O, DIE KAST! ANEKDOTES. chl zig Zeg, Suus, nu moet vanmiddag eerst die t van jou eens opgeruimd worden, 'tls ir een bende in van belang!" zei Me- iuw De Lange tot haar oudste dochtertje, n deze aan het ontbijt verscheen. In mijn kast?" vroeg Suus verwonderd. al m'n boeken staan op z'n plaats." Ja, kind, maar dat is ook het eenige. Je et eens even naar de andere planken ten." En mevrouw trok de muurkast hts van de suite-deuren open om haar hlertje te overtuigen, iuus zuchtte eens; ja, 't leek wel een ishouden van Jan Steen. Alles lag op door elkaar: Schriften, kladblaadjes, kinderkranten, verfpotjes, kleurkrijt, paar winterhandschoenen, een uit aar gevallen rol serpentine, leege doosjes, figuurzaag en nog veel meer. >uus zuchtte nog eens. Ik begrijp het niet," vervolgde de Moe- „bij Greet is altijd alles even netjes, hoeft nooit haar kast op te ruimen, maar!" En mevrouw trok de andere urkast open, waarin het jongere zusje baar schatten bewaarde. Ze bewoonden heel ouderwetsch huis en het was :rlijk, dat er zooveel kasten waren, uom hadden de meisjes er elk een tot r beschikking. 0, maar Greet is nu eenmaal netjes aan- en ik heelemaal niet," verontschul- de zich Suus. Wat je niet kunt, dat kan je leeren," eerde Moeder, „en je zult vanmiddag je kast opruimen, eerder zal er niets eis gebeuren, 't Treft, dat heljuist nsdag is." tius vond 't wel baT vervelend en ze reep, dat het een groot deel van haar dag in beslag zou nemen, maar 'tzou moeten. Morgens onder het speelkwartier rde Suus, dat het zwembad dien mid- voor het eerst open zou zijn. Ofijn," riep ze, „lis ook zulk heerlijk T" acfc ,r'" Laten we vroeg gaan," stelde één van de sjes voor, „dan is 't nog niet zoo druk." r werd afgesproken om twee uur present zijn. Juffrouw Drost, de gymnastiek les, die er juist bij stond en die een tstochtelijk zwemster was, zei dadelijk, ze ook zou komen. £n zeg, dan houden we een wedstrijd. OrI fin jullie allemaal in 3.30?" vroeg ze. Ja, ja," riepen ze van alle kanten. Nu ik heb nog een groote doos Van itens pastilles, die is dan voor de-geen, die 'l eerst aan den overkant van 't bassin is. langs den langsten kant natuurlijk." Wat een gejuich ging er op. Maar de pauze was om en de meisjes moesten naar binnen. Suus kon heel goed zwemmen. Verbeeld je, dat ik 'm eens win. dacht ze. Wat heer lijk toch, dat 't zwembad al open gaat en met veel huiswerk, maar drie vakken. En die nieuwe duikmuts op en 't nieuwste zwempak aan, dat ik de vorige maand op mijn verjaardag gekregen heb. Op eens schrok ze, want ze dacht aan de kast. O, ja, die kast! Waarom kwam die toch altijd zoo rommelig? Neen, dan kwam er van zwemmen n-iets. Want dan kon ze natuur lijk pas laat gaan, als jufft-ouw Drost en de meisjes al weg waren. Bn als zij dan kwam, was de wedstrijd natuurlijk al af- geloopen. Zoo peinsde ze. En toen om half een de school uitging, was ze niet half zoo opge wekt als onder het speelkwartier. Die kast, die vervelende kast ook! Maar diep in zich zelf had ze de overtuiging, dat het haar eigen schuld was: als ze alles maar op zijn plaats legde, zou 't nooit zoo ver komen. „Nu. om twee uur, hoor Suus!" zei haar buurmeisje. „Ik kom niet," zei Suus bedrukf ,,'k moet m'n kast opruimen." „Ben je mal. dat doe je dan morgen," raadde hc-t meisje haar aan Maar Suus schudde het hoofd en liep in een mopperstemming naar huis. „Het zwembad is open!" juichte Greet, toen ze Suus open deed „Nou, wat heb ik daar &n?" bitste Suus. „Je gaaf toch zeker ook graag zwem men?" „Natuurlijk, maar diat geeft me nu niets: ik., moet., m'n.. kast., opruimen," rekte Suus met een lijzige stem. Suus gooide haar tasch in de gang, hing haar hoed op en ging naar binnen. ..Eerst je boeken in de kast bergen," zei Moeder met een effen gezicht. Suus slenterde naar de gang terug en haalde haar tasch. Ze deed de kastdeur open en.ze wist niet, wat ze zag. 'tLeek de kast van Greet wel!" In een oogwenk zag ze, hoe keurig alles daar lag. de schriften opgestapeld, alle Jonge Volkje's op elkaar, daarnaast alle af leveringen van Zonneschijn, dan al de verf- boel, o, 't was meer dan netjes. En alle rommel, die er niet in hoorde, was ver dwenen. „Hebt U dat gedaan?" vroeg Suus met een verlegen gezicht aan 'Moeder." Moeder wees op Greet „Dank je wel, hoor lieverd," zei Suus en ze pakte haar zusje eens flink. „Hoeral nu kan 'k gaan zwemmen! Er is wedstrijd!" „Daarom heb ik het juist gedaan," zei Greet. „Net, toen je weg was, las Vader in 't ochtendblad, dat 't zwembad open ging En toen zei Vader: dat treft Suus. Maar Moeder verleide toen, dat je eerst je kast op moest ruimen. Ik was toch vroeg thuis en toen heb ik het maar voor je gedaan. Ben je blij?" „Nou, óf ik!" zei Suus. Maar niettemin was er in haar blijdschap toch een lichte wanklank, n.l. dat een kleiner zusje haar rommel op moest ruimen. Neen, dat mocht toch niet weer gebeuren. Toen tegen twee uur een paar meisjes Suus kwamen afhalen, stond ze al kant en klaar. Groet ging ook mee; al mocht ze nog niet in 3.30, ze vond 't toch aardig om naar den wedstrijd te kijken. Suus deed erg haar best. maar 't lukte haar niet den prijs te winnen. Dat hinder de niet, ze hadden met zijn allen loch een echl gezelligen middag en dat beloofde veer voor 't komend zwemseizoen. Ingezonden door Corrie Griffioen. Maandagmorgen. Op een Maandagmorgen was meester op school aan het vertellen over de Hoeksche en Kabeljauwsche twisten. Vertel me eens Piet, vroeg meester, „hoe eindigde die strijd?" En Piet nog met zijn gedachten bij de voetbalmatch, die 's Zondags gehouden was, zei: „Met twee nul voor Be Quick meester." Ingezonden door Jo Dec. De juffrouw uit de eerste klasse had op bord geschreven: Waar gaat gij heen? Ze vroeg aan de kleintjes wie dat lezen kon, maar niemand antwoordde, totdat een klein meisje haar vinger opstak. Ze mocht voor de klas komen en las hardop: Waar gaat gij heen klein knoopen. haakje Ingezonden door Piet Kettenïs. Meester: „Jan, geef jij eens een voor beeld van iets dat bij warmte uitzet, en inkrimpt bij kou." Jan: „De vacantie, meester. In den zomer is ze lang, maar in den winter kort." Ingezonden door Neeltje van Breda. Uit de «cbool. „En nu kinderen, zei de onderwijzeres, wat zou dat voor een beest zijn? Ze laat een plaat zien, waarop een zebra slaat. Jantje: „Een paard in een trui, juffrouw". Ingezonden door Dora la Lau. O, die Noordenwind. Truus: „Juf, wat is het koud geworden!'' Juf: „Dat komt omdat het een Noorden wind is, kind". Truus: „Is 't dan altijd zoo koud?" Juf (onderwijzend): ,,De Noordenwind is altijd koud, onverschillig waar hij vandaan komt." Ingezonden door Cefia Muijzert. Een heer, die van een zakenreis terug kwam gal aan zijn vriend als een geschenk een kistje sigaren. „O, maar dat kan ik loch niet aannemen", zei de vriend, ..'t is ol ik ze zelf niet kan koopen." „Nou, weel je wat," antwoordde de za kenman, geef me dan voor dat kistje maat een dubbeltje dan heb je ze betaald", „Dat is goed", zei de vriend, „maar weet je wat, hier heb je een gulden, geel me dan maar tien kistjes.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 13