De Leidsche Raad, Memans rots Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 4 Juni 1929 Derde Blad No. 21231 I Ho vorstellen 1 tot en met 14 werden alle lelgekeurd. Voor zoover noodijr. werden Ramingen gc-daan. Het voorstel van B. en W. betreffende de vuilverwijdering vrijwel ongewijzigd aangenomen. Vragen van den heer De Reede. Voorstel in zake de oprichting, bij tye van proef voor den tijd van één jaar, een Consultatiebureau voor zenuw- en nieszieken. (54) Pe heer GROENEVELD heeft er bezwaar dat de verpleegsters hiervoor niet af- -derlijk gesalarieerd Zullen worden en de irtsheeren wel; overigens heeft hij tegen voorstel geen bezwaar. I h. st. aangenomen. 16o. Voorstel tot beschikbaarstelling van ;ien voor den bouw van een tweeden af- deringsstal op de Veemarkt. (87) )e heer MADDERS vraagt of de verplaat- g van de veemarkt nog lang op zich zal m wachten. )e VOORZITTER zegt, dat er hard aan rerkt wordt, doch dat de Stadhuisbrand uitvoering gestagneerd heeft, iingenomen. 7o. Praeadvies op het verzoek van P. imelenkamp. H Breyer en A C. van den er, om vergoeding van schade ter zake hunne bij den Stadhuisbrand verloren ine gereedschappen en goederen. (88) agenomen. v) Praeadvies op het verzoek van C. A. Dorp e.a., allen bewoners en (of) eige- sn van woningen aan den Heerensingel, ake het leggen van een stamriool voor ^;nlra-rioleering in dien singel. (79) ingenomen, o. Voorstel lot beschikbaarstelling van gelden len behoeve van de verbreeding van den Sta tionsweg en van de Rijnsburgerbrug, als- rede van de vernieuwing van de leu ringen van die brug en van de bestrating vin den Stationsweg; ra Burg. en Weth. te machtigen tot "erneming in eigendom van de voor enen of gedeelten van voortuinen, c. q. bijbehoorenden bestralen grond van tfn 13-tal perceelen aan den Stations rog en van het perceel Morschsingcl 1; cm Burg. en Weth. te machtigen tot verneming in eigendom van de sloepen gedeelten van stoepen van een 10-tal rceelemaan den Stationsweg, zoomede 'vi een stukje grond nabij de Rijnsbur- 'rrbnipr, behoorende tot het terrein van oude Academisch Ziekenhuis. (214 van 1928 en 89 van 1929) heer MANDERS vestigt de aandacht toestand aan de beide uileinden van *eg. t w. de overweg en het Stations hal door het tramverkeer van den rij- "rdl afgescheiden. Hij geeft in over- k;de rails tegelijkertijd te verplaatsen rechterzijde van den weg. zoodat i-dpunt van de stadstram voor „Zo- '~f' zou komen te liggen. Voorts be- "ij verplaatsing van het standbeeld iherhaave van gemeentewege en be rt het, dat de voortuinen van perceel £1 en 25 niet zullen verdwijnen. Hij "lal B en W. alsnog tot overeenstem- f zullen komen. RECLAME. 5846 De heer GROENEVELD acht verlegging van de rails naar rechts geen verbetering; hij zou ze in het midden willen hebben. De heer BOSMAN is het eens met den heer Manders inzake den gevaarlijken toe stand nabij het station-, hij zou de meest radicale oplossing vinden verplaatsing van hét tramstation naar de andere zijde van den Rijnsburgerweg. Wethouder SPLTNTER zeide, dat deze kwestie ten nauwste samenhangt met het overweg-vraagstuk. In den nieuw te schép pen toestand zijn de rails meer in het mid den van den Stationsweg geprojecteerd. Na nog eenige opmerkingen, wordt het voorslol z. h. st. aangenomen. 20o. Voorstel inzake het aangaan van een overeenkomst met de gemeente Nieuwkoop betreffende den koop en den afvoer van vuilnis uit de gemeente Leiden naar elders en de stopzetting van de vuilverbran ding. (80) 5497 Hierbij is het voorstel van den heer Schtil. Ier om de behandeling van dit punt uit te stellen, dat het eerst aan de orde komt. De Uitstel-motie Schüller. De heer SCHüLLER zegt, dat het rapport den raadsleden niet is toegezonden, terwijl evenmin het schrijven der diverse gegadig den ter beschikking der raadsleden stond. Tengevolge van een en ander meent hij ter wille van een goede oordeelvelling dat uit stel zeer gewenscht is. Het rapport zou hij zelfs het liefst gepubliceerd hebben ge geven. Wethouder SPLINTER vindt het vreemd, dat het juist weer de heer Schüller moet zijn, die uitstel vraagt, terwijl hij toch als lid der C. v. F. geheel op de hoogte was,of had kunnen zijn, daar hij aangeboden heeft het schrijven der gedadigden ter kennis van de leden der C v. F. te brengen, wat zij niet noodig oordeelden. De geheelc fractie der. S. D. A. P. had zoodoende op de hoogte kunnen zijn. Dergelijke rapporten van ambtelijke com missies worden nooit naar de raadsleden gezonden, altijd ter visie der leden gelegd. Uitstel ontraadt hij ten sterkste, daar iedere dag uitstel geld kost. Spr. beroept zich op een'schrijven van den directeur der lichtfabrieken van 5 Mei. Groote sommen zijn bij uitstel in gevaar. De heer SYTSMA is ook voor uitstel, daar. z. i. niet over alle gegevens is te oordeelen. Na het voorstel van B. en W. zijn tal van adressen ingekomen etc., die hij gaarne na der zou willen bestudeeren. Als er zoon haast bij was. waarom zijn B. en W. dan niet eerder gekomen met een voorstel? Uitstel over 14 dagen zal z. i. niet zooveel j kosten; hij zal zich niet laten bang maken. Is het wel zoo, dan slingert hij het verwijt terug naar B. en W. De heer SCHüLLER zegt. dat dergelijke rapporten van beteeken is wel aan de raads- I leden worden toegezonden, zie naar Amster- dam. Juist om niet ter zake deskundige raadsleden gelegenheid te geven zich in te werken. Als er zoo'n haast is dan is het z. i. on verantwoordelijk van B. en W. zoo lang le wachten, of de directeur had eerder moeten waarschuwen. Hij sprak overigens niet voor zichzelf, wel voor de andere raadsleden. Als hij de stukken destijds niet inzag hij gelooft, dat het iets anders betrof dan is dat wel licht van hem foutief geweest, doch later was er reden om er prijs op te stellen voot alle raadsleden, die in zoo'n kort tijdsbestek zich toch niet konden inwerken. De heer HEEMSKERK voelde ceTst ook wel voor uitstel, daar veel hem nog duister was. doch hij ziet er nu niet zooveel reden voor als mon de zaak splitst, nl. lo uit maakt of men de vuilverbranding wil op heffen; 2o hoe dan gehandeld woiden moet. Over het eerste kan z.i. principieel heden worden beslist; het tweede kan men des noods dan uitstellen, daar veel hem ook nog duister hierbij is. De heer GROENEVELD herinnert er aan hoe in 1912 de vuilverbranding is ingesteld, terwijl daarvoor de Situatie ongeveer was als nu door B. en W. wordt voorgesteld. In 1911 werd de nu voorgeslagen wijze van vuilverwijdering in strijd geacht met de volksgezondheid hygiëne etc. Na 16 jaar wil men nu opeens terugkeeren! Hij voelt zich wel heel onzeker, en groote voorzich tigheid lijkt hem geboden. Overtuigd is spr. nog niet. Kan men niet de vuilverbranding in petto houden en vast eens met één plan beginnen ter proefneming; De heer PARMENTIER vindt het vreemd, dat de heer Schüller voor de andere raads leden vraagt, wat hij zelf niet noodig had: inzage van het schrijven der gegadigden. De heer Schüller had bovendien toch zijn fractie wel kunnen inlichten. De heer MANDERS ziet geen reden voor uitstel. Den heer VAN ES heeft het voorstel Schüler ook bevreemd. Hoe lang uitstel wordt bedoeld? Tot het oneindige? En toch wordt van die zijde altijd aangedrongen op spoed! Als lid dor C. v. F .was de heer Schüller toch geheel ingelicht, hij had zijn fractie op de hoogte kunnen brengen. Z. i. zijn andere factoren in het spel, door den heer Schüller niet genoemd. Kan het zijn de vrees voor stagnatie, waarover ook de heer Luhrs zoo uitvoerig sprak? Uitstel beleekent z. i. echter juist stagnatie. Of be doelt men aan de overzij soms uitstel om le kunnen komen tot een gemeentedienst in dezen, daar de heer Lührs ook zoo nadruk kelijk wees op het wenschelijke van op namen van arbeidsvoorwaarden voor het personeel Vele adressen zijn bovendien direct uil te schakelen, b v het adre9 der visschers, dat te Nieuwkoop thuis hoori. Voor uitstel ziet spr. dan ook geen reden. Hij huldigt den wethouder voor diens be kwamen spoed in dezen. De heer v. STRALEN zou gaarne de stemming over de uitstel-molie Schüller doen uitstellen tot de stemming over het voorstel van B. en W. Alvorens definitief te beslissen, zou hij liefst nog hcol wat naders hooren. Hij wil wel zeggen, nog slecht georiënteerd te zijn, ook gelet op de adressen der laatste dagen, die wel doen zien. dat er heel wat kanten zijn aan deze kwestie. Tegenover den heer v. Es zegt hij. dat er geheime bedoelingen zijn. Even goed zou spr. dan kunnen zeggen, dat de heer v. Es is voor spoed, om te. ontkomen aan een ge meente-dienst. 'Eenig motief is alleen: niet voldoende op de hoogte zijn do raadsleden» Do heer VALLENTGOED bepleit ook uit stel, speciaal, waar eerst dc principieele vraag z. i dient te worden uitgemaakt. De heer BAART wijst er op hoe uitstel natuurlijk beteekent tot volgende zitting. Zoo'n haast kan er z. i. niet bij zijn, daar de vuilverbranding immers toch nog eerst moet doorwerken. De Arbeidsvoorwaarden zullen boven dien bij de rechtsche arbeiöers-candidaten z i. ook wel meetellen! Die hooren in het Georganiseerd Overleg te worden besproken. Maar hoofdzaak is, dat er een aantal raadsleden is, dat niet voldoende is georiën teerd in dezen. De heer BERGERS is voor een spoedig afdoen van dc kwestie. Dc heer SCHüLLER herhaalt dat het in de C v. F. niet vragen naar het schrij ven der gegadigden een fout was, die hij thans wil zien hersteld. Nogmaals bepleit hij uitstel. De heer WILBRINK heeft na inzage der stukken en de adressen hel rapport gelezen, hetgeen hem echter niets wijzer maakte. Daaruit is hem wel overtuigend gebleken, dat voor uitstel geen reden is. Zoo moeilijk is het toch niet om te oordeelen over het transport. (Geroep: er is toch meer onder de oogen te zien). De aanbiedingen loopen niet ver uiteen, zijn alle voordeeliger dan verbranding. Wat is er dan nog zoo scherp te onderzoeken? Men kan problemen scheppen, zooals de heer Groeneveld deed. maar practisch is z.i. voldoende te oordeelen. De heer KUIVENHOVEN zegt vertrouwen te hebben in B. en W. en de C. v. F. De heer PARMENTIER acht het optreden van den heer Schüller een foefje. De ar beidsvoorwaarden komen hierbij niet te pas, daarmee hebben wij niets te maken. Wii gaan een contract aan met Nieuwkoop, die er wel mee te maken heeft. Als de heer Schüller gevraagd wordt: wilt u dc stukken zien en hij zegt neon en hij komt er nu op terug, dan is dit oen foef. Do WETHOUDER zegt dat door de brand deze kwestie ietwat is getraineerd. Eerder komen met een voorstel kondon B. en W. niet. gelet op hetgeen er te doen was aan deze kwestie, die thans echter dringend een beslissing vraagt. De adressen zouden altijd gekomen zijn: natuurlijk na net afkomen van het voorstel van B en W. De adressen heeft men vol doende kunnen zien. De hoofdinhoud van het rapport is bo vendien in het voorstel van B. en W. ver werkt. Ook hij gelooft, dat de kwestie do arbeidsvoorwaarden en de bedrijfszekerheid een rol spelen bij het uitstel-voorstel. Uitstel blijft hij ten strengste ontraden. De heer SIJTSMA wijst er op, hoe de raad nu dus maar plotseling een beslissing moet nemen in een zaak. wonraan B. en W. zelf zooveel werk hadden. De prfncipteeiö craag is z. i. thnn9 te beoordeel en, meer echter niet en toch dient dit, gelet op be drijfszekerheid etc. Het voorstel Schüller wordt ver- worpen met 2011 stemmen. Voor de S. D. A. P. en de heer Sijtsma. HET VOORSTEL VAN B. EN W. De heer SCHüLLER rreont dat do twee hoofdfactoren zijn: bedrijfszekerheid en de kosten Hij wijs er wat het laatste betreft op, dat Amsterdam een geheel anderen prijs geeft voor de sloomlevering als gevolg der vuilverbranding. De f. S10.000 kunnen z.i. volgens Ainsterd. berekening wegvallen. Ook is niet berekend, wat uitbreiding der vuilverwijdering zou kosten, wat wel ge beurt voor vuilverbranding. De inhouds opgave lijkt hem voor Leiden te hoog, ge zien Den Haag en elders. Dc los- en laadplaats had men zich ge dacht, heel eenvoudig, aan den Mare- singel. Maar dit gaat toch zoo eenvoudig niet, er dient rekening te worden gehouden met volksgezondheid etc. Hij stelt in dit verband nog eenige technische vragen. Een goede regeling zal z.i. duurder komen dan het bedrag hiervoor uitgetrokken. Zolfs be langrijk duurder. Hij meent dal de cijfers der vuilverwijdering erg zijn gedrukt. Auto-tractie komt veel duurder dan paar- den-tractie, maar dit voorstel legt B. en W. aan auta-lractie vast. Personeel zal noodwendig zijn en een post daarvoor zal uitgetrokken dienen te worden. De heer SPEND EL: had dit gezegd in de C. v. F. De heer SCHüLLER: het was niet noodig op onderdooien in te gaan. daar ik tegen het voorstel was vanwege gebrek aan bedrijfszokerheid. De heer PARMENTIER- dan i9 het on behoorlijk het nu hier te doen. De WETHOUDER: dat is het afmaak- systeem. De heer SCHüLLER zegt, dat hij het recht heeft in den raad dc merites van een voorstel van B. en W. af te bakenen, zooals zijn fractie die ziet, voor wie hij nu het voord voert. Nu nog de bedrijfszekerheid. Z.i. is dezt niet aanwezig in voldoende mato. Als bijv. een inwoner van Zwammerdam bezwaar maakt tegen doorvoer? Dan zit Leiden Zie maar hetgeen Rotterdam gebeurd bij het vervoer naar Capellc. Zelfs tegen het storten te Nieuwkoop kan een ingezetene daar bezwaar maken. En hoe bij ijs? Nieuwkoop zal dan een oplaadplaats aanwijzen. In dit opzicht u aan Nieuwkoop echter geen voorwaarden gesteld, wel aan de particuliere inschrij vers. Stort Nieuwkoop bet vuil op eigen RECLAME. smaakt aJs room grond of in eigen plassen of op dot in bezit van anderen? Dat is ook van veel belang. En zelf in handen houden van den af voer is met het oog op de bedrijfszekerheid z.i. eisch De personeele aangelegenheden zal spr. overlaten aan zijn partijgenoot Baart. De heer BAART zegt. dat de stukken zoo vaag zijn, dat hij niet kan oordeelen over vorbetoring of voorlichting voor de genen, die thans werken aan de vuilver branding. dcoh straks daar overbodig zul len zijn B en W. zeggen, dat zij elders onder zullen worden gebracht, maar hoe? Bijv. bij de wachtgeldregeling hij hoorde reeds het cijfer van (.88 000 noemen of elders? Hij vraagt in dezen van B en \V. nadere aanduidingen. Bedrijfszekerheid cischt z.i. vervoer van gemeentewege tot dc plaats van storting en zoodoende rege ling der arbeidsvoorwaarden voor de ar beiders, daarbij betrokken Anders staat men bloot aan confliclon bij do betrokken schippers en loopt do bedrijfszekerheid groot gevaar. Spr. beroept zich in dezen op den onder directeur der Lichtfabrieken, alhier. Onder brenging van deze kwestie bij het Georgani seerd Overleg lijkl hem noodzakelijk. De heer WILBRINK vraagl of ook aan Nieuwkoop niet dezelfde voorwaarden dien den te moeten worden gesteld als aan do particulieren is geschied, speciaal wat be treft gesloten vaart. Art. 12 is z.i. in dezen onvoldoende. Op schrift moet de afvoer bii gesloten vaart goheel zijn geregeld, niot ,,in overleg met den directeur der Ge meentereiniging", zooals het art, aanduidt. Do redactie van art. 1 en 10 vragen z.i. ook nadere juistere omschrijving, wil mon geheel zeker zijn; b.v. lijkt hem afvoer beter dan vervoer in art. 10. Om de redenon. door B. enW. genoemd, kan hij het uitschakelen der particulieren, in het belang der bedrijfszekerheid, in dezen aanvaarden. Met do bozwaren der hoeren Schüller on Baart is hij het heelemaal niet eens. Nu berekent men hier ai te veel voor den sloom der vuilverbranding. Zelf in handen houden van den afvoer lot de losplaats is geheel verkeerd. Bij ijs etc. is vervoer zelfs beter aan particulieren toevertrouwd. Op 't water •wordt soms hard gewerkt, doch op 'l water is de kans op luibakken ook heel grootl (Tal van interrupties: wees duidelijker, waarop spr. nader ingaat). Zulk werk moet bij aan besteding. anders zijn de kosten niet te over zien. Het Georganiseerd Overleg 9laat hier goheel buiten, dal te hooren zou de zaak op den koop zetten zijn. Hier beslissen do vertegenwoordigers der burgerijl Hierna schorsing. AVONDZITTING. De heer BOSMAN was tot ziin spijl ver hinderd bij to wonen de vergadering der C. v. F. Het gaat om bedrijfszekerheid en kos tenberekening. Hoewel anders niet tegen particuliere exploitatie kan spr. in dezen echter wel met B. en W. meegaan. Over do wijze van vervoer bij gesloten water had wel wat meer mogen worden gezegd. Hoofd zaak is echler do kostenberekening. Het ver schil lusschen vuilverbranding en dezo vuilverwijdering is groot, doch 2 factoren worden verwaarloosd. 1. het overnemen der vasle eigendommen door dó gasfabriek, hetgeen weinig te be- Icekonen heeft. 2. het personeel, B. en W. doen maar, alsof die 10 man er niet meer zijn. doch zij moe ien toch betaald worden, zij hot in ander bedrijf. Tengevolge daarvan ziet hij van do bezuiniging nog niet veel. Naar het Engelsch van A T. QUILLER—COUCH. pzco, de kans is eindelijk gekeerd," zei 1 lebP"^0urï u ^aPPer z00'an? EC ge- F »nhvoord zette ik den gesp weer op 'on weder en dezen keer heel vee!. cede 2ijn .hand op mijn schouder en f Jaten we heengaan," maar ik schudde v"1" en ging voort. Cton ik voortdurend, totdat ik een ge- Vstapcl voor mij had. Herhaaldelijk Tom in mijn oor dat wij genoeg ,*3 hadden en dat de kans plotseling |,'f;e3. maar ik hield vol. En nu ston- Cïï. !Pe'ere 0-1 ecn hoopje rondom |h begonnen le zetten op de nummers I tooi Ik kon den gesp zeiten waar ik T bleel de naald er tegenover slil- Lbrachten een magneet om te klj- ■ut merkwaardige stuk metaal eenige "^kracht had. maar onze gast- f hte s echts en verzekerde dat er F<u' m de naald zat zooals sommigen 'vr-1 weten moesten, voegde zij u,*" ik den gesp acht maal gezet had ®aal een nieuw hoopje goud naas' Wendde zij zich tot mij en zei: speelt dapper, jongeman. Hoe Trenoweth." Weder verbeeldde ik mij een zekeren gloed in haar oogen te zien. maar oezen keer was 't of zij haar tanden stijf op haar elkaar klemde toen zij dien naam hoorde. Maar zij lachte alleen maai; een kalm lachje en ze;: „Hoe vreemd klinkt die naam Trenoweth. Is het eer, geluksnaam?" „Neen. tot nu toe niet." zei ik. „Welnu, speel maar door. Het doet mij goed, dat duel tusschen ons beiden. Maar u is voorzichtig zie ik; waarom zet u dien sta pel goud ook niet op zoolang u zoo wonder lijk gelukkig is?" Weder voelde ik Toms hand op mijn schouder en dezen keer was zijn stem zeer dringend. Maar ik was volkomen doof. ..Zooals u wilt." zei ik koelbloedig en ik legde den geheelen stapel op zwart. Het was krankzinnigenwerk, meer dan krankzinnigenwerk. Maar ik won al weer; en nu was de stapel winst enorm. Ik keek even naar die vreemde vrouw; zij was even bedaard als altijd. „Speel maar door," zei ze. Nog drie maal won ik en nu moesl het stapeltje naast haar worden aangevuld. Toch vertrok geen spier van haar gezicht, geen blik uit haar geheimzinnige oogen. Eindelijk was ik akelig van mijn succes, ik draaide mij om en zei: ..Nu heb ik er genoeg van. Is u tevreden ais ik nov eens alles opzet?" Weer lachte zij ,U is moedig, mijnheer Trenoweth en hei gevecht waard U kunt vanavond winnen, maar ik zal het toch ein delijk winnen Ik heb u gezegd dat ik met genoegen aan u verliezen wil, maar u houdt mij aan mijn wcord en wilt u wreken. Toch zou ik dien gesp van u graag willen hebben, dus laten wij het nog eens probeeren." Ik legde al mijn winst op rood. Nu had den alle gasten zich om de tafel vereenigd om den afloop van dezen strijd te zien. Geen sterveling zelte op, zoo verdiept waren ze in dit duel Aller gelaal was wit van opge wondenheid aller lippen trilden. Wij alleen, de twee strijders, zaten daar zoo kalm mo gelijk ik en de vreemde vrouw met die onpeilbare oogen. „Rood is de kleur van vele dingen," zei ze terwijl ze de naald zachtjes in beweging bracht, ..broed en robijnen en des minnaars lippen. Maar zwart is de kleur des Doods en de dood zal eindelijk alles overwinnen." Toen het rad der Fortuin, hier de naald, voor het laatst ronddraaide, hoorde ik do hijgende ademhaling van de menigte rondom mij, zoo diep was de stilte in het vertrek. Ik voelde Toms hand al stijver op mijn schoudeT. Ik hoorde of verbeeldde mij liet hart van den man naast mij te hooren klop pen. Ik voelde mijn eigen pols 9tevig en regelmatig slaan. Ik wist da! ik winnen zou en er was iets in mij dat mij zeide: zij weet het ook. Zelfs toen dat idee in mijn hoofd opkwam, barstien de kreten los uit do keel van al die toeschouwers. Ik keek haast niet toe om dc oorzaak daarvan te zien. maar ioen ik mij tot onze gastvrouw wendde, ke ken haar oogen 9trak in dc mijne en haar zachte stem klonk boven alles uit toen zo zeide „Heeren, wij hebben vanavond genoeg ge speeld Hel spelen is gedaan Ik had de bark doen springen Ik stond met Tom mijn geld bijeen le ga ren. toen hM publiek langzamerhand de zaal verliet en ik wierp intusschen een blik op de vrouw die ik verslagen had Zij zal in haar stoel geleund oogenschijnlijk even onver schillig of zij won of verloor. Haar oogen waren echter steeds op mij gericht terwijl ik het geld in mijn zakken stak. Toen onze oogen elkaar ontmoetten, haalde zij een pa piertje en een potlood uil haar zak, krab belde er ecn paar woordon op, wierp het briefje toe aan den man met het schepje, die daarop de kanier uitging en zeide: „Wooni ge hier ver vandaan?" „Neen, niet heel ver." „Gelukkig. Maar wees voorzichtig. Zulk een som winnen i9 haast even gevaarlijk als te verliezen. Ik zal u nog wel eens weer zien, u en uw talismen. Mag ik dat ding nog eens even zier»?" Wij waren met ons dricSn alleen in do kamer. Zij nam den gesp aan. bekeek hem aandachtig en gaf hem mij daarna ierug. Reeds begon de morgenstond aan te breken, ik zag het licht door de reten van do luiken, dat de kaarsen, die aan het uitgaan waren, iets spookachtigs af en een grauw waa9 over het geheel wierp: een ontredderde kamer met 9lukjes papier op den grond, do over blijfselen van het nachtelijk tooneel. Maar spookachtiger dan iels anders was het gele gezicht van de vrouw hij dat onmeodoogend licht. Daar zat zij, schijnbaar onvermoeid, in al den glans van haar schitterende ju- weelen, toen wij de zaal uitgingen een echte godin van de speeltafel Wij waren bij de deur en gingen in don ker de gang. die naar de straat leiddo. in, toen Tom fluisierdc: „Pas op. dat briefje beduidde niels goeds." Ik knikte, deed de deur open en liep in donker verder Op hetzelfde oogenblik hoor de ik een vluggen vOTtslap links, ik zag een flauw verschijnsel, voelde een hevigen slag op mijn borst Ik deinsde achteruit en hoorde Tom mij reeds voorbij rennen en een har den slag toebrengen. „Loop gauw weg! Dc gang door! Gauwl" In oen oogwenk vlogen wij door de duis tere gang naar de buitendeur, maar in dat oogenblik zag ik de kaarsen, het gezicht van de gele vrouw, die daar nog zat, onbewege lijk en kalm. Wij kwamen hij do deur en slonden in eens in het daglicht. Eerst de steeg door, da straat op, toen nog een straat en toen door een massa zijstraatjes. Tom vooruit, ik volg de hem, hijgende en met de handen op. mijn volle zakken, uit vree9, dat het geld er uit zou vallen. Sleed9 maar vooruil, ofschoon geen enkelo voetstap hoorbaar was achter ons; wij hadden ook geen sterveling gezien scdort Tom mijn aanvaller neergeslagen had. Dood af, huilen adem kwamen wij ein delijk op het Strand uit, en hier kwam Tom een weinig tot rust. „Hel is wonderlijk stil op straat," zei hi). Ik dacht een oogenblik na: ,,'t Is Zondag- ochlend." Nauwelijks waren die woorden uit mijn mond, of ik hoordo iels klinken op de slraal- sfeenen naast mij. Ik bukle en raapte het op: De gouden gesp. „IIó! hoe vreemd!" zei ik. „Volstrekt niet," antwoordde Tom. „Kijk maar eens naar je borstzak." Ik keek en zag ecn snee over mijn borst, vlak boven het hart Toen ik er mijn hand op lei rolde er een sovereign uit. toen weer een, hel geld rolde rinkelend op den grond. Tom raapte ze op en gaf ze mij aan en zev ..Jasper, je mag den hemel danken als ie daarvoor in een slommtng hent Je bent er ternauwernood goed afgekomen." „Wat meen je?" (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 9