ongens_, LUIDJES OM EN DE GATEN TE HOUDEN. BOUWKUNSTIG SCHOON. VOOR ONZE POSTZEGEL VERZAMELAARS. woordde op zijn stuk met de mededeeling. dat hij zich niet met zaken mocht bemoei en, die hem niet aangingen. Deze rappor ten van Bessadofski toonden den dictator aan. dat de jonge diplomaat geen blind werktuig meer was en hij besloot hem uit den weg te ruimen. Daar Bessadofski niet de eenige diplo maat was, die de dwaasheid van het te genwoordige regime inzag, en de G. P. Oe.- organisaties in Berlijn en Parij9 de sovjet- rtgeering waarschuwden, dat de ontevre denheid onder de diplomaten toenam, zond -het Politbureau naar het buitenland een zekeren Roisenman. Deze gevolmachtigde van het Politbureau is een volkomen on wetende en ruwe man. die vóór de revolu tie bediende in een winkel in een provin ciestad was Hij staat echter bekend als een verknochte partijganger van Stalin en als een man, die bereid was elk bevel van den dictator uit te voeren. Deze Roisenman begaf zich nu naar Berlijn, hield een „zui vering" in de sovjet-instellingen in die stad, ontsloeg veel ambtenaren en verving hen door mannen, wier eenige verdienste was, dat Roisenman hen al9 trouwe aan hangers van Stalin beschouwde Daarna toog hij naar Parijs. De grens passeerde hij natuurlijk onder een anderen naam. zoodat de Fransche overheid niets van de komst van Roisenman afwiist Onmiddellijk na zijn komst in het gezantschap liet de afge vaardigde van het Politbureau den waar- nemenden gezant in zijn kamer ontbieden en deze laatste moe9t gehoorzamen Bessadofski stond toen op het punt Pa rijs te verlaten om met vacantie naar bui ten te gaan. Zijn koffers waren reed9 ge pakt en het gezin was reisvaardig. Wat er precies tusschen de twee mannen is voor gevallen, weten wij niet. Wij beschikken alleon over de verklaringen van Bessadofs- ki en het zou natuurlijk onrechtvaardig zijn alles, wat dezen gewezen sovjet-diplo maat ip kleuren en geuren over zijn onder houd met den afgevaardigde van het Polit bureau en over zijn fiere en trotsche hou ding vertelt, voetstoots aan te nemen Vast staat alleen 't volgende-; Roisenman eiseh- ta van Bessadofski, dat hij naar Moskou zou gaan om zich daar te verantwoorden. Bessadofski wist. dat hij te Moskou door de G. P. Oe. zou gearresteerd worden en in de kelders van deze instelling afgemaakt worden. Hij weigerde daarom aan het be vel van het Politiebureau te voldoen. Dat is overigens niets nieuws. Den lantsten tijd weigeren alle sovjet-ambtenaren, die in het buitenland zijn en „uitgenoodigd" woreten naar Moskou te komen, aan deze „uitnoo- diging" te voldoen; zij geven er de voor keur aan, met de sovjet-overheid te bre ken en émigré te worden dan door de G P. Oe. neergeschoten te worden. Bessadofski wilde na het gesprek met Roisenman het gezantschap verlaten, maar de poort was gesloten en de uitgang werd bewaakt# niet door den Franschen concierge, maar door twee gewapende G. P. Oe.-manen, die dreigden Bessadofski neer te schieten, in dien hij niet onmiddellijk naar zijn kamer zou terugkeerer. Bessadofski begreep, dat hij zich in een muizenval bevond. Het ge zantschap is Russisch grondgebied en Roi senman kon met den waarncmenoen ge zant doen. wat hij wilde. Als sovjet-diplo maat, wi9t Bessadofski. dat ontvoeringen en zelfs moorden in de gebouwen van de sovjet-gezantschappen geen zeldzaamheid zijn. Hij begreep dus, dat alleen een vlucht ihem en de zijnen kon redden. Hij klauterde over den hoogen steenen muur. die den tuin van het gezantschap omringde, maar ontdekte, dat hij in een tuin van een onbe woond en gesloten huis beland was. Toen klom hij over den tweeden muur en tikte aan het raam van den congierge van dat huis. De concierge dacht met een inbreker te doen te hebben; toen de onbekende ver klaarde waarnemend gezant van de Sov- jebUnie te zijn, besloot de concierge, dat Ihet een krankzinnige was. Hij braent hem naar het politiebureau en daar bleek het, dat de onbekende inderdaad de diplomaat was, voor wien hij zich uitgaf. Na eenige besprekingen met het ministerie van buiten- landsche zaken, kreeg de politie bevel, Bes sadofski te helpen. Het gezantschapsge bouw geniet exterritorialiteit, maar als waarnemend gezant kon Bessadofski de Fransche politie verlof geven die exterrito rialiteit te overtreden. Bessadofski ver scheen in gezelschap van de Fransche po litie in het gezantschap en Roisenman zag zich gedwongen aan de vrouw van den vluchteling verlof te geven het gebouw te verlaten; ook de koffers mochten meegeno men worden. Bessadofski vertrok naar een bescheiden pension en een paar dagen lang. tot de komst van den gezant, waren er te Parijs twee sovjet-gezantschappen- het ge bouw waar allé ambtenaren zich bevon den en het pension van Bessadofski De vlucht van Bessadofski en zijn ont hullingen maakten te Moskou een vreese- lijken indruk. Eenige dagen lang zweeg de sovjet-pers als was er te Parijs niets ge beurd. Er moest intusschen iets ondernomen worden om het schandaal bij te leggen. De «ovjet-overheid heeft toen tegelijkertijd twee stappen gedaan. Aan de Fransche pers werd een communiqué gezonden, dat Bessadofski zich rijksgelden zou hebben toegeëigend en derhalve ontslagen werd. Deze bewering was niet steekhoudend omdat Dofgalefski dezen man, die z.g. rijksgelden gestolen bad, tot waarnemend gezant had benoemd. Tegelijkertijd trachtten de bolsjewiki Bessa dofski om te koopen. Dit is hun met eenige andere gevluchte ambtenaren gelukt. Deze laatsten verplichten zich voor een flink maandgeld te zwijgen (dit doet o.a. Schein- man? de gewezen directeur van de Rijks bank. die eveneens geweigerd had naar Moskou terug te keeren). Bessadofski wees deze voorstellen echter van de hand; hij gaat door met het publiceeren van onthul lingen. Hoe deze houding van Bessadofski te verklaren? Hijzelf verklaart zijn gedrag uitsluitend als gevolg van zijn ridderlijke eerlijkheid, onomkoopbaarheid enz. Rid derlijkheid en onomkoopbaarheid zijn zeer mooie dingen en doen dengene. die er zich ap beroepen kan, veel eer aan. Intusschen wekken deze plolsèling opgekomen verheven gevoelens eenigen argwaan. Nog kort ge leden was Bessadofski in dienst van de sovjet-regeering; hij achtte het niet onver enigbaar met zijn eer enz. de niet onbe langrijke emolumenten te touclieeren. Het is bovendien zeker, dat, zonder bet ruwe ingrijpen van Roisenman, Besadofski ook nu nog sovjet-diplomaat was gebleven. Er moet dus een andere reden zijn. Deze reden is overigens niet moeilijk te raden. Bessa dofski kent de coulisses van het sovjet regime en weet te goed wat er te Moskou gaande is, om niet te begrijpen, dat de positie van den tegen vvoordigen dictator zeer wan kel is. Het sovjet-schip toont duidelijk waar neembare lekken en de ratten haasten zich het schip te verlaten. Voor Bessadofski is het veel voordeeliger nu ridderlijk en on omkoopbaar te zijn, desnoods een tijdlang gebrek te lijden en het leven van een émigré te leiden, dan zich door de sovjet- regeenng te laten omkoopen. Als een man, d:e de dictatuur van Stalin aan de kaak heeft gesteld en elk voorstel van bijlegging van het conflict van do hand heeft gewezen, heeft Bessadofski kans in de toekomst naar het gezantschapsgebouw terug te keeren, dat hij nu op zulke cinematographische wijzs verlaten heeft. Beteekent dat, dat wij een spoedige in eenstorting van de dictatuur van Stalin verwachten? Het is altijd verkeerd te pro- feteeren en den tijd van een op handen zijnde gebeurtenis te willen voorspellen. Wij doen dat ook niet. Het staat echter vast, dat het regime van Stalin algemeeno verbittering heeft gewekt. Do toestand is nu van dien aard, dal een moedige man. die over een kleine legerafdeling beschikt en een samenzwering zóó zou weten te orga- niseeren, dat de G. P. Oe. en de dictalor er niets van te weten zouden komen, zon der veel moeite het tegenwoordige regime ten val zou kunnen brengen. Bessadofski noemt dat „Thermidor"; hij verwacht in de naaste toekomst een dergelijken coup. Ia hoeverre zijn verwachtingen bewaarhrid zullen worden, zal de toekomst bewijzen. Dr. BORIS RAPTSCHINKSKY. RECLAME. stoeien en ravotten graag, maar vallen en bezeeren zich dan ook ^dikwijls. Zorg daarom altijd in huis vQ.or een doos 5086 n. Dc eksleT een aardige decoratieve vogel voor een houtsnede: uitsluitend zwart en wit, het zwart met een prachtig groenen weerschijn, terwijl de gloed over de staart- pennen meer blauwachtig is. De schouders en een dwarsband over den rug zijn wit evenals de binnenvlag der slagpennen. De staart is langer dan het geheele lichaam en eenigszins trapvorroig, de vleugels zijn sterk afgerond. Daardoor is de ekster geen buiten gewoon goed vlieger. De ekster is standvogel én hecht zeer sterk aan haar woongebied. Is zij hier of daar niet ingeburgerd, dan komt zij er ook niet licht loe. er zich te vestigen. Dat zal ook wel de oorzaak zijn, dal zij zich tot dusverre niet vestigt in de hooge hoornen van het Plantsoen, aJ is het in 't algemeen ook waar. dat zij zich liever niet vestigt in steden al zou zij daar prachtige bestaans voorwaarden soms kunnen vinden. Te Lei den komt zij liever niet al ziet men het bru tale heertje wel aan den Oostkant van de stad. Hoe meer men zich begeeft in de rich ting van Alphen, des te talrijker worden ook de eksters. In de Oostelijke provinciën komt zij veel meer voor dan in Holland Heeft men in een bepaalde streel: de eksters totaal uitgeroeid, dan kan het lange jaren duren, voor zij zich er weer vestigen. Zij is wel een echte standvogel, en winterdag, als het zwervend leven in vollen gang is, verwij dert zij zich toch niet ver van haar oorspron kelijk woongebied. Het nest van de ekster is nog al groot en bizonder steTk gebouwd. Eerst een onder laag van klei, wanrtusschen soms stukjes blik en allerlei andere harde en blinkende voorwerpen zijn verwerkt. Daarin stevig be vestigd vindt men lagen van takken door elkaar gevlochten. De wind zorgt wel dat de klei- of leemspecie steenhard wordt. Aan den binnenkant wordt dan nog een bekleeding met leem aangebracht, en deze wordt gestof feerd met veertjes en alles wat maar zacht is. En dan wordt er ten slotte nog een stevig dak boven gebouwd. De ekster is zoo wijs hiervoor vooral takken van Meidoorns en andere boomen met stekels te gebruiken. Er blijft maar een nauwe toegang open, waarin de lange staart rust als de vogel op het nest zit. De ekster schijnt er diep van overtuigd te zijn dat hij vele vijanden heeft. Roof vogel? kunnen hem in zijn burcht niet zoo gemakkelijk overvallen. Klimlustige jongens markt zij hel niet gemakkelijk, daar het nest liefst zoo hoog mogelijk wordt geplaatst. En klim maar eens in het bovenste topje van een zwiepende polulier. En ten slotte, als je er toch bij komt. en de ekster heeft jongen, dan heb je machtig veel kans, een paar nij dige beten en schrammen over je gezicht te krijgen. In haar neslburcht legt de ekster 5 tot 8 eieren, lichtgroen met bruine spikkels. Na 18 dagen broeden komen de jongen uit. Deze worden gedurende de allereerste dagen ge voederd met insecten Maar daarna begint de ei lende. De ekster doorzoekt bet hout ora vogelnesten te vinden Eieren worden leeg- geslurpt en de jonge vogeltjes worden als buit meegenomen. Kleine zangvogeltjes zijn geen oogenblik veilig. Kiekens van eenden of kippen worden geroofd en vermoord. Alles wat de ekster aankan en aandurft is haar buit. De vogel '19 geweldig brutaal en daarbij tevens ook weer vreesachlig. want zij vliegt slecht en moet dus altijd op haar hoede zijn om tijdig uit den weg te komen. Tal van eksters worden jaarlijks geschoten, tal van nesten uitgehaald. Toch vermindert het aan tal niet merkbaar. In het Noorden en Oosten van het land bezitten de boeren een soort fatalisme tegenover de ekster. De vogel is er nu eenmaal en moet ook leven. Maakt ze het te bont met de kuikens, steelt ze te veel veldvruchten dan wordt soms kortstondig weer de oorlog verklaard, maar het duurt niet lang. Er schijnt ondanks alles een stem ming te blijven om haar wat te ontzien. Zou het de nawerking zijn van diep in het onder bewustzijn nog nawerkende heidensche ge voelens? In Skandinavië gold de ekster voor een heilige vogel. In de Duitsche landen werd zij in het volksgeloof meer gevreesd. Zij bracht twist en tweedracht; zij voorspelde hongersnood; terwijl heksen bij voorkeur de gedaante van eksters aannamen Daar staat weer tegenover dat zij in Oost-Pruisen door haar herhaald geschater; „sjak-sjak-sjnkke- rak" de menschen waarschuwt dat eT wol ven in de buurt zijn. We willen ten slotte in dit opstel nog even praten over een bandiet, die zoo moge lijk nog brutaler is Men zou de Vlaamsche Gaai kunnen vergelijken met een Mexicaan- schen struikroover. Mooi is bij, maar ook sluw, roofzuchtig, boosaardig en zeldzaam wreed. Men noemt hem ook Markol, en in Friesland Houtekster, elders weer en terecht; schreeuwekster. Dezen zomer zag ik hem in enkele dagen herhaaldelijk in de bosschen van het Oranjewoud. Toch is de Vlaamsche Gaai het beste waar te nemen in den herfst of in den winter, wanneer het hout kaal is en hij om zijn voedsel te vinden rond moet zwerven. Dan is hij een echte zwerfvogel, die zich vele meer bloot geeft dan in den zomer. Hij moet zich dan voeden mei eikels, beukei?, hazelnoten, en meer dergelijke nootvruch- ten. In de zomer kan hij zich beter ver schuilen in het dichtst van het struikgewas en hij heeft daar ook alle reden voor. Dan is hij nog schuwer dan in den winter. Toch verraadt hij zich steeds door zijn leelijk ge schreeuw: „gaa-gaa" cf „markol-markol", of „relsj-relsj" cn geluiden die daarop lij ken. Hij bouwt zijn nest in lage struiken in het dichtst van het hout. Daarin komen 5 tot 7 groenwitte of grijze c:eren mri bruine spikkels te ligeen. Als deze na 17 dagen zijn uitgebroed, begint de ellende, nog erger dan hij de ekster. Het Gaaienpaar, anders zoo luidruchtig schreeu werig. blijft nu muisstil en dooTspeurt het kreupelhout in zijn verborgenste hoekjes. Geen vogelnest is veilig en ook de oude vo geltjes worden vermoord. Alleen zij die -in holen broeden zijn eenigszins veilig, zooals roodstaartjes, winterkoninkjes, enz. als de jongen ten minste bij 't onbeholpen uitvlie gen uit het nest niet worden gegTepen. Do Vlaamsche Gaai isirilerst listig en weel heal goed. dat de mensch hier zijn gevaarlijkste vijand is. daar onze,,bosschen nu eenmaal niet rijk zijn aan een groote menigte bun zings, hemsters en groole uilen. Evenwel is het een troosl. waar veel Gaaien ver- sebijncn, ook veel sperwers hun intocht doen. Listig en begaafd is de vogel, die heel suggestief het piepen van een wagenwie1, het kraaien van een haan, het klepperen van een ooievaar ph kloppen van een specht na kan doen en die soms in den waan brengt dat een merel zit te fluiten. Maar hij verraadt zich toch altijd weer door achter zijn kunstige imitaties plotseling heel leelijk schreeuwerig zijn eigen naam te roeoen: „gaa-gaa, gééé-gééé-rrisj-retsi" En meteen is hij wee" weg. want hij heeft geen enkele reden om lang op dpzelfde plaats te blijven. Al? hij in de boschwallen om een akker land zit zal men hem nooit haast in vri:»> vlucht het veld over naar de overzijde zien gaan. Eendeels omdat hij slecht vliegt, an derdeels omdat hij zich liefst waf verdekt houdt, tracht hij sleed? zijn doel te herei ken langs de randen van het struikgewas. De staart van den vogel is nog al lang en de vleugels zijn kort en storno Van kleur is hij over 't geheel grijsrood, zacht wijnrood, De vleugeldekveeren zijn hemelsblauw, smalle zwarte en witte blok- teekening De staart is zwart, de schedel grijs met bruinzwart0 strepen. Op den kop staat een kuif van witte veertjes. :eder met een zwarf vlekje, waarom ?on wit randje. Vliegt de Gaai. den herkent men hem het best aan het wit onder de vleugels en een roodachtige plek boven den staart. Eksters en Vlaamsche Gaaien zijn. vooral wanneer ze heel jong worden gevangen, uiterst leerzame dieren. di° heel aardig lèa- ren fluiten en praten. Maar ook in gpvangen slaat blijven ze roofzuchtig. De Burcht te Leiden. I Langen ttjd heeft bjj het groot? publiek de gedachte geheerschri dat de Burcht te Lelden eon Romeicsch bouww.rk is, dat ia denloop deT tijden door veranderingen en herstellin- ger is gewijzigd. Door de geleerden is reeds lang bewezen, dat dit geenszins het geval kan zjjn. Zonder ons in breedvoerige be schouwingen te verdiepen, meenen we toch zeer oppervlakkig enkele opmerkingen te moeten maken in verband met esn en ander. En dan eerst iets dat geheel* buiten ver band met de zaak staat. Tcon de blanken voor enke'e eeuwen naar Amerika koloniseerden, en 3teeds verder in do Savanna's doordrongen, bouwd?n zij daar geen steenen versterkingen, maar blokhuizn waarvoor de oerwouden hen materiaal op leverden. Tjjd en gelegenheid om steenen versterkingen op te richten, hadden zeniet, daar de woeste aanvallen der Roodhuiden hen niet toelieten, nntig hur aandacht te wijden aan voorbereidend werk. Het moest alles vlug gaan en het zware palissaden werk kon gemakkelijker worden opgericht, dan een bouw van bergsteen of baksteen, die vooraf veel arbeid vroegen. Verplaatsén we ons thans in de oerwouden or.zer Germaansche voorvaderen, dan is het wel duidelijk, dat de bewoners, wier kennis van de bouwtechniek wel heel primitief was, allerminst een kunstigen bouw konden be oefenen. In Drente en enkele andere streken mochten zjj voor een onderbouw van hun versterkingen nog gebruik maken van zwerf blokken, in hoofdzaak waren, zjj toch aange wezen op het materiaal, dat het meest voor de hand lag en dat zich het gemakkelijkst liet bewerken: het hout hunner wouden. En boe zwaar dit was, kan men nog na gaan, wanneer men in bet Oosten des lands wel eens de geweldige overblijfse'en van boomstammen heeft gezien, die van onder een 4 of 5 M. dikke laag hoogveen te voor schijn komen en die daar 2000 of 3000 jaren geleden door eatastropha1© natuurge- beurtonissen ontworteld en onder slijk wer den bedolven. De Germanen bouwden hun versterkingen van zwerfstc-enen en hout, maar practisch meestal van hout alleen. Nu is er in ons land van die versterkingen zeer weinig meer overgebleven en wat er van overbleef. we denken aan de z.g. „Hunneschansen" beeft dooi* do véle geslachten, die er onbewust van wat zij deden aan •verand erd vn, 701 gelede*». d°t het alleen maar archeolo gische waarde bezit. Uit enkele vrij goed bewaarde burchten in Skandinavië en daarmee stemmen wat den hoofdvorm betreft de Hunneschansen" overeen leiden we af. dat de Germanen, en ook reeds de Kelten, steeds Tonde en ovale burchten bouwden, in tegenstelling met do Romeinen, die blijkens allerlei opgravingen, en onderzoekingen, vooral door dr. Hol- werda, steeds bouwden op een vierhoekig grondplan. Zooals men weet. was de invloed der Ro meinen hier zeer groot. Van hen leerde het natuurvolk dat deze streken bewoonde aller lei nuttige en prac'ische dingen. Ook in zake de militaire bouwkunst. En de mortelberei ding. het bakken van tichclsleenen en het bewerken van tufsteen zullen wel zeer be langrijke dingen zijn geweest voor de Ger manen. Toch vermoeden we dat de Germanen hun oorspronkelijke principes omtrent den vorm hunner versterkingen niet hebV-n prijsge geven. Plet principe om rond te bouwen was een soort natuurdrang bij hen, het was een uiting van' hun diepste wezen. Dat om rechthoek'? of vierkant te bou- 'wen was meer Zuidelijk en Oostersch. Het Tonde is meer symbool van de onbegrensde, door de Germaansche volksziel altijd ge zocht: het kantige voldeed aan de zucht naar zuivere grens bepaaldheid van 't La- tiinsohe ras. In deze principes der strategi sche bouwkunst van kunst is trouwens eigenlijk nog weinig sprake spreekt zich naar wij meenen in beginsel uit. wat later in bouwkunst, beeldhouwkunst en schilder kunst veel duidelijker za! spreken: het wezensverschil tusschen de Germaansche en de Latiinscji© -(Romaansche). beschou wd ng der dingen, waarop wij hier natuurlijk n:ét door kunnen gaan. Er vindt hier in het Noorden natuurlijk een kruising van Germaanse he en Romaan- sche ideeën plaats, wat zich niet zoozeer kenbaar maakt voor zoover het den vorm van strategische werken betreft. De Germa nen hehiriden hun rondbouw Maar het ma teriaal wordt vooral tufsteen, later z.g. reu zenmoppen. terwijl allerlei technisch ron- s'ruetieve elementen binnen h°t raam van den rondbouw van de Romeinen worden overgenomen. Hier in 't Noorden moge dan de invloed der Romeinen door de volksverhuizing schijnbaar weer verloren zijn gegaan, de sterk gelatiniseerde Franken dragen vooral onder de Karolingiers dien invloed toch weer na ar het Noorden. Uit den tijd van Kaloliirgriërs en Noor mannen vinden we hier in ons land dan ook nog sporadisch overblijfselen van de Middel eeuwse he burchten, die dan meteen dienst deden als woonplaats van de burggraaf. Het algemeene type u herinnert u dat in Scandinavië het zuiverst bleef bewaard is een ronde of nagenoeg ronde burc-ht- muur op een heuvel, die door een gracht was omringd. Binnen den ringmuur was een rechthoekig gebouw, dienst doende a'.s w oi- hnis en uitzichttoren. Ook was het mogelijk dat het woonhuis van den burchtheer op het lage voorplein van de „keep" lag. Inied^r geval zullen daar gewoonlijk de hutten van lijfeigenen, de stallen en verdere dienstgebou wen hQbben gelegen. In tijden van gToot ge vaar. vluchtte alles binnen de muren van den burcht. Hoe is het nu met onze Leidsche Burcht? AL? groote geleerden als prof. B'.ok, dr. Hehverda, dr. Van Overvoerde en wellicht nog meer anderen, ons niet met groote Ze kerheid kunnen zeggen, wanneer de Burcht werd gesticht, zullen wij het allerminst wa gen, ons hier categorisch uit te spreken. Misschien hadden de Romeinen hier reeds een strategisch punt. Misschien wierpen zjj reeds een heuvel op van pl.m. 4 M hoogte, waarop zij verdedigingswerken bouwden. Misschien,., want °r werden beringen verricht en meD vond een munt van Vespasianus en aardewerkscherven uit dien tjjd. In ieder geval zou het terrein uitstekend zijn gekozen gew est. We weten dat Oude en Nieuwe Rijn, die er thans nog samenvloei en in dien tjjd machtige rivieren waren, ter wijl de Maro als een bresde stroom naar het Noorden vloeide. Men behoefde de punt van het Rynland slechts door een be;rekke!g!i kort eindje gracht naar de landzijde af te sluiten. Er kan dus een Romeinsche sterkte hebben gestaan, maar die zal dan toch in ieder geval niets hebben geleken op den to- gemvoordigen rondbouw Dr. van Overvo ed? njfer.t. dat de burcht waarschijnlijk in 836 werd opgericht door Herold den Deen, tegen de Franken Men herinnert ri°h, dat Lod'wvrik de Vrome io zijn o-ergronte b?- korr ngsriver e~n driria1 Zeeko incn indez* striken had toegelaten en ze met verschil lende streken had beleend. Zoo kresg Herold o.m. Leiden en omgeving, toevallig treken waaruit zich later het Graaft Holland ontwikkelde. Toen deze heer® r" hier eenmaal goed hadden ingeburgerd,^ ken zij zich van hun leenheer niet veei^, aan. En zoo zou Herold dan een sterkte L_ gebouwd tegen do Franken en mogelijk met de bedoeling, Friezen en andere afg*. stige Zeekoningen het hoofd te kunnen bie£ Pref. Blok is nog een beetje voorzichtig Hij ontkent niet de mogelijkheid dat u plaatse van de Burcht een Romeinsche sfa te kan hebben gestaan. Maar, meent hij, fc. kan ook een gewone vluchtheuvel vo-; hoog water zijn geweest. Het is mogtlj?. dat Karolingiërs of Noormannen den Bur hebben gebouwd die dan later moetz- veranderd maar in oorkonden van 1100 is eerst sprake van een kastelein, burggraaf. Mot zekerheid weten we (a dat de Burcht er in 1100 was. In de interessante .Korte populaire I schrijving" van den heer Waldköttr welke naar de schrijver mededeelt op nieuwste gegevens berust, lezen we dat burcht in 825 reeds bestond, maar in opnieuw moest worden opgebouwd. Men ziet tot algeraeene eenstemmig^ is men nog niet gekomen. In een volgend artikel zullen we dan niet meer ons in gissingen verdiepen, dod uitsluitend Tekening houden met wat rt?> zien valt en wat daaruit is af te leiden. Dit alleen is zeker: de bouwconstructie is, zooals de Germanen, vooral de Noor} Germanen die toepasten. Zij komt overet: met wat uit dien tijd of nog vroegere gen nog aan ,,keeps"over vinden in Star dinavië. op de Noord-Friesche eilanden in Engeland. RECLAME. "1 Kli VANAF f.5.— PER MAAND. Brieven Bur van dit Blad onder No. 9$. Vragen cn inlichtingen worden kosteloos beantwoord en gegeven. Inzendir gen liefst met bewijsstukken. welke retour zonden worden, adresseere men aan redactie onder motto „Postzegelrubriek". Ik moet ditmaal mij rubriek wijzigs ten einde een bespreking te houden over er belangrijke gebeurtenis in de „Postze?1 wereld". Wat is er voor ons verzamelaars belan rijker dan het verschijnen van de IJver Voor de beginners even een kleine uitee zetting van wat de IJvert is. De IJvert is een postzegelcatalogus reeds 34 jaar, begin September veracht Hij wordt uitgegeven door Frankrijk's gro ste postze'gelhandelaars IJvert. Tellier Champion en beschrijft bijna alle, in wereld uitgegeven zegels, benevens talrii types en tandingen. Van dezen catalog hangt grootendeels den geheelen postzef: hande'l af. Want naast de zooeven genoem beschrijving geeft hij ook de hanóé waarde der zegels aan. Gij ziet dus dat dei cataloque de timbres poste, kortweg IJv« genoemd, voor een ernstig verzamelaar misbaar is. Daar ligt hij dan voor ons, in haar fl« rig kleed-. Een lijvig boekdeel van bijna 1- pagina's, op welke pagina's zoo ongevet 50 zegels besproken worden, zoodat dus de! catalogus pl.m. 70.000 zegels bespreekt; fe geheel i9 verlucht met een zeeT groot m: tal afbeeldingen naar schatting zoo om nabij 20.000. En dan zijn er in onze tege: woordige beschaafde wereld nog mensche- die met een staal-gezicht durven bewere' dat postze'gelsverzamelen „kinderwerk" Als dat waar is waar blijft dan een zw uitgebreide catalogus van het kinderspel goed? Om "bier een bespreking te gaan boud: over de in IJvert genoemde zegels zou meer of minder beteekenen dan dat ik durende een vol jaar eiken avond, inpk van om de 14 dagen, een postzegelrubfl zou moeten geven. Wij zullen daarom datgene bespreken 7 ons het naaste is en ons du9 bepalen derland en onze gewesten. Over het geheel is bij de Nederlandse zegels vooral bij d? ongebruikte een lijke stijging merkbaar, zoo is b.v. de 50 ce van 1867 (gouddruk) gestegen van 450 op 600 Fr., terwijl de 10 GÏd. (oranje) jui leumuitgave 1913 steeg van 400 op 500 Een sterke stijging is merkbaar van sedert Ï923 uitgegeven weldadigheidzege Ook de Armenwet-, luchtpost en portzege- gingen in stijgende' lijn.. Opgenomen werden in dezen jaargang de diverse roltandingen, die wij vroeger mi ten, voorwaar weer een zeer groote verb tering; alleen missen wij de drie-gatige tanding der courseerende zegels met waë merk Wat wij voorts ook niet konden vn den was de 10 et#Rose Ie' oplage 1921 der watermerk, die veel hooger in waard*- dan de zegels der 2e oplage. Wij rnerb ook nog een vergissing op en wel bij d* en 15 ct. weldadigheids-zegels 1927. D*' staan in IJvert gebruikt hooger dan dezel. zegels met roltanding. Ook bij do zegels van Ned. Indië komt r tamelijke stijging voor, ook hier meest iu ongebruikte waarde. De gebruikte bleven over het geheel genomen tamelijk peil. Wii zullen thans onze bespreking °T IJvert beëindigen. Maar zooals uit 't be staande blijkt, is deze catalogus beslist vo? een goed verzamelaar onmisbaar. - Nu ik het toch over onmisbaar heb. ik bier nog even wijzen op ..Postz^ nieuws" uitgave R Kingma. Apelu^ ,,Po9tzezeln>'euws" is een philatelist maaandblad, dat reeds gedurende 30

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 10