ongens_,
LUIDJES OM EN DE GATEN
TE HOUDEN.
BOUWKUNSTIG SCHOON.
VOOR ONZE POSTZEGEL
VERZAMELAARS.
woordde op zijn stuk met de mededeeling.
dat hij zich niet met zaken mocht bemoei
en, die hem niet aangingen. Deze rappor
ten van Bessadofski toonden den dictator
aan. dat de jonge diplomaat geen blind
werktuig meer was en hij besloot hem uit
den weg te ruimen.
Daar Bessadofski niet de eenige diplo
maat was, die de dwaasheid van het te
genwoordige regime inzag, en de G. P. Oe.-
organisaties in Berlijn en Parij9 de sovjet-
rtgeering waarschuwden, dat de ontevre
denheid onder de diplomaten toenam, zond
-het Politbureau naar het buitenland een
zekeren Roisenman. Deze gevolmachtigde
van het Politbureau is een volkomen on
wetende en ruwe man. die vóór de revolu
tie bediende in een winkel in een provin
ciestad was Hij staat echter bekend als
een verknochte partijganger van Stalin en
als een man, die bereid was elk bevel van
den dictator uit te voeren. Deze Roisenman
begaf zich nu naar Berlijn, hield een „zui
vering" in de sovjet-instellingen in die
stad, ontsloeg veel ambtenaren en verving
hen door mannen, wier eenige verdienste
was, dat Roisenman hen al9 trouwe aan
hangers van Stalin beschouwde Daarna
toog hij naar Parijs. De grens passeerde hij
natuurlijk onder een anderen naam. zoodat
de Fransche overheid niets van de komst
van Roisenman afwiist Onmiddellijk na
zijn komst in het gezantschap liet de afge
vaardigde van het Politbureau den waar-
nemenden gezant in zijn kamer ontbieden
en deze laatste moe9t gehoorzamen
Bessadofski stond toen op het punt Pa
rijs te verlaten om met vacantie naar bui
ten te gaan. Zijn koffers waren reed9 ge
pakt en het gezin was reisvaardig. Wat er
precies tusschen de twee mannen is voor
gevallen, weten wij niet. Wij beschikken
alleon over de verklaringen van Bessadofs-
ki en het zou natuurlijk onrechtvaardig
zijn alles, wat dezen gewezen sovjet-diplo
maat ip kleuren en geuren over zijn onder
houd met den afgevaardigde van het Polit
bureau en over zijn fiere en trotsche hou
ding vertelt, voetstoots aan te nemen Vast
staat alleen 't volgende-; Roisenman eiseh-
ta van Bessadofski, dat hij naar Moskou
zou gaan om zich daar te verantwoorden.
Bessadofski wist. dat hij te Moskou door
de G. P. Oe. zou gearresteerd worden en in
de kelders van deze instelling afgemaakt
worden. Hij weigerde daarom aan het be
vel van het Politiebureau te voldoen. Dat
is overigens niets nieuws. Den lantsten tijd
weigeren alle sovjet-ambtenaren, die in het
buitenland zijn en „uitgenoodigd" woreten
naar Moskou te komen, aan deze „uitnoo-
diging" te voldoen; zij geven er de voor
keur aan, met de sovjet-overheid te bre
ken en émigré te worden dan door de G P.
Oe. neergeschoten te worden. Bessadofski
wilde na het gesprek met Roisenman het
gezantschap verlaten, maar de poort was
gesloten en de uitgang werd bewaakt# niet
door den Franschen concierge, maar door
twee gewapende G. P. Oe.-manen, die
dreigden Bessadofski neer te schieten, in
dien hij niet onmiddellijk naar zijn kamer
zou terugkeerer. Bessadofski begreep, dat
hij zich in een muizenval bevond. Het ge
zantschap is Russisch grondgebied en Roi
senman kon met den waarncmenoen ge
zant doen. wat hij wilde. Als sovjet-diplo
maat, wi9t Bessadofski. dat ontvoeringen
en zelfs moorden in de gebouwen van de
sovjet-gezantschappen geen zeldzaamheid
zijn. Hij begreep dus, dat alleen een vlucht
ihem en de zijnen kon redden. Hij klauterde
over den hoogen steenen muur. die den
tuin van het gezantschap omringde, maar
ontdekte, dat hij in een tuin van een onbe
woond en gesloten huis beland was. Toen
klom hij over den tweeden muur en tikte
aan het raam van den congierge van dat
huis. De concierge dacht met een inbreker
te doen te hebben; toen de onbekende ver
klaarde waarnemend gezant van de Sov-
jebUnie te zijn, besloot de concierge, dat
Ihet een krankzinnige was. Hij braent hem
naar het politiebureau en daar bleek het,
dat de onbekende inderdaad de diplomaat
was, voor wien hij zich uitgaf. Na eenige
besprekingen met het ministerie van buiten-
landsche zaken, kreeg de politie bevel, Bes
sadofski te helpen. Het gezantschapsge
bouw geniet exterritorialiteit, maar als
waarnemend gezant kon Bessadofski de
Fransche politie verlof geven die exterrito
rialiteit te overtreden. Bessadofski ver
scheen in gezelschap van de Fransche po
litie in het gezantschap en Roisenman zag
zich gedwongen aan de vrouw van den
vluchteling verlof te geven het gebouw te
verlaten; ook de koffers mochten meegeno
men worden. Bessadofski vertrok naar een
bescheiden pension en een paar dagen lang.
tot de komst van den gezant, waren er te
Parijs twee sovjet-gezantschappen- het ge
bouw waar allé ambtenaren zich bevon
den en het pension van Bessadofski
De vlucht van Bessadofski en zijn ont
hullingen maakten te Moskou een vreese-
lijken indruk. Eenige dagen lang zweeg de
sovjet-pers als was er te Parijs niets ge
beurd. Er moest intusschen iets ondernomen
worden om het schandaal bij te leggen. De
«ovjet-overheid heeft toen tegelijkertijd twee
stappen gedaan. Aan de Fransche pers werd
een communiqué gezonden, dat Bessadofski
zich rijksgelden zou hebben toegeëigend en
derhalve ontslagen werd. Deze bewering
was niet steekhoudend omdat Dofgalefski
dezen man, die z.g. rijksgelden gestolen
bad, tot waarnemend gezant had benoemd.
Tegelijkertijd trachtten de bolsjewiki Bessa
dofski om te koopen. Dit is hun met eenige
andere gevluchte ambtenaren gelukt. Deze
laatsten verplichten zich voor een flink
maandgeld te zwijgen (dit doet o.a. Schein-
man? de gewezen directeur van de Rijks
bank. die eveneens geweigerd had naar
Moskou terug te keeren). Bessadofski wees
deze voorstellen echter van de hand; hij
gaat door met het publiceeren van onthul
lingen.
Hoe deze houding van Bessadofski te
verklaren? Hijzelf verklaart zijn gedrag
uitsluitend als gevolg van zijn ridderlijke
eerlijkheid, onomkoopbaarheid enz. Rid
derlijkheid en onomkoopbaarheid zijn zeer
mooie dingen en doen dengene. die er zich
ap beroepen kan, veel eer aan. Intusschen
wekken deze plolsèling opgekomen verheven
gevoelens eenigen argwaan. Nog kort ge
leden was Bessadofski in dienst van de
sovjet-regeering; hij achtte het niet onver
enigbaar met zijn eer enz. de niet onbe
langrijke emolumenten te touclieeren. Het
is bovendien zeker, dat, zonder bet ruwe
ingrijpen van Roisenman, Besadofski ook nu
nog sovjet-diplomaat was gebleven. Er
moet dus een andere reden zijn. Deze reden
is overigens niet moeilijk te raden. Bessa
dofski kent de coulisses van het sovjet
regime en weet te goed wat er te Moskou
gaande is, om niet te begrijpen, dat de positie
van den tegen vvoordigen dictator zeer wan
kel is. Het sovjet-schip toont duidelijk waar
neembare lekken en de ratten haasten zich
het schip te verlaten. Voor Bessadofski is
het veel voordeeliger nu ridderlijk en on
omkoopbaar te zijn, desnoods een tijdlang
gebrek te lijden en het leven van een
émigré te leiden, dan zich door de sovjet-
regeenng te laten omkoopen. Als een man,
d:e de dictatuur van Stalin aan de kaak
heeft gesteld en elk voorstel van bijlegging
van het conflict van do hand heeft gewezen,
heeft Bessadofski kans in de toekomst naar
het gezantschapsgebouw terug te keeren,
dat hij nu op zulke cinematographische wijzs
verlaten heeft.
Beteekent dat, dat wij een spoedige in
eenstorting van de dictatuur van Stalin
verwachten? Het is altijd verkeerd te pro-
feteeren en den tijd van een op handen
zijnde gebeurtenis te willen voorspellen.
Wij doen dat ook niet. Het staat echter
vast, dat het regime van Stalin algemeeno
verbittering heeft gewekt. Do toestand is nu
van dien aard, dal een moedige man. die
over een kleine legerafdeling beschikt en
een samenzwering zóó zou weten te orga-
niseeren, dat de G. P. Oe. en de dictalor
er niets van te weten zouden komen, zon
der veel moeite het tegenwoordige regime
ten val zou kunnen brengen. Bessadofski
noemt dat „Thermidor"; hij verwacht in de
naaste toekomst een dergelijken coup. Ia
hoeverre zijn verwachtingen bewaarhrid
zullen worden, zal de toekomst bewijzen.
Dr. BORIS RAPTSCHINKSKY.
RECLAME.
stoeien en ravotten graag, maar
vallen en bezeeren zich dan ook
^dikwijls. Zorg daarom altijd in huis
vQ.or een doos
5086
n.
Dc eksleT een aardige decoratieve vogel
voor een houtsnede: uitsluitend zwart en
wit, het zwart met een prachtig groenen
weerschijn, terwijl de gloed over de staart-
pennen meer blauwachtig is. De schouders
en een dwarsband over den rug zijn wit
evenals de binnenvlag der slagpennen. De
staart is langer dan het geheele lichaam en
eenigszins trapvorroig, de vleugels zijn sterk
afgerond. Daardoor is de ekster geen buiten
gewoon goed vlieger. De ekster is standvogel
én hecht zeer sterk aan haar woongebied. Is
zij hier of daar niet ingeburgerd, dan komt
zij er ook niet licht loe. er zich te vestigen.
Dat zal ook wel de oorzaak zijn, dal zij zich
tot dusverre niet vestigt in de hooge hoornen
van het Plantsoen, aJ is het in 't algemeen
ook waar. dat zij zich liever niet vestigt in
steden al zou zij daar prachtige bestaans
voorwaarden soms kunnen vinden. Te Lei
den komt zij liever niet al ziet men het bru
tale heertje wel aan den Oostkant van de
stad. Hoe meer men zich begeeft in de rich
ting van Alphen, des te talrijker worden ook
de eksters. In de Oostelijke provinciën komt
zij veel meer voor dan in Holland Heeft men
in een bepaalde streel: de eksters totaal
uitgeroeid, dan kan het lange jaren duren,
voor zij zich er weer vestigen. Zij is wel een
echte standvogel, en winterdag, als het
zwervend leven in vollen gang is, verwij
dert zij zich toch niet ver van haar oorspron
kelijk woongebied.
Het nest van de ekster is nog al groot en
bizonder steTk gebouwd. Eerst een onder
laag van klei, wanrtusschen soms stukjes
blik en allerlei andere harde en blinkende
voorwerpen zijn verwerkt. Daarin stevig be
vestigd vindt men lagen van takken door
elkaar gevlochten. De wind zorgt wel dat de
klei- of leemspecie steenhard wordt. Aan den
binnenkant wordt dan nog een bekleeding
met leem aangebracht, en deze wordt gestof
feerd met veertjes en alles wat maar zacht
is. En dan wordt er ten slotte nog een stevig
dak boven gebouwd. De ekster is zoo wijs
hiervoor vooral takken van Meidoorns en
andere boomen met stekels te gebruiken. Er
blijft maar een nauwe toegang open, waarin
de lange staart rust als de vogel op het nest
zit. De ekster schijnt er diep van overtuigd
te zijn dat hij vele vijanden heeft. Roof
vogel? kunnen hem in zijn burcht niet zoo
gemakkelijk overvallen. Klimlustige jongens
markt zij hel niet gemakkelijk, daar het nest
liefst zoo hoog mogelijk wordt geplaatst. En
klim maar eens in het bovenste topje van
een zwiepende polulier. En ten slotte, als je
er toch bij komt. en de ekster heeft jongen,
dan heb je machtig veel kans, een paar nij
dige beten en schrammen over je gezicht te
krijgen.
In haar neslburcht legt de ekster 5 tot 8
eieren, lichtgroen met bruine spikkels. Na
18 dagen broeden komen de jongen uit. Deze
worden gedurende de allereerste dagen ge
voederd met insecten Maar daarna begint
de ei lende. De ekster doorzoekt bet hout ora
vogelnesten te vinden Eieren worden leeg-
geslurpt en de jonge vogeltjes worden als
buit meegenomen. Kleine zangvogeltjes zijn
geen oogenblik veilig. Kiekens van eenden
of kippen worden geroofd en vermoord. Alles
wat de ekster aankan en aandurft is haar
buit. De vogel '19 geweldig brutaal en daarbij
tevens ook weer vreesachlig. want zij vliegt
slecht en moet dus altijd op haar hoede zijn
om tijdig uit den weg te komen. Tal van
eksters worden jaarlijks geschoten, tal van
nesten uitgehaald. Toch vermindert het aan
tal niet merkbaar. In het Noorden en Oosten
van het land bezitten de boeren een soort
fatalisme tegenover de ekster. De vogel is er
nu eenmaal en moet ook leven. Maakt ze het
te bont met de kuikens, steelt ze te veel
veldvruchten dan wordt soms kortstondig
weer de oorlog verklaard, maar het duurt
niet lang. Er schijnt ondanks alles een stem
ming te blijven om haar wat te ontzien. Zou
het de nawerking zijn van diep in het onder
bewustzijn nog nawerkende heidensche ge
voelens? In Skandinavië gold de ekster voor
een heilige vogel. In de Duitsche landen werd
zij in het volksgeloof meer gevreesd. Zij
bracht twist en tweedracht; zij voorspelde
hongersnood; terwijl heksen bij voorkeur de
gedaante van eksters aannamen Daar staat
weer tegenover dat zij in Oost-Pruisen door
haar herhaald geschater; „sjak-sjak-sjnkke-
rak" de menschen waarschuwt dat eT wol
ven in de buurt zijn.
We willen ten slotte in dit opstel nog
even praten over een bandiet, die zoo moge
lijk nog brutaler is Men zou de Vlaamsche
Gaai kunnen vergelijken met een Mexicaan-
schen struikroover. Mooi is bij, maar ook
sluw, roofzuchtig, boosaardig en zeldzaam
wreed. Men noemt hem ook Markol, en in
Friesland Houtekster, elders weer en terecht;
schreeuwekster. Dezen zomer zag ik hem in
enkele dagen herhaaldelijk in de bosschen
van het Oranjewoud. Toch is de Vlaamsche
Gaai het beste waar te nemen in den herfst
of in den winter, wanneer het hout kaal is
en hij om zijn voedsel te vinden rond moet
zwerven.
Dan is hij een echte zwerfvogel, die zich
vele meer bloot geeft dan in den zomer. Hij
moet zich dan voeden mei eikels, beukei?,
hazelnoten, en meer dergelijke nootvruch-
ten. In de zomer kan hij zich beter ver
schuilen in het dichtst van het struikgewas
en hij heeft daar ook alle reden voor. Dan
is hij nog schuwer dan in den winter. Toch
verraadt hij zich steeds door zijn leelijk ge
schreeuw: „gaa-gaa" cf „markol-markol",
of „relsj-relsj" cn geluiden die daarop lij
ken. Hij bouwt zijn nest in lage struiken in
het dichtst van het hout.
Daarin komen 5 tot 7 groenwitte of grijze
c:eren mri bruine spikkels te ligeen. Als
deze na 17 dagen zijn uitgebroed, begint de
ellende, nog erger dan hij de ekster. Het
Gaaienpaar, anders zoo luidruchtig schreeu
werig. blijft nu muisstil en dooTspeurt het
kreupelhout in zijn verborgenste hoekjes.
Geen vogelnest is veilig en ook de oude vo
geltjes worden vermoord. Alleen zij die -in
holen broeden zijn eenigszins veilig, zooals
roodstaartjes, winterkoninkjes, enz. als de
jongen ten minste bij 't onbeholpen uitvlie
gen uit het nest niet worden gegTepen. Do
Vlaamsche Gaai isirilerst listig en weel heal
goed. dat de mensch hier zijn gevaarlijkste
vijand is. daar onze,,bosschen nu eenmaal
niet rijk zijn aan een groote menigte bun
zings, hemsters en groole uilen. Evenwel
is het een troosl. waar veel Gaaien ver-
sebijncn, ook veel sperwers hun intocht
doen. Listig en begaafd is de vogel, die heel
suggestief het piepen van een wagenwie1,
het kraaien van een haan, het klepperen
van een ooievaar ph kloppen van een specht
na kan doen en die soms in den waan
brengt dat een merel zit te fluiten. Maar hij
verraadt zich toch altijd weer door achter
zijn kunstige imitaties plotseling heel leelijk
schreeuwerig zijn eigen naam te roeoen:
„gaa-gaa, gééé-gééé-rrisj-retsi" En meteen
is hij wee" weg. want hij heeft geen enkele
reden om lang op dpzelfde plaats te blijven.
Al? hij in de boschwallen om een akker
land zit zal men hem nooit haast in vri:»>
vlucht het veld over naar de overzijde zien
gaan. Eendeels omdat hij slecht vliegt, an
derdeels omdat hij zich liefst waf verdekt
houdt, tracht hij sleed? zijn doel te herei
ken langs de randen van het struikgewas.
De staart van den vogel is nog al lang en de
vleugels zijn kort en storno
Van kleur is hij over 't geheel grijsrood,
zacht wijnrood, De vleugeldekveeren zijn
hemelsblauw, smalle zwarte en witte blok-
teekening De staart is zwart, de schedel
grijs met bruinzwart0 strepen. Op den kop
staat een kuif van witte veertjes. :eder met
een zwarf vlekje, waarom ?on wit randje.
Vliegt de Gaai. den herkent men hem het
best aan het wit onder de vleugels en een
roodachtige plek boven den staart.
Eksters en Vlaamsche Gaaien zijn. vooral
wanneer ze heel jong worden gevangen,
uiterst leerzame dieren. di° heel aardig lèa-
ren fluiten en praten.
Maar ook in gpvangen slaat blijven ze
roofzuchtig.
De Burcht te Leiden.
I
Langen ttjd heeft bjj het groot? publiek de
gedachte geheerschri dat de Burcht te Lelden
eon Romeicsch bouww.rk is, dat ia denloop
deT tijden door veranderingen en herstellin-
ger is gewijzigd. Door de geleerden is
reeds lang bewezen, dat dit geenszins het
geval kan zjjn. Zonder ons in breedvoerige be
schouwingen te verdiepen, meenen we toch
zeer oppervlakkig enkele opmerkingen te
moeten maken in verband met esn en ander.
En dan eerst iets dat geheel* buiten ver
band met de zaak staat.
Tcon de blanken voor enke'e eeuwen naar
Amerika koloniseerden, en 3teeds verder in
do Savanna's doordrongen, bouwd?n zij daar
geen steenen versterkingen, maar blokhuizn
waarvoor de oerwouden hen materiaal op
leverden. Tjjd en gelegenheid om steenen
versterkingen op te richten, hadden zeniet,
daar de woeste aanvallen der Roodhuiden
hen niet toelieten, nntig hur aandacht te
wijden aan voorbereidend werk. Het moest
alles vlug gaan en het zware palissaden werk
kon gemakkelijker worden opgericht, dan
een bouw van bergsteen of baksteen, die
vooraf veel arbeid vroegen.
Verplaatsén we ons thans in de oerwouden
or.zer Germaansche voorvaderen, dan is het
wel duidelijk, dat de bewoners, wier kennis
van de bouwtechniek wel heel primitief was,
allerminst een kunstigen bouw konden be
oefenen. In Drente en enkele andere streken
mochten zjj voor een onderbouw van hun
versterkingen nog gebruik maken van zwerf
blokken, in hoofdzaak waren, zjj toch aange
wezen op het materiaal, dat het meest voor
de hand lag en dat zich het gemakkelijkst
liet bewerken: het hout hunner wouden.
En boe zwaar dit was, kan men nog na
gaan, wanneer men in bet Oosten des lands
wel eens de geweldige overblijfse'en van
boomstammen heeft gezien, die van onder
een 4 of 5 M. dikke laag hoogveen te voor
schijn komen en die daar 2000 of 3000
jaren geleden door eatastropha1© natuurge-
beurtonissen ontworteld en onder slijk wer
den bedolven.
De Germanen bouwden hun versterkingen
van zwerfstc-enen en hout, maar practisch
meestal van hout alleen.
Nu is er in ons land van die versterkingen
zeer weinig meer overgebleven en wat er
van overbleef. we denken aan de z.g.
„Hunneschansen" beeft dooi* do
véle geslachten, die er onbewust
van wat zij deden aan •verand erd vn,
701 gelede*». d°t het alleen maar archeolo
gische waarde bezit.
Uit enkele vrij goed bewaarde burchten in
Skandinavië en daarmee stemmen wat den
hoofdvorm betreft de Hunneschansen"
overeen leiden we af. dat de Germanen,
en ook reeds de Kelten, steeds Tonde en ovale
burchten bouwden, in tegenstelling met do
Romeinen, die blijkens allerlei opgravingen,
en onderzoekingen, vooral door dr. Hol-
werda, steeds bouwden op een vierhoekig
grondplan.
Zooals men weet. was de invloed der Ro
meinen hier zeer groot. Van hen leerde het
natuurvolk dat deze streken bewoonde aller
lei nuttige en prac'ische dingen. Ook in zake
de militaire bouwkunst. En de mortelberei
ding. het bakken van tichclsleenen en het
bewerken van tufsteen zullen wel zeer be
langrijke dingen zijn geweest voor de Ger
manen.
Toch vermoeden we dat de Germanen hun
oorspronkelijke principes omtrent den vorm
hunner versterkingen niet hebV-n prijsge
geven. Plet principe om rond te bouwen was
een soort natuurdrang bij hen, het was een
uiting van' hun diepste wezen.
Dat om rechthoek'? of vierkant te bou-
'wen was meer Zuidelijk en Oostersch. Het
Tonde is meer symbool van de onbegrensde,
door de Germaansche volksziel altijd ge
zocht: het kantige voldeed aan de zucht
naar zuivere grens bepaaldheid van 't La-
tiinsohe ras. In deze principes der strategi
sche bouwkunst van kunst is trouwens
eigenlijk nog weinig sprake spreekt zich
naar wij meenen in beginsel uit. wat later
in bouwkunst, beeldhouwkunst en schilder
kunst veel duidelijker za! spreken: het
wezensverschil tusschen de Germaansche
en de Latiinscji© -(Romaansche). beschou
wd ng der dingen, waarop wij hier natuurlijk
n:ét door kunnen gaan.
Er vindt hier in het Noorden natuurlijk
een kruising van Germaanse he en Romaan-
sche ideeën plaats, wat zich niet zoozeer
kenbaar maakt voor zoover het den vorm
van strategische werken betreft. De Germa
nen hehiriden hun rondbouw Maar het ma
teriaal wordt vooral tufsteen, later z.g. reu
zenmoppen. terwijl allerlei technisch ron-
s'ruetieve elementen binnen h°t raam van
den rondbouw van de Romeinen worden
overgenomen.
Hier in 't Noorden moge dan de invloed
der Romeinen door de volksverhuizing
schijnbaar weer verloren zijn gegaan, de
sterk gelatiniseerde Franken dragen vooral
onder de Karolingiers dien invloed toch weer
na ar het Noorden.
Uit den tijd van Kaloliirgriërs en Noor
mannen vinden we hier in ons land dan ook
nog sporadisch overblijfselen van de Middel
eeuwse he burchten, die dan meteen dienst
deden als woonplaats van de burggraaf.
Het algemeene type u herinnert u dat
in Scandinavië het zuiverst bleef bewaard
is een ronde of nagenoeg ronde burc-ht-
muur op een heuvel, die door een gracht
was omringd. Binnen den ringmuur was een
rechthoekig gebouw, dienst doende a'.s w oi-
hnis en uitzichttoren. Ook was het mogelijk
dat het woonhuis van den burchtheer op het
lage voorplein van de „keep" lag. Inied^r
geval zullen daar gewoonlijk de hutten van
lijfeigenen, de stallen en verdere dienstgebou
wen hQbben gelegen. In tijden van gToot ge
vaar. vluchtte alles binnen de muren van
den burcht.
Hoe is het nu met onze Leidsche Burcht?
AL? groote geleerden als prof. B'.ok, dr.
Hehverda, dr. Van Overvoerde en wellicht
nog meer anderen, ons niet met groote Ze
kerheid kunnen zeggen, wanneer de Burcht
werd gesticht, zullen wij het allerminst wa
gen, ons hier categorisch uit te spreken.
Misschien hadden de Romeinen hier
reeds een strategisch punt. Misschien
wierpen zjj reeds een heuvel op van pl.m.
4 M hoogte, waarop zij verdedigingswerken
bouwden. Misschien,., want °r werden
beringen verricht en meD vond een munt van
Vespasianus en aardewerkscherven uit dien
tjjd.
In ieder geval zou het terrein uitstekend
zijn gekozen gew est. We weten dat Oude
en Nieuwe Rijn, die er thans nog samenvloei
en in dien tjjd machtige rivieren waren, ter
wijl de Maro als een bresde stroom naar het
Noorden vloeide. Men behoefde de punt van
het Rynland slechts door een be;rekke!g!i
kort eindje gracht naar de landzijde af te
sluiten. Er kan dus een Romeinsche sterkte
hebben gestaan, maar die zal dan toch in
ieder geval niets hebben geleken op den to-
gemvoordigen rondbouw Dr. van Overvo ed?
njfer.t. dat de burcht waarschijnlijk
in 836 werd opgericht door Herold den
Deen, tegen de Franken Men herinnert ri°h,
dat Lod'wvrik de Vrome io zijn o-ergronte b?-
korr ngsriver e~n driria1 Zeeko incn indez*
striken had toegelaten en ze met verschil
lende streken had beleend. Zoo kresg Herold
o.m. Leiden en omgeving, toevallig
treken waaruit zich later het Graaft
Holland ontwikkelde. Toen deze heer® r"
hier eenmaal goed hadden ingeburgerd,^
ken zij zich van hun leenheer niet veei^,
aan.
En zoo zou Herold dan een sterkte L_
gebouwd tegen do Franken en mogelijk
met de bedoeling, Friezen en andere afg*.
stige Zeekoningen het hoofd te kunnen bie£
Pref. Blok is nog een beetje voorzichtig
Hij ontkent niet de mogelijkheid dat u
plaatse van de Burcht een Romeinsche sfa
te kan hebben gestaan. Maar, meent hij, fc.
kan ook een gewone vluchtheuvel vo-;
hoog water zijn geweest. Het is mogtlj?.
dat Karolingiërs of Noormannen den Bur
hebben gebouwd die dan later moetz-
veranderd maar in oorkonden van
1100 is eerst sprake van een kastelein,
burggraaf. Mot zekerheid weten we (a
dat de Burcht er in 1100 was.
In de interessante .Korte populaire I
schrijving" van den heer Waldköttr
welke naar de schrijver mededeelt op
nieuwste gegevens berust, lezen we dat
burcht in 825 reeds bestond, maar in
opnieuw moest worden opgebouwd.
Men ziet tot algeraeene eenstemmig^
is men nog niet gekomen.
In een volgend artikel zullen we dan
niet meer ons in gissingen verdiepen, dod
uitsluitend Tekening houden met wat rt?>
zien valt en wat daaruit is af te leiden.
Dit alleen is zeker: de bouwconstructie
is, zooals de Germanen, vooral de Noor}
Germanen die toepasten. Zij komt overet:
met wat uit dien tijd of nog vroegere
gen nog aan ,,keeps"over vinden in Star
dinavië. op de Noord-Friesche eilanden
in Engeland.
RECLAME.
"1 Kli
VANAF f.5.— PER MAAND.
Brieven Bur van dit Blad onder No. 9$.
Vragen cn inlichtingen worden
kosteloos beantwoord en gegeven. Inzendir
gen liefst met bewijsstukken. welke retour
zonden worden, adresseere men aan
redactie onder motto „Postzegelrubriek".
Ik moet ditmaal mij rubriek wijzigs
ten einde een bespreking te houden over er
belangrijke gebeurtenis in de „Postze?1
wereld".
Wat is er voor ons verzamelaars belan
rijker dan het verschijnen van de IJver
Voor de beginners even een kleine uitee
zetting van wat de IJvert is.
De IJvert is een postzegelcatalogus
reeds 34 jaar, begin September veracht
Hij wordt uitgegeven door Frankrijk's gro
ste postze'gelhandelaars IJvert. Tellier
Champion en beschrijft bijna alle, in
wereld uitgegeven zegels, benevens talrii
types en tandingen. Van dezen catalog
hangt grootendeels den geheelen postzef:
hande'l af. Want naast de zooeven genoem
beschrijving geeft hij ook de hanóé
waarde der zegels aan. Gij ziet dus dat dei
cataloque de timbres poste, kortweg IJv«
genoemd, voor een ernstig verzamelaar
misbaar is.
Daar ligt hij dan voor ons, in haar fl«
rig kleed-. Een lijvig boekdeel van bijna 1-
pagina's, op welke pagina's zoo ongevet
50 zegels besproken worden, zoodat dus de!
catalogus pl.m. 70.000 zegels bespreekt; fe
geheel i9 verlucht met een zeeT groot m:
tal afbeeldingen naar schatting zoo om
nabij 20.000. En dan zijn er in onze tege:
woordige beschaafde wereld nog mensche-
die met een staal-gezicht durven bewere'
dat postze'gelsverzamelen „kinderwerk"
Als dat waar is waar blijft dan een zw
uitgebreide catalogus van het kinderspel
goed?
Om "bier een bespreking te gaan boud:
over de in IJvert genoemde zegels zou
meer of minder beteekenen dan dat ik
durende een vol jaar eiken avond, inpk
van om de 14 dagen, een postzegelrubfl
zou moeten geven.
Wij zullen daarom datgene bespreken 7
ons het naaste is en ons du9 bepalen
derland en onze gewesten.
Over het geheel is bij de Nederlandse
zegels vooral bij d? ongebruikte een
lijke stijging merkbaar, zoo is b.v. de 50 ce
van 1867 (gouddruk) gestegen van 450
op 600 Fr., terwijl de 10 GÏd. (oranje) jui
leumuitgave 1913 steeg van 400 op 500
Een sterke stijging is merkbaar van
sedert Ï923 uitgegeven weldadigheidzege
Ook de Armenwet-, luchtpost en portzege-
gingen in stijgende' lijn..
Opgenomen werden in dezen jaargang
de diverse roltandingen, die wij vroeger mi
ten, voorwaar weer een zeer groote verb
tering; alleen missen wij de drie-gatige
tanding der courseerende zegels met waë
merk Wat wij voorts ook niet konden vn
den was de 10 et#Rose Ie' oplage 1921
der watermerk, die veel hooger in waard*-
dan de zegels der 2e oplage. Wij rnerb
ook nog een vergissing op en wel bij d*
en 15 ct. weldadigheids-zegels 1927. D*'
staan in IJvert gebruikt hooger dan dezel.
zegels met roltanding.
Ook bij do zegels van Ned. Indië komt r
tamelijke stijging voor, ook hier meest iu
ongebruikte waarde. De gebruikte
bleven over het geheel genomen tamelijk
peil.
Wii zullen thans onze bespreking °T
IJvert beëindigen. Maar zooals uit 't be
staande blijkt, is deze catalogus beslist vo?
een goed verzamelaar onmisbaar. -
Nu ik het toch over onmisbaar heb.
ik bier nog even wijzen op ..Postz^
nieuws" uitgave R Kingma. Apelu^
,,Po9tzezeln>'euws" is een philatelist
maaandblad, dat reeds gedurende 30