WAALS
f. 7.-
Humor uit heft BuitenSand.
HISTORISCHE FIGUREN.
HAARLEMMRSTR. 130-136
LAND- EN TUINBOUW.
Terugkeerend. teleurgesteld hengelaar„Waarom zet Je
zoo*n keel op Je hebt tenminste wat gevanqen".
(London Opinion)
Zoontje, nieuwsgierig van nieuw radio-toestel„Pappie, wat
krijg Ik als Ik hier aan draal
Vader „Een flink pak slaag". (Passing Show)
„Moeder, mag ik een dagboek houden 1"
„Zeker kind".
„O. moeder mag ik dan dat opwindende dagboek houden dat
ik beneden in uw bureau vond (London Opinion)
^Js~Éet waar, dat Helen een geheim verdriet heeft?"
„Gunst Ja, heeft ze je daar nog niet van verteld (Llfe)a
„Watergolf alsjeblieft".
„Goed mevrouw. Wilt u de golven rustig, bewogen of storm-4
'achtlg 1n (Lustjge Blithe).
greote omzetten, zoodat men veilig vaneen
zeven en een half biilioen totaal kan spreken.
Toen Frank Wooiworth in 1919 stierf, was
zjjn buitenplaats Winfield Hall een der be
zienswaardigheden van Long Island en hij
had een schitterend huis op Fifth Ave
nue in New-York; zijn nalatenschap bedroeg
65 millioen.
Sebastian Kreege, die nog leeft en zioh
nimmer met Wooiworth had willen associ-
earen, is bekend om zijn filantbropie. On
der zijn tallooze giften richtte hij o.a. een
fonds van 25 millioen op, waarvan de rente
aan opvoedkundige en weldadige doeleinden
moet worden besteed. Zijn persoonlijk kapi
taal wordt op honderd millioen geschat en
ai zijn oude vrienden, die hem in den beginne
steunden of met hera samenwerkten, zijn ook
rnillionair geworden. Een ander, die de
waarde van den stuiver inzag en zelfs
tot den cent afdaalde, is William
Wrigley, de kauwgom-keizer Oorspron
kelijk was hij de man van premies; wan
neer men genoeg van zijn vaders zeep
kocht, gaf hij een parapluie cadeau, maar
veel succes had hij er niet mee. omdat de
dames weigerden allemaal met dezelfde
soort te loopen. In dien tijd had een zekere
Thomas Adams een stukje chicle uit de
tropen gekregen en hij vond dit goedje na
een reeks proefnemingen ongeschikt als
echt rubber, maar alleen dienstig om op te
kauwen. Adams heeft met zijn kauwgom
nooit dien opzet bereikt als Wrigley, die ad-
verteeren tot zijn tweede geloof maakte. In
1902 had Wrigley een ton gouds verdiend
met zijn kleverige snoeperij en hij gaf het
tot den laatsten cent uit aan een grootsche
reclame-campagne in New-York. Waarmee
hij niets bereikte, de groote massa wilde
niet aan het kauwen gaan. Toen hij weer
zooveel bij elkaar had, probeerde hij het
zelfde in het binnenland en daar lukte het.
En hij begon het eerst met overal automa
ten neer te zetten, die voor een cent een
reepje kauwgom leveren. Aan centen en
stuivers had de Wrigley-maatschappij het
vorige jaar een zuivere winst van ruim 22
millioen dollar te boeken.
Een andere groote industrie, die haar op
komst aan de stuiver dankt, is ten slotte
de filmwereld, die qua kapitaal nummer
vijf is in de Amerikaansche reeks met een
bedrag van 1.750.000.000 dollar. Het oude
nickelodeon een automaat met levende beel
den door inwerping van een stuiver, was
het oorsprokelijk instrument van mannen
als Marcus Loew, Adolph Zukor en Wil
liam Fox, Toen Loew in 1927 stierf, liet hij
een fortuin na tusschen de -10 en 50 railli-
Loen, terwijl Zukor van de Paramount en
Fox met den dag rijker worden. De stuiver
L aansprakelijk voor het immense fortuin,
dat Asa G. Candler naliet, die de formule
yan Coca Cola voor een schijntje van
iemand anders verkocht. En wanneer heel
Amerika verzadigd is van zulke producten,
wordt de overige wereld er mee gezegend,
maar koersverschil maakt dat dc stuivers-
politiek daar niet altijd opgaat. Het geheim
van het succes zit in dc ongeloofelijk klei
ne winstmarge per stuk. die door den reus-
achtigen kooplust en koopkracht in fabel
achtige sommen loopt. En daartoe werken
allerlei factoren mee, als het transport en
do handelsmogelijkheden van een land. dat
wel uit 48 staten bestaat, maar geen onder
linge verschillen in taal of invoerrechten
kent en de oppervlakte van een werelddeel
heeft. Een land. dat voortdurend in rijkdom,
bevolking en kooplust toeneemt, waar de
uitgaven per individu eenige malen die van
een paar in Europa overtreft
ONECHTE „JONKVROUWEN".
De merkwaardige, boeiende figuur van
Jeanne Dare merkwaardig en boeiend
zelfs na vijf eeuwen, wanneer men bedenkt
hoe jong zij was, uit welk een eenvoudi^en
kring zij voortkwam, hoe gering haar ont
wikkeling en haar maatschappelijke voorbe
reiding waren en welke groote daden zij deed
de merkwaardige, boeiende figuur van
Jeanne Dare heeft, hoe kon het anders? bij
een deel harer tijdgenooten een diepen in
druk achtergelaten. Naast velen, die haar
doen en laten en haar lotgevallen van nabij
hadden gadegeslagen of met bewustheid en
doordenkende belangstelling de verhalen
over haar volgden, was er nog de groote
menigte, die, zonder haar gekend te hebben
en met gebrek aan allen cntischen zin, aan
hoorden wat van haar verteld werd en aan
namen wat voor geruchten er omtrent haar
de ronde deden. Om Jeanne's naam vlochten
zioh tal van fantasieën, uit bewonderend
ontzag geboren. Het ging haar, zooals het
veel grooten personen gegaan is: allerlei fan
tastische verhalen hechtten zich aan haar
naam; men kon niet geloovon, dat zij waar
lijk dood was. Haar proces eindigend met
haar veroordeeling lot den brandstapel, en
zelfs het feit, dat haar asCli in de Seine was
gestrooid en door de wateren naar de groote
zee gevoerd, waren niet in staat den twijfel
aan haar sterven bij velen te vernietigen.
Zij leefde nog. de van God gezonden
jonkvrouw 1 De heiligen hadden haar aan de
vlammen ontrukt! IZij zou wederom ver
schijnen en haar beschermend zwaard over
Frankrijk uitstrekkenn, haar standaard met
de leliën omhoog heffenI Zoo werd, door een
kinderlijk, van vertrouwen in haar hoog ere
zending getuigend geloof, de weg gebaand
voor intriganten, die na haar dood optraden
en beweerden de veroordeelde, de tot den
brandstapel gedoemde, doch geredde Jeanne
Dare te zijn.
Onechte „Jonkvrouwen van Orleans".
Frankrijk heeft er verscheidene gekend. Als
een „nawoord" op mijne artikelen over de
echte Jeanne Dare mogen daaromtrent
eenige mededeelingen volgen.
Drie personen vooral hebben zich na
Jeanne's dood uitgegeven voor de bevrijd
ster van Orleans en de aanbrengster van de
kroon aan den zwakken, weifelachtigen
Karei VII. Béne er van heeft veel van zich
doen spreken, vond bij eenvoudigen en
machtigen geloof en bij de laatsten bescher
ming. hoewel haar openbaar leven veel ge
rechtvaardigde kritiek verwekte en haar in
begrijpelijk conflict bracht met de Roomsch-
katholieke kerk. De andere twee zijn te
weinig belangrijk om haar anders dan in een
noot te noemen.
Bijna vijf jaar waren er sedert Jeanne's
gruwel ijken dood voorbijgegaan, toen een
jong meisje Metz binnenkwam en er zich
uitgaf voor ..de Jonkvrouw". De kroniek,
zooals een studie van WalteT von Rum-mei
mededeelt, noteert den datum nauwkeurig.
Het is de 20ste Mei van het jaar 1436. Cu
rieus is echter, dat „de Jonkvrouw" zich nu
„Claude" noemt en eerst veel later den
naam van Jeanne zal voeren. Waarschijn
lijk geleek zij in haar uiterlijk en haar op
treden op de persoon, die zij voorgeeft te
zijn. Een feit is het echter, dat onmid
dellijk na haar verschijnen een groote
menigte aanhangers zich om haar schaarde.
En niet alleen het kleine volk. de massa,
die graag het onwaarschijnlijke gelooft, hul
digde haar, maar ook personen van stand en
rang. Biologeerde zij de menschen? Vermoe
delijk wel. Zij sprak in geheimzinnige taal,
gebruikte veel gelijkenissen, die niet altijd
even duidelijk waren en wellicht juist door
dc mindere duidelijkheid indruk maaktan
De vereerders namen toe en gelijktijdig de
geschenken, die van heinde en ver werden
aangedragen. Een kostbare uitrusting ver
meerderde nu haar prestige. Goed te paard
gezeten, gehuld in kostbaar gewaad, met
een z\vaard in de hand. toog zij naar
Luxemburg, waar de hertogin zich schaarde
bij haar overtuigde aanhangers. Daar ont
moette zij een zoon van den graaf van
..Virlenburg" (Wurtembeï.:'die verliefd op
haar wefd, haar met'delmildheid der ver
liefde mannen gaf. wat zij wenschte. en zoo
zien wij haar. in een sierlijk harnas ge
klonken, mei den jongen graaf nqar Keulen
vertrekken, voorafgegaan door de groote
faam, die zich om haar persoon heeft ge
vormd.
Een tijdgenoot, Johann Nider genaamd,
geeft over haar en haar verblijf in de
groote stad tal van inlichtingen. Hij heeft
die ontvangen van den hoogleeraar Kal-
teisen, die tevens den titel en het ambt
van inquisiteur bezat. Dat relaas is niet
onbelangrijk, doch niet altijd zeer stichte
lijk. Van een „Jonkvrouw van Orleans."
zou men het anders hebben verwacht. Ze
ker, er zijn uiterlijke dingen, waarin zij
doet als Jeanne DaTc. Zij noemt zich ,,de
Jonkvrouw"; zij draagt mannenkloercn,
zelfs die van de Fvansche edellieden dier
dagen. De koning van Frankrijk had im
mers al de bloedverwanten van Jeanne In
den adelstand verheven, zoodat zij en er
kwamen er hoe langer hoe meer du of de
Lys heetten, „mannen en vrouwen en al
hun wettelijke nakomelingschap, geboren,
of nog geboren te worden." (2). De nieuwe
te Metz opgedoken „Jonkvrouw" mocht
dus wel als „edelman" optreden.
Maar hiermede houdt de overeenstem
ming tusschen de twee Jonkvrouw*ir
dan ook op. Deze „Claude" is een wflao
meid; zij danst veel en drinkt niet minder;
zij doet allerlei zoogenaamde „wonderen".
Verbrijzeld glas wordt onder haar handen
weer heel: uitgerafelde stoffen herstellen
zich. Maar daar liet zij het niet bij. Zij
bemoeide zich ook met een kerkelijk ge
schil en beweerde een bepaalden bisschop
op den zetel van Trier te moeten plaatsen.
De geestelijkheid greep toen in. Zii werd
voor dc inquisitie gedaagd, maar haar
vriend, de graaf van Virtembèrg, hielp
haar ontvluchten en bracht haar naar haar
beschermster, de hertogin van Luxem
burg. Hoewel zij daarop door de inquisi
tie geëxcommuniceerd werd, verhinderde
dit niet, dat zij een adellijken man huwde,
uit het geslacht des Armoises. die het
kasteel Tichemont bewoonde. Van dit oogen
blik af noemt zij zich niet langer Claude,
maar Jeanne en zij teekent. zooals blijkt
uit een koopnete van den 7en November
1436: Jeanne dn Lys, Pucelle de France,
Dame de Tiohemont". Jeanne du Lys,
Maagd van Frankrijk. Vrouwe van Tiche-
mont"...!
Haar openbare loopbaan scheen ten
einde. Zij was nu getrouwd, aanzienlijk ge
trouwd, kreeg twee kinderen, leefde rustig
op Tichemont Maar zij had het bloed van
een avonturierster. Het stille leven van een
landvrouwe beviel haar niet. Zij laat alles
in den steek en op een goeden dag ver
schijnt zij weer als „de Jonkvrouw". Nu te
Orleans en... in gezelschap vad de twee
broeders vaD Jeanne, Jean en Pierre Dare.
Dit kbnkt eerst heel ongelooflijk. Die
twee broers hebben toch onmiddellijk moe
ten. begrijpen, dat hier een intrigante
haar slag sloeg. De zaak wordt echter min
der vreemd, wanneer men bedenkt, dat
een van de twee, Pierre, het heel behoef
tig had en de ander, Jean, hoewel door
den koning benoemd tot prefect van Van*
couleurs, ook zeer goed wat geld gebrifi-
ken kon Beiden doen, alsof zij in de we
derverschijning van hun zuster gelooven
Jean weet zelfs van den koning een som
nietje af tc pingelen, dat voor do zuster
bestemd is. Die zuster speelt haar rol goed.
Dc burgeTS van Orleans dragen haar op
de handen, geven haar de middelen om
ruim te leven, dwingen de stedelijke re
geering oin haar een lijfrente te verzeke
ren. (3) En alle drie, zuster en broers aan
vaardden met blijdschap en niet geringe
genotzucht wat hun zoo mild en in goed
vertrouwen werd geboden. Veertien dagen
lang is het een onafgebroken leventje van
den vroolijken Frans. De „Jonkvrouw"
tafelt zelfs met haar vToegere wapen
broeders, die blijkbaar allen overtuigd
waren met de echte Jeanne te doen te
hebben. Er lagen ook zooveel jaren tus
schen 1430 en nul
Van Orleans ging het naar Tours, van
Tours naar Poitou. Hier ontving „de Maagd
van Frankrijk", zelfs uif handen van den
maarschalk een militair commando, dat zij,
blijkens de aanteekeningen, eenigen tijd
wist te behouden.
Men vraagt zich af, hoe dit alles mogelijk
was. In een vorig artikel is de veronder
stelling gemaakt, dat, toen Karei VII zijn
gezag over het land hervond, althans sterk
begon uit te breiden, eene rehabilitatie van
de wegens ketterij en afvalligheid ter dood
veroordeelde en op den brandstapel ge
brachte „Jonkvrouw" tevens een verhoogd
prestige van den koning zou beduiden. Men
was nu nog aan geen réhafcilitatie toe. We
zijn pas in het jaar 1439 of 1440. Heeft mis
schien de koning in deze vrouw een middel
gezien om in de meening des volks het aan
zien van den souverein te doen stijgen?
Heeft hij wellicht hier en daar een wenk
gegeven om de „Dame van Tichemont" on
gestoord haar rolletje te laten spelen? Er
is zelfs bpweerd, dat hij een onderhoud met
haar heeft gehad, een onderhoud, dat min of
meer tooneelmatig was voorbereid en
eenigszins deed denken aan Jeanne Dare's
eerste ontmoeting met den ..gentil dau
phin" (4). Maar hoe dan ook, het lot blijft
haar en haar broers voorloopig gunstig. Zij
wordt gevierd, de broers eveneens.
De arme Pierre krijgt van den hertog van
Orleans zelfs een eilandje in de Loire ten
geschenke. De toekomst schijnt zonder zor
gen.
Dan komt, eensklaps, de tegenslag. Hoo
en waardoor, is niet na te gaan. Het feit al
leen is er. Plotseling verneemt men, dat de
„Maagd van Frankrijk" op last van den ko
ning te Parijs, aan den schandpaal is ge
bonden. ten toon gesteld voor al den volke.
Op weg naar de hoofdstad was zij door Ka-
rel'? soldaten achterhaald on gegrepen. Wat
had zij gedaan om aldus in ongenade te
vallen?
De historie bewaart daarover het stil
zwijgen. Even snel als zij omhoog steeg,
even snel, of nog sneller, verdween de
„Jonkvrouw" in het niet. Haar naam wordt
niet meer eenoemd. Geen officieel stuk
maakt meer melding van haar.
Slechts later veel later, loopt er een ge
rucht als zoude zij als eene boete doendo
zondares teruggekeerd zijn naar haar man,
door hem grootmoediglijk weer zijn aange
nomen en lot in hoogen ouderdom een vroom
en stichtelijk leven geleid hebben op het
slot Tichemont of te Metz, waar boven de
ingangspoort van haar kasteel het wapen
schild hing der echte Jonkvrouw van Or
leans. der Jeanne Dare, die zij. op zoo avon
tuurlijke. doch succesvolle wijze eenige ja
ren lang had weten te doen herleven in de
oogen haTer goedgeloovige tijdgenooten.
A. J. BOTHENIUS BROUWER.
(1) De eene was een. bloedverwant van
Jeanne Daxc, uit Sarmalze afkomstig, die
een en twintig jaar na Jeanne's dood optrad
en voor „de Jonkvrouw" wilde doorgaan.
Zij zat spoedig achter slot en grendel, her
riep alles, wat zij beweerd had, en....
trouwde. Do andere, uit Le Mant afkomstig,
een vrouw van verdachte zeden. weTd wel
dra aan den schandpaal gehecht en veroor
deeld tot zeven jaar gevangenisstraf. Zij
verscheen omstreeks het jaar 1460.
(2) „loute sa parenté et lignage, et, en
faveur et, contemplation d'elle, toule leur
postérité male et femelle, nêe ou a ndilre,
en Iégilime mariage".
(3) Merkwaardig is dit zeker. In do ste
delijke rekeningen wordt deze lijfrente ver
meld te gelijk met de terzelfder Ijjd
voor Jeanne's zielmissen gedane uitgaven.
(4) Dit wordt gemeld in een niet bevestig
de kroniek van Pierre Sala, die in dien tijd
leefde en ook berichtte, dat de onechte
„Jonkvrouw" schuld beieed en gestraft
werd.
RECLAME.
ZEER APARTE HOED
VAN PRIMA VILT 4058
SAMENSTELLING VAN
GEMENGDE VEEVOEDERS.
Een wettelijke controle?
De heer Van Rappard heeft aan den Mi
nister van Binnenlandsche Zaken en Land
bouw de volgende schriftelijke vragen ge
steld
Is het juist dat het comité in zake vee
voeder opgericht in Januari 1928 door be
langhebbenden bij den handel in geiueDgde
veevoeders, in overleg met den directeur
van het Rijkslandbouwproefstation voor
veevoederonderzoek te WageniDgen, een
plan heeft ontworpen tot vrijwillige von-
trole op dc samenstelling van gemengde
voeders en dat dit plan aan Uwe Excel
lentie is aangeboden ter omzetting in eenf
Koninklijk besluit?
Zoo ja, zou Uwe Excellentie dan willen
bevorderen, dat over den inhoud van dit
ontwerp de centrale landbouworganisaties
worden gehoord, alvorens dit ontwerp zen
der meer tot Koninklijk besluit wordt ver
heven 1
5
Bankier „Nee, ik ben zeker in geen vijftien jaar binnen een
schouwburg geweest".
Tooneelspeler „Zoo, dan bent u een van de oorzaken, dat
ik In geen vijftien jaar binnen in een bank geweest ben".
(Humorist)