De moord op den heer Lans
te Rotterdam.
INGEZONDEN.
FAILLISSEMENTEN.
RECLAME.
IS
IMMERS
DE BESTE
LEERMEESTERES!
Dit geldt ook voor Uw kopje
koffie. Duizenden Onverschil
ligen hekken aan onze uitnoo-
diging tot proefneming weer
gevolg gegeven en hekken.ge
tuige hun schriftelijke bevesti
ging, inmiddels ondervonden,
dat koffie Hag inderdaad meer
genot en ketere gezondheid
verschaft
Mevr. J. L. Je ZC Amsterdam
schrijft:
Koffie Haft ia en blijft voor
ons een uitkomst Wij hebben
nu geen onrustige en slopelooze
nachten meer. De kwaliteit van
Uw koffie is werkelijk onover
tref baar/ wij hadden nog nooit
zoo'n fijn bokje koffie met
zoo n heer! jk aroma gedronken.
Ook hebben wij geconstateerd,
dat Uw koffie zelfs in het ge
bruik goedkooper is door de
prima kwaliteit en een gerou
tineerd zetten.
6433
door den Gemeentelijken Dienst voor So
ciale Zaken 5766 bons. zullen de totale
kosten berekend naar pl.m, 16000 H.L. ver
moedelijk bedragen pl.m. f. 16000.
Hoewel de economische toestand aanmer
kelijk is verbeterd meenen B. en W. dat
er toch nog aanleiding is om gedurende -het
a.s. winterseizoen dezen bij zonderen steun
te verstrekken en wel van Zaterdag 2 Nov.
1929 tot en met Maandag 31 Maart 1930.
AANVULLING EN WIJZIGING DER
OVEREENKOMST INZAKE DE
LEVERING VAN ELECTRICITEIT
AAN LEIDERDORP.
De Gemeente Leiderdorp heeft den
wensch te kennen gegeven tot. uitbreiding
van het electriciteitsnet in die gemeente
Ingevolge art. 5, lid 4 der overeenkomst
van 1924 behoort in een dergelijk geval na
der overeenstemming te worden bereikt
over de voorwaarden, waaronder die uit
breiding zal geschieden. Bedoelde over.
eenstemming is reeds bereikt tusschen de
Commissie en het Gemeentebestuur van
Leiderdorp Aangezien tot deze voorwaar
den ook een wijziging van de overeenkomst
van 1924 behoort, is de goedkeuring der
nieuwe overeenkomst door den Raad ver-
ei scht.
De noodige compensatie voor de kosten
der nieuwe uitbreidingen, welke overigens
voor wat de financiering betreft als nor
male uitbreidingen zijn te beschouwen,
wordt gevonden door de storting door de
gemeente Leiderdorp van een bedrag a
fonds perdu, als in art. 4 is geregeld
vooTts in de te verwachten hoogere afne
ming, welke haar weerslag vindt in de ver
hooging van de jaargarantie tot 50.000
K.W.U., ten slotte in een verlenging van
het contract van 1924 met 5 jaar, dus tot
31 December 1954.
De Raad van Leiderdorp heeft aan de
overeenkomst bereids zijn goedkeuring go-
hecht.
ONTEIGENING VAN GROND TEN BE
HOEVE VAN EEN GYMNASTIEKLOKAAL
VOOR TWEE BIJZONDERE SCHOLEN.
In de \-ergadering van 28 November 1927
worden B. en W. gemachtigd het noodige
te verrichten ter verkrijging door middel
van onteigening van de perceelen. kada
straal bekend gemeente I/oiden. Sectie I
Nis 2306, 2206 en 122, alle staande ten
name van den heer H .T. Labree, alhier,
zulks ten behoeve van den bouw van een
gymnastieklokaal voor de beide bijzondere
scholen aan de Hooglandsche Kerkgraeht
No. 20a en van de uitbreiding van de Kaas
markt
Nadat bij de Wet van 20 Maart 1929
het algemeen nut was verklaard van de
onteigening van de bovenbedoelde percee
len. werden bij Koninklijk Besluit van 12
Augustus 1929, No. 21. de perceelen Sectie
I Ni9 2206, 122 en 2306 ter onteigening aan
gewezen.
Alvorens nu den eigenaar voor de recht
bank te dagvaarden, teneinde de onteige
ning van deze perceelen te hooren uit
spreken en het bedrag der schadeloosstelling
te hooren bepalen, is het noodig den eige
naar bij deurwaarders-exploit een bedrag
aan te bieden, waarvoor de gemeente be
reid is de perceelen bij minnelijke schik
king aan te koopen.
Dit bedrag zouden B. en W willen zien
bepaald op f. 6000een bedrag dat hun
voor deze perceeltjes, na deskundige voor
IicbUntr voldoende voorkomt.
Mocht de heer Labree niet bereid zijn dit
aanbod aan te nemen, dan dient bij den
rechter de onteigening der perceelen te wor
den aangevraagd.
EEN GETUIGE, DIE GEVOLGD WERD.
Eenige personen van de publieke tribune nemen de vlucht.
(Vervolg van gisteren).
Getuige L. H. J. Vermaas verklaart, dat
het wel opvallend was, dat verdachte zoo
bijzonder zenuwachtig was op den Zaterdag
na den moord. Ook "fcas opgevallen, dat ver
dachte niet één maatregel heeft genomen,
die door den dood van Lans werden ver-
eischt. Al deze maatregelen heeft getuige
destijds moeten nemen.
De president: Dat is vreemd, wani voor
het directeurschap nam hij wel maatregelen.
Dan komt het verhoor op de kwestie der
inschrijving, waarover van O. zich zenuw
achtig zou hebben gemaakt.
Getuige mej. Lans kan zich wel herinne
ren, dat er toen een inschrijving was gehou
den, maar verdachte heeft er niets aan ge
daan, want de formulieren zijn nog blanco
gevonden.
Getuige C. Bocders heeft op den Woens
dagmiddag vóór den moord twee verdachten
langs zijn garage, die in de nabijheid van
de Admiraliteitskade is gelegen, zien komen.
Hij heeft van die personen een signalement
gegeven, maar inspecteur Hermans achtte
het niet van belang.
Dezelfde personen waren Donderdagmid
dag weer voorbij gekomen. Getuige had ge
hoord aan hun taal. dat zij Limburgers
waren. Hij gelooft zeker dat hot vrijmetse
laars waren. Na den moord heeft getuige
de menschen niet meer terug gezien.
Getuige L. Herman6 heeft dit spoor wel
gevolgd, maar het heeft niets opgeleverd.
Inzake de regenjas van Van O., welke
jas in een pak lorren is gevonden, vraagt de
president aan verdachte of het werkelijk
zijn jas is.
Verdachte antwoordt bevestigend.
President: Is de'ze regenjas nog betrekke
lijk nieuw.
Verdachte zegt de jas reeds lang te hebben
gedragen.
Getuige J. Lecluse heeft op 14 December
van mevrouw van O. een pak lorren gekocht
voor slechts weinig geld. Daarbij was ook
een regenjas, die nog heel goed was en best
door getuige nog kon gedragen worden.
Getuige H. C. Back, de moeder van getuige
Lecluse, heeft haar zoon met een goede
regenjas zien thuis komen. In den zak van
de jas had zij nog een briefje gevonden, met
den naam van Van O. erop. Er zaten eenige
vlekken in de jas.
Het O. M. vraagt getuige de vlekken nog
cen9 aan te wijzen.
Dan wordt de zitting geschorst lot half
twee.
Na de schorsing wordt het getuigenver
hoor voortgezet.
De heer W. de Haas geeft inlichtingen
omtrent de correspondentie in de dagen
omstreeks den moord.
Juffrouw Valk heeft zeker 4 van de 5
brieven, die op 29 November uitgegaan zijn,
getypt.
De president: Vast staat dus wel. dat de
heer Lans na half zes geen brief meer heeft
geschreven, terwijl ook bij dc Cubaansche
nota geen haast was.
De heer W. de Haas heeft op den morgen
na den moord nog veel bloed op den grond
gevonden. Het was toen nog niet geronnen,
maar in het portaal was niet zooveel bloed,
dat als men gewoon liep er door bespat zou
worden. Wel zou dat het geval zijn. als men
in het waschhok was g€*weest In getuige's
tegenwoordigheid heeft verdachte, naar ge
tuige wist niet in bloed getrapt.
President: Heeft u ook in bloed getrapt?
Getuige: Neen, het lag zoo. dat men
daarin niet behoefde te trappen.
President: U acht het dus onwaarschijn
lijk, dat men in bloed moet getrapt hebben.
Zich richtend lot getuige, zegt de president-
U weet waarschijnlijk, dat aan de hak spet
ten zijn gevonden.
Getuige zegt dat er niet voldoende bloed
lag, om te spetten.
De verdediger maakt bezwaar tegen deze
verklaringen, die als van een deskundige
zijn.
De president: Een mooi cassatie middel.
Op de vragen van den verdediger geeft
getuige aan waar het bloed lap De weg van
het portaal naar het privé-kanloor was ge
heel vrij van bloed. En daarmee had van O.
Ie maken. De eenige plaats waar van O. in
bloed gestapt kan hebben is geweest op de
vloermat beneden. Maar er was plaats ge
noeg om daar te passeren in het
bloed te stappen.
Mr Kokosky: De eenige vraag is nu: weet
u zeker, dat van O. niet in bloed getrapt
heeft?
Getuige: Neen.
De president: De eenige mogelijkheid om
met bloed bespat te zijn geworden was dus
in het keukentje.
Getuige: .Ta.
De president tot verdachte: Toen u des
morgens op kantoor kwam waren alle
bloedsporen nog niet opgeruimd?
Verdachte: Neen.Verdachte is rechtstreeks
naar kantoor gegaan. Een bloedvlek cp de
mat heeft hij niet opgemerkt.
De president: Dus die vlek was niet zoo
groot.
Verdachte: Dat zou ik niet kunnen zeggen
De president: Is er op den moordavond
niet gewaarschuwd niet in bloed te trappen.
Verdachte herinnert zich dat niet.
De president maakt tenslotte de opmer
king. dat ieder normaal mensch. in een huis
waar een moord gebeurd is en waar bloed
op den grond ligt. al het mogelijke zal doen
daarin niet te stappen.
De lichtstraal.
Vervolgens hoort de rechtbank den oog
arts, dr. H. K. de Haas, die rapport uitbrengt
over 7,yn onderzoek betreÜenUe den licht
straal, welke de agent Brons beweert te heb
ben gezien. Dr. De Haas heeft een liohte
plek waargenomen bjj zyn proef, welke plek
kwam van een lamp in het kantoor.
De president: Dan heeft dus Brons goed
gezien.
Dr. de Haas: Mits ik dichtbij was en heel
langzaam liep.
Verder merkte dr. De Haas nog op, dat
zyn proeven hebben uitgewezen, «lat niets
viel waar te nemen wanneer het licht brand
de in de brandgang, en er is gebleken dat
het licht daar garand heelt.
Voorts is geb.eken, dat inspecteur Hermans
vier seconden noodig heeft om de buiten
deur van het kantoor open en dicht te doen.
Naar het oordeel van dr. De Haas zou ver
dachte, gezien zyn postuur, daarvoor meer
tijd noodig hebben.
Getuige Brons verklaart, dat hij zijn
waarneming alleen heetft kunnen doen, wan
neer er geen licht is geweest in het slop.
Mej. Lans meent, dat het niet heelemaal
donker in het slop is geweest. Het buiten
licht was naar haar meening evenwel '.iet
aan.
Dr. de Haas gelooft niet, dat bet licht
in de werkplaats van Van den Henvel, dat
den avond van den moord heeft gebrand,
invloed kan hebben gehad op de waarne
ming van Brons betreffende het licht in de
deur.
Mej. Valk gelooft niet, dat het. licht in
het slop gebrand heeft op den bewusten
avond.
Een zonderling incident.
De president doet daarna raedeieeling van
een nieuw pro ces-verbaal dat ingekomen is
van commissaris van politie Dijkstra, naar
aanleiding van een onimouting, die de ge
tuige Hage uit Arnemuiden gehad heeft met
een van de mannen waarvan ih &yn den vo-
rigen dag afgelegde verklaring sprake was.
Dezen morgen heelt hij dien man weer ge
zien en hy heeft den indruk gekregen, dat
dezen man hem volgde.
Den vorigen dag zag getuige den man op
den Noordsingel. Toen hij nu weer op den
Noordsingel was, zag hy den man daar ook.
Deze is hem blijkbaar gevolgd, want toen
hij later by de veiling van het notarishuis
naby het Beursplein was, zag hij den man
daar weer. Hij heeft toen een agent aan
gesproken, die hem naar het bureau Grooto
Paauwensteeg heeft verwe.sen. In dien tus-
schentyd is de man verdwenen.
De president geeft den veldwachter order
de deuren te sluiten, zoodat niemand van
het publiek de zaal kon verlaten.
Voor deze order is uitgevoerd, weten ech
ter 6 personen de zaal te verlaten. Op de
binnenplaats worden zij door in allerijl naar
buiten stormende veldwachters tegengehou
den. In gezelschap van inspecteur Her
mans begeeft de getuige Hage zich naar de
binnenplaats om te zien of de man onder
de wegge!oo«penen was.
Het resultaat was niet bevredigend. Met
2.i,in krukken get. is invalide schar
relt hij de publieke tribune rond. maar daar
wordt de man niet gevonden.
De Pres.Het is toch geen spel van ver
beelding van u geweest?
Get.: Beslist niet. Hij meent in derzen
man een dergenen te herkennen wier gesprek
by heeft afgeluisterd toem hij aan den dijk
van Arnemuiden naar Middelburg zat.
Hét O. M. komt het niet waarschijnlijk
voor dat get. dien man heeft kunnen her
kennen.
Na dit incident gaat het verhoor weer
ver dér.
De rechtbank hoort nu de dienstbode van
verdacht, mej. W. Jouvenaar, die verklaar
de. dat bij een pak lorren, dat kort na de
arrestatie van den procuratiehouder voor
54 cent aan een lorren koopman is ver
kocht, een zeer goede regenjas was. Deze
regenjas heeft getaige altjjd in den kelder,
by eenige andere kleeren zien hangen.
Op een vraag van rar. v. d. Meer, of er
Zondags by verdachte wel konijn werd ge
geten, kan getuige geen antwoord gevm.
Vwdachte zegt. dat hij zijn vrouw geen
toestemming heeft gegeven de regenjas,
welke hij stellig nog in chn zomer van 1928
heeft gedragen, weg te doen.
De rechtbank hoort dan de verschillende
deskundigen naar aanleiding van hun onder
zoek betreffende mogelijkheid of met de
gevonden vijl du'danige wonden kunnen zyn
toegebracht, dat de dader daardoor niet met
bloed behoeft bevlekt geweest te zijn. Dr.
Hulst verklaart dat. wanneer men met de
vyi plat slaat het bloed uitsluitend naar twee
kanten spatte.
Op een vraag van mr. Van der Meer of
het mogelijk is, dat er met kracht met de
hak van do schoen np de zool waarvan blop-d-
spatten zijn gevonden in een blo^pla" is
getreden, antwoordt ar. Hulst dat er dan
toch afdrukken var. de hak on den grond
moesten zyn gevonden.
De bloedvlekken.
Het verhoor liep dan voort? over debloed-
plekken welke in het portaal zijn pevon-
den, waarbij al? getuigen werden rchoord
de inspecteur van politie Ta?, die foto's
heeft genomen en de teekenaar H. F. Kie
ling die van de bloedvlekken op het paneel
en op de mat verklaringen aflegde.
Mr. Kokoksky: De groote fout in deze
kwestie is dat er geen foto's zijn gemaakt,
dan had iedereen het kunnen zien.
Mej. Van Boekelen heeft de mat waarop
de bloedvlek heeft gelegen Vrijdagsmorgens
uitgeklofrt. Op de mat heeft getuige geen
bloed gezien.
Getuige Bieling blijft er bij dat hij bloed
op de mat heeft gezien. Inspecteur Hermans
zegt dat er geen bloed op de mat gelegen
heeft.
Mr. Kokosky: Ik maak bezwaar tegen het
feit dat na de schorsing de getuigen weer
door inspecteur Hermans zijn gehoord in
plaats van door den rechter-commissaris.
Verdachte: Heeft getuige van Boekelen
wel op het bloed gelet?
De president: Nu stelt u deze getuige een
vraag welke ik u vanmorgen met meer recht
stelde en waarop u geen antwoord wist te
geven.
Getuige Bruinaar^ verklaarde dat men
elkaar onder het personeel den ochtend na
den moord voor het bloed in het portaal
waarschuwde. Getuige heeft op de mat geen
bloed gezien. 1
Mr. Kokosky: De mat had onderzocht
moeten worden.
Omstreeks negen uur heeft getuige Roër
het keukentje en het portaal schoongemaakt
Volgens hem heelt verdachte niet in het
bloed getrapt op den dag na den moord.
Uitvoerig wordt nog nagegaan hoe groot
de bloedvlekken in hot portaal zijn geweest
en die onderaan de trap De politie was van
oordeel dat er weinig of geen bloed in de
gang bij de trap achter de deur zou hebben
gelegen. De journalist Liber heeft voor den
rechter-commissaris verklaard dat hij bloed
op de mat heeft zien liggen.
Vervolgens deelde dr. Hesselink zijn con
clusie mee van zijn bevindingen over de
gevonden bloedsporen op het pak van ver
dachte. Er valt geen conclusie te trekken
dat de drager van het pak de dader zou
moeten zijn, al maakt het totale beeld een
eigenaardigen indruk. De bloedspatjes op de
broekspijpen zijn het merkwaardigst. Ge
tuige acht het voorts moeilijk verklaarbaar
hoe op de zool van den schoen bij de hak
ken bloedsporen zijn gevonden.
Wat betreft de spatjes op de broekspijpen
zegt getuige dat enkele van die spatjes,
evenals dio op het vest, den indruk maken
alsof er op gewreven is.
Wanneer er een staafvormig voorwerp
bij het misdrijf is gebruikt is het niet ver
wonderlijk dat de dader weinig bloedvlek
ken heeft gekregen. Getuige gelooft niet dat
dc heer Lans met de vijl is vermoord.
Dr. Hulst wijst erop dat de sporen op de
broekspijpen zoo minimaal zijn. dat hij er
geen enkele conclusie aan zou willen vast
koppelen. omdat er is gebleken dat het
menschenbloed is. De bloedspatten op het
vest zijn %ouder. Getuige wil er zich voor
hoeden deze bloedsporen in het kader van
het misdrijf te dringen. Het komt hem ge
wrongen voor ze in verband te willen bren
gen met dezen persoon en deze feiten.
Dr. Hesselink zegt daarop dat de bloed
spatten, hoc minimaal dan ook, er toch zijn.
Dr. Hulst zou niet eens de mogelijkheid
willen uitsluiten dat de bloedspatjes door
neusbloeding zouden zijn ontstaan.
Dr. Hesselink merkt op dat uit de foto's
van de politie blijkt dat er tijdens het toe
brengen van de slagen van den heer Lans
niet voel bloed schijnt te zijn gevloeid.
Een wondje bij een kind.
Mevrouw Wevels behoort tot den kennis
senkring van verdachte. Getuige weet dat
het dochtertje van verdachte een leelijk
bloederig uitziend plekje op haar linker
wang had Verdachte bemoeide zich veel
met het kind, daardoor zou verdachte wel
eens bloed aan zijn kleeren hebben kunnen
krijgen.
Deze verklaringen worden bevestigd door
mej. Reule, een zuster van de vorige ge
tuige, die bovendien nog kan verklaren dat
zij het wondje op den wang van het kind
wel eens heeft zien bloeden.
Dr. Hulst wil de mogelijkheid dat de ve
gen op het vest aan het wondje van het
kind kunnen worden geweten, niet ifitslui-
ten, evenmin als dr. Hesselink, die echter
de verdeeling van de vlekken op het vest
niet natuurlijk vindt in dit verband.
Mr. van der Heer wijst er nog eens op
dat alleen van het bloed van het vest is
komen vast te staan dat het menschen
bloed is, van de andere vlekken is slechts
gebleken dat het bloed is.
Mr. De Visser, vertegenwoordigend het O.
M. acht het niet mogelijk dat een vader het
toe zal laten dat zijn kind dat een won<a
aan den wang heeft over den grond kruipt.
Verdachte vraagt den officier of een kind
vraagt wal het mag.
Dr. Hulst wijst er op dat er eigenlijk niet
van een wond sprake is.
Daarna wijdden de deskundigen nog lang
uit over de mogelijkheid of de bloedspatjes
op de broekspijpen door het kind kunnen
zijn teweeggebracht, waarin zich ook de
vertegenwoordiger van het O. M. mengt.
Een conclusie van deskundigen.
De doctoren van Woerkom en Scholtens,
die verdachte psychiatrisch onderzocht heb
ben, zijn tot de conclusie gekomen dat ver
dachte een beheerscht, apathisch iemand
is, onbewogen voor affecten. Toen de psy
chiaters met verdachte spraken kregen zij
den indruk mpt iemand te spreken die niets
met de zaak heeft te maken.
De doctoren achten het mogelijk dat ver
dachte tegenover den benadeelde heeft geze
ten als een vriend, vooral er mee rekening
houdend dat het al vijf jaar is geleden.
De president: Kan het nu ook zijn dat hij
na den moord zoo onbewogen is geweest?
Dr. Scholtens- Verdachte is een apalische
persoonlijkheid
De president: Ts dat uitzonderlijkheid?
Dr Scholtens: Het komt veel voor.
Dr. Van Woerkom kan zich moeilijk voor
stellen dal verdachte zeer onbewogen zou
zijn gebleven. Dr. Van Woerkom acht het
een uitzonderingsgeval.
De verdachte zei naar aanleiding van
zijn uiting, „dat men hem metlevend 3
handen zou hebben gekregen, wnneer
geen kinderen had" en de opraeiing y,
dr. Van Woerkom in zijn rappor dat i*
dachte deze exclamatie later
vreezende dat dit als een bekendis te;
worden opgevat dat die opmer ng
dr. Van Woerkom een hatelijkheid as.
Dr. Van Woerkom merkt op dat i
over den zelfmoord de eenige nrkt^
emotie is geweest.
Mr. Schalkwijk, een der rechters, ijst,
op, dat is komen vast te staan dat veVb
kort na den moord opvallend zenuveh',
is geweest en hij vraagt zich af of j
iets zeer bijzonders moet zijn gebeun
Dr. Scholtens merkt op, dat er iet^g
bijzonders was gebeurd, omdat nu dei
Lans dood was. de verduisteringen
ten uitkomen.
Dr. Van Woerkom gelooft, dat er wel5
grootsch moet zijn gebeurd, wanneer hi
merkelijk zenuwachtig is geweest.
De president vraagt of verdachte
deernis heeft doen blijken met het sl;
offer of met diens familie.
Dr. Scholtens zegt. dat het het mek
den was met een fait divers.
Verdachte: Het was toch geen
van me.
Mr. Kokosky De man voelt zich onsch
dig. Hij denkt: jelui maakt me nieta
De president: Dan zou hij kunnen i
gen, die stomme politie of die stomme
cier
Mr. Kokosky: Dat zal dan ook gebeur
De officier wijst in verband met i
vraag van mr. Schalkwijk en het daarop
volgde antwoord op het feit. dat verda
in die dagen nog niet wist dat zijn
duisteringen zouden uitkomen en dat
r.og druk doende was zich een diretts
plaats in de zaak te veroveren.
Was verdachte physiek in i
de daad te bedrijven?
Dc psychiaters bespreken dan de
lijkheid of verdachte phvsiék in staat v
weest. de daad te bedrijven. PhysiscH
ten de doktoren verdachte er toe in[iL_
Dr. Scholtens kon deze vraag niet nu
woorden, omdat er geen bepaalde fsyti
sche gesteldheid van den moordenaar
staat.
Dr. Van Woerkom leest dan een liritw
rige conclusie voor over het karakler t
den verdachte O.m. blijkt hier uit. <sl r
gens dr. Van Woerkom een apatici^
omstandigheden kan scheppen vtor
misdadige daad. Getuige wijst ook o?
verminderde zedelijkheidsbewustzij 1
verdachte.
Dr. Scholtens is het niet met de
sie van dr. Van Woerkom een9.
y
Lichtvaardia cnd|si
di
Mr. Kokosky is van oerdeel,
scherpe conclusies van dr. Van Wog
gesteld zijn op een lichtvaardig or.de
omdat hij slechts drie menschen hee
hoord.
Dr. Van Woerkom wijst er op, dn
Kokosky bet feit. dat hij verdachte
lijk heeft onderzocht, uit het oog
De zilting werd daarop gesotyï.1
Zaterdagochtend tien uur. i
RECLAME.
(Builen verantwoordelijkheid der tfdi'Ji
Copie van al ol niet geplaatste
wordt niet teruggegeven.
WIJKGEBOUW
GFLOOF, HOOP EN LIEFDE
Geachte Redactie,
In het verslag van de viering
SOsten verjaardag van den presided
het Wijkgebouw op de Oranjegracht,
penningmeester van de Wijkverplegijj
onvermeld gebleven, dat het gebouwek
plex tot stand is gekomen, mede dara
de mildheid van Prof. Drucker, aan j
Leiden ook het Volkshuis te danken^
Zonder zijn hulp zou men er niet ge*
zijn. zelfs niet met de f. 7000 (niet f
van P W Janssen En dat Mej Knal
Leiden zou verlaten hebben om Dir^
te worden van het Amsterdamsche
Huis" ware ondenkbaar. Als hootö
School voor Maatschappelijk Werk h*
zij sociale werkers te helpen kweeken,
het gansche land en ook Leiden ten f
zouden komen.
EEN OUD-LEIDENAAR
Uitgesproken:
E. G. Couperus, koopman. Kafff'l»
Jan Tooropslraat lik. R.c. jhr. air
Feith. Cur. mr. I. de Blecourt, Lei"®
Jacobus Antonius Maria van N
kwecker, Aalsmeer fOostl. OosteinO
R.c. mr. dr W. F. M. Schutte, CUT.
Blankevoort, Haarlem.
Opgeheven wegens gelrf1
actief: A L. Zandbergen, Leiden