Barracks". en toen.
veertien dagen later, een telegram van het
Ministerie van Oorlog.
De deftige oude he*er, haar schoonvader,
voor wien zij zoo zenuwachtig schuw en
bang was. want zij wist dat hij volstrekt
niet, ingenomen was met het huwelijk van
zijn zoon, had terstond voor de weduwe van
zijn jongen een jaargeld van vijftienhonderd
pond vastgelegd.
Slechts heel zelden dacht Eva aan die
lang vendogen dagtn terug, dagen die, waar
het haar voorkwam, als tot een ander leven
behoorden. En aan den vader van haar
eersten man, wien zij zooveel te danken
had, dacht zij in het geheel nooit.
Maar vandaag brachten de rivier en de
herinnering aan dien dag op het water, dien
dag juist vóór den oorlog, haar den ouden
man weer levendig voor den geest. Zelfs
herinnerde zij zich het eenige wezenlijke
gesprek, dat zij met hem had gevoerd,
waarbij hij kalm had gezegd: „Ik denk,
kind, dat je wel weer heel gauw getrouwd
zult zijn".
En hoewel zij toen onder tranen die haar
slem verstikten, beslist het hoofd had ge
schud, was zij natuurlijk toch weer ge
trouwd zij 't dan ook hoe vreemd
eigenlijk, in aanmerking gehomen. dat zij er
bijzonder goed uitzag eerst jaren nadat
zij het vreeselijke telegram van het Minis
terie van Oorlog kreeg.
Gedurende de eerste jaren van haar wedu-
wenstaat, toen zij tijdelijk oorlogswerk ver
richtte, had Eva in alle eer en deugd veel
liefdesavonturen beleefd, maar niet één was
waarlijk serieus geweest. En nu werden de
vervaagde letters ook op een andere blad
zijde van haar „geestelijk notitieboekje" plot
seling weer duidelijk. Zij betroffen een Ca
nadees, Jack Mintlaw geheeten, die haar
vurig had liefgehad. Eva, het weeuwtje, was
toen zeer gevleid en getroffen geweest door
zijn groote genegenheid. Zij schreef hem
heel dikwijls en stond hem toe, zijn Londen-
sohe verlofdagen met haar door te brengen.
Maar toen zii dat was na den wapenstil
stand merkte, dat hjj ernstige plannen had,
ora haar te trouwen en mee te nemen naar
Montreal, was zij eensklaps tot bet bewust
zijn gekomen, dat zij „daarvoor" niet genoeg
van hem hield.
Wat Birtley Raydon betreft, tusschen hem
en de weduwe was zoo'n raadselachtige, in
stinctieve. onberedeneerde aantrekkingskracht
ontstaan, als de Franschen noemen een „coup
de foudre", waaronder verstaan mag wor
den: „liefde op het eerste gezicht".
Eva's woordenschat was beperkt; het
woord „komiek" deed dienst voor allerlei
dingen waaraan eigenlijk niets grappigs was,
en zjj was voor zich zelf na tot de overtui
ging gekomen, toen zjj het gewicht van
Birtley's zwaar hoofd op haar schouder be
gon te voelen, dat het „komiek" was, hoe hij
en zij het samen zoo best konden vinden
(Wordt vervolgd).