DE SPAANSCHE VLIEGERS GERED Doodemans rots 70sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 1 Juli 1929 Derde Blad No. 21254 BINNENLAND. FEUILLETON. Koninklijk bezoek aan Groningen. Een défilé van 128 veieeniqinaen. Hedenmorgen te 9.56 arriveerden H. M. de Koningin, Z. K. H. Prins Hendrik -m H. K. H. Prinses Juliana per extra-trein aan het Zuiderstation te Groningen. De hooge gasten werden vergezeld door mevr. van ReigersbergVersluys, wn. groot meesteres; jkvr. van Swinderen, hofdame der Koningin; baronesse van Sytzema, hof dame van Prinses Juliana; graaf du Mon- ceau, grootmeester van de Koningin; baron Bentinck, stalmeester; baron van Geen, particulier secretaris; baron Baud. Kamer heer van Prinses Juliana, majoor jhr. de Jonge van Ellemeet, adj. van de Koningin; luit. ter zee le klasse Termytelen, adj. van Prins Hendrik; eerste-luit. baron Sirtema van Grovestins, ordonnance der Koningin. Aan het station waren ter begroeting aan wezig de Commissaris der Koningin in Gro ningen, jhr. mr. A. W. L. Tjarda van Star- kenborgh Stachouwer, de burgemeester van Groningen, jhr. mr. dr. L. H. N. Bosch Ridder van Rosenthal en de garnizoenscomman dant luit-kol. G Haenen. Terstond na de aankomst begonnen de klokken (in de stad) te luiden. Na de be groeting verliet het gezelschap het tweede perron. De Koningin inspecteerde de op het eerste perron opgestelde eerewacht, bestaan de uit het 12e regiment infanterie te Gro ningen en de stafmuziek van de derde infan teriebrigade uit Assen. Vervolgens verlieten de hooge gasten het geheel versierde slation om zich naar het Stadhuis te begeven. Ook vele straten wa ren prachtig versierd, terwijl de belangstel ling enorm was. In de vestibule van het Stadhuis bood het dochtertje van den burgemeester, freule M. Y. Bosch van Rosenthal de Koningin en de Prinses bloemen aan. Daarna had de ofr'i- ciëele ontvangst plaats in de versierde raadszaal, waar de burgemeester, wethou ders en raadsleden ter begroeting aanwezig waren. De burgemeester, jhr. mr. dT. L. II. N. Bosch Ridder van Rosenthal hield een rede. welke door de Koningin werd beant woord. Na deze plechtigheid onderhield TI. M. de Koningin zich eenigen lijd met de aanwezigen, terwijl tevens eenige verver- schingen werden aangeboden. Daarna namen de gasten plaats op het hordes van het Stadhuis om het défilé te aanschouwen. Te 10 uur was intusschen begonnen met de opstelling van een défilé, waaraan 128 vereenigingen met ongeveer 6000 leden deelnamen. Te kwart over elf, zette het po litiecorps op het middenterrein het Wilhel mus in, waarna het défilé aanving. Op het verhoogde middenterrein van de GTootc Markt hadden zich 4400 schoolkinderen op gesteld. die vandaar alles goed en veilig konden zien. Na het défilé maakte de Koninklijke Fa milie een rijtoer door de versierde straten, waarna in het gouvernementsgebouw le lunch werd gebruikt. Tc 12.45 uur had de uitreiking plaats van het corpsvaandel aan de vaandelwacht en te 1.20 uur volgde de officiëele ontvangst der afgevaardigden van de verschillende studentencorporaties aan het station. Van het slation ging de stoet naar het kerkgebouw van de Rem. Geref. Gemeente, waar de rector van „Vindicat atque Polit", de heer J. Klaasesz de plech tige opening leidde. De voorzitter der reünisten, prof. mr. I. B. Cohen beantwoordde de rede van den rector. Te 3.30 uur had een matiné musicale plaats in de Harmonie door de Groningsche Orkestvereeniging onder leiding van den heer Kor Kuiler. Te ongeveer 4 uur vertrok de Koninklijke Familie naar de universiteit. Hier werd door de leden van „Vindicat atque Polit" en „Magna Pete" (de Groningsche mannelijke en vrouwelijke studentenvereeniging) de reunie-commissie en vertegenwoordigers der studentencorporaties een défilé gehouden waarna in de aula de ontvangst plaats had door professoren e.a. De verschillende pro fessoren en doctoren werden voorgesteld aan de hooge gasten door den rector-magni- ficus prof. dr. I. H. Gosses, door den secre taris van den senaat dr. W. J. Aalders en den pro-rector prof. G. Scheltema. Eenige jongedames boden bloemen aan. Leden van ...Magna Pete" schonken thee. Vervolgens reed de Koninklijke Familie weer terug naar het gouvernementsgebouw. AFSCHEID Ir. J. A. KALFF. Als directeur der Spoorwegen. In de te Utrecht gehouden algemeene ver gaderingen van aandeelhouders der S.S. en H.S. is aan den heer Kalff op diens ver zoek met ingang van 1 Juli a.s. op de meest eervoile wijze, onder dankbetuiging voor de vele en zeer gewichtige diensten, ontslag als directeur dier Maatschappijen verleend en is tot diens opvolger benoemd de heer ir. E C W. van Dijk. thans chef van den Dienst der Exploitatie der Nederlandsche Spoorwegen. 's Avonds boden de Maatschappijen den heer Kalff in hotel,, des Pays Bas" een af scheidsmaaltijd aan, waarbij behalve de commissarissen, het mede-directielid, mr. van Manen en de chefs van Dienst der N.S. de minister van Waterstaat, de inspec teur-generaal der spoor- en tramwegen °n de chef der afd. vervoer- en mijnwezen van het dep. van Waterstaat aanwezig waren. In zijn tafelrede deelde minister Van der Vegte mede dat het de Koningin behaag»! heeft den heer Kalff als erkenning voor zijne groote verdiensten, meer in het bijzonder voor het vele en belangrijke, dat hij op spoorgebied verricht en tot stand gebracht heeft, te benoemen tot groot-officier in de orde van Oranje-Nassau. Daarna werd het woord gevoerd door den president-commissaris mr. van der Meulen die namens den raad van commissarissen en den directeur mr. van Manen, als bewijs van hulde en waardeering voor de langdu rige. moeitevolle en zoo met succes bekroon de werkzaamheden van den aftredenden directeur.de versierselen der hem toegeken de hooge onderscheiding in een zilveren cassette overhandigde. De heer van Manen herdacht voorts de nauwe en aangename samenwerking met zijn collega, dien hij thans tot zijn leedwe zen ziet heengaan en namens de chefs van dienst werd door den heer dr. van Heuke- lom een hartelijk afscheidswoord gesproken, vergezeld van de aanbieding van een kunst voorwerp als aandenken en als blijk van eerbied voor den scheidenden leider. In den voormiddag had de heer Kalff in een druk bezochte receptie afscheid geno men van vele hoogere en lagere ambtenaren en beambten, die in hun dienst meer van nabij met hem in aanraking gekomen waren en van een aantal gelieerde tramweg- directies. BEZOLDIGINGSBESLUIT. Het Tweede-Kamerlid de heer Lingbeek, heeft den minister van Financiën de vol gende vragen gesteld: Wil de minister in vervolg op zijn 10 Juni j.l. gegeven beantwoording op de vragen van den heer Lingbeek nopens de inwerking treding van het herziene Bezoldigingsbasluit Burgerlijke Rijksambtenaren, alsnog uitsluit sel geven omtrent het volgende; Is het juist, dat dkt besluit is van een terugwerkende kracht tot 1 Nov. 1928 en dat op grond daarvan suppletoire salaris- uitkeeringen over November en December 1928 alreeds aan de betrokkenen zijn gedaan? Warer. op de diverse hoofdstukken der Rjjkrbegrooting voor gemeld jaar nog vol- doelde voor weddebetalingen bestemde gelden beschikbaar om, zonder overschrijding van de ter zake door de Staten-Generaal gevo teerde credieten tot zoodanige aanvullende uitkeeringen te mogen overgaan? Indien neen, is hiermede dan toch niet vooruitgeloopen op voorzieningen, die nog bij de Staten-Generaal moeten worden aan- har»gig gemaakt? En is dan het budgetrecht van de Kamer* niet toch gelaedeerd? RECLAME. Brandwonde ci«aren tang omdat de V-%cüd ve^nleVd «s» AK.Kcr'3 t\\oos>kecV3a.\-)e»mer op verdry9t dcidelLjK de doefc de Vd\ciren verdween i en geneed* zonder VibteeK^rio. Averts Kloo&Vcrbalaerr» 7673 DE VLIEGFEESTEN TE ROTTERDAM. Door het Engelsche vliegtuig-moederschip. De Spaansche vliegers, die men reeds verloren had gewaand, zijn toch nog gered. Groote belangstelling. Duizenden menschen hebben Zaterdag middag de vliegfeesten op Waalhaven bij gewoond. De escadrilles oogstten groote bewondering. Tegen drie uur verscheen een groote grijze Handley Page aan de kim en de loud speakers hadden al aangekondigd, dat met dit toestel van de Sabena de leden van de Antwerp Aviation Club zouden aankomen met hun voorzitter, den bekenden vete raan-vlieger Jan Olieslagers, die ook in ons land voor het eerst met zijn wankele ranke toestelletjes de lucht in ging. Kort na de aankomst van het vliegtuig betrad Prins Hendrik het terrein, in ge zelschap van minister Lambooy, generaal Snijders, generaal Seiffardt. kolonel Har- denberg, schout-bij-naoht Jager, overste Dut-.ry van Ha eft e, kolonel Oele, en eenigo anderen. De Prins heeft de demonstraties gerui'- men tijd gevolgd, evenals de wedstrijden welke tijdens zijn aanwezigheid werden gehouden De instructeur van de R. A. l\, de heer H. Schmidt Crans heeft een stunt- demonstratie gegeven, kort nadat een En- gelsch deelnemer zijn capaciteiten op dit acrobatisch terrein van de vliegkunst had getoond. Esponlaub liet wachten. Het gras was te hoog. En hoewel de J gl ij vlieger reeds Vrijdag aanwezig was. j heeft hij eerst Zaterdagmiddag order go- i geven het gras te laten maaien. Zoodoen de ging de luchttrein pas tegen vijf uur de lucht in, maar toen was er dan ook de gespannen aandacht van allen. Men volg de het kleine vliegtuigje waarachter do motorlooze bak op vleugels met het vreemd- hooge richtingstuur. Aan de verbindings kabel waren twee witte vaantjes bevestigd, zoodat men duidelijk kon zien dat de een door den ander werd getrokken. Toen dan ook de kabel werd losgeworpen, ging er een kreet door de dichte rijen publiek: hij is los!! Espenlaub cirkelde eenige malen boven het veld, hij kwam al lager en lager en met een buitengewoon goede landing kwam het toestelletje weer veilig op het veld. Onmiddellijk na deze demonstratie ver liet de Prins het terrein. Tot slot werden nog eenige escadrille- vluchten gemaakt. Ook gisteren was het buitengewoon druk. Opnieuw is de luchttrein in actie geweest en heeft men kunnen genieten van snelheid en kunstvliegen. In den namiddag hebben alle deelnemers een eere-ronde gemaakt. Volgens de „Courant" luiden de uitslagen der wedstrijden als volgt: Stervlucht: le prijs Lord Carberry, 2e prijs H. Shaw, 3e prijs Capt. Gazelet, 4e prijs Officier K. K. Brown. Estafette-vlucht le prijs Engelsche ploeg, Lady Bailey, A. C. M. Jackaman en A. J. Richardson; 2e prijs Hollandsche ploeg. H. v. Eek, J. van Tol en Lammers; 3e prijs Belgische ploeg. Bloom, Stampe en Vandervelde. Snelheidsvlucht: le prijs Lammers, Startproeven: Böss en Probyn. Landingsproeven: Jackaman. Majoor Franco en de zijnen zijn aan boord der Numancia door het Britschc vlieg tuigmoederschip Eagle gevonden in de na- bijheid der Azoren. Op bovenstaand kaartje geeft hel kruisje de juiste plaats aan. De vliegers zijn natuurlijk veilig opgenomen. Majoor Franco vertelde over zijn tocht: Ik verliet Los Al ca res op 21 Juni om 17 uur en passeerde Kaap St. Vincent om 21 uur. Door onregelmatige winden waren we gedwongen van dit punt af hooger Ie gaan vliegen. Van Kaap Vincent lol aan dc Azu ren strekte zich een ononderbroken wolken laag uit, waar wij bovenuit moesten komen. Wij dachten op den 22sten Juni, 9 uur Greenwichtijd dc Azoren te bereiken, maar een sterke N O. wind was oorzaak, dat wij gedurende den nacht over de Azoren heen vlogen. Bij het aanbreken van den dag stelden wij met behulp van de zon vast, dat wij ons ten Z. W. van de Azoren bevonden, we daalden door de wolken om brandstof te sparen en nauwkeurig onze positie vast te stellen. Nadat wij dit gedaan hadden, namen wij koeTs naar Fay al, maar door sterken tegen wind was de benzine-voorraad ongeveer 60 K.M. van Fayal uitgeput en wij moesten op zee dalen. Sterke N W. wind dreef ons naar het Zuiden en den volgenden dag, 23 Juni, wa ren wij ongeveer 160 K.M van Fayal ver wijderd. De wind dreef ons verder naar het Z. W.. kreeg de kracht van een storm en deed ons in de richting van St. Marie drij ven. Van 24 lot 27 Juni wisselden de sterkte en richting van den wind af. In den morgen van 27 Juni was de toestand lengevolge van den sterken wind en de hooge zee ernstig geworden. Op 29 Juni 's morgens vond de Eagle ons en nam ons op. Nadere berichten nopens de redding van majoor Franco en zijn 3 gezellen zijn nog schaarsch. maar de kapitein van de Eagle heeft reeds geseind, dat ook zijn beide laatste vliegtuigen op het punt waren het zoeken als hopeloos op lo geven, loen beide waarnemers, ongeveer gelijktijdig het vliegtuig van Franco op het water zagen drijven, ongeveer 150 mijl ten Z. O. van de Azoren. Draadloos stelden de vliegers den kapitein van het moederschip hiervan op de hoogte, waarop de Eagle naar de aangeduide plaats stoomde en de Numan- cie aan boord heeseh. Franco was in den morgen van 21 Juni te Cartagena opge stegen en heeft dus 8 maal 24 uur op h3t water rondgedreven. Toen het nieuws van de redding te Madrid draadloos bekend was gemaakt, be gaven zich de kapiteins Jimenez en I?- lesias, die zelf verleden jaar van Spanje naar Zuid-Amerika zijn gevlogen, aan het .hoofd van een op spontane wijze gevorm- den stoet van wel 20.000 deelnemers naar de Engelsche ambassade, waar den Engel- schen gezant een hartelijke ovatie werd gebracht De gezant verscheen op het bal- con en dankte en verklaarde dat het hem met rechlmaligen trots vervulde, dat de ondernemende Franco en zijn gezellen door Engelsche collega's gered waren. De geestdrift was algemeen Tooneelcn van groot enthousiasme speel den zich af op de ministeries van Buiten- landsche Zaken en van Oorlog. De ambtenaren en attaché's renden langs de corridors en Tiepen luide het groote nieuws uit. De straten waren dichtbevolkt met een juichende menigte. Op het enthousiasme volgde een minuut van diepe stilte. Generaal Primo de Rivera, zoo bericht een Engelsch blad. verliet juist het minis'e- rie van Buitenlandsche Zaken toen een ambtenaar op hem toerende en het groote nieuws bekend maaklet. De dictator barstte in tranen uit en de emotie was zoo sterk, dal hij eenigen tijd niet in slaat was iels te zeggen. Toen riep hij uil: „Zij zijn gered. De hemel zij ge dankt!" Op zijn bureau herkreeg hij zijn be daardheid. Best geplaatste Hollander: L. Redelé (Leiden). Troostprijs: Miss Winnifred Brown. Appreciatieprijs: Luitenant Sandberg, Soer en Shaw. Hoofdwedstrijd: le prijs Jackaman, 2de prijs Probyn, 3e prijs Lord Carberry, 4e prijs Lady Bailey. De drie bekers zijn als volgt toegekend: de beker van den heer Hoboken aan Lord Carberry, de beker van den heer Dolf Bur gerhout van Aviolanda aan Jackaman. d* Shell-beker aan Probyn De prijzen zijn uitgereikt door generaal Snijders. HET GEZONDHEIDSCONGRES. Te Middelburg is het Gezondheidscongres gehouden. Tot bestuurslid is gekozen de heer dr. Posthumus in plaats van dr. Tho mas. Tot de vele pacadviseurs behoort dr. H. D. Horst, uit Leiden, die de vraag be handelde: „Welke organisatie-vorm is voor ons land de beste", zulks met het oog op de noodzakelijkheid van organisatie der maat schappelijke gezondheidszorg. De organisatie zal, aldus spreker, be moeienis hebben met de volledige sociaal- hygiënische en sociaal-geneeskundige ver zorging der bevolking, voorzoover niet reeds afdoende geregeld. Deze bemoeienis sluit niet in de noodzakelijkheid van eigen uit voering: zij kan beperkt blijven tot leiding, steun, advies, controle. Het staatstoezicht cp de volksgezondheid wordt dan vrijwel ge heel overbodig. Spreker geeft de voorkeur aan het in het wetsontwerp „Instelling van Gezondheidsdiensten" aanbevolen systeem, waarbij lipt land in districten verdeeld wordt, in welker centrumgemeente de Ge zondheidsdienst gevestigd zal zijn. Het on derling verband dient door één hoofdinspec teur bewaard lo worden. Inzake de t. b. c. bestrijding sluit spreker zich aan bij de Staatscommissie inzake t b. c.-beslrijding. Naar het Engelsch van A. T. QU1LLERCOUCH. 61) Wij vestigden ons te Plymouth en ik kwam bij den notaris die ook de notaris geweest was van je grootvader. Daar hoor de ik wel iets van de zaken van Amos Trenoweth, maar toch niet veel; want van den rijkdom dien hij verworven had ten koste van zooveel bloed, kon ik mets ont dekken en toch wist ik dat hij rijkdommen bezat waar je van zou duizelen als je er maar aan dacht. Want alles wat ik kon ontdekken was dat hij een landbouwer was, die zijn best moest doen om er te komen. Eens op een dag was ik de wanhoop hem le vinden al bijna nabij, toen een lange, stevige oude man het kantoor binnentrad: hij vroeg naar mijn chef en noemde zijn naam. Amos Trenoweth. O! hoe verlangde ik hem dood le slaan toen hij daar tegen over mij stond. En hoe weinig vermoedde hij dat de klerk, waar hij hoegenaamd geen notitie van nam, éénmaal zijn nakomelin gen van de aarde zou wegvagen en de schatten erven waarvoor hij zijn ziel had verkocht: den Grooten Robijn van Ceylon! Mijn stem beefde van haat toen ik hem aankondigde en in de binnenkamer liet. Toen deed ik de deur dicht en luisterde. Hij was niet op zijn gemak omtrent zijn testament die dwaas en wist niet dat al zijn bezittingen noodwendig geërfd wer den door zijn zoon. Ik lachte inwendig om zijn domheid, maar ik had genoeg gehoord genoeg om jaren lang te kunnen wach ten en Ezechicl Trenoweth eindelijk na zijn dood te kunnen opsporen. Omstreeks dien tijd werd ik verliefd. Hierin zoowel als in alles mijn geheele leven door, was ik ongelukkig, alles liep mij tegen; maar ook hierin, zooals in alle andere gevallen, heb ik door geduld toch mijn zin gekregen. Lucy Luttrell was ver liefd op een anderen man. Railton ge naamd John Railton. Hij was ook een dwaas jullie bent allemaal onwijs maar zij trouwde met hem en kreeg een dochter. Ik wou wel eens weten of je kunt raden wie die dochter was.-' Hij zweeg even en keek mij aan, kwaad aardig als een duivel. ..Hond!" riep ik uit, „het was Janet Railton Claire Railton en jij vermoordde haar vader zooals je zegt dat Amos Treno weth jou vader doodde." „Juist zoo", antwoordde hij koelbloedig. „Juist zoo. O, de kunsten die ik aanwendde om dien man lot drinken te krijgen en daarna tot misdaden. Nu nog zou ik °r uren om kunnen lachen! Ach, weet je, er zat geen greintje bedrog in dien kerel, toen ik hem in handen kreeg en toch heb ik hem zoo ver gekregen, dat hij eindelijk je vader vermoord hoeft. Hij probeerde het al eens in Bombay, maar bracht het er treurig af. maar op den kluiverboom van de „Belle Fortune" ging het beter, rk leende hem het mes; ik zou het .zelf wel gedaan hebben, maar Railton stond er dichter'bij en daarenboven is het altijd beter getuige le zijn." Wat was dat ritselend geluid toch ach ter mij? Colliver hoorde het in ieder geval niet. maar ging voort met zijn.verhaal en ofschoon zijn oogen aan dansende vlammen van haat gelijk waren, zijn 9tem was altijd even kalm. „Ik had de helft van den gesp al ge stolen van den grond in de hut waar die ezel van een Ezechiel Trenoweth het ding had laten vallen. Railton pakte hem op voordat hij neerviel, maar ik wist niet of hij tijd gehad had om hem de trommel af te nemen, want we kregen juist een ko lossale golf over ons heen en voordat de tweede kwam, sprongen wij beiden naar de Rots toe. Ik dacht zeker dat Railton meegesleurd was, want ik was ternauwer nood zoo gelukkig mij vast te grijpen aan iets. Het was pikdonker, dus onmogelijk iets te zien. Ik riep hem bij zijn naam, maar hij hoorde het niet door het geweld van den storm, of hij wou misschien niet antwoorden, daarom hield ik mij weldra stil. Ik dacht dat hij dood was, en hij dacht dat zeker ook van mij, totdat wij elkaar ontmoetten op de Doodemans Rots. Zal ik nu maar ophouden? 0 ja, je zult de geheele geschiedenis hooren. Na het gerechtelijk onderzoek ben ik ontsnapt naar Plymouth, ik vertelde aan Lucy dat haar man verdronken was en haalde haar ein delijk over Plymouth le verlaten en met mij te trouwen. Dus daarin heb ik ook overwonneno ja, ik heb een volledige overwinning in alles behaald". „Jou hond!" riep ik uit. Hij lachte: een zacht welluidend lachje. „Ach ja, je bent natuurlijk boos; maar daar zal ik maar niets van zeggen. Ik heb één rekening met je af te sluiten, Treno weth, en dat is genoeg voot mij. Driemaal heb ik je in mijn macht gehad, mijnheer Jasper Trenoweth, drie of vier maal, dat is mij ontgaan. Eens onderaan de Doode mans Rots. toen ik mijn vingers al aan je jeugdige luchtpijp had en werd verhinderd door die ellendige vieschers. De idioten dachten dat de jongen van angst voor mij flauw gevallen was. Flauw I in minder dan een halve minuut zou je dood geweest zijn, Ik lachte in mijn vuistje toen die oom van jou trachtte mij te doen begrijpen miji! hoe heette ik toen ook weer? 0 ja, Ge- orgio Rhodojani. Maar je ontsnapte dien keer: en nog eenmaal, toen heb je zeker niet beseft hoe je den docd nabij bent ge weest, toen ik door het raam keek, weet je nog wel, dien avond na het gerechtelijk onderzoek. Ik dacht er over na of ik je al of niet zou dooden, jou en die moeder van jou met haar witte gezicht. Ik zou het wel gedaan hebben, maar ik dacht dat je mis schien wat wist van het geheim na je ont moeting met Railton, zoodat het verstan diger leek mijn lijd af te wachten". „Indien het eenige satisfactie voor je is", viel ik hem in de rede, „te weten dat als je mij toen gedood had, je nooit dien gesp in handen had gekregen, dan zal het je genoegen doen". „Ja, dat is zoo", antwoordde hij. „ik ben blij dat ik je niet allebei gedood heb: je moeder kon het lijk van haar man nog even zien en nu heb ik het genoegen nog je hier te kunnen dooden: het pretje is er op vooruitgegaan. Maar laat mij voort gaan. Daarna was ik wel genoodzaakt het land te verlaten „Voor een andere boevenstreek, die door je vrouw ontdekt werd." „Hoe weet je dat? O, van Claire, denk ik, maar dat doet er ook niet toe. Toen ik terugkwam vond ik je: ik vond je: en ik stak weer toe. Maar weer stond dat ver vloekte geluk mij in den weg en die ver vloekte vriend van je sloeg mij zoo, dat ik mijn bewustzijn verloor. Kijk. dit litteeken op mijn gezicht." „Kijk maar naar den gesp en je zult zien waar de slag is terecht gekomen." „O. was het daardoor?" zei hij, terwijl hij den gesp attent bekeek. „Ik denk dat je het toen een gelukje vond. Dat was het ook voor mij. Want ofschoon ik op dien mistigen avond weer een vergissing beging, ik had in ieder geval met je vriend afge rekend. Hij kreeg zijn verdiende loon. Ik heb mij dikwijls genoeg geschaamd voor die fouten, maar het is per slot van reke ning toch goed terecht gekomen. Ik had je vader op den Adams Piek, maar hij was een zware man en ik had geen revolver bij mij en ik kon het er niet op wagen. Als je maar afwacht dan komt alles te recht, zeggen ze. Je vader is mij niet ont snapt en dat zal u ook niet, meneertjel Wat een vreugde was dat voor mij toen ik hoorde dat u en Claire Maar nu ^on ik het niet langer aan- hooren. Van 'schaamte en afschuw van mijn groolvader's wreedheid wist ik niet wat ik doen zou; ik wist dat deze man, niettegenstaande zijn praatjes over wraak, een gemeene, verraderlijke schavuit was. Dus toen hij over Claire begon te spreken, barstte ik los: „Schavuit! nu is 't genoegl Ik heb ge luisterd naar je verhaal. Maar als je over Claire begint te spreken. Claire die je van avond gedood hebt, dan verafschuw ik je: dood mij, ik hoop dat op den schat een vloek voor je zal rusten, zooals die schat een vloek voor mij is geweest; dood mij, gebruik je mes, want ik z a 1 gillen Met een afschuwelijken lach had hij zich* op mij geworpen en sloeg mij in mijn ge zicht. En toen ik voortging met roepen en gillen, gaf hij mij een vreeselijken slag achter mijn oor. Ik herinner mij, dat de flauwe lamp ineens een bloedroode vlam verspreidde, de hut was een oogenblik he! verlicht, ik zag duizend lichten voor mijn oogen en loen loen volgde er niets dan duisternis een vaag gevoel opgenomen te worden en gedragen, naar beneden gewor pen, in de diepte. J (Wordt vervolgd.!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 9