Jjechin en Bogoljubow in Nederland. UW BOEKHOUDING IN ORDE LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 26 October 1929 Vierde Blad No. 21355 UIT HET PARLEMENT. e geheimzinnige voetstappen 70ste Jaargang X Het wereldkampioenschap schaken. (Van een bijzonderen medewerker.) Aljechin en Bogoljubow aan hel schaakbord, links Aljechin rechts Bogoljubow. Voor (het eerst sedert men in de schaak wereld den titel „wereldkampioen" als -gste onderscheiding kent, zai ons land stukje van een match om dien titel bin- n zijn grenzen uitgevochten zien. Bijna het was in 1920 zou dit feit eerder plaats hebben gehad. Lasker en ablanca zouden elkaar te Amsterdam tmoeten. Het contract was reeds opge- ;akt, verscheidene duizendjes waren reeds -tort, toen Lasker £ich plotseling terug ei en van zijn titel vrijwillig afstand Later stelde hij zich toch tegenover Ca- lanca omdat de Cubaan liever om den tel streed, doch toen kwam ons land als lats voor de ontmoeting niet in aanmer- tol Dr. Emanuel Lasker is 28 jaar lang we- Idiampioen geweest. Vóór hem was de itenrijker Wilhelm Steinitz de gelukkige, ie eveneens zeer lang op den schaaklroon zeleld heeft 26 jaar). I ln 1892 verdween hij uit die hoogste re- 'okq, na de schaakwereld onschatbaar dzich verplicht te hebben door het leggen pbreede grondslagen voor het beoefenen aer logische en wetenschappelijke stra- u'e. Lasker heeift tijdens zijn loopbaan ver diende malen zijn titel in tweekampen ten verdedigen. Het meest op den voor- :nd (rad zijn matdh met dr. E. Tarrasc-h J908, welke hij glansrijk won. Lasker IS en misschien is hij het nog, een echt kgeweldenaar. die de meesten zijner "enstanders eenvoudig overspeelde. Thans akt hij op leeftijd en speelt feitelijk niet par. 'José Raóul Capablanca y Granpera, een baansch advocaat, is 6 jaar wereldkam- an geweest. Hij werd in 1926 door den s dr. Alexander Aljechin met 6 verb, 3 27 rem. verslagen. Sindsdien is Ca- anca in Europa een beetje uit de gunst "kt, voornamelijk doordad hij in zijn 1 zelden iets onderneemt, maar steeds op ihgheid bedacht is. Hij is te weinig genie te veel theoreticus, hoewel zijn theore- h inzicht op zichzelf bijna geniaal is! .Aljechm is uit geheel ander hout gesne- a Zijn schaaktalent is zeer apart en stem- H hem gedecideerd tot één der aller- tsten. Hij was echter zoo verstandig (of slim) in zijn match tegen Capablanca fns systeem van „safety first" eveneens - te passen. Zoo zaten de beide heeren in tegenover elkaar en leverden op het to een zeldzaam saaie vertooning, 27 rises! Zoo zouden zij tot in de eeuwigheid met „loopgraven-oorlog" hebben kunnen rigaan, ware het niet. dat Capa door den langen duur zichtbaar vermoeid geraakte. Dèt moment nam Aljedhin waar om uit den band te springen en zijn tegenstander „even" den genadeslag te geven! Men zuchtte van verlichting. Gelukkig hel was voorbij! Di. Alexander Aljechin. Aljechin maakte furoreI Hij was reeds zeer gevierd en vooral na zijn schitterende overwinning op het tour- nooi te Baden-Baden 1925. Nu hij echter wereldkampioen was geworden won hij al ler achting. Maar weldra ook aller genegen heid want hij is een zeer sympathiek en werkzaam men9ch. Hij is 38 jaar oud en leeft te Parijs, waar hij ook tot doctor in de Rechten en promo veerde. Hij behoort tot de tallooze Rus sen, die het met het Bolsjewisme niet eens zijn en daarom hun vaderland laten voor wal het nog is. Hij verdiept zich gewoonlijk zoozeer in zijn spel, dat niets hem kan afleiden. Met zijn helder en scherp verstand werkt hij steeds weer opnieuw de vele verborgen mogelijkheden der stellingen door, overziet in een oogenblik de aanvalsmogelijkheden zoowel als de dreigingen. Evenals van Euwe kan men van hem zeggen: „Men ziet en hoort hem denken". Het spreekt dus welhaast vanzelf dat in zijn spel het combinatoire element over- heerscht Hij is de man van de briljante zette, de fraaie offers en de bewegings vrijheid. Een zeer begaafd Simultaan- en blindspeler! Daarbij 'n eerste rangs schaak schrijver en een goed schaakjournalist. Kortom- een ideaal schaakmeester. Ewfira Dimitriwitsch Bogoljubow. Is Aljechin gevierd en geacht, Bogolju bow is populair. Tevens is hij zoo'n beetje het „enfant terrible" in de schaakwereld, maar dan in den allergunstigsten zin. Hij is ook een anti-bolsjewiek maar overigens een Rus van het echte type en ongeveer even oud als Aljechin. Zijn kalmte is spreekwoordelijk. Zoo slecht kan zijn stelling niet zijn of hij kijkt nog vroolijk en vredig naar het bord en speelt verder met een zekerheid alsof de winst hem gegarandeerd was' Voor alles is hij een strateeg. Maar niet zooals Capablanca, inlegendeol, hij behoor! tot de zeer kunstzinnige schakers, die het schoonste in het edelste aller spelen zoeken. Reti noemde hem een schaakkunstenaar en zeker vertoont hij kunstenaarseigenschap pen, d.w.z. hij speelt goed of slecht, maar nooit middelmatig. j In zijn carrière zijn schitterende resulta ten aan te wijzen maar even goed misluk kingen. Zoo werd hij te Moskou no. 1 voor Lasker en Capablanca. Een schitterende prestatie! Ook verleden jaar te Kissingen werd hij no. 1 voor Capablanca en Euwe. Maar dit jaar te Karlsbad eindigde hij als no. 8 De wedstrijd. De eindstand te Berlijn "was 10V» voor Aljechin. Er moeten nog 13 partijen ge speeld worden, waarvan 3 te Den Haag. 2 te Amsterdam, 1 te Rotterdam en de rest weer in Duitschland. In Duitschland luwde de belangstelling een beetje. vooral na de 12e partij toen Aljechin de leiding had met 8i. Men achtte Bogoljubow reeds ver slagen. Doch ziet! De 13e en 14e partij wist hij zoowaar weer op schitterende wijze te win nen! In de 15e partij scheelde het een haar of wederom zou Aljechin het slachtoffer worden. Met inspanning van alle krachten verkreeg hij echter nog juist remise. Edoch, dan komt weer de domper! De 16e en 17e partij won Aljechin zeer verdiend en wederom is Bogoljubow 4 punten achter. De eerste acht partijen ieverden een re sultaat op van 53 voor Aljechin. Bogol jubow leed toen begrijpelijkerwijze nog zeer onder de zware vermoeienissen veroorzaakt door het inspannende tournooi te Karlsbad. Aljechin was frisch. Na de drie partijen te Heidelberg was de stand 71 en hiermede toog men naar Berlijn, dat men nu verlaat met de cijfers 101/*61/*. En hoe zal het nu in Holland gaan? De belangstelling is ernorm. Geen wonder. Twee zulke populaire meesters en dan zulk een spannende match Het is waar; „Bog- gie" is 4 punten achter, maar niemand ge looft dat hij zich verder zal laten afmaken! Daarvan kennen wij hem te goed! Al was hij 6 punten achter, dan zou hij nog naar zijn vrouw te Triberg schrijven „Weest gerust, nu ga ik winnen!" En Aljechin? Hij heeft 4 punten voor sprong en dat is een heel prettig gevoei. Maar hij kent Bogoljubow en weet dat die in de komende week alles op alles zal zet ten. De zenuwen en het uithoudingsvermo gen zullen nu een woordje gaan mee spreken! Moeten wij een voorspelling doen, dan meenen wij, dat Aljechin zijn titel wel za! behouden. Maar dat hij Bogoljubow met sprekende cijfers zal slaan dat gelooven wij niet, tenzij Bogoljubow een inzinking krijgt! De groote tournooien in het buitenland zijn afgeloopen en de verwachting is er, dat verscheidene andere meesters hier zul len komen kijken. Men' noemt zelfs Capablanca, die het laatst te Barcelona speelde. Ook Dr Euwe heeft een programma ge maakt ter eere der groote gebeurtenis Te Amsterdam zal hij na afloop van elke partij, deze voor de toeschouwers denion- streeren. Dat zal een groot genot worden, want Euwe 19 een schaakleeraar par excel lence. Op den avond ivan den eersten dag te Amsterdam. Zaterdag. 2 November, geeft hij bovendien een rouleerende simultaan- voorstelling. Aljechin en Bogoljubow treffen elkaar het eerst te Den Haag en wel volgende week Zaterdagmiddag van 2 tot 7 uur De event voortzetting geschiedt dan des Zondagmid dags om 2 uur. De 2e partij volgt 's Maan dags en Dinsdagsavonds De 3e partij wordt te Rotterdam gespeeld op Woen'sdag- en Donderdagavond daaraanvolgende. Dan komen de twee partijen te Amsterdam aan de beurt waarvoor men nok 4 dagen heeft trereserveerd. w.o een Zaterdag en een Zondag De laatste partij is weer voor Den Haag. Gisteren zijn de beide schaakmeesters in de Residentie aangekomen. RECLAME. TAN AP f.5— PER MAAND. Brieven Bur van dit Blad onder No 9334. (Van onzen parlementairen medewerker. DEN HAAG, 25 Oct. 1929 De rantsoeneerino van den spreektijd Een voordeeltje voor de communisten, die inmiddels zeer veel kabaal maakten De vergadering der Tweede Kamer is be den met een heibeltje begonnen. De Voor zitter had, onder mededeeling. dat hij wenschte op 5 November met de behan deling van de Rijksbegrooting te beginnen, voorgesteld den spreektijd gelijk gewoonlijk te rantsoeneeren. De volgende verdeeling had hij voor de Algemeen beschouwingen vastgesteld: 3 uur spreektijd voor de Katho lieken en de Sociaal-Democraten, 2 uur voor de Anti-Revolutionairen en de Christelijk- Historischen, l'A uur voor den Vrijheids bond en de Vrijzinnig-Democraten en 1 uur voor elke der andere partijen. De heer Marchant (V.-D.) had daartegen in beginsel ageen bezwaar, maar hij wilde toch wel, dat de beide communisten blijk zouden geven principieel niet tot elkander te behooren, daar het anders uit zou loopen op niets anders als een wedstrijd van ge- Iuidsvoortbrenging. Over die uitlating geraakte de heer Wijn koop (dissident Communist) dermate ver toornd. dat hij met grof geschut tegen den heer Marchant opkwam, zoodat de Voor zitter dreigde hem tot de orde te roepen. De heer Wijnkoop stoorde zich daar niet aan en ging voort met onhebbelijkheden aan het adres van den heer Marchant. waar op tenslotte de Voorzitter hem definitief het woord ontnam, wal in ons Parlement slechts hoogst zelden voorkomt. De heer L de Vis ser (Sovjet-Communist) nam het nog op voor den heer Wijnkoop en haalde zich daarmee ook een berisping des Voorzitters op het lijf. maar hij liet het toch niet te ver komen. Toen nu later de heer Wijnkoop weer het woord wilde hebben, werd hij door den Voorzitter gewoon genegeerd, waarop de rantsoeneering door de Kamer werd aanvaard. Ten einde het werk te bespoedigen heeft de Voorzitter reeds thans medegedeeld, dat hij gedurende de behandeling van de Rijks begrooting des Dinsdags en des Donder dags avondvergadering zal houden Laten we hopen, dat dit inderdaad bespoediging van de afhandeling van de begrooting ten gevolge zal hebben! Toen kregen we nog een staartje van de interpellatie van den heer Wijnkoop over d° ongeregeldheden te Maastricht. De heer Vliegen (S D.A.P.) had gister in den laten namiddag nog een motie ingediend, waarbij aangedrongen werd op een gestreng en on partijdig onderzoek van die gebertenissen. De Minister van Binnenlandsche Zaken had teen geantwoord, dat hij meende, dat daartoe reeds stappen waren gedaan, doch dat hij dit niet zeker wist: De motie werd daarop tot heden aangehouden, de Minister kon dan nogeens informeeren. Heden ver klaarde deze, dat hij dit inderdaad had gedaan en dat zijn collega van Justitie zich bereid had verklaard aan den procu reur-generaal te 's-Hcrlogenbosch. onder wien Maastricht ressorteert, een onderzoek op te dragen Waarop de heer Vliegen zijn motie introk. Dal was den heeren De Visser en Wijn koop niet naar den zin en de eerste diende een motie in voor een streng onderzoek onder controle van de betrokken arbeiders. Deze werd evenwel niet ondersteund, zoodat zij niet in behandeling kon komen. Het zelfde was het geval met een poging van den heer Wijnkoop om de ingetrokken mo tie-Vliegen te doen herleven. De Kamer liet hem alleen staan. Eerst nu kon de interpellatie van me vrouw De VriesBruins (S.D.A.P.) over de verspreiding en behandling van pokken aan de orde komen. De interpellatie kwam in het bijzonder er tegen op. dat men aanvankelijk hardnekkig •had vermeden te erkennen, dat de zooge naamde alastrim-gevallen te Rotterdam feitelijk pokken waren. Zij vroeg nu. nu uil het rapport van de drie deskundigen was gebleken, dat de geconstateerde ziekte niets anders als echte pokken waren, de regee ring bereid was de consequenties daarvan te aanvaarden en de gestrenge maatregelen tot bestrijding van die gevreesde ziekte ten volle toe te passen Minister Verschuur. Minister Verschuur, de nieuwe bewinds man voor Arbeid, handel en Nijverheid maakte een debuut met zijn beantwoording van de interpellatie. Hij deed het kort en zakelijk: aanvankelijk wist men inderdaad niet. dat men met werkelijke pokken te doen had. Vandaar ook de circulaires van het staatstoezicht op de volksgezondheid, waar in volstaan werd met voorlichting te geven. Natuurlijk komt er een totale keer in de in zichten, nu de commissie van drie verklaard heeft, dat men met echte pokken te doen heeft, maar de Minister weer er toch op, dat men nog niet algemeen in het oordeel van dc staatscommissie deelt Mevrouw De VriesBruins was met deze verklaring niet voldaan, zij zeide dat zeer duidelijk en diende ten slotte een motie in, waarbij de Kamer er op aandrong, dat nu de deskundigen hebben vastgesteld, dat men met pokken te doen heeft, art 3 van de van 29 Juli 1928, betreffende de be strijding van besmettelijke ziekten moge lijk zou worden toegepast Gelijk te verwachten was hebben enkele leden zich hierna in het debat gemengd. Van de verschillende sprekers stond het dichtst bij de interpellate de heer Dr. Vos (Lib die meende, dat men in den beginne niet krachtig genoeg is opgetreden uit angst voor een paniek, wat hij zeer onvoorzichtig vond, terwijl hij tevens het staatstoezicht niet voldoende deskundig achtte Ook klaagde hij over de onvoldoende inrichting van het quarantaineverblijf te Rotterdam. Dat de heer Kersten zich ook zou doen hooren spreekt van zelf Maar hij liet de vaccinatiekwestie onaangeroerd die komt straks aan de orde. wanneer de Kamer de voordracht tot opschorting van den vaccine- dwang voor een jaar in behandeling krijgt maar hij kwam wel op tegen de straat vaccinatie te Rotterdam, die hij in 9trivJ achtte met een behoorlijke zorg voor de volksgezondheid We behoeven niet verder in te gaan in <het trouwens niet zeer belangrijk datbat om dat ten slotte de motie van mevr. De Vries Bruins verworpen is met 32 tegen 25 slem- men. rechts tegen links Waarom deze stem ming blijkbaar een politiek karakter droeg, is ons niet duidelijk. Wij kunnen ten minste geen verband vinden tusschen pokken en politiek. De Kamer is hierna tot 5 November uit eengegaan. RECLAME. BIJ ONWEL ZIJN is het natuurlijke „Franz-Jcsef'-bitterwater een aangenaam werkend huismiddel, dat de kwalen aan merkelijk doet afnemen, vooral daar reed9 kleine hoeveelheden zeker baten. Brieven van vrouwenartsen zijn eenstemmig vol lof over de bij uitstek milde werking van het „Franz-Jcsef'-water, welke zich zoo uit nemend leent voor den delicaten lichaams bouw der vrouw. Bij Apoth. verkrijgb. 5619 Autoriseerde vertaling uit het Engelsch van Mevrouw Belloc Lowndes, door Oswaldi. koorts moest er een groote tuin bij Ais zijn, zoodanig aangelegd, dat Jf) met een minimum kosten kon wor- ifn onderhouden. Want Birtley Raydon, zichzelf een pracht van een zaken- 'an vond. hield zijn vrouw steeds de °°te noodzakelijkheid van bezuiniging oor. Maar hoe het ook zou zijn of niet zou Jn» het landhuis waarvan zij droomden 8 zij er met elkaar over spraken, noem- 1 zij het steeds een „landhuis" moest uurlijk een zeldzaam koopje zijn. daar 'r eY het anders niet de moeite waard n er een oogenblik over te denken. ga aarentegen was zich wel bewust, dat, "ïondZ1^" 'laar ^eaa' van een landhuisje a. ZIJ Aar man gemakkelijk kon wijs- j A* spot-goedkoop was-, en dit an h' tora<?a* At van haar eigen geld, niet Doch Z1^ne' gAocht zou worden, t hp» nU ze Aimelijk de overtuiging, rid nf°°r* ^U'-s' ZD zochten, niet be- el V. z°o dit wel het geval was, het iden eCQaa^ zooveel zou kosten, ah zij va Ravü aa?- wUden besteden. Bovendien, at Loj.o°n aAd van Londen en van alles en een jong, knap en vooral ver mogend paar kan bieden; een paartje dat enkel, zooals tegenwoordig zooveel jonge menschen, leeft om zich te vermaken en zooveel mogelijk te genieten, van wat zij „het leven" noemen. Maar, evenals zoo verrassend dikwijls gebeurt met een niet heel sterk jong vrouw tje, dat samen met haar geliefden echtge noot. zooveel mogelijk uit het leven tracht te halen, was Eva lang niet goed gewor den; zooals haar vriendinnen het noemde ..overspannen", als gevolg van de „pret". En daarom gaf de ouderwetsche dokter, in wien Birtley's ouderwetsche moeder en Birtley zelf ook, groot vertrouwen stelden ten slotte als zijn meening te kennen dat zij buiten moest gaan wonen, en dat zij dan ook wel mettertijd een baby zou krijgen ln theorie hield Eva Raydon heel veel van kinderen en haar zacht vriendelijk voorkomen, evenals haar lieve manier van doen. trokken hen meestal naar haar toe. Maar elke schat van een meisje of elk aar dig kereltje moest, jammer genoeg, ai* babv beginnen. „Ik voel niets voor dat dure huis in Lilliv. ford" zei Eva plotseling Gedurende de laatste oogenblikken had zij het denkbeeld van verhuizing dit jaar naar buiten, geheel opgegeven „Laten we linksaf gaan. lieve. Dat i9 zoo'n mooie schaduwrijke weg!" „Best" antwoordde haar man. „We hebben nu al zeven huizen vanmiddag ge zien, en het eenige dat wat leek, wa9 on gehoord duur." „Het is bijna tijd voor thee ook", viel zij hem bij Vóór hij weer naast zijn vrouw plaats nam, boog Raydon zich uit het portier en riep hij den chauffeur toe: „Mevrouw vindt het beter, dat we hier linkaf gaan. Diggle. We zullen op de ruit tikken., als we op een geschikte plek komen, om te stoppen en thee zetten. Ongeveer twee kilometer van dien weg wijzer af. woonde een jemge man. die stellig beloofd had. dien morgen de letters op de drie armen van dien wegwijzer op te' knap pen. Had hij zijn woord gehouden. zooaJ9 hoogstwaarschijnlijk zijn vader en zijn grootvader gedaan zouden hebben, dan zou er nooit een „Raydon-mysterie" zijn ont staan. dat bijna achttien maanden na dien heerlijken Julidag duizenden van zijn mede- mcnschen ontroerde, opwond en benauwde. Diggle zette zijn versnelling op vier. wat hij gewoonlijk deed. als hij reden had. aan te nemen, dat evenals nu, zijn patroon on bewust was van de dingen om hem heen; want Birtley Raydon was. met zijn zwaar hoofd op den tengeren linkerschouder zijnetr vrouw in slaap gevallen. De weg waarlangs de wagen nu met aan groeiende snelheid reed. volgde de bocht van een zeldzaam moöi en stil gedeelte der rivier. Eva hield van de Theems. Toen zij nog een jong meisje was. had zij zalige dagen op het water doorgebracht. Terwijl zij nu haar blikken liet gaan over den langzaam voortglijdenden, glashelder schijnenden stroom, kwam levendig de her innering in haar op aan den jongen man bij de troepen, die haar den laatslen dag van hun samenzijn op het water, plotseling. ge<- vraagd had of zij zijn vrouw wilde worden, als er werkelijk oorlog zou komen roem rijke oorlog! O! hoe had zij dien laten Juli dag er naar verlangd, vurig zoo mogelijk, als haar jonge soldaat. En de oorlog was uitgebroken nog binnen een week. En toen volgde, wat haar nu als een maal stroom voorkwam, een verloving, die niet langer dan tien dagen duurde, huwelijks plechtigheden, bijgewoond door een massa menschen. die zij, Eva. wist. dat zij tot de „groote lui" behoorden, maar die zij mal, slordig en onsmakelijk vond; wittebroods weken vandrie dagen, op een def tig landgoed, waar zij zich voelde als de heldin van een tooneelstuk; afschc-ïd van haar jongen man, 's morgens vroeg in de kazerne „Wellington Barracks". en toen. veertien dagen later, een telegram van het Ministerie van Oorlog. De deftige oude he*er, haar schoonvader, voor wien zij zoo zenuwachtig schuw en bang was. want zij wist dat hij volstrekt niet, ingenomen was met het huwelijk van zijn zoon, had terstond voor de weduwe van zijn jongen een jaargeld van vijftienhonderd pond vastgelegd. Slechts heel zelden dacht Eva aan die lang vendogen dagtn terug, dagen die, waar het haar voorkwam, als tot een ander leven behoorden. En aan den vader van haar eersten man, wien zij zooveel te danken had, dacht zij in het geheel nooit. Maar vandaag brachten de rivier en de herinnering aan dien dag op het water, dien dag juist vóór den oorlog, haar den ouden man weer levendig voor den geest. Zelfs herinnerde zij zich het eenige wezenlijke gesprek, dat zij met hem had gevoerd, waarbij hij kalm had gezegd: „Ik denk, kind, dat je wel weer heel gauw getrouwd zult zijn". En hoewel zij toen onder tranen die haar slem verstikten, beslist het hoofd had ge schud, was zij natuurlijk toch weer ge trouwd zij 't dan ook hoe vreemd eigenlijk, in aanmerking gehomen. dat zij er bijzonder goed uitzag eerst jaren nadat zij het vreeselijke telegram van het Minis terie van Oorlog kreeg. Gedurende de eerste jaren van haar wedu- wenstaat, toen zij tijdelijk oorlogswerk ver richtte, had Eva in alle eer en deugd veel liefdesavonturen beleefd, maar niet één was waarlijk serieus geweest. En nu werden de vervaagde letters ook op een andere blad zijde van haar „geestelijk notitieboekje" plot seling weer duidelijk. Zij betroffen een Ca nadees, Jack Mintlaw geheeten, die haar vurig had liefgehad. Eva, het weeuwtje, was toen zeer gevleid en getroffen geweest door zijn groote genegenheid. Zij schreef hem heel dikwijls en stond hem toe, zijn Londen- sohe verlofdagen met haar door te brengen. Maar toen zii dat was na den wapenstil stand merkte, dat hjj ernstige plannen had, ora haar te trouwen en mee te nemen naar Montreal, was zij eensklaps tot bet bewust zijn gekomen, dat zij „daarvoor" niet genoeg van hem hield. Wat Birtley Raydon betreft, tusschen hem en de weduwe was zoo'n raadselachtige, in stinctieve. onberedeneerde aantrekkingskracht ontstaan, als de Franschen noemen een „coup de foudre", waaronder verstaan mag wor den: „liefde op het eerste gezicht". Eva's woordenschat was beperkt; het woord „komiek" deed dienst voor allerlei dingen waaraan eigenlijk niets grappigs was, en zjj was voor zich zelf na tot de overtui ging gekomen, toen zjj het gewicht van Birtley's zwaar hoofd op haar schouder be gon te voelen, dat het „komiek" was, hoe hij en zij het samen zoo best konden vinden (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 13