Het Stadhuisvraagstuk.
70sïe Jaargang
MAANDAG 8 JULI 1929
No. 21261
Officieele Kennisgevingen.
Het voornaamste nieuws
van heden.
STADSNIEUWS.
LEIDSCH
DAGBLAD
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
30 Cis. per regel voor advertentién uit Leiden en plaatsen waar
agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere
advertentiën 35 Cts. per regel. Kleine AdvertentiSn uitsluitend
bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts. bij een
maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrecht Voor eventueele opzending van brieven
10 Cts. porto te betalen Bewijsnummer 6 Cts.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54
PRIJS DEZER COURANT:!
Voor Leiden per 3 maanden ƒ2 35, per week .TV... f 0.18
Buiten Leiden, waar agentep gevestigd zijn, per week „0.18
Franco per post 2.35 -f- portokosten.
Oit nummer bestaat uit DRIE Bladen
EERSTE BLAD.
ONTEIGENING.
De Burgemeester der gemeente Leiden
maakt bekend, dat ter voldoening aan de
artikelen 10 e.v. der Onteigeningswet, de
stukken bedoeld in art, 12 dier Wet, betref
lende bet stichten van een Gymnastiek
lokaal als uitbreiding van het aan de Hoog-
landsche Kerkgraeht te Leiden gelegen
schoolgebouw der Vereeniging tot oprich
ting en instandhouding van scholen
voor lager en meer uitgebreid lager
onderwijs op Gereformeerden Grond
slag te Leiden, alsmede voor uitbreiding van
de Kaasmarkt aldaar, ter Secretarie der ge
meente ter inzage van een ieder zullen wor
den nedergelegd van 10 Juli a.s. tot en met
30 Juli d.a.r. en dat op Dinsdag 30 Juli
a.s. des namiddags te 2 1/2 uur een Com
missie uit het College van Gedeputeerde
Staten dezer provincie ten Gemeentehuize -
Rapenburg 12 zal zitting houden tot het
ianhooTen van bezwaren tegen bedoelde
onteigening.
De Burgemeester voornoemd.
A. YAN DE SANDE BAKHUYZEN,
Leiden, 8 Juli 1929. 3131
MELKBESLUIT.
Burgemeester en Wethouders van Leiden-.
Gelet op het Koninklijk besluit van 13
Februari 1929 (Staatsblad No. 43"), lol toe
passing van de artikelen 14 en 15 der
Warenwet (Staatsblad 1919, No. 581) op
melk CMelkbesluit 1929, No. 43);
BESLUITEN:
het noodig te verklaren, dat de artikelen
20, 29 en 32 van het bovenaangehaald be
sluit voor de gemeente Leiden van toepas
sing zullen zijn.
Mitsdien zullen de navolgende voorschrif
ten in acht genomen moeten worden:
A. Krachtens artikel 20:
I. melk en/of melkproducten en als zoo
danig aangeduide waren mogen te Leiden
door melkverkoopers of personen In een be
drijf van melkverkooper werkzaam, niet
worden vervoerd met een vaar- of voertuig:
a. dat, onverminderd het dienaangaande
bij de Trekhondenwet bepaalde, niet
voorzien is van een duidelijk leesbaar
en zichtbaar opschrift, aangevende den
naam, de voorletters en de woonplaats
straat en gemeente van den melkver
kooper, aan wien de vergunning, be
doeld in artikel 29, is verleend; an
dere geslachtsnamen mogen noch op
het voer- of vaartuig, noch op of aan
de zich daarop bevindende waren en/
of voorwerpen voorkomen, tenzij op
waren in een verpakking, waarin zij
aan den verbruiker kunnen worden af
geleverd;
b. waarmede tegelijkertijd op melk of
melkproducten gelijkende stoffen en/of
water, worden vervoerd.
XI. melk en/of melkproducten en als zoo
danig aangeduide waren mogen in de ge
meente Leiden bij een melkverkooper niet
"ten verkoop in voorraad aanwezig zijn in
ruimten, waar tevens op melk of melkpro
ducten gelijkende sloffen aanwezig zijn.
B. Krachtens artikel 29;
I. vervoer of het ten verkoop in voor
raad houden van melk en/of melkproducten
en van als zoodanig aangeduide waar mag
door of vanwege hem. die het. bedrijf van
melkverkooper uitoefent, in de gemeente
Leiden niet plaats vinden zonder een door
of vanwege den Burgemeester te verleenen
vergunning, behoudens door Burgemeester
en Wethouders voor bepaalde bedrijven te
verleenen ontheffing.
lil. Deze vergunning wordt afgegeven, in
dien het bedrijf van den melkverkooper
voldoet aan de eischen in artikel 51 van
het Melfcbeslu.it gesteld, en de melkver
kooper schriftelijk juiste opgave heeft ge
daan van de ligging van het perceel en
de perceelsgedeelten, waarin het bedrijf zal
"worden uitgeoefend m. vermelding, of de melk
en melkproducten geheel of ten deele zullen
worden rondgebracht of gevent, dan wel
alleen in het aangegeven perceel zullen
worden verkocht, alsmede welke behande
ling of bewerking zij zullen ondergaan
vóór de aflevering aan de koopers.
III. deze vergunning is slechts geldig,
zoolang geen verandering is ingetreden in
den toestand overeenkomstig de opgaven
sub. 2 bedoeld.
IV. de bepaling van het eerste lid van
dit artikel is niet van toepassing op win
keliers ,die geen andere melk en/of melk
producten verkoopen dan die. voorzien van
de aanduiding ..gepasteuriseerd" of „geste
riliseerd" en/of „karnemelkspap".
G. Krachtens artikel 52:
I. vervoer, het in voorraad hebben of be
handelen van melk en/of melkproducten en
de als zoodanig aangeduide waar mag in
de gemeente Leiden door hem, die een be
drijf van melkverkooper opricht, overneemt
of verplaatst, of die in een gevestigd bedrijf
van melkverkooper lokalen of al dan niet
geheel afgesloten ruimten voor het in voor
raad houden of behandelen van melk en/of
melkproducten in gebruik neemt, opricht,
inricht of wijzigt, slechts plaats vinden door
of voor hem, wiens bedrijf voldoet aan de
eischen, in lid 2 van dit artikel gesteld, en
die, ten bewijze daarvan, aan de met de
handhaving der Warenwet 1919 (Staats
blad No. .581) belaste ambtenaren op hun
eerste aanvraag overlegt een geldige schrif
telijke verklaring, afgegeven door of namens
den Burgemeester, waaruit zulks blijkt.
Deze verklaring is geldig, zoolang zij niet
door of namens den Burgemeester bij een
aan den belanghebbende gericht aange-
teekend schrijven is ingetrokken.
II. De eischen, bedoeld in het vorige lid
houden in:
lo. dat moet zijn voldaan aan de eischen,
in artikel 31, 1ste lid, onder b. en c.
gesteld;
2o. dat de aanvrager door huur of eigen
dom voor zijn bedrijf de beschikking
moet hebben over een winkel, die zich
bevindt aan de zijde van den open
baren weg, waarvan de vloeropper
vlakte niet kleiner is dan 10 M2. en
de hoogte op eenigc plaats in den
winkel niet minder bedraagt dan 2V=
Meter, welke winkel voor geen andere
doeleinden, gebruikt mag worden, dan
waarvoor vergunning is verleend.
Door Burgemeester en Wethouders
kan onder het stellen van voor
waarden aan ten hoogste 3 melkver
koopers het recht worden toegekend te
zamen de beschikking over slechts één
winkel te hebben;
3o. dat in het bedrijf aanwezig moet zijn
een doelmatige inrichting om de melk
koel te houden;
4o. dat het bedrijf niet mag of niet zal
mogen worden uitgeoefend in lokalen
of ruimten:
a. waarin zich deuren bevinden, welke
onmiddellijk toegang geven tot pri
vaten of urinoirs;
b. waarvan de wanden, met uitzon
dering van deuren en ramen, niet
van steen zijn;
c. die zoodanig gelegen zijn, dat
zij van den openbaren weg af niet
le bereiken zijn, zonder te gaan
door keukens of voor woning be-
bestemde ruimten;
d. waarvan de gezamenlijke raamop-
pervlakte minder dan 1/8 der vloer
oppervlakte bedraagt;
e. welke duf riekend of waarvan de
wanden vochtig zijn;
f. waarvan de vloer minder dan
2.50 Mr. beneden de straathoogte
vóór het perceel ligt en meer dan
1.50 Mr. daarboven;
5o. dat het bedrijf moet worden uitge
oefend op erven, voorzien van zoo
danige harde of effen vloeren, dat bo
demverontreiniging voorkomen woTdt;
6o. dat het bovenblad van de toonhank
moot zijn vervaardigd van een materi
aal, dat. geen vocht doorlaat of op
neemt.
III. Van het voorschrift in het eerste lid
van dit artikel bedoeld, kan door of namens
den Burgemeester, ontheffing worden ver
leend aan buiten de gemeente woonachtige
melkveehouders, die bij het in werking tre
den van dit artikel tevens het bedrijf van
melkverkooper uitoefenen.
BEPALEN:
dat dit besluit in werking zal treden op
den derden dag na dien der afkondiging.
Leiden. 29 April 1929.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
A VAN DE SANDE BAKHUYZEN,
Burgemeester.
VAN STRTJEN, Secretaris
Zijnde dit besluit goedgekeurd bij Konink
lijk besluit van 25 Juni 1929. No. 42.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN,
Burgemeester.
VAN STRI.TEN, Secretaris.
Leiden, 8 Juli 1929. 8132
De meening van eenige architecten.
De Bond van Nederlandsche Architecten
zal op Zaterdag 13 Juli a.s. alhier 'n leden- j
vergadering houden, waarop in het bijzon-
der het Leidsche stadhuisvraagstuk zal wor-
den besproken.
Het bestuur heeft de volgende vraag op
gesteld:
„In welke richting moet de oplossing van
het stadhuisvraagstuk te Leiden worden ge-
zocht, aannemende dat blijkens het oordeel
der Rijksmonumenten-commissie de' gevel,
of althans het voornaamste gedeelte daar-
van gerestaure'erd kan worden", en aan de
heeren C. J. Blaauw, W. M. Dudok, ir. J. 1
Duiker, prof. ir. M. J. Granpré Molière, ir.
.1 Gratama, H. v. d. Kloot Meyburg, Alb.
Otten, prof. R. N. Roland Holst, prof. dr.
D. F. Slothouwer en J. F. Staal Jr. verzocht
hun antwoord op deze vraag te willen
geven. De' antwoorden van deze heeren zijn
opgenomen in het „Bouwkundig Weekblad
Architectural
De heer Blauw schrijft:
„Aannemende dat de restauratie van den
ouden raadhuisgevel inderdaad mogelijk is,
komt het mij voor, dat de vérstrekkende
conclusie, door de Rijksmonumentencom
missie gesteld i.z de verbinding van den
ouden «revel aan het nieuwe raadhui ^pro
ject, den aan te wijzen architect voor groote
wellicht onoverkomelijke moeilijkheden zal
plaatsen.
„Voorloopig is nog de eenige reëel e mo
gelijkheid (getoetst aa nnauwkeurig onder
zoek). de restauratie van den ouden gevel.
Rest thans: de bestudeering van het nk-uwe
raadhuisproject èn de verbinding met den
ouden gevel.
„Do uitspraak: de architect moei den
ouden gevel in het nieuwe project opne'rnen"
komt me eenigszins beperkend1 en ook w=d
wat voorbarig voor, want het is immers niet
uitgesloten, dat d<? architect'door det nieuwe
raadhuis gestelde ciichen en wellicht be
perkte' situaVremogelijkheden, daarin niet
zou kunnen slagen! Niet uitgesloten ook is
dat betere mogelijkheden alsnog buiten dit
„moeten" zouden blijken te liggen".
De heer W. M. Dudok schrijft:
„Ik zou in beginsel den bouwmeester niet
willen binden aan den absoluten eisch tot
opneining van den ouden gevel; wèl dient
hij m.i. te onderzoeken of het menschelijke
verlangen tot herwinning der verloren
schoonheid in dit geval te vereenigen is met
een hooggestemd plan. Menschelijk is h"t
verlangen tot herbouw inderdaad, maar het
i9 de vraag of het vertrouwen in de b< lee-
kenis en het vermogen van onzen eigen' tijd
niet sterker bezieling wekken zal in den
bouwmeester die straks lot dezen bouw ge
roepen zal worden. En of men. door hem
te binden aan het ongetwijfeld waardevolle
oude, niet nóg grootere waarden voor de
toekomst in den weg zal staan".
De heer ir. Duiker antwoordt:
„Zoekt mèt de R. M. C. één of meer
architecten (meervoudige opdracht), die van
den ouden gevel en wat er verder nieuws
bij moet komen (dit laatste is o.a. een ge
bouw, maar de* gevel staat ervóór, dus je
kunt het niet zien staan, het blijft ergo
buiten beschouwing), een smaakvol en aar
dig geheel weten te maken.
„Over een paar jaar is alles vergeven en
vergeten".
Prof. ir. M. J. GTanpé Molière is van
meening:
„Dat de v-raag hoe met de overblijfselen
gehandeld zal worden geen beginselvraag is
en dus ge'en deel uitmaakt van de som van
overwegingen die alleen hij volledig over
ziet, die tot den houw geroepen, deze din
gen in hun samenhang bestudeert.
„Gevaar dreigt van een anderen kant, nl.
dat door vooropgezette meeningen, kampen,
twijfelingen, prae-adviezen. ideeën, prijs
vragen enz. de mogelijkheid tot een spon
tane bezieling bij burgerij en architect al
te voren wordt gedoofd. Deze bezieling i9
noodig, en voort9 de vaste en eensgezinde
wil van het stadsbestuur, een wijze-1 archi
tect, die in vol vertrouwen en met de
ruimste bevoegdheid, in nauwe samenwer
king met het allerkleinste aantal daartoo
uit de gemeente aangewezen personen, het
nieuwe raadhuis op historisch en grond ont
werpt".
Uit het uitvoerige antwoord van ir Jan
Gratama is het volgende gelicht:
„Het zou beschamend zijn voor onzen (ijd
wanneer wij bij een fraai brokstuk oude
bouwkunst niet meer goed konden aanslui
ten. Niet het ultramoderne moet hier aan
het woord komen. Dit is nog te-' onzeker, le
onontwikkeld, nog te veel probleem, le
excessief, te onrijp, al is het in hooge mate
belangwekkend door de durf, de kracht, en
het getoonde talent.
„De echt-moderne architect stoort zich
niet aan een oude omgeving, noch aan tra
ditie; hii wil, als revolutionnair. vrij zijn,
geheel zièh zelf. Hij is niet gegroeid in een
nieuwe cultuur; hij verlangt er slechts
hevig naar. Daarom is zijn werk ook meest
al niet meer dan een oprecht probeersel,
een onzeker tasten, belangwekkend, maar
veelal onschoon.
Wij hebben deze voor-vechters noodig; zij
zijn wegbereiders.
„Maar in ons geval slaat het anders; niet
de eigen vrijheid en de ikheid vóórop; maar
vóórop: het piefeit-vol behouden van het
oude. de grootc liefde en bewondering voor
de oude schoonheid. Deze liefde moet het
talent van den ontwerper doen bloeien, en
hieruit zal zijn schepping naar voren ko
men. De architect zal dienend moeien ont
werpen. en toch niet moeten zijn een ge
wone dienaar; al dienende zal zijn per
soonlijkheid overal moeten doorschemeren.
„Als hij een kunstenaar is. zal hij iets
moois en levends maken."
In denzelfden geest oordeelt prof. R. N.
Roland Holst-
„Het naar mijn meening volkomen juiste
advies der Rijksmonumenten-Commissie zal,
wanneer het ook in zijn bindend karakter
wordt aanvaard, het Leidsche gemeentebe
stuur verplichten naar een architect uit te
zien .die in staat is zijn volkomen rede
lijken wensch tot werkelijkheid te maken.
„Het probleem dat de R. M. C. in haar
advies stelt, is niet daarom aeslhetisoh ver
oordeeld. omdat weinige architecten bij
machte zullen zijn het op te lossen. Dc ar
chitect die daartoe wel bij machte is, moet
naast zijn architectonische kennis en gaven,
ook nog het dieper besef hebben, dat het
bij bouwen er niet altijd om gaat in de
eerste plaats eigen aesthetische illusies en
inzichten le realiseeren, maar dat het in
sommige gevallen en zeer zeker in dit
geval een nog schooner opgavö voor den
kunstenaar kan zijn, aan het eerlijk ver
langen van een gemeenschap te voldoen,
ook al zouden zijn persoonlijke wcnschen
daarvoor moeten terugtreden."
De heer Herman van der Kloot Meyburg
meent:
„Dat, waar de restauratie van den gevel
mogelijk wordt geacht en aannemende dat
de oude situatie in hoofdzaak moet worden
aangehouden, het niet uilgesloten is dat ter
plaatse een goed modern raadhuis kan wor
den gebouwd met behoud van den ouden
gevel."
De heer Albert Otten antwoordt o.m. het
volgende:
„Aan de oplossing van het Leidsche stad
huis-vraagstuk zijn zoovele nevenquaesties
■ran economischen, plaatselijken en stede
bouwkundigen aard verbonden, dat de be
antwoording daarvan alleen doenbaar is,
door het instellen van een speciale commis
sie bestaande uit twee architecten,, waar
aan een econoom als derde lid is toe te
voegen. Aan deze studie-commissie moet
volle vrijheid gelaten worden om alle be
langhebbenden te kunnen gaan spreken van
wie zij inlichtingen meenen te kunnen ver
krijgen lot het vormen van een gefundeerd
advies. De gemeente Leiden heeft thans te
veel adviseurs."
Prof. dr. ir. D. R. Slothouwer is vóór het
behoud van den gevel:
„Naar mijne meening is hier een zeer
bijzondere mogelijkheid geboden om in de
sfeer van dit naieve, typisch Nederlandsche
grootsche bouwwerk, een geheel tot stand
te brengen, dat, hoe verschillend de perioden
mogen zijn, de eeuwige waarden van allo
werkelijke schoonheid duidelijk doet voelen.
Een dankbara opgave omdat hier reeds at
mosfeer aanwezig is en dat zelfs niet alleen
aan de Breestraat maar ook aan de Visch-
markt Want behalve het daar overgeble
ven poortje brengt dc geheele situatie mee
dal de Boterbrug als een waardevol element
de stemming mede bepaalt.
„Er is hier een schoon werk te verrichten,
laat men niet door te lang twijfelen be
wijzen, dat men de waarde van deez prach
tige opgave onderschat."
En ten slotte, de heer Staal:
./Het schijnt mij vanzelfsprekend, dat de
gerestaureerde gevel dienst kan doen voor
een bruikbaar bouwwerk, dat misschien een
onderdeel van een nieuw stadhuis zou kun
nen vormen.
„Maar het lijkt mij bedenkelijk, alvorens
een goed situatieplan en een goede plan-
indeeling van het nieuwe stadhuis vast
staat, den architect, met het restaureeren
voor den voorgevel voor te schrijven
dien gevel te benutten in de functie
welke zij ten opzichte van het verbrande
stadhuis had. (als gevel o.a. met den hoofd
toegangen met de ramen van de Raadzaal
en Burgemeesterskamer). Want daarmede is
de kans groot, dat het te maken plan voor
het nieuwe stadhuis bekneld zou worden
tusschen niet meer geldende eischen en
hedcndaagsche eischen aan een raadhuis te
stellen.
„Mijn meening is daarom, dal de B.N.A.
het gemeentebestuur van Leiden moet advi-
seeren, bij opdracht tot het maken van
nieuwe raadhuisplannen, den architect vrij
te laten in het gebruik, dat hij van den te
restaureeren gevel en het dak zal maken,
in verband met zijn te ontwerpen bouw
plannen."
BINNENLAND.
De meening van eenige architecten over
den herbonw van het Leidsche Stadhnis.
(le Blad.)
Van regeeringswege wordt een commissie
van onderzoek naar Curasao gezonden.
(Binnenland, 3c Blad.)
Verschenen is het rapport van den Bond
van Ned. handslaren in brandstoffen be
treffende het brengen van den hnisbrand
onder do Warenwet. (Binnenland, 3e Blad.)
BUITENLAND.
De Fransche regeering neemt stelling tegen
over de kamercommissie. (Buitenl., le Blad.)
Dankdiensten voor het herstel van den
Engelschen koning, die echter weer kon heelt
gevat. (Buitenland en Tel., le Blad.)
Aanslag op een regeeiingsanto in Bnlgarife
(Buitenland, le Blad.)
AUTOTOCHT
VOOR OUDEN VAN DAGEN.
Vol verlangen zien alten, die morgen
aan den „Tocht" zullen deelnemen, naar de
luchl. Zal een stralende zon de oudjes be
geleiden?
De toegangskaarten zijn uitgereikt, de
damee van het Comité hebben ze zelt rond
gebracht. Weenend van dankbaarheid na
men sommige oudjes de geperforeerde brief
kaarten in ontvangst.
„Worden wij hier met de auto afgehaald?
Wat een voorrecht, dat wij mee mogenl
Mevrouw wordl wel bedankt!"
Nog lang kijken zij het lid van het Co-'
mité na, dat zich haast verder te gaan naar
anderen. Frommelend met de kaart in de
bevende handen kijken ze nog maar half
begrijpend, blij ongeloovig, naar het kost
baar document, dat zorgvuldig in de lijst
van dan spiegel bewaard wordl tot het Ding
dag plechtig zal worden opgestoken.
Zij gluren naar de lucht en het pietje
zingt in zijn kooi een veelbelovend lied van
zomervreugde, de roode geraniums zijn hun
leekenen van bloemenpracht, die zij bui*
ten hun kleine huisje en hun nauwe steegje
zullen bewonderen.
Alle auto's zullen verzamelen op de
Hooglandsche Kerkgraeht. die, nu de hoo
rnen gerooid zijn, lot een ruim plein her.
schapen is.
Het publick wordt vriendelijk verzocht,
niet op de Hooglandsche Kerkgraeht te
komen kijken, daar het voor de 80 auto's
makkelijker is zicli op te stellen, als geen
toeschouwers hen in den weg staan.
Er zal opgereden worden uitsluitend door
de Moriaansteeg.
Zoo spoedig mogelijk zal na de opstelling
de lange slang zich in beweging zetten. Alle
auto's moeten uiterlijk halflwee op de Hoog
landsche Kerkgraeht aanwezig zijn. Dan
zal gereden worden door N'ieuwstraat, Burg-
steeg, Korenbrug, Korenbrugsteeg, Bree
straat en Noordeinde. langs den Haagweg
naar .den Leidsche Straatweg op Den Haag
aan, langs den Boulevard van Scheveningen
gaat het weer terug naar Wassenaar, waar
en Meiendel zal worden uitgestapt.
De firma de wed. J. van N'elle te Rotter
dam en de firma Kuperus, Leiden, hebben
allervriendelijkst thee en limonade beschik*
haar gesteld. Dc firma van der Mey, Mare,
Leiden, zorgt voor krenlebollen. De firma
Jamin stuurde chocoladereepen om rond te
deelen. Dc sigarenfabriek Wijtenburg en
de firma Walenkamp zonden sigaren voor
de oude mannen. Wat zullen zij heerlijk
dampen!
Op den terugweg zal gereden worden door
Koordeinde, Kort-Rapenburg, Prinsessekade,
Haarlemmerstraat. Pelikaanstraat, Koppen-
hinksteeg. Kaasmarkt, alwaar de stoet zal
ontbonden worden te ongeveer half zes ure.
Er zullen nog verrassingen komen, maar
daar zwijgt het Comité overl
HANDELSREGISTER VAN DE
KAMER VAN KOOPHANDEL
EN FABRIEKEN VOOR
RIJNLAND TE LEIDEN.
Nienwe inschrijving:
Roozen i- de With, Haarlemmerslr. 70,
Leiden. Import, export, agentuur en com
missie, in technische artikelen.
Eigenaar: J. J. A. M. Roozen,, Ncrordwijk
a. Zee.