Bij Scheren 8544 PUROL EEN BEZOEK AAN HET OORLOGS-MUSEUM liet bf sfeer? beproefde inwijfniiddei tegen UIT RUSLANB. BRIEVEN UIT AMERIKA. ook den invloed ondergaan van den wel verbreiden indruk dat alle taxi-oèautteurs een zekere ruwe zelfbewustheid bezitten, waartegen argument van den gemiddelden, vredelievenden en herrie-hatendeo burger iriei is opgewassen. Maar een lid van het Brifscbe Dierkundig Genootschap een persoon dus die wal tegenover woester exemplaren zal hebben gestaan dan dezu.ken die boven vier meer ot minder wit gekalkte taxi-wieien door de Londensche straten zwerven heelt zich dezer dagen met sucoes tegen de hier ge er hotste regeling verzet. Hy kwam uit den Dierentuin by Regent's Park en liep de ry taxi's af, die daar een vaste standplaats hebben. Het derde voertuig in de „rank" leek hom veel schooner dan de voorgangers en by beproefde dus dat derde voertuig te buren. De bestuurder weigerde hem te ver voer en... ei* den volgenden d3g werd deze weigeraar voor den poatierechter van het district mot een pond sterjng beboet. Zyn weigering was een overtreding geweest van dc wetten, die het taxi-bedrijf moet in acht nemen. De chauffeur werd verdedigd door eqn advocaat van zijn vakbond. Maar de magistraat weigerde te luisteren naar de voorstelling dat de chauffeur aan het hoofd van d® taxi-rij recht kon doen gelden op den eersten passagier of „fare", die zich aanmeldde. Hij erkende dat het gebruik hem bekend was maar het bestond niet lang genoeg oms het wetskracht te geven. De invloed van deze rechterlijke uit spraak zal misschien zijn dat de raenschen voortaan zullen zoeken naar d® taxi rne% het aantrekkelijkst uiterlijk. Dat kan dan weer tot heilzaam gevolg hebben, dat de taxichauffeurs om strijd zullen gaan poet- een boenen en stoffen en dat Londen straks een keur van openbare taxi's zal hebben, die elkaar in zindelijkheid en glans niets toegeven en waarin de keurigst gekleede hertogin, markiezin of film-ster kaupxaais- nemen zonder gevaar voor haar jurk. zon der gevaar voor haar waardigheid. km wanneer het zoo ver is, kunnen de chaui. feurs ook weer terugkeeren tot don regel van den voorsten wagey. De plichten en de rechten van den Lon- denschen taXi-chauffeur zijn velerlei en in gewikkeld. Een deel er van is ontbeend aan oude wetgeving. Een taxi behoeft b.v. een passagier nimmer verder te vervoeren dan een afstand van zes mijl of ten naaste bij 40 K.M. De chauffeur kan dit recht ontJeenen aan een vijftig jaar o*de wetgeving op het bedrijf van huurrijtuigen in Londen, uit een tijd due toen ©r nog geen motorvoer tuigen waren en de hansom" het um beproefde op te knappen dat nu door de taxi's wordt verricht. Hansoms" zijn nu museumstukken geworden, die zidh nog wel eens schuw en altijd in het holle van den nacht op straat vertoonen. Maar de oude verordening betreffende het maximum vao den te vervoeren afstand, gemaakt met het oog op den niet steeds levenskrachti ger! „bavermotor" bestaat nog en is nog van kracht in dezen tijd van door benzine verkregen paardenkrachten. En men heeft er we] een* last mee, wanneer men met een osdienstwilligen chauffeur te doen heeft. Wanneer men b.v. aan een der boot- trein-statioDB ten Zuiden van de Theems aankomt, vaak met veel bagage en in deü laten avond, en een woonhuis in het hooge Jïoorden van Londen de bestemming is, dan kan een onwillig taxi-bestuurder ern stige moeilijkheden scheppen. Hij kan of bot weigeren het vervoeT te ondernemen, door uit te maken dat do afstand meer dan zes mijl is, of sjacheren om een bui tensporige fooi in ruil voor zijn bereidwil ligheid. Jk moet er echter terstond op laten volgen, dat men zulke onmenschelijke kerels slechte bij uitzondering ontmoet. Tegenover dit taxi-drama aan een sta tion staat een ander van ganseh tegenover gestelde strekking, waarin dezer dagen een kennis van mij de rol van het slachtoffer speelde. Hij arriveerde aan het bekenou Victoria-station met een zwaren koffer en VToeg een taxi-chauffeur hem naar een hotel dichtbij te brengen. De man had er geen zin in, waarschijnlijk omdat hij op een naar zijn oordeel voordeeliger rit kon rekenen en verklaarde botweg dat mijnheer het wel 1-oopende af kon. Mijn heer liet zich echter zoo niet afschepen. Hoewel hij een vreemdeling in Londen was, wist hij wel dat een taxi-chauffeur verplicht is ,,een vrachtje" aan te ne men. Hij riep een politie-agent... die ech ter ip dit geval niets kon doen daar de chauffeur niet op openbaar gebied maar Op het particulier terrein vaD de spoor weg-onderneming stond, waar geen politie verordeningen konden gelden. Maar de lü- heusche man kreeg toch zijn straf. Want ije politie-agent waarschuwde den stations chef. die den chauffeur gelastte zich ter stond van het terrein te verwijderen. J3et is echter duidelijk dat taxi-ohauffeurs. jpdien zij slecht gehumeurd zijn, het wat bedeesde deel van het publiek naar har telust kunnen plagen. In het algemeen wordt echter het publiek goed door de taxi's bediend. De chauffeurs nemen weliswaar in den regel een houding aan van verveeldheid en van superioriteit, die zich verlaagt om u in opperste goed heid een ooschatbaren dienst te bewijzen en zij verwaardigen zich ook zelden ,,dank u" te zeggen voor 'n fooi al was ze nog zoo vorstelijk maar ze brengen u toch thuis of waar ge heen wilt. Er is zelfs een recent geval vaD een sieraad van dit gilde in den peTSOon van een taxi man, die zich liet engageeren, niet voor een rit van ten hoogste zes mijlen maar van onbeperkten afstand. In dit geval ging de Londensche taxi over de wegen naar Schotland en langs een grooten omweg terne naar Londen. Toen deze taxi weer baar plaat© achteraan in een Londen6ohe taxi rank innam, had ze meer dan 1600 mijl afgelegd met een passagier, die op deze ongewone wiize de schoonheid van het Briische laud bad willen bewonderen. Wie op een Zondag tegen den avond door de Parijsche straten wandelt, en vooral over de Parijsche boulevards, en daar de kwieke, vrooÜjke menschen-menigten ziet voortstroomen, waarin het vrouwelijk element domineert en waarvan enkele mannen slechts, en in elk geval dan nog op zeer bescheiden wijze, een gekleurd lintje op de revers van hun jas dragen, die kan zich nauwelijks voorstellen, dat nog niet lang, nog maar een 11-tal jaren ge leden, diezelfde boulevards verlaten lagen, dat veel van diezelfde mannen geparkeerd waren in loopgraven vol modder, waar van oogenblik tot oogenblik de dood op hen loerde, een vreeselijke. vernielende dood. En diezelfde zoo coquette, zorgelooze, mooi aangekleede geschminkte en gepoe derde vrouwen, die in dien tijd nog zooveel jonger waren, die kenden toen slechts dagen vol onrust, en nachten, waarin de sirene plotseling alarm-gillen begon uit te huilen, en zf in een vreeselijke paniek vol van zóó'n ontzetting, dat menig harl er niet tegen bestand bleek, met nauwelijks ee'nige kleedingstukken aan radeloos wegvluchtten naar diepe' kelders toe of naar de gastvrije tunnels van de „métro". Dezen Zondag, nu talrijke van een vroo- lijk vacantie-verblijf terugkeerende Parij- zenaars weer door hun stad wandelen, en met welbehagen de lucht van hun „Paname" weer inademen, samengedrongen zitten op de café-terrassen, en hun dorst lesschen in een genoegelijke stemming, die door geen enkele maatschappelijke of poli tieke zore verstoord wordt, nu geen enkél evenement de gemoederen in beroering brengt behalve e'en paar min of meer ge heimzinnige moordgeschiedenissen, waar over de kranten, bij gebrek aan andere ge beurtenissen. in den breede uitweiden wat dunkt u van het, hoe zal ik zc-'ggen, van het filosofische plan, om eens een uit stapje te maken tot op een kilometer builen de porte de Vincennes, en daar een bezoek te brengen aan het gewoonlijk weinig be zoekers trekkende museum van den grooten oorlog, waar een enorm aantal documenten, bibelots, kunstwerken en foto's zijn tesamen gebracht, die vertellen van, doen terugden ken aan. doen terug-leven in den afschu- welijksten tijd die de menschheid gekend heeft en die vier jaar lang ieder denkend wezen in één onafgebroken spanning van angst, smart en medelijden heeft gehouden. Het is verwonderlijk, hoe dezelfde men schen, die op de ontzettendste wijze geleden hebben in dien tijd. die er een actief aan deel aan hebben genomen, die er zelfs tot nu toe een onuitwischbare lichamelijke her innering aan hebben overgehouden, nu weinig of niet meer aan dat toch nog zoo dichtbij gelegen afschuwelijk verleden den ken, en een vroolijk zorgeloos gezicht ver- toonen, verlangend slechts naar leven, ge nieten, zich amuseeren. Van de groote boulevards tot aan de porte de Vincennes zijn we zeker toch wel duizenden van die vroegere helden tegen gekomen. die toentertijd hun lc-ven ten offer 6telden voor hun vaderland, en die jaren lang, dag-in dag-uit op de ongeloofelijksle wijze geleden hebben.... en toch, slechts heel zelden meTkten we een norsch of som ber gezicht op, en nog minder een oorlogs verminkte, onneindig droevige levende herinnering aan dien gruwel-tijd. We komen door zeer drukke, levendige wijken, die steeds meer het karakter van echte volks-wijken aannemen, tot aan die van den faubourg St. Antoine. de place de la Nation en de avenue du Tróne, die de wijken zijn, waar misschien het grootste aantal arbeiders, kleine handswerklieden en arme luiitjes van Parijs samen wonen. Wie weet niet. welke rol de bewoners van die wijken gespeeld hebben bij al de Pa rijsche revoluties, opstanden en oproeren! Toch ontmoeten we ook in deze wijken slechts vroolijke, opgewekte, in hun Zon- dagsche pakje uitgedoste menschen. Hier en daar een troepje vrouwen om de kar van een groenteboer heen, die zich verlaat heeft in zijn vaste kroegje, en die1 om nu gauw naar huis te kunnen gaan. en op zijn beurt Zondag te kunnen gaan vieren, haastig al zijn appels of tomaten tegen een laag prijsje van de hand doet, en levendig de grappen beantwoordt van zijn jonge, montere clien tèle, die door het plezier van dc Zondags rust vandaag al i*n een bizonder oolijke, plaagachlige stemming is Ongevoer een kilometer verder, nog weer door een dergelijke volks-menigte heen, langs een boulevard, waar in de week druk alle mogelijke soorten van kleine handel tjes gedreven worden, daar bevinden we ons plotseling voor een enorm, indrukwek kend gebouw, van een strenge, imponee- rende stijl. Bijna een gevoel van terreur grijpt u aan voor dit historische bouwwerk, dat vroeger tot woning gediend heeft aan koningen en aan almachtige staatslieden, en waarin nu talrijke leger-diensten zijn ondergebracht, dat een belangrijke bibliotheek bevat aan den oorlog gewijd, en het Oorlogs-museum. Dat gevoel van terreur verklaart zich voldoende, wanneer men zich herinnert welke rol een bepaald terrein achteT het kasteel, het z.g. Polygone. tijdens den oor log gespeeld heeft, toen daar talrijke levens, wier aantal men misschien nooit kennen zal. daar hun onherroepelijk einde vonden, en boelen moesten voor hun fout tegenover het vaderland of het land. dat hun vrien delijk een woonplaats geboden had. Denk maar eens aan de namen van Bolo-Pacha, van een zekere zeer talentvolle journalist Duval, en van dien van de bekoorlijke dan seres Mata Hari. Na een lange allee te zijn doorgegaan, tusschen twee rijen allemaal even druk- kend-gewichtige gehouwen, zijn wc einde lijk bij de kapel aaggekomen en bij den ingang van het museum De binnen-versiering van het gebouw schijnt vaak wonderlijk te vloeken met de ontelbare voorwerpen, die er in onderge bracht zijn. En inderdaad, wat kunnen mythologische voorstellingen, uitgevoerd op dn 18de eeuwsche manier, gemeen hebben met de talrijke aan de wanden opgehangen schilderijen en leekeningen, waarop men niets dan oorlogs-tooneelen. kanonnades en granaat-uitbarstingen ziet. De zalen volgen elkaar op in een perfekte klasseering. Bijna al de naties, die aan den oorlog deelgenomen hebben zijn er meer of minder rijk vertegenwoordigd door aan plakbiljetten, medailles, bibelots, die de soldaten in de loopgraven vervaardigden, schilderijen, teekeningen. foto's, of cera- miek-werk. En zelfs enkele neutrale landen. Zoo heeft Nederhand er dc eer van bijna een heelen wand met een groot aantal voor werpen van aardewerk, die allemaal be trekking hebben op den oorlog en de eco nomische weerkaatsing daarvan in ons land den fameusen „distributie-tijd" bij voor beeld. Wat de schilderijen en teekeningen be treft. een groot deel daarvan is geleekend met den naam van nu beroemde kunste naars, «die persoonlijk den oorlog meege maakt hebben, die met hun eigen oogen aanschouwd hebben, die doorléden heb ben, en die al hun talent eraan gewijd heb ben om hem in beeld te brengen, in zijn meest verscheiden aspecten en evenemen ten. We willen den lezeT niet door alle zalen heenvoeren, noch een opsomming geven van al de tentoongestelde voorwerpen. Er zijn cr meer dan 170.000. van de grootst moge lijke verscheidenheid, die allemaal van dichtbij of van verder op den oorlog be trekking hebben. Ze ziin een bezoek volop waard, en niet alléén door hun historische waarde cn de oneindig-lragische herinneringen, die ze opwekken, maar heel vaak ook door' hun onvergelijkelijk artistieke ktvaliteilen. Maar toch, méér nog dan door de schil derijen ep teekeningen. hoe talentvol ook, méér nog dan door de bibelots, hoe roerend van kinderlijken eenvoud vaak,'krijgt men een Iragisch-suggestieven indruk van dien afschuwelijken tijd door de foto's, die tal rijke bij de ramen opgestelde „veroscopes" te zien geven. Bij het aanschouwen van die stukjes directe oorlogs-waarheid, voelt men zijn hart -breken van afschuw en mede lijden En enkel de herinnering aan som mige' foto's doen u de tranen in de oogen komen En hcclemaal achter aan de reek9 van zalen, daar wacht den bezoeker een zuiver artistieken toon. Naast een reek9 diep-tragi- sche beelden, is daar een collectie van was sen poppetjes te zien, die voorstellen de verschillende beroepen en bezigheden, die tijdens den oorlog, toen de mannen aan het front waren, door de vrouwen uitgeoefend werden. Zelden zagen we zóó'n gracieuse collectie van wassen beeldjes. Bijna al de klassen van de Parijsche maatschappij zijn er ver tegenwoordigd Men moet werkelijk Fransch- man zijn om zooveel gratie te kunnen ver- leenen aan een vrouwelijk Iramconduc- leurtje of aan een robusle Amerikaansche van de Y. M. C. A. Buiten woelt de vrooliike, kwieke Zon- dagsmenigte; op de café-terrassen zitten dicht op elkaar gedrongen de van hun rust dag genietende gasten, waaronder eenige oorlogs-gedecoreerden. Maar de oorlog zelf o, wat is die ver weg!. M. DE ROVANNO. RECLAME. Cfilossuig, Bij apothekers «n drogisten werkrijgbaar. 3504 Gesprekken in een trein in Rusland. (Nadruk verboden). Het werd den Iaatsten lijd mode een reis naar Rusland te ondernemen en later een boek over deze reis te schrijven. De reizigers zijn bijna steeds (zeker 99 pet menschen, die geen woord Russisch ken nen. die niet het minste begrip van de Russische toestanden, opvattingen en zeden hebben. Zij worden zeer vriendelijk ont vangen door het beruchte WOKS (de ver- eeniging, welker hoofddoel is de buiten landers te bewerken en in hel buiten land vereen i gin gen, zooals er ook een in Nederland beslaat, die bewust of onbe wust in den regel doen de leiders en organisators van die vereenigingen het bewust en worden zij daarvoor door de bolsjewiki betaald te organiseeren en te steunen). De vriendelijkheid dezer or ganisatie gaat zoo ver, dat zij den vreem deling volkomen „onbaatzuchtig" alle mo gelijke (in den regel zeer gefantaseerde) inlichtingen verschaft en hem een gids geeft. De laak van dezen gids is. den bui tenlander datgene te laten zien, wat de sovjet-overheid wenschelijk acht, zijn vra gen te beantwoorden (daarbij, zooals het nog kort geleden weer is gebleken, op schaamtelooze wijze liegend en de feiten verdraaiend) en als tolk te fungeeren; de tolk vertaalt de antwoorden natuurlijk zóó als hij hel zelf noodig vindt. De buitenlan der. die daarna op grond van deze gegevens zijn boekje schrijft, is in dc meeste geval len te goeder trouw en weet zelf niet, dat hij een slachtoffer van een kunstig in elkaar gezette machinerie is geworden en de leugens van zijn „vriendelijke en on baatzuchtige" informateurs herhaalt en door onwetendheid aanvult. Voor iemand, die het Russisch machtig is en die de toestanden in Rusland kent, is het zeer moeilijk, zoo niet onmogelijk, in Rusland te komen (tenzij hij bekend slaat als overtuigd voorstander van het sovjet-regime of in dienst van de tegen woordige heerschers van Rusland staat; het aantal dezer buitenlandsche betaalde agenten van het sovjet-regime is veel groo- ter dan de meeste Westerlingen vermoe den). Nog moeilijker is het voor een Rus. die in het buitenland woont naar Rusland te gaan; alleen zij, die bekend staan als communisten, krijgen een visum voor een reis naaT hun eigen land en dat ook slechts na een grondig onderzoek door de G. P. OE. Hoe volmaakt de sovjet-organisatie ook is, hier en daar zijn er toch lacunes. Er zijn tegenwoordig veel Russen, die burger van een vreemde mogendheid zijn geworden. Met vreemdelingen, vooral met Amerikanen, is de sovjet-regeering steed9 menschelijker en zoo gebeurt het een enkelen keer, dat een vroegere Rus in slaat wordt gesteld een reis naar zijn vroeger vaderland te ondernemen. Een dergelijke reiziger, de Amerikaansche burger Chanin, heeft zeer interessante er varingen in Rusland opgedaan. Chanin is een oud-Russisch revolutionnair, die voor zijn revolutionnaire en socialistische over tuigingen door het czaristische regime naar Siberië was verbannen. Hij vluchtte uit het barre Noorden, sloop over de grens en loog naar Amerika, waar hij spoedig een voor aanstaande positie in de arbeidersbeweging heeft ingenomen. Als oude revolutionnair en socialist sympathiseerde Chanin met de bolsjewiki. Toen hij naar Rusland ging, was hij overtuigd, er zoo geen paradijs, dan toch in elk geval een poging te zien om een nieuwe maatschappij op de basis van recht vaardigheid en socialisme op te bouwen. De werkelijkheid bleek echter zoo ontzettend, dat deze oud socialist een overtuigd revo lutionnair tegenstander van het sovjet regime werd. Zijn ongekunstelde brieven over hetgeen hij in Rusland gezien heeft, zijn het beste wat op dit gebied verschenen is. Wij willen hier een paar episoden ver tellen van hetgeen hij op zijn terugreis heeft ondervonden. Chanin kwam 's nachts in een wagon binnen, die zeer schaars verlicht werd door een stompje kaars. In den hoek zat een jonge man met een pet van een technicus op het hoofd (in Rusland bestaan nog uni form-petten voor verschillende groepen men schen). De jonge man was letterlijk in lom pen gehuld en zijn gezicht zag er bleek en j vermagerd uit. Chanin knoopte met den jongeling een gesprek aan. Het bleek een zoon van een revolutionnair socialist te zijn, dien de bolsjewiki naar Siberië hebben ver bannen. De zoon weigerde communist te worden en werd daarom niet lang op een plaats geduld. De communistische cel van elke fabriek, waar hij werk vindt, weet na een paar maanden de administratie te dwingen den jongen man te ontslaan en dan moet hij verder reizen, op zoek naar arbeid. Tijdens het gesprek vroeg de jongeling: „Waar hebben de arbeiders het beter: in Sovjet-Rusland of in Amerika? Chanin antwoordde hem, dat de vraag dwaas was. dat de positie van den arbeider in Amerika zoozeer in alle opzichten beter is, dan die vam de arbeiders in Rusland, dat het belachelijk was zelfs een vergelijking te willen maken. De jongeling werd nog bleeker en zei: „Ja, ik dacht ook, dat de arbeiders het daar veel beter moeten hebben dan hier. Maar onze kranten schrijven eiken dag zulke vreeselijke dingen over het leven der ar beiders in Amerika, dat ook ik, die weinig vertrouwen in hun geschrijf stel, het begon te gelooven." Te Sjepetowka moesten beiden eenige uren op de aansluiting wachten en zij wan delden op het station. Plotseling werden zij aangehouden door een agent van de G. P. OE. De agent vroeg den jongen man. wit? hij was, waarheen en waarvoor hij ging en eischte zijn pas. De jongeling antwoordde gedwee Toen de tsjekist dezelfde vragen aan Chanin stelde, ontving hij slechts eenige spottende antwoorden. De tsjekist werd beleedigd en beriep zich op zijn waar digheid, maar Chanin weigerde op zijn vn»* gen te antwoorden Toen liet de tsjekist Chanin met rust enarresteerde den jongeling. De jongeling protesteerde niet; de overige passagiers bemoeiden zich met met het geval: de Russen zijn aan der gelijke tafereelen gewend geraakt. Maar Chanin was in de 20 jaar, die hij in Ame rika heeft doorgebracht, gewend geraak! aan andere toestanden en het geval maakte een deprimeerenden indruk op hem. En plotseling werd hij aangestoken door het al- gemeene onderlinge wantrouwen, dat in Sovjet-Rusland heer9cht Is die jongeling g°en agent-provocateur? Heeft hij hem, Chanin, niet opzettelijk uitgevraagd om nu alles aan de G. P OE te rapporteeren? Het bleek echter, dat zijn wantrouwen vol komen ongegrond was. De jongeling werd na een streng verhoor vrijgelaten. Na de visitatie aan de Russisch-Pool- sehe grens slappen de passagiers in een Poolschen wagon over, maar lot het vol gende station blijven de Russische con ducteurs en de Russische grensbewakers in den trein zitten. Aan de grens werd Chanin opnieuw aan een zorgvuldig en ver nederend onderzoek onderworpen, werden zijn boeken en brieven opnieuw gecensu reerd en ontnam de overheid hem eenige foto's. Dat verbitterde hem zoo, dat hij in den wagon, zonder op de aanwezigheid van de sovjet-ambtenaren te letten zijn meening over het sovjet-regime uitte. In het begin zwegen de overige passagiers. Maar na een poos vond een hunner, een arbeider uit Tsjecho-Slowakije, het noodig Chanin van repliek te dienen en de sovjet-regeering te verdedigen. Intusschen bemerkte Chanin, hoe de passagiers de een na den ander den wagon verlieten; ook de arbeider uit Tsjecho-Slowakije liet Chanin in den steek en verdween. Chanin bleef alleen in de coupé en kon in eenzaamheid over de Rus sische toestanden peinzen. Zijn eenzaamheid duurde echter niet lang. Zoodra de Russische ambtenaren den trein hadden verlaten en hun plaats door Poolsche werd ingenomen, verscheen in de coupé de verdediger van het sovjet-regime. I Toen de Tsjecho-Slowaak Chanin zag, was hij verbaasd. Hij zei toen: „Nu moet ik u om vergiffenis vragen. Toen wij hoorden, hoe vrij tl de sovjet-overheid veroordeelde," dachten wij allen ,dat u een sovjet-spion bent; er gaan vaak spionnen met den trein mede om de stemming onder de vertrekken- den te weten te komen. Daarom hebben wij besloten de coupé te verlaten." Intusschen kwamen ook de overige pas sagiers binnen en vertelden, hoe ook zij geschrokken waren door de vrije taal van Chanin. De Tsjech vertelde Chanin .dat bij alleen dA&rom de sovjet-toestanden ver heerlijkte, omdat hij er zeker van wilde zijn dat de sovjet-ambtenaren hem de grens zouden laten passeeren. „Nu de sovjet- ambtenaren verdwenen zijn en ik niets te vreezen heb, kan ik u zeggen, dat hetgeen u gezien hebt slechts een druppel is in de zee van ellende, waarin de Russische be volking stikt." Hij vertelde over zijn eigen ellendig bestaan, over zijn vrouw (hij was met een Russin getrouwd), die een tijd lang tegen het vertrekken uit Rusland gekant was, omdat zij zoo aan haar land gehecht was, maar die ten slotte door de ellende en ontberingen er toe gebracht, werd in het vertrek naar het land van haar man toe te stemmen. Bij het afscheid nemen excuseerden zich alle passagiers nog eens en zeiden: „Wij leefden in een land, waar de een steeds den ander wantrouwt. U begrijpt dus. hoe uwe woorden in de coupé ons moesten doen schrikken." Dat waren de laatste indrukken van den ouden Russischen socialist en revolution nair Chanin op zijn reis door Rusland. Hij voelde zich als een gevangene, die de ge vangenis verlaten heeft en plotseling op nieuw een vrij mensch is geworden. Cha nin beperkt zich tot het mededeelen van feiten en laat het den lezer over om con clusies te trekken. Dr. BORIS RAPTSCHINSKY. RECLAME. geen stukgaan en pijn meer en ook geen na- schrijncn der huid, als men vóór het inzeepen de huid even in wrijft met slechts een weinig Doos 30, 60, Tube 80 ct. Menigerlei vorm van verspilling. New-York, 6 Aug. 1929. De onnoodige en vermijdbare verspilling in Amerika bedraagt ongeveer tien millioen dollar per jaar, zeggen deskundigen en men is geneigd dit direct voor onzin te verklaren. Er zijn drie soorten verspilling: aan arbeids kracht door werkloosheid of aan arbeid van nuttelooze producten, het niet-gebruiken van natuurlijke hulpbronnen en verspilling in het gebruik. Zelfs in den aJlerbesten tijd loopen - er over alle V. S. nog een millioen mannen naar werk te zoeken en in minder goede perioden, zooals in 1921, bedroeg hun aan tal tusschen de vijf en zes millioen. Stuart Chase, die van het verspillingsprobleera een aparte studie heeft gemaakt en aan wiens mededeelingen ik een cn ander ontleen, gaat zoover, dat hij zelfs de verloren ener gie van een *man, die op een kouden win terdag naar werk loopt te zoeken, in aan merking neemt. Ook dat een man, die twee maal te lang doet over het lappen van een paar schoenen en een houthakker, die op ondeskundige anier een bosch omhakt, zoowel arbeidskracht als natuurlijke hulp bronnen verspilt.Verder haalt hij als ver spilde energie aan het militaire element, zij. die zich bezighouden met vervaardi gen en verspreiden van narcotische midde len en alcohol, misdadigers, kwakzalvers, vervalschers, arbeiders in super mode- en weelde-arlikelen. Op die manier wordt het groote bedrag wat begrijpelijk. „Toen de Pel grims landden in 1620 waren er 8 milliard acres oerwoud, nu zijn er geen anderhalf meer over. Onze beste kolenmijnen zullen in eenige tientallen jaren leeg zijn, de helft van onze petroleum is al op en meer dan de helft van natuurlijk gas." Timmerhout., paardenkrachten door waterbeweging opge wekt, petroleum, metalen, dierlijk leven, dat alles en veel meer wordt met cijfers van zes tot twaalf nullen per jaar verspild. De Mode is een groote zondares, al zou men geneigd zijn de nieuwe ruglooze vogue in verband met de korte rokjes op haar cre dit te zetten. De bijna met het uur veran derende mode der damesschoenljes, de Ox- ford-pantalon van den Don Juan van gis teren heeft alweer plaats gemaakt voor een met plooien om het middel, de duizenden verschillende soorten toilet-artikelen, de snel veranderende modes in juweelen, lekkernijen, haardracht laten minstens zes millioen arbeiders koortsachtig en nutteloos werken. Vijflien percent van het nationa'e inkomen wordt omgezet in wat Stuart Chase noemt: super-luxe en daaronder ver staat hij ook het amusementsbedrijf. Men zal moeten toegeven dat deze onderzoek°r al zeer grondig ie werk ging en met ver spilling betitelt wat menigeen onder de noodzakelijke levensbehoeften rekent. Een groot aandeel in het totaal heeft de verbazingwekkende zorgeloosheid van het publiek. Dat is met e?n typisch voorbee'd duidelijk te maken Een Amerikaan toog naar Londen om daar een middel aan de markt te brengen, dat vet aan het straat- vuil onttrok Hij beweerde, dat per jaar in New-York City aldus 2ö millioen pond vet teruggewonnen werden De Engelschen wa ren ecnigszins sceptisch gestemd ten op zichte van het Londensche vetgehalte cn bij een proefneming bleek het een volkomen fiasco. Men zegt wel eens. dat het ver knoeide voedsel in New-York genoeg zon 2-3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 14