70sle Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 26 September 1929
Derde Blad
No. 2UW
GEMEENTEZAKEN.
BINNENLAND.
HET ALASTRIM-GEVAAR.
FEUILLETON.
Martin's verjongingskuur.
DE HAAGSCHE CODIFICATIE
CONFERENTIE.
Mr. Th. Heemskerk voorzitter.
Ir. J. 6. Pater.
Voor de „A. V. R. O." heeft de chef van
den persdienst van het hoofdbestuur der
P. T. T., de heter J. G. Pater, gisteravond
tijdens een causerie medegedeeld, dat over
wogen wordt het posttarief voor brieven
enz. tot tien gram, bestemd voor Indië,
eenigszins te verlagen. Deze maatregel
wordt overwogen, tene'inde het aantal brie
ven enz. op te voeren.
Het gewicht aan post was bij de laatste
twee vluchten naar Indië belangrijk minder
dan het gemiddelde bij de zes vluchten,
welke het vorige jaar zijn uitgevoerd.
Voorts ligt het in de bedoeling voor de
nog uit te voeren vluchten het eerstvol
gende vliegtuig vertrekt 3 October a.s.
ook de gelegenheid open te stellen corres
pondentie mede te geven bestemd voor lan
den, waarover gevlogen wordt, hetgeen met
de eerste twee' vliegtuigen niet het geval
was. Verder wordt overwogen ook de gele
genheid te geven correspondentie van andere
landen met de vliegtuigen tel verzenden. Ten
slotte zal men voortaan waarschijnlijk ook
geen gebruik meer behoeven te maken van
de speciale lucht postzegels, doch. men zal
kunnen volstaan met gewone frankeer
zegels.
Hoe de teekenaar Mr. Heemskerk zag.
In een geheime zitting van den Volken
bondsraad is de datum voor de conferen
tie ter codificatie van het internationaal
recht in Den Haag vastgesteld op 13
Maart 1930, en is tot- president dezer con
ferentie aangewezen de Nederlandsche
oud-minister irar. Th. Heemskerk.
In verband met het steeds dreigender karakter, dat de alastrim te Rotterdam en Delft begint aan te nemen,
gaan gelukkig ook hier ter stede hoe langer hoe meer personen er loe over zich te laten revaccineeren. Gister
middag werd van de van gemeentewege geschapen gelegenheid tot kostelooze herinenting een zeer druk gebruik
gemaakt. In de Stadszaal, waar personen boven de 14 jaar werden ingeënt, was de drukte het grootst. Niet
minder dan circa 1000 personen lieten zich hier behandelen; in het Elisabethshofje, waar deze gelegenheid be
stond voor kinderen beneden 14 jaar, werden 7 k 800 kinderen gerevaccineerd, terwijl ook in het Instituut voor
Praeventieve Geneeskunde vele kinderen voor het eerst deze behandeling ondergingen. - Onze foto toont de
drukte aan de achterzijde van de Stadszaal.
DE POSTVLUCHTEN NAAR
INDIE.
Een radio-gesprek met de bemanning van
het eerste vliegtnig.
Daartoe in staat gesteld door de wel
willende medewerking van het hoofdbe
stuur der Posterijen en Telegrafie, heeft
de directeur der K.L.M., de heer A. Plee
man, gistermiddag om 2 uur in de studio
aan de Kortenaerkade, te Den Haag een
radiogesprek Jrunnen voeren met de be
manning van de PH-AEZ te Bandoeng,
teneinde gegevens te verzamelen, welke
voor de voorbereiding der volgende vluch
ten van belang kunnen zijn.
Nadat de directeur hulde had gebracht
aan den heer Smirnoff en de andere leden
der bemanning voor de uitmuntende en
beleidvolle wijze, waarop zij het vliegtuig
baar Indië hadden gebracht, werd een
reeks technische vragen gesteld, waaruit
bleek, dat het vliegtuig en de motoren
in alle opzichten uitstekend hebben vol
daan. Er is inderdaad gedurende den
'tocht geen enkel reservedeel gebruikt en
bij aankomst te Bandoeng behoefden
slechts van 2 cylinders de kleppen te wor
den geschuurd.
Ook de organisatie langs de route heeft
bver het algemeen uitstekend gewerkt.
Het vliegterrein te Bangkok bevond zich
in zeer slechten staat.
Ook Veenendaal, de werktuigkundige,
■wist verschillende raededeelingen te doen,
RIJKSVERZEKERINGSBANK.
De opvolger van den heer Noest.
Naar de „Tel." verneemt, i9 in. de plaats
van den heer V. Noest, die per 1 October
a.s. aftreedt als voorzitter van de Rijksver
zekeringsbank, benoemd het tegenwoordige
bestuurslid mr. dr. H. L. van Duyl.
Tot gewoon lid is benoemd mr. H. Bijle-
veld, oud-minister van Marine! en oud-lid
der Tweede Kamer.
HET BIOSCOOPCONFLICT IN
HET ZUIDEN.
Gistermorgen had ten stadhuize te Tilburg
een conferentie plaats tusschen den burge
meester, mr. dr. Vonk de Both en de ver
tegenwoordigers van den NederL Bioscoop
bond, de heeren D. Hamburger Jr., W. Pee
tere en A de Hoop. Er werd een langdurige
bespreking gehouden over een mogelijke op
lossing, doch deze leidde tot geen resultaat.
PROV. STATEN VAN
ZUID-HOLLAND.
De tweede gewone zitting der Prov.
Staten van Zuid-Holland wordt geopend
op Dinsdag 19 Nov. a.s. v.m. 11 uur.
Het ligt in de bedoeling de zitting daar-
na te doen voortzetten op Dinsdag 10 De-
i cember en zoo «oodi'g, de daarop volgen
de dagen
NIEUW REDDINGSMATERIAAL
Het materiaal der Zuid-Hollaaidsche
Maatschappij tot Piedding van Schipbreu
kelingen zal naar men weet worden uit
gebreid. Waarschijnlijk zal omstreeks Fe
bruari de eerste der twee nieuwe motor-
reddingbooten, die in aanbouw zijn in
dienst gesteld kunnen worden. Zij zal te
Hoek v. Holland gestationneerd worden.
De „President v. Heel" de stoomredding-
boot van Hoek v. Holland, die thans in
reparatie is, kan over eenige maanden
haar post terugverwacht worden. Tot zoo
lang wordt zij vervangen door de „Konin
gin Wilhelmma", de motorreddingboot van
Stellendam, welk vaartuig ook dienst ge
daan heeft bij de reddiDg van de schip
breukelingen vaD de „Disciplina". De
nieuwe booten lateD langer op zich wach
ten dan aanvankelijk gedacht was. Het
materiaal vo.or den bouw van reddingboo
ten moet aan zeer hooge eisohen voldoen. I
Men kan daarvoor geen iizer en staal uit j
voorraad gebruiken, doch moet kunnen 1
beschikken over materialen, die op bestel-
ling vervaardigd zijn. Het wachten is nu 1
op de materialen. Zijn die ontvangen dan
kan de eerste der twee booten drie maan- j
den daarna gereed zijn, zegt het ,,Hbld."
ART. 107. PENSIOENWET VOOR
SPOORW.-AMBTENAREN.
Op de vragen van het Tweede Kamerlid van
Braambeek, betreffende spoedige indieuing
van het wetsontwerp, bedoeld in art. 107
van de Pensioenwet voor spoorwegambtena
ren 1925, bobben de ministers van waterstaat
en van financiën geantwoord:
Het wetsontwerp, bedoeld in artikel 107
van de Pensioenwet voor spoorwegambtena
ren 1925, maakt op het oogenblik nog een
punt van overleg uit tusschen de regeering
en de directie der Nederlandsche Spoorwegen.
De regeering venvacht, dat de indiening
van dit wetsontwerp binnen niet langen tijd
kan worden tegemoet gezien.
Aan den disch van de Koningin en den
Prins der Nederlanden hebben gisteren aan
gezeten jhr .mr. de Geer en de leden van het
afgetreden kabinet: mr. J. B. Kan, oud-min.
van binnenlandsche zaken en landbouw, mr.
M. A. M. Waszink, oud-minister van onder
wijs, kunsten en wetenschappen, de heer -J.
M. J. H. Lambcoy, oud-minister van defensie,
mr. H. van der Vegte, oud-minister van wa
terstaat, prof. dr. J. R. Slotemaker de
Bruine, oud-miDister van arbeid, handel en
nijverheid, en dr. J. C. Koningsberger, oud
minister van koloniën.
Uit IJmuiden wordt gemeld, dat de
electrische verkoopinstallatie in den Rijks-
vischafslag aldaar in het begin van Novem
ber voor indienststelling gereed zal zijn.
De gewone audiëntie van den Minister
van Financiën zal op Maandag 30 Septem
ber a.s. niet plaats hebben.
UIT NED. OOST-INDIE.
VERSPREIDE BERICHTEN.
Gisteren hebben de deelnemers aan het
congres van het Comité consultatif internatio
nal technique des communications radio-éieo-
triques een bezoek gebracht aan de Philips'
fabrieken, te Eindhoven.
Bij Kon. besluit is benoemd tót ridder
in de Orde van den Xederlandsohen Leeuw
prof. W. M. de Vries, hoogleeraar te Am
sterdam, voorzitter van het bestuur der
Vereeniging „Het Nederlandsche Kanker-
instituut".
DE NIEUWE VICE-PRESIDENT
VAN DEN RAAD VAN NED.INDIë
BATAVIA, 21 September (Anela). Gister
avond recipieerden de nieuw benoemde vice-
president van den Raad van Ned.-Indië Ch
J. I. M. Weller en mevrouw Welter in hel
daarvoor bestemde paviljoen van het Hotel
des Indes. Zelden was een receptie zoo druk
bezocht als deze. Het was in de couloirs van
de dependance van voormeld hotel een
voortdurend va-et-vienl van ingezetenen van
Batavia uit alle kringen.
Alle leden van den Raad van Ned.-Indië
waren aanwezig henevens vertegenwoordi
gers uil den handel, etc Een schat van
allerlei bloemstukken verhoogde het feeste
lijk aanzien. Het viel op met hoeveel warmte
en belangstelling geheel Batavia van gan-
scher harte deelnam aan de benoeming van
den heer Weiter tot dezen hoogen post.
RECLAME.
VOORTUINEN AAN DEN STATIONSWEG
IN EIGENDOM OVERNEMEN.
In hun voorstel betreffende de verbree
ding van den Stationsweg, schreven B. en
W. dat de voortuinen van de perceelen
Stationsweg Nis 25 en 23 weliswaar voors
hands in het nieuwe trottoir zouden blijven
uitsteken, doch dat ook over overneming
van deze voortuinen onderhandelingen met
de eigenaren gaande waren.
Deze onderhandelingen hebben thans be
houdens goedkeuring van den Raad tot
overeenstemming geleid op deze basis, dat
de gemeente de gedeelten der voortuinen
tegen f. 10 per M2. en ook overigens op de
normaal te achten voorwaarden in eigen
dom verkrijgt. De voortuinen blijven welis
waar ook dan nog, tot een diepte van 50
cM., uitsteken in het nieuwe trottoir, doch
tegen afstand van meer grond bleken bij de
eigenaren bezwaren te gestaan; in ieder
geval beteekent ook de thans voorgestelde
overneming een belangrijke verbetering.
Het bedrag, toegestaan voor de verbree-
ding van den Stationsweg enz., zal ver
moedelijk ook voor de thans voorgestelde
overneming en hetgeen verder in verband
daarmede verricht moet worden, toerei
kend zijn. Na de uitvoering van het werk
en kadastrale opmeting zullen de formeele
besluiten tot aankoop alsnog aan den Raad
worden voorgelegd.
VERKOOP VAN GROND AAN DEN
RIJNSBURGERWEG.
Van den heer J. J. Talsma, burgemees
ter van Kamerik en Zegveld, te Woerden,
ontvingen B. en W. een aanvraag om aan
zijn lastgeefster, mevr. O. A. E. van Andel
weduwe van H. P. Koning, industrieel©,
wonende te Woerden, te verkoopen een
perceel grond, ter grootte van plm. 400
M2., gelegen aan den Rijn^burgerweg,
deel uitmakende van het perceel, kada
straal bekend gemeente Leiden, sectie P.,
No. 1396.
De met adressant gevoerde onderbande-»
lingen hebben er toe geleid, dat deze zicK
bereid verklaard heeft, bedoeld gedeelte
grond, voor den ge vraagden prijs van f. 15
per M2. en onder zekere voorwaarden
voor zijn lastgeefster in koop te aan
vaarden.
BRIEVEN VOOR INDIE.
Verlaging van het lnchtposttariei.
welke voor de K.L.M. met het oog op de
verdere vluchten vaai zeer veel waarde
zijn.
Het tweede postvliegtuig is gisteren om
15 u. 55 rain, te Allahabad aangekomen.
Door RAFAëL SABATÏNI.
Uit het Engelsch dooT C. M. G. d. W.
65)
Zij berispte Valérie omdat zij zoo weinis
at en er was in haar stem een vriendelijke
klank dien Valérie in geen maanden had
opgemerkt niet 9edert de oude markies
gestorven was; achl zij merkte het nu ook
niet op en al hoorde zij het. zij sloeg er geen
acht op.
„Je eet niet, kind," zei ze, Valérie vrien
delijk aankijkende.
Valérie keek op als iemand die plotseling
wakker wordt en op dat oogenblik kwamen
de tranen haar in de oogen. Het was alsof
de stem van de markiezin de sluizen van
haar verdriet had opengezel, zoodat de tra
nen naar buiten stroomden, die tot nu toe
waren tegengehouden. De markiezin stond
op en beval den page en den knecht die aan
tafel diende, de kamer uit te gaan. Zij kwam
naar Valérie toe en sloeg haar arm om den
schouder van het jonge meisje
„Wat heb je kind?" vroeg ze. Een oogen
blik duldde 't jonge meisje die liefkoozing;
het was bijna of zij zich koesterde tegen
den schouder van madame. Maar toen, alsof
zij plotseling tot volledig besef kwam. trok
zij zich terug en maakte zich kalm los uit
de armen van de oudere dame Haar tranen
vloeiden niet meer; haar lippen trilden niet.
„U is heel vriendelijk, madame," zei ze
op een zoo koelen toon, dat de beleefde
Woorden bijna beleedigend klonkend, „maar
ik mankeer niets, het eenige is, dat ik graag
alleen wil wezen."
„Je bent den laatsten tijd veel te veel
alleen geweest." antwoordde de douairière,
zij wilde vriendelijk blijven tegen Valérie;
trouwens indien zij een blik had geslagen
in haar eigen hart dan zou zij moeilijk een
reden kunnen vinden voor haar vriende
lijke stemming, of het moest wezen haar
eigen angst voor Marius. die haar zachter
stemde.
...Misschien wel," zeido het meisje op dien
zelfden kouden, gespannen toon „Dat was
mijn eigen schuld niet."
..Jawel, dat was het wel, kind; stellig was
het je eigen schuld. Al9 je verstandiger ge
weest was zouden wij ook vriendelijker ge
weest zijn. Wij zouden je nooit op die ma
nier behandeld hebben, je nooit ais een ge
vangene beschouwd."
Valérie sloeg de oogen op naar het mooie
ivoorkleurige gelaat, met de zwarte oogen
en zeldzaam ro.ode lippen en een flauw
glimlachje vertoonde zich om haar lieven
mond.
„U had het recht niet niemand heeft u
dat recht ooit gegeven om mij te dwin
gen. ja dwang op mij uit te oefenen
„Dat had ik wel." antwoordde de mar
kiezin op plechtigen toon. „Je vader heef!
mij dat recht verleend (oen hij mij tot voog
des over je aanstelde."
„Hoorde het bij uw plichten als voogdes
mij te trachten af te brengen van mijn
trouw aan Florimond en mij door zacht*
en onzachte middelen te dwingen tot een
huwelijk met Marius?"
„Wij dachten dat Florimond dood was; en
zoo niet dood dan toch zeker jou onwaar
dig, anders zou hij je niet jaren lang zonder
bericht hebben gelalen. En al was hij toen
nog niet dood. nu is het vrij wel zeker, dat
hij niet meer in leven is." Die woorden wa
ren haar bijna onwillekeurig ontvallen en
de markiezin beet zich op de lippen en ver
wachtte een uitbarsting. Maar neen, er
kwam niets Het meisje keek over de tafel
naar het vuur, dat lag te smeulen in den
haard en hoog noodig bijgevuld moe9t wor- 1
den.
„Wat bedeelt u mevrouw?" vroeg zij;
haar toon was lusteloos, apathisch alsof zij
een vraag had gedaan maar niet nieuws
gierig was naar het antwoord.
„Wij hebben eenige dagen geleden tijding
van hem gehad, hij was op weg naar huis,
maar was door koorts genoodzaakt in La
Rochette te blijven. Na dien tijd hebben wij
gehoord dat zijn ziekte zoo ernstig is ge
worden. dat er weinig hoop is op herstel
„En om hem te troosten in zijn laatste
oogenblikken is mijnheer Marius vanmorgen
van Condillac vertrokken?"
De markiezin keek het meisje oplettend
aan; maar Valérie's gezicht bleef afgewend,
zij bleef in het vuur kijken. In haaT stem
klonk niets anders dan een zeer natuurlijke
nieuwsgierigheid
„Ja," antwoordde de douairière.
„En indien zijn eigen pogingen om zijn
broeder uit de wereld te helpen onvoldoende
mochten wezen, nam hij kapitein Fortunio
mee?" zei Valérie op den zelfden onver
schilligen toon.
„Wat bedoel je," fluisterde de markiezin
neth meisje haast in
Valérie keek haar aan; een flauw blosje
kleurde haar wangen.
„Precies wat ik zei. madame. Wilt u we
ten wat ik gebeden heb? Den geheelen 1
nacht heb ik op mijn knieën gelegen van
het oogenblik af aan dat ik weer bij kennis
was en ik heb gebeden of het den hemel
mocht behagen dat Florimond uw zoon 1
doodde. Niet dat ik zoozeer verlang naar
den terugkeer van Florimond. want het kan j
mij niet9 schelen of ik hem ooit weerzie. I
Er ligt een vloek op dit huis. madame," i
ging het meisje voort; zij stond op en sprak
nu op een levendigen toon. terwijl de mar- 1
kiezin een stap achteruit week, haar gezicht j
was zonderling veranderd en plotseling
grauw of vaakbleek geworden; „en ik heb j
gebeden of die vloek den moordenaar Ma- j
rius mocht treffen. Een mooien echtgenoot j
mevrouw, wou u opdringen aan de dochter j
van Gaston de la Vauvrage."
Zij keerde zich om en ging zonder ant- j
woord af te wachten, langzaam de kamer
uit, naar haar eigen eenzame kamers, zoo
vol herinneringen aan hem dien zij be- j
treurde hem dien zij altijd zou moeten
betreuren; hem die gestorven was en lag in
het zwarte water van de gracht onder haar j
venster.
Bevangen door een plotseling opkomen-
den, onverklaarbaren schrik, voelde de mar
kiezin, die al was ze nog zoo vernuftig, to:h
eenigszins bijgeloovig was, haar knieën I
knikken en zij viel krachteloos op een stoel I
neer. Zij was verbaasd dat Valérie er zoo-
veel van wist. zij begreep niet hoe ze dat te
weten was gekomen; ook was zij verbaasd
over haar onverschilligheid voor het gevaar
waarin Florimond verkeerde en haar beken
tenis dat het haaT onverschillig was of zij
hem ooit terug zag. Maar haar verbazing
werd verreweg overtroffen door haar plotse
linge vrees voor Marius. Als hij eens moest
sterven! Zij werd ijskoud bij die gedachte
alleen en daar zat zij, de handen in den
schoot gevouwen, haar gezicht aschgrmiw
De herinnering aan den vloek dien de kerk
over hun huis had uitgesproken had haar
bloed doen bevriezen en haar moed var
wateren.
Eindelijk stond zij op en ging naar buiten
om te informeeren of er nog geen bode ge
komen was, ofschoon zij wel wist, dat het
onmogelijk was, een bode kon het kasteel
nog niet bereikt hebben. Zij klom de 6tee*
nen wenteltrap op die naar de wallen voer
de en daar liep zij in den November zonne
schijn alleen urenlang heen en weer, tij
ding verwachtend, haar oogen inspannend
om het dal van de Isère af te kijken, of de
man te paard nog niet aankwam. En toen
de tijd voortspoedde en de zon ten onder
gang neigde, bedacht» zij, dat in geval Ma^
rius iets kwaads was overkomen, niemand
dien avond naar Condillac zou komen. Dit
uitstel scheen een zeker bewijs van een
slechte tijding Maar dan weer schudde zij
haar vrees af en trachtte zich zelf moed in
te spreken. Het was nog geen tijd. Daaren
boven, wat kon zij voor Marius vreezen?
Hij was 9terk en vlug en hij had Fortunio
bij zich. Er was zeker op het oogenblik één
doode in La Rochette; maar dat kon Marius
niet zijn.
Eindelijk zag zij in de verte iets bewegen,
in de stille avondlucht meende zij heel in
de verte het kletteren van paardehoeven te
hooien. Er kwam iemand aangaloppeeren,
dezen kant uit. Hij kwam dus eindelijk te
rug. Zij leunde op de borstwering, haastig
ademhalend en zag den ruiter al grooter
worden naarmate het paard naderde.
(Wordt veryolgd).