VOOR DE JEUGD
LEIDSCH DAGBLAD
70ste Jaargang
Donderdag 15 Augustus 1929
No. 33
t irl iT: iTr ir: ir: :T:
té?11Téi>1 gh?itjln tl11til |h*il
DE ZILVERBERK.
LEGPLAATJE.
ill i i i i t i lil
aar het Engelsch van EDNA LAKE
Vrij béwerkt door
E. DE LILLE HOGERWAARD.
f,
Vervolg van Hoofdstuk XI.
Nora, wat moeten we doen?" vroeg
die op dit oogenblik inzag, hoe
zij gehandeld hadden door zich hier
igen.
was echter niet bang.
om mee hierheen. We kunnen ons ach-
eze bladeren prachtig verstoppen en
ie het is," zei ze, terwijl zij haar
idinnetje in het kreupelhout trok, van-
zij alles konden zien zonder zelf ge
worden.
waren geen oogenblik te vroeg met
oeken naar een schuilplaats, want een
seconden later kwam er een man uit
lijes aan den anderen kant te voor
een man, die bleef stilstaan op de
plelc, waar zij daareven gestaan had-
De meisjes hadden hem geen van bei
dt gezien. Zij konden hem duidelijk
icheiden tusschen de bladeren door
stand juist zóó, dat het lioht der
gaande zon op zijn gezicht viel.
was een lange man zonder baard of
Hij zag er oud uit, want zijn haar
ijs e® op verscheiden plaatsen zelf*
ij had dikke, borstelige wenkbrau-
en zijn donkere oogen keken rond,
:ij iets zochten,
droeg een lange overjas met een
hoewel het een warme avond was,
vilthoed met br eed enrand. In zijn
;rhand hield hij een stok met een
knop. Nu en dan wroette hij niet
slok in den grond in de buurt van
waar bij stond,
bleef hij e enige oogenbrikken staa n
hij doorliep en daardoor Jenny
akte nog wat dieper achter de strui
eg te kruipen, deed Nora geen stap
uit, daar zij veel te graag wilde zien,
verder doen zou.
ude heer naderde nu de plek, waar
en was en toen bij zag, wat daar ge
was. mompelde hij iets. Hij bukte
deed precies hetzelfde, wat Nora
minuten tevoren gedaan had hij
wat van het losse mos op en bo-
t aanda-chtig. Dit onderzoek scheen
bevredigen, want de meisjes hoor-
o binnensmonds zeggen:
zenZij denken dus, dat het hier
deed goed met dat papier te laten
n. Laten ze maar graven, totdat
j neervallen
obtte zich weer op en bleef een
k staan, terwijl hij blijkbaar het
bewonderde. Het bosch daalde naai
>ten, zacht glooiend, en in het Wes-
c de lucht wel in brand te staan
a gloed der ondergaande zon. Hier
ir vertoonden zich kleine wolkjes,
al fraai getint waren. Men kon er
kasteelen met torentjes van n^.-
ele bergen zelfs.
ocisjes zagen, waarheen zijn blik
a volgde^ dien. Zij vergaten een
k,
oogenblik hetgeen de oude, vreemde man
gezegd had. tot hij zich eindelijk omkeerde
en weer in het kreupelhout verdween, zoo
dat zij opnieuw samen durfden praten.
,,Ik ben blij, dat hij weg is.?' zei Jenny,
die zich in dit oogenblik voornam, dat
al mochten de jongens in 't vervolg ook
nog zooveel avonturen hebben, als zij
maar wilden zij deze Btellig niet meer
zoeken zou.
Nora echter genoot er van.
,,Ik vind iets aardigs in zijn gezicht",
zei zij, ,,en ik weet niet, hoo het komt,
maar 't is net, alsof ik hem ken. Ik heb
een gewoel, alsof ik ergens zijn portreo
gezien heb, al weet ik dan ook nietwaar.
Ik had heusch een aanvechting hem aan
te spreken -terwijl hij daar naar de onder
gaande zon stond te kijken. Is de lucht
niet prachtig!"
..Ja, schitterend!" stemde Jenny in, ter
wijl zij wceT langs het kleine paadje Hepen
,,Ik zou wel eens willen weten, wat hij
bedoelde, toen hij zei: ,,Zij denken dus,
dat het hier is!", zei Nora. ,,Ik begrijp
alleen, dat Herr Scharf en die ander iet*
zoeken, dat deze oude heer liever niet
heeft, dat ze vinden. O. nu weet ik op
eens, wie hij is!"
Nora had de laatste, woorden opgewon
den uitgeroepen.
..Wie is hij dan!" vroeg Jenny gretig,
want deze vraag liad haar reede ecDigen
tijd bezig gehouden.
,,Wel, hij is natuurlijk de eigenaar van
Boschwijk, meneer Haverford", zei Nora.
,,En hij weet, dat die beide mannen, de
nieuwe assistent van je vader en die an
der, probeeren iets te vinden. Daarom
heeft hij ze met opzet op een dwaalspoor
gebracht. Maar uit de- boodschap, die de
jongens vanmorgen gevonden hebben,
blijkt, dat zij hun vergissing ontdekt heb
ben."
„Ja", stemde Jenny in. ,,'k Ben be
nieuwd, of je gelijk hebt. Maar stel eens,
dat het werkelijk zoo is waarom zou me
neer Haverford dan een man in zijn dienst
houden, van wien hij weet. dat hij hem
bespiedt? Vader zei immers, dal hij daar
zoo afgezonderd leeft, omdat hij een ge
heim heeft, dat niemand weten mag. Maar
het lijkt wel. of ten minste twee personen
er zich mei hart en ziel op toeleggen, ach
ter dit geheim te komen".
„Wij hadden eigenlijk te voorschijn moe
ten komen om hem alles, wat wij wisten,
te vertellen", z«; Nora nu. Ik vertrouw de
uitdrukking van Herr Scharf's gezicht hee-
lemaal niet Het verwondert mij, dat je
vader hem als assistent aangenomen heeft".
„Hij zou het misschien niet gedaan heb
ben, als hij in zoo korten tijd een ander
had kunnen krijgen", zei Jenny. „Ik weet
dat. omdat ik Vader er over heb hooren
praten met Tante Lize. Ik geloof, dat Vader
hem ook niet lijden mag en hem niet lang
houden zal. Maar hij moet natuurlijk eerst
ec*n ander kunnen vinden".
„Het zou mij niet verwonderen, als deze
er op een goeden dag van door ging", zei
Nóra, terwijl zij reeds vlak bij huis waren.
„Ik denk, dat hij alleen maar hier blijft,
totdat bij uitgevonden heeft, wat hij weten
wil en dat hij dan verdwijnen zal".
'Thuis troffen zij de drie jongens aan eb
zoodra zij onder elkaar waren, vertelden
zij hun. wat zij dien avond gezien en ge
hoord hadden.
..Prachtig!" zei Bob op een toon, die dui
delijk zijn goedkeuring verried. „Ik ben blij,
dat jullie er aan gedacht hebt daarheen ta
gaan. Wij waren vanavond tot nu toe niet
in de gelegenheid, maar zijn van plan nog
eens uit te gaan. De maan zal heel gauw*
schijnen. Ik had een inval, terwijl we uit
waren en we zullen dien ten uitvoer trach
ten te brengen. Maar we hoeven er Tante
Lize niets van te zeggen".
„Wat gaan jullie dau doen?" vroeg Nora,
die nu zij zelve dien avond een avontuur
beleefd had, verlangde er meer te hebben.
„We hebben het samen overlegd, nadat
we thuis gekomen zijn', zei Jim, terwijl hij
opstond om de deur dicht te doen. „Vertel
jij het maar. Bob", ging hij voort, nadat
hij zjch overtuigd had, dat niemand hen
hooren kon. Bob ontvouwde hun plan nu
voor de beide meisjes een. plan, dat
Nora vui-iger dan ooit deed wenschen, dat
ze een jongen in plaats van een meisje was,
terwijl Jenny bijna te bang was om naar
bed te gaan.
(Wordt vervolgd).
Dit legplaatje kun je gemakkelijk naleg-
gen van lucifers, waarvan de koppen ver
wijderd zijn, of van leghoutjes. Voor het
oor van den kandelaar kun je een ronden
knoop of een geldstukje gebruiken.
Laat de vlindertjes niet te dicht bij de
vlam komen, want dan schroeien zij hun
mooie vleugeltjes.