HISTORISCHE FIGUREN.
QeüLx/t- -Z-Vm
Transpireerende Voetei
FEUILLETON.
Martin's verjongingskuur.
BRAND.
Twee boerderijen en 4 woningen afgebrand
Zaterdagmiddag is te Someren nabij Hel
mond door onvoorzichtigheid tijdens een
demonstratie met brandbluschapparaten een
ernstige brand ontstaan. De demonstratie
werd gehouden in de nabijheid van met
slroo bedekte boerenwoningen. De voor het
doel opgestapelde brandstoffen werden door
de apparaten schitterend gebluscht, doch te
laat werd bemerkt, dat het dak van de
naastbijzijndo boerderij vlam had gevat.
Toen men met een nog beschikbaar ap
paraat toesnelde was het reeds te laat.
Spoedig stond de boerderij in lichter
laaie. Het vuur sloeg over op een belen
dende boerderij cn van daar op twee dub
bele woningen, die allen tot den grond toe
afbrandden.
Van de inboedels kon zoo goed als niets
gered worden. De geheele oogst die in de
beide boerderijen was ondergebracht, ging
verloren. 6 gezinnen waaronder een met 10
kinderen zijn hierdoor dakloos.
De twee boerderijen resp. toebehoorende
aan de landbouwers G. van der Weerden,
W. Boerenkamps waren verzekerd. De vier
woonhuizen echter niet
DOODELIJKE VAL.
Op de mijn Willem Sofie te Spekholzer-
fheide is een 25-jarige Poolsche houwer bij
werkzaamheden in de schacht naar bene
den geslort. De man was onmiddellijk dood.
Hij was gehuwd.
Op de Dominiale mijn te Iverkrade is
een 20-jarige mijnwerker, wonende te Kerk-
rade, in een transportschacht naar beneden
gestort. De ongelukkige was vrijwel onmid
dellijk dood. Hij was ongehuwd.
Mevr. A.In dat medaillon heeft u zeker
een dierbare gedachtenis
'Mevr. B.Ja, er is een haarlok van mijn
man in.
Mevr. A.Maar uw man leeft toch nog!
Mevr. B.Ja, maar zijn haar niet meer.
BUITENLANDSCH GEMENGD.
AANVARING OP DE
ST. LAURENCE-RIVIER.
Uit New-York wordt gemeld, dat op de St.
Laurence-rivicr do motorboot van den Ie
Syracuse wonenden millionair, Leeve, in
aanvaring is gekomen met een toerislen-
hoot. De motorboot zonk terstond, waarbij
Leeve, zijn vrouw en de kapitein verdron
ken.
De zwaar beschadigde toeristenboot zonk
kort daarop eveneens De 40 passagiers zijn
gered.
TYPHUS-EPIDEMIE.
t
In de Middel-Frankische stad Weissen-
burg is een typhus-epidemie uitgebroken.
Op het oogenblik zijn er 60 patiënten,
van wie er 21 in het ziekenhuis zijn opge
nomen.
De meeste gevallen moeten van ernsti-
gen aard zijn. Een patiënt is overleden. De
epidemie moet door gebruik van drinkwater
zijn ontstaan. Het volksfeest, dat morgen te
Weissenburg zou worden gehouden, is door
bet districtsbesluuT afgelast.
DE GRAF ZEPPELIN
Het luchtschip heeft boven Siberië een
goede reis gehad en staat reeds in verbin
ding met de Japansche draadlooze stations.
Hedenmiddag tegen een uur of zes wordt de
Graf Zeppelin te Tokio verwacht.
Het marine-ministerie van Japan beeft
zes oorlogsschepen beschikbaar gesteld ter
gelegenheid van den overtocht van het
luchtschip over de Japansche zee. De
schepen zijn reeds uitgevaren.
De leiding van de vlieghaven van Ka-
soemigaoera heeft medegedeld, dat enkel
houders van kaarten op het vliegveld zul
len toegelaten worden, tot het luchtschip
veilig in de loods geborgen is. Het publiek
zal later gelegenheid krijgen om het lucht
schip te bezichtigen.
Reeds wordt gedacht aan de volgende
etappe: TokioLakehurst
De chef der Amerikaansche vloot, Charles
F Hughes, deelt mede, dat de marine alle
toebereidselen getroffen heeft, om de ver
binding met de Graf Zeppelin tijdens zijn
vlucht naar het Verre Oosten en tijdens den
tocht over den Stillen Oceaan in stand te
houden. Het Amerikaansche draadlooze
station te Peipine heeft aanwijzing gekregen
om zoo spoedig mogelijk in draadlooze ver
binding met het luchtschip te treden en
alle mogelijk hulp aan dr. Eckener tè ver-
leenen. Vijftig schepen van de Amerikaan
sche vloot, die zich in de Aziatische wate
ren, vooral te Tsjifoe, bevinden, hebben
eveneens bevel gekregen inlichtingen aan
het luchtschip te verstrekken. Het obser
vatorium te Manila zal langs draadloozen
weg geregeld weerberichten aan de Graf
Zeppelin verstrekken.
DRIE VROUWEN
VERDRONKEN.
Zaterdag zijn in de middaguren bij Cux-
halen drie baadsters in zee verdronken,
doordaj zij in een diep gedeelte geraakten,
Alle terstond ondernomen reddingspogingen
bleven vruchteloos.
ERNSTIGE ONTPLOFFING.
Bij de brandende petroleumbron van
Moreni had opnieuw een ontploffing plaats,
waardoor 15 arbeiders deels zeer zwaar,
deels lichter gewond weiden.
De ontploffing had bij het graven van
een nieuwe geul voor het blusschingswerk
plaa(9 door het ontbranden van gassen ten
gevolge van onvoorzichtig hanleeren van
een lamp.
ERNSTIG AUTO-ONGELUK.
Naar de „Monlag" meldt, is gistermiddag
in de nabijheid van Genthin een ernstig
auto-ongeluk gebeurd. Een met 4 personen
bezette auto uit Berlijn reed in volle vaart
legen een boom. Daarbij werd een vrouw
gedood. I-laar echtgenoot en een beeldhou
wer uit Berlijn en haar broer weiden zwaar
gewond. Zij moesten naar het ziekenhuis te
Genthin vervoerd worden.
AUTO TE MIDDEN
EENER MENIGTE.
Bij plaatselijke wielerwedstrijden te Door
nik moest een auto plotseling uitwijken voor
een kind, dat onverwacht den weg overstak.
Een band van de auto sprong en deze reed
daardoor in op een menigte, die zich op
het trottoir had verzameld. Zes personen
werden ernstig gewond. Een hunner werd
heide beenen algereden, een heeft een ge
broken dijbeen, een kind is bewusteloos en
verkeert in ernstigen toestand.
SPOORWEGONGEVAL.
Uit Henriette (Oklahama, V. St.) wordt
gemeld, dat de passagierstrein van St. Louis
naar San Francisco is ontspoord. Twaalf
negers en twee blanken werden hierbij ge
dood.
RECLAME.
maar J» ll|t loch zuinig op Uw
kaal? Neem Likeroll Dat verzacht
zoo on 't Ie trlsch van gour en smaak.
OOK TEjOEN DORST t
-so cl. p. doos hit Apoth. en Drog.
553
XV.
JEANNE d' ARC.
Het begin van haar opdracht.
Hie komt die Junkfrow von Got
gesant dera Delphin in sin Land.
In hel museum van Orleans is een bor
duurwerk van Duitschen oorsprong. Het
stelt voor de aankomst van Jeanne d' Are
hij het kasteel van Chinon, den 6en Maart
1429. Het is heel oud; kenners beweren,
dat het uit de eerste helft der XVe eeuw
afkomstig is. Op een wimpel, zich slingerend
over de voorstelling, staan de woorden, die
ik hierboven plaatste met de vermelding,
dat de door God gezonden jonkvrouw aan
komt in het land van den Dauphin. Jeanne
houdt in de rechterhand een standaard,
waarop God is afgebeeld tusschen twet;
engelen; daaronder de namen „Ihesus Ma
ria" en drie gouden leliën. Vier ridders
omringen haar. Koning Karei VII, met de
kroon op het hoofd, komt op een valbrugje,
dat over de slotgracht is neergelaten, haar
tegemoet.
De voorstelling is zeer naïef; bovendien
is zij door de weelderige uitbeelding van
de geharnaste jonkvrouw en den gekroon-
den koning in strijd met de historie, doch
zij levert een bewijs voor den geweldigen
indruk, dien Jeanne d' Arc's bedrijf op
haar tijdgenooten heeft gemaakt, en doet
het vermoeden der kenners waarschijnlijk
zijn, dat deze tapisserie nog tijdens haar
leven, dus tusschen 1429 en 1431, haar
glorietijd, is vervaardigd. Na hare smade
lijke ter dood brenging, zou wellicht niet
tot zulk een voorstelling van zaken zijn
overgegaan.
,,De jonkvrouw door God gezonden". Zóó
zal zij voor de eeuwen blijven voortleven,
zij, het eenvoudige dorpskind van Domré-
my. Van 't jaar hebben groote feesten in
haar geboorteland plaats gehad. Vijfhon
derd jaren waren voorbijgegaan, sedert ,,de
maagd van Orleans" Vaucouleurs verliet
om haar koning de boodschap te brengen,
die zij beweerde van de Moeder Gods ont
vangen te hebben en de opdracht uit to
voeren, hem le Reims tot koning te kronen.
Zijn land was voor een groot deel door de
Engelschen bezet, toen hij in 1422 zijn
vader opvolgde. Van zijn zwak karakter,
zijn hang naar genot, zijn besluiteloosheid
en indolentie, scheen geen poging ver
wacht te kunnen worden om het land te
bevrijden. Toen verscheen Jeanne d' Are:
de vaderlandsliefde was in haar vleescb en
bloed geworden en zij voerde haar groote
opdracht, uit tot verbazing hareT tijdgenoo
ten en der eeuwen, die sedert verliepen.
Jeanne d' Are, een stuk geschiedenis,
gelijkend op een fantastisch sprookje; een
brok werkelijkheid, dat onwaarschijnlijk
aandoet, zóó is haar openbaar leven tus
schen eipd Februari 1429, toen zij, het
zeventienjarige boerenmeisje, poogt tot den
ongekroonden koning, den dauphin, door
te dringen, en 30 Mei 1431. datum van
haar dood op den brandstapel. En een
sprookje óók lijkt wat daarna gebeurde:
Jeanne d' Are, door den geestelijken rech
ter als afvallige voor ketterij veroordeeld,
aan den wereldlijken rechter overgeleverd,
on 4°°r dezen op de markt te Rouaan
levend verbrand, wordt vijf en twintig jaar
na haar dood en na een langdurig proces
van revisie in haar eer hersteld. Dan gaan
de» eeuwen voorbij: haar naam stijgt als die
van eene heldin en een martelares boven
alle processen van veroordeeling en rehabi-
tatie. Dichters en schrijvers bezingen
haar. van Francois Villon geboren in
bet jaar van haar dood af, tot Bernard
Shaw in onze dagen toe, dichters en schrij
vers van allerlei landaard, van die haar
aan de Engelschen verkochten voor
10.000 francs 1 en van die haar ver
moordden. En eindelijk zal het eerste
kwartaal onzer XXe eeuw. die Frankrijk's
worsteling op leven en dood zag, haar hei
lig verklaard zien, nadat daaraan, volgens
de voorschriften der Roomsch-katholieke
kerk, een zaligspreking was voorafgegaan.
Inderdaad het is als een sprookje, dat ver
haal van de Lotharingsche kuddehoed9ter„
die haar koning laat kronen, ter dood wordt
gebracht wegens ketterij en daarna opge
nomen onder de breede schaar van heilige
mannen en vrouwen, die de kerk vereert.
Nu is haar beeld, dat reeds, door de beste
beeldhouwers in marmer gehouwen of in
brons gegoten. Frankrijk's pleinen versier
de, in alle kerken. Nu heeft de oorlog, de
smartelijke, aller oogen weer gericht op da
heldin van de benarde dagen dier vijftien
de eeuw. Nu is de Heilige Jeanne d' Are
een der brandpunten van het Roomsch-
kerkelijke leven in Frankrijk. En zooals ik
zeide, nog pas vierde men wereldsche fees
ten te harer eere te Vaucouleurs en elders
in herinnering aan haar zegetocht naar
Reims.
Het is een aandoenlijke fgiuur, die van
Jeanne d' Are, een verbijsterende figuur
tevens, door de kracht, die er van haar uit
ging, de daden, die zij deed. de woorden,
die zij sprak. Moge haar korte openbare
leven een sprookje gelijken, de histo
rie is er om die kracht, die daden, die
woorden te bewijzen. Het is geen fabel,
geen legende, wat zij deed en sprak; het
zijn feiten. Men moge denken, hoe men wil,
over haar hemelsche inspiratie, men moet
aanvaarden, wat er met en door en om
haar gebeurd is De scherpste critici heb
ben. haar leven, haar optreden, haar pro
ces en haar veroordeeling onder de loep ge
nomen. De historische Jeanne d' Are en
haar daden kunnen niet geloochend wor
den. Uit het relaas hunner nasporingen
komt steed9 weer te voorschijn het raad
selachtig bezielde, het „sublieme onweten
de". (D het heldhaftig sterke, ter overwin
ning voerende jonge boerenkind van Dom-
rémy.
Zij was in het begin van Januari 1411
geboren en behoorde tot een welgestelde
landbouwersfamilie. Er waren op het groo
te erf paarden en veel vee, dat door de
kinderen Jeanne was het derde ver
zorgd en gehoed moest worden. Jeannu
kon lezen noch schrijven. Haar godsdiensti
ge opvoeding bestond in bet aanhooren
van mooie verhalen, die haar moeder haar
vertelde. Zij was teergevoelig en, naar de
getuigenis van die haar van jongs af om
ringden, sedert haar eerste jaren van be
wust leven geneigd tot godsdienstige exta
se, melancholie, droomerij. De eenzaam
heid, die het gevolg wa9 van een deel van
haar dagelijkschen arbeid, deed die neiging
toenemen. Op haar dertiende jaar heeft zij
een visioen; zij ziet een groot licht en
hoort een stem, die van den heiligen Mi
chael; later zijn het de heilige Gatharina
en Sainte Marguerite, die haar verschijnen.
Het is een bange lijd voor Frankrijk. De
Engelschen dringen steeds verder door,
het grootste deel des lands is reeds in hun
handen. Dan verschijnt de heilige Michaël,
aartsengel der veldslagen, haar opnieuw.
Hij zegt heen te gaan naar Vaucouleurs,
naar den bevelhebber de Baudricourt; die
moet haar geleiden naar den koning, opdat
zij dezen in het bezit van heel zijn konin
krijk kunne stollen.
De familie is onthutst. Alen gelooft haar
niet; ze is uit haar evenwicht. Zij moet zoo
spoedig mogelijk trouwen. Alleen een oom
ziel de zaak ander9 in, gaat naar de Bau
dricourt, die hem als een hond in een ke
gelspel ontvangt en den raad geeft, zijn
nichtje maar eens een flink pak slaag tc
geven.
Maar Jeanne houdt vol. Nu gaat zij zelf
naar den. bevelhebber en deze, zich herin
nerende de legendes, dat eene maagd Frank
rijk zou redden, en aangespoord door eene
zich langzaam vormende openbare meeningfc
dat Jeanne, de vrome, de met visioenen be
genadigde, die maagd zou zijn, geeft zien
gewonnen.
En Jeanne trekt uit, vergezeld van een
broer en eenige vertrouwde mannen. Zii
heeft manskieeren aan; haar haar is kort
geknipt als dat van een page; als geoefend
paardrijdster zit zij vast in den zadel. Haar
visioen, haar opdrachtsterken haar bij
haar tocht van elf dagen, dwars door het
onrustige land: „Voor dit doel ben ik ge-
RECLAME.
£-j(
ZrtMntfZt.
boren, zegt zij. God, die mij leidt, za] J
mij den weg tot den dauphin vrij aii
Die weg wordt inderdaad geopend. 1
dagen lang laat de koning haar le
wachten. Hij aarzelt, naar zijn gewoml
tuur. Zal hij haar tot zich toelatent f
delijk stemt hij er in toe, zij mag I
maar hij zal haar even onderwerpen!
een proef, die wel zal uitmaken of rl
van God gezondene is. Uit de velen, diél
haar ontvangst tegenwoordig zullen rijïT
zij, die den koning niet kent, moeten!
dekken wie hij is, al zal hij zich als]
hoveling opstellen.
Rechtstreeks, zonder aarzeling gaat g.
hem. haar „gentil dauphin" al.
deelt hem onder vier oogen iets raetk, I
hem vertrouwen geeft, een onrust, die f
kwelde, van hem wegneemt. Dan isd
ning geneigd in haar zending te
Maar zij moet eerst nog een lang i
ondergaan door geestelijken en magist
Ruim veertien dagen duurt het ondeiJ
Men waagt zich niet op één nacht ijs l
15en April zijn alle naspeuringen -I
hare of minder oorbare ten einde. ïf
logen en juristen achten de zaak goe
thans ongevaarlijk. Inmiddels heelt de j
Jeanne's naam gedragen over het
in 't kamp der Engelschen. Haar visioel
de hemelsche stemmen, de opdracht
den aartsengel verwekken hoop en
al naar de zijde, waar zij worden tl
men. In Orleans, door de Engelsche f
gerd, herleeft de moed der FTanschen.|
strijdt voor haar, aleer zij nog haar I
standaard met de gouden ledies hoo;|
heft boven haar klein escorte, de ong
bare, de onwederstaanbare faam en 1
een stemming voor, die haar ten goedj
komen.
Den 25sten April verlaat zij aan het li
van een klein leger het mooie land
Touraine. Een korte sommatie gaal i
ten einde de Engelschen te doen wete
zij nadert. Zelf heeft zij die somraalil
dicteerd. Kort en bondig sommeert rij|
het beleg van Orleans op te heffen i
sleutels der steden, die zij hebben vers
in handen van „de Maagd" te stelleil
Forsche tegenstand wacht haar, dotll
6en Mei valt de stad in handen deT
vrijdende troepen. Gewond doch ovaf
nend trekt zij naar binnen als een b-|
als een wonderdoende bevrijdster
Het eerste deel van haar opdracht ill
vuld. En het Frankrijk, dat den koning
trouw is, ziet in haar de vleesch ge»:
hulpe Gods.
A. J. BOTHENIUS BROUil
Betiteling door haar grooten bil
Villiaumé.
Den titel „dauphin" geeft zij I
omdat hij nog niet de wijding tot tl
had ontvangen.
Het heeft mij eenigszins verwondert!
Eduard Verkade (van wien wij wel f
vergeten, hoe groote diensten hij aatl
tooneel heeft bewezen in een tijd, i'
frissching 'zoo hoog noodig was, en
vele zeer belangrijke opvoeringen will
verschuldigd zijn), in zijn uitnemerij
taling van Shaw's Sint Joan de woo
„gentil dauphin" vertaalde door J
dauphin". Ik geloof, dat hier ..gentil»
heteekenis heeft van edel, zooals Mr
heeft in de samenvoeging van gentilOT
RECLAME.
en andere transpireerende lichaamst.
moei men behandelen met Purolpoafcl
zijnde het meest afdoende middel daail
Purol-Voet-, Toilot- en Kinderpoedeil
Bussen van 60 ct. en 1 gld. Bij ApotkT
Drogisten.
Door RAFAëL SABATINI.
Uit het Engelsch door C. M. G. d. W.
32)
„In de buitenste voorkamer is zijn plaats;
maar daar de sleutel van deze kamer aan
de buitenzijde van dc deur zit, kan hij bin
nen komen wanneer hij wil of wanneer hij
denkt, dat er reden voor is. Als je hem lie
ver niet ziet, kan je in je eigen kamer gaan
daax ginds."
Zij herhaalde deze woorden in het Ita-
liaansch tot den Italiaan, die onverschillig
boog en de douairière volgde de zitkamer
uit; hij deed de deur op slot." De voorkamer
was zeer schraal gemeubileerd, niels dan
een tafel en stoel, waaraan de cipier zijn
maaltijden kon gebruiken.
De man volgde de markiezin over den
houten vloer, waar zijn voetslappen weer
klonken en hield de buitendeur voor haar
open.
Zonder meer woorden verliet zij hem; hij
kon haar voetstappen hooren toen zij de
steenen wenteltrap afdaalde. Eindelijk sloeg
de deur van het binnenplein dicht en hel
knarsen van een sleutel verkondigde den
huurling dat hij met zijn pupil opgesloten
zat in den toren van het kastee' de Con
dillac.
Toen mademoiselle alleen was liep zij
naar het raam en viel slap in een stoel neer.
Zij zag nog zeer bleek, haar hart klopte te
onstuimig want de vreeselijke bedreiging die
lag opgesloten in de woorden der markiezin
had haar voor het eerst echt doen trillen
van vrees sedert het begin van zijn hof
makerij. drie maanden geleden, een hof-
maken, dat al langzamerhand dringender
geworden was, totdat zij er zich eindelijk
Diet meer uit wist te redden
Valérie was een krachtige, fiere persoon
lijkheid, maar van avond scheen er geen
hoop meer te wezen in haar hart. Ook Flo-
rimond scheen haar aan haar lot te hebben
overgelaten. Of hij had haar vergeten, of hij
was dood. zooals madame zeide. Hoe de
ware riand van zaken eigenlijk was, daar
om bekommerde zij zich op het oogenblik
weinig. Het be9ef dat zij totaal in de macht
was van Aladame de Condillac en haar
zoon en de ais het waTe toevallige ontdek
king hoe gewetenloos die macht kon wor
den aangewen^, vervulde haar zoozeer dat
h3j aan niets anders kon denken.
Zij zat bij het raam en keek zonder er op
te letten naar de verflauwende kleuren in
de lucht. Zij was aan die monsters overge
leverd en hel scheen wel dat zij haar zou
den verscheuren.
Zij kon niet bopen op hulp van buiten,
zij geloofde immers dat zij mijnheer de
Garnache hadden gedood. Zij dacht een
oogenblik aan die hoop op uitkomst van
de vorige week, aan de enkele uren vrijheid
waarvan zij genoten had, maar die nu de
sombere hopeloosheid van haar gevangen
schap nog schenen te vermeerderen.
Weer zag zij voor haar geestesoog die
stevige, flinke gestalte, zij zag zijn grooten
neus, zijn grijzend baar, zijn woeste kne
vel en zijn strenge, levendige oogen. Weder
hoorde zij den toon van zijn klankrijke
stem, die zoo verachtelijk kon klinken. Zij
zag hem nog in de hal beneden, met zijn
voet op den nek van dien papegaai van
Condillac, hen allen uitdagende adem te
halen, als hij het hun verbood; weder reed
zij in haar verbeelding op de manen van
zijn paard gezeten, in galop naar Grenoble.
Een zucht ontsnapte aan haar borst. Ja
stellig, dat was de eerste man, inderdaad
een man, dien zij ooit had aanschouwd na
den dood van haar vader. Was Garnache in
haar leven gebleven, dan zou zij moed ge
had hebben, hoop op de toekomst, want er
was iets in dien man dat iemand geest
kracht en moed inboezemde, iets waar
men op steunen kon in moeilijke tijden.
Weder hoorde zij die levendige, klankrijke
stem: „Zijt gij tevreden madame? Heeft u
schoone daden genoeg gezien voor één
dag?"
En toen, te midden van haar overpein
zingen, hoorde zij diezelfde stem van haar
droom in wakenden toestand; zoo plotse
ling. zoo natuurlijk en gewoon dat zij bijna
een kreet gaf van schrik.
„Mademoiselle", sprak die stem, ..ik
smeek u, geef den moed niet op. Ik ben te
ruggekomen om de taak te vervullen die
hare Majesteit mij heeft opgedragen, en ik
zal het doen, ten spijt van die tijgerin en
haaT jong."
Zij zat stil als een standbeeld, zij durfde
nauwelijks ademhalen, mei de oogen ge
vestigd op de violetkleurige lucht. De slem
zweeg, nog zat zij stil. Toen begen zij lang
zamerhand te beseffen dat hpt geen drooro-
stem was, geen spel van haar bezwaard ge
moed. Een stem. een levende werkelijke
stem had die woorden uitgesproken in deze
kamer, hier vlak bij haar.
Zij keerde ?ich om en weder had zij bijna
een kreet geuit, want daar, achter haar,
zijn glinsterende oogen zeldzaam aandach
tig op haar gevestigd, stond de bruine, Ita-
liaansche gevangenbewaarder met zijn
zwarte haren, de man dien zij haar gege
ven hadden omdat hij geen Fransch ver
stond.
Hij wa9 zoo etilleljes achter haar komen
staan dat zij hem niet had hooren naderen;
nu leunde hij voorover, in een dwaze krui
pende houding als een dier dat op hel punt
is een sprong te wagen. Toch boeide zijn
blik haar als iets betooverends. En zoo ter
wijl zij hem aanzag, bewogen zijn lippen
en met diezelfde stem die zii in haar droo-
men gehoord had, sprak de man, die immer9
geen Fransch kende de woorden:
„Wees niet bevreesd, mademoiselle. Ik
ben die domkop, Garnache, die onwaardige
gek, die door zijn drift alles bedorven heeft,
die de kans, welke hij een week te voren
.had om u te redden liet verloren gaan."
Zij keek hem aan alsof zij krankzinnig
zou worden.
„Garnache!" zei ze met een heesche,
fluisterende stem. „U Garnache?"
Ja de stem, dat wist ze, was de stem van
Garnache en geen andere. Het was een
stem waarin men zich niet gemakkelijk zou
vergissen. En nu toen ze keek en nog eens
keek, zag zij dat de neu9 van dien man de
neus was van Garnache, ofschoon heel
vreemd gekleurd en die doordringende
oogen. ja dat waren de oogen van Gar
nache. Maar het haai* dit bruin geweest
was met enkelp grijze haren was zwart; de
rossige snorren die hadden uitgestaan als
van een wilde kal waren ook zwart en zij
hingen sluik neer en bedekten de fraaie lij
nen van zijn mond. Een afschuwelijk
6tompje ongeschoren baard ontsierde zijn
kin en zijn gelaat en veranderde de|
drukking; en de heldere, gezonde
kleur die zij zich herinnerde was nu|
cn bruin.
Plotseling kwam er een glimlach o?|
gelaat, en die glimlach stelde haar I
en nam den laatsten twijfel dien zjjj
koesterde, weg. Zij stond oogenblikkelijT
Mijnheer, mijnheer!" was alles
zeggen kon, maar hoe gaarne had zijl
armen om zijn hals geslagen, zooals zül
een broeder of een vader gedaan zou r
ben en uitgesnikt op zijn schouder, I
heerlijke gevoel van verlichting en oa
keer, dat zijn tegenwoordigheid haar M
Garnache bespeurde iets van haar j
roering; om haar verlichting te geven?
lachte hij en begon haar de omstandig
te vertellen van zijn terugkomst w l
voorstelling aan Madame als een,vent|
geen Fransch kende.
..Het geluk lie*p mij mee, mademoi
zei hij. ,.lk had weinig hoop dat zulk 1
gezicht als ik heb vermomd kon ^1
maar ik beroem mij in het geheel nie«J
hetgeen u ziet. Het was het werk van 1
becque. de vindingrijkste knecht die J
een dwazen heer gediend heeft Het
dat ik vroeger tien jaar in Italië
was, ik sprak de taal zoo gced, dat i*
tunio zelfs er door misleidde. Det
waardoor alle verdenking dadelijk
afviel en ais ik niet zoo lang blijf «H
kleur van mijn haar en baard afgaat^i
verfstof van mijn gezicht, zal ik
vreezen hebben,"
„Maar. mijnheer" riep zij, „u
vreezen hebben!" En angstig stow*1
oogen. .d
(Wordt verrwjj
Uï£ -