De Leidsche Raad,
Memans rots
Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 4 Juni 1929
Derde Blad
No. 21231
I Ho vorstellen 1 tot en met 14 werden alle
lelgekeurd. Voor zoover noodijr. werden
Ramingen gc-daan.
Het voorstel van B. en W. betreffende de vuilverwijdering
vrijwel ongewijzigd aangenomen.
Vragen van den heer De Reede.
Voorstel in zake de oprichting, bij
tye van proef voor den tijd van één jaar,
een Consultatiebureau voor zenuw- en
nieszieken. (54)
Pe heer GROENEVELD heeft er bezwaar
dat de verpleegsters hiervoor niet af-
-derlijk gesalarieerd Zullen worden en de
irtsheeren wel; overigens heeft hij tegen
voorstel geen bezwaar.
I h. st. aangenomen.
16o. Voorstel tot beschikbaarstelling van
;ien voor den bouw van een tweeden af-
deringsstal op de Veemarkt. (87)
)e heer MADDERS vraagt of de verplaat-
g van de veemarkt nog lang op zich zal
m wachten.
)e VOORZITTER zegt, dat er hard aan
rerkt wordt, doch dat de Stadhuisbrand
uitvoering gestagneerd heeft,
iingenomen.
7o. Praeadvies op het verzoek van P.
imelenkamp. H Breyer en A C. van den
er, om vergoeding van schade ter zake
hunne bij den Stadhuisbrand verloren
ine gereedschappen en goederen. (88)
agenomen.
v) Praeadvies op het verzoek van C. A.
Dorp e.a., allen bewoners en (of) eige-
sn van woningen aan den Heerensingel,
ake het leggen van een stamriool voor
^;nlra-rioleering in dien singel. (79)
ingenomen,
o. Voorstel
lot beschikbaarstelling van gelden len
behoeve van de verbreeding van den Sta
tionsweg en van de Rijnsburgerbrug, als-
rede van de vernieuwing van de leu
ringen van die brug en van de bestrating
vin den Stationsweg;
ra Burg. en Weth. te machtigen tot
"erneming in eigendom van de voor
enen of gedeelten van voortuinen, c. q.
bijbehoorenden bestralen grond van
tfn 13-tal perceelen aan den Stations
rog en van het perceel Morschsingcl 1;
cm Burg. en Weth. te machtigen tot
verneming in eigendom van de sloepen
gedeelten van stoepen van een 10-tal
rceelemaan den Stationsweg, zoomede
'vi een stukje grond nabij de Rijnsbur-
'rrbnipr, behoorende tot het terrein van
oude Academisch Ziekenhuis.
(214 van 1928 en 89 van 1929)
heer MANDERS vestigt de aandacht
toestand aan de beide uileinden van
*eg. t w. de overweg en het Stations
hal door het tramverkeer van den rij-
"rdl afgescheiden. Hij geeft in over-
k;de rails tegelijkertijd te verplaatsen
rechterzijde van den weg. zoodat
i-dpunt van de stadstram voor „Zo-
'~f' zou komen te liggen. Voorts be-
"ij verplaatsing van het standbeeld
iherhaave van gemeentewege en be
rt het, dat de voortuinen van perceel
£1 en 25 niet zullen verdwijnen. Hij
"lal B en W. alsnog tot overeenstem-
f zullen komen.
RECLAME.
5846
De heer GROENEVELD acht verlegging
van de rails naar rechts geen verbetering;
hij zou ze in het midden willen hebben.
De heer BOSMAN is het eens met den
heer Manders inzake den gevaarlijken toe
stand nabij het station-, hij zou de meest
radicale oplossing vinden verplaatsing van
hét tramstation naar de andere zijde van
den Rijnsburgerweg.
Wethouder SPLTNTER zeide, dat deze
kwestie ten nauwste samenhangt met het
overweg-vraagstuk. In den nieuw te schép
pen toestand zijn de rails meer in het mid
den van den Stationsweg geprojecteerd.
Na nog eenige opmerkingen, wordt het
voorslol z. h. st. aangenomen.
20o. Voorstel inzake het aangaan van een
overeenkomst met de gemeente Nieuwkoop
betreffende den koop en den afvoer van
vuilnis uit de gemeente Leiden naar elders
en de stopzetting van de vuilverbran
ding. (80) 5497
Hierbij is het voorstel van den heer Schtil.
Ier om de behandeling van dit punt uit te
stellen, dat het eerst aan de orde komt.
De Uitstel-motie Schüller.
De heer SCHüLLER zegt, dat het rapport
den raadsleden niet is toegezonden, terwijl
evenmin het schrijven der diverse gegadig
den ter beschikking der raadsleden stond.
Tengevolge van een en ander meent hij ter
wille van een goede oordeelvelling dat uit
stel zeer gewenscht is. Het rapport zou hij
zelfs het liefst gepubliceerd hebben ge
geven.
Wethouder SPLINTER vindt het vreemd,
dat het juist weer de heer Schüller moet
zijn, die uitstel vraagt, terwijl hij toch als
lid der C. v. F. geheel op de hoogte was,of
had kunnen zijn, daar hij aangeboden heeft
het schrijven der gedadigden ter kennis van
de leden der C v. F. te brengen, wat zij niet
noodig oordeelden. De geheelc fractie der.
S. D. A. P. had zoodoende op de hoogte
kunnen zijn.
Dergelijke rapporten van ambtelijke com
missies worden nooit naar de raadsleden
gezonden, altijd ter visie der leden gelegd.
Uitstel ontraadt hij ten sterkste, daar
iedere dag uitstel geld kost. Spr. beroept
zich op een'schrijven van den directeur der
lichtfabrieken van 5 Mei. Groote sommen
zijn bij uitstel in gevaar.
De heer SYTSMA is ook voor uitstel, daar.
z. i. niet over alle gegevens is te oordeelen.
Na het voorstel van B. en W. zijn tal van
adressen ingekomen etc., die hij gaarne na
der zou willen bestudeeren. Als er zoon
haast bij was. waarom zijn B. en W. dan
niet eerder gekomen met een voorstel?
Uitstel over 14 dagen zal z. i. niet zooveel j
kosten; hij zal zich niet laten bang maken.
Is het wel zoo, dan slingert hij het verwijt
terug naar B. en W.
De heer SCHüLLER zegt. dat dergelijke
rapporten van beteeken is wel aan de raads- I
leden worden toegezonden, zie naar Amster-
dam. Juist om niet ter zake deskundige
raadsleden gelegenheid te geven zich in te
werken.
Als er zoo'n haast is dan is het z. i. on
verantwoordelijk van B. en W. zoo lang le
wachten, of de directeur had eerder moeten
waarschuwen.
Hij sprak overigens niet voor zichzelf,
wel voor de andere raadsleden. Als hij de
stukken destijds niet inzag hij gelooft,
dat het iets anders betrof dan is dat wel
licht van hem foutief geweest, doch later
was er reden om er prijs op te stellen voot
alle raadsleden, die in zoo'n kort tijdsbestek
zich toch niet konden inwerken.
De heer HEEMSKERK voelde ceTst ook
wel voor uitstel, daar veel hem nog duister
was. doch hij ziet er nu niet zooveel reden
voor als mon de zaak splitst, nl. lo uit
maakt of men de vuilverbranding wil op
heffen; 2o hoe dan gehandeld woiden moet.
Over het eerste kan z.i. principieel heden
worden beslist; het tweede kan men des
noods dan uitstellen, daar veel hem ook nog
duister hierbij is.
De heer GROENEVELD herinnert er aan
hoe in 1912 de vuilverbranding is ingesteld,
terwijl daarvoor de Situatie ongeveer was als
nu door B. en W. wordt voorgesteld.
In 1911 werd de nu voorgeslagen wijze
van vuilverwijdering in strijd geacht met
de volksgezondheid hygiëne etc. Na 16 jaar
wil men nu opeens terugkeeren! Hij voelt
zich wel heel onzeker, en groote voorzich
tigheid lijkt hem geboden. Overtuigd is spr.
nog niet. Kan men niet de vuilverbranding
in petto houden en vast eens met één plan
beginnen ter proefneming;
De heer PARMENTIER vindt het vreemd,
dat de heer Schüller voor de andere raads
leden vraagt, wat hij zelf niet noodig had:
inzage van het schrijven der gegadigden.
De heer Schüller had bovendien toch zijn
fractie wel kunnen inlichten.
De heer MANDERS ziet geen reden voor
uitstel.
Den heer VAN ES heeft het voorstel
Schüler ook bevreemd. Hoe lang uitstel
wordt bedoeld? Tot het oneindige? En toch
wordt van die zijde altijd aangedrongen op
spoed!
Als lid dor C. v. F .was de heer Schüller
toch geheel ingelicht, hij had zijn fractie op
de hoogte kunnen brengen.
Z. i. zijn andere factoren in het spel, door
den heer Schüller niet genoemd. Kan het
zijn de vrees voor stagnatie, waarover ook
de heer Luhrs zoo uitvoerig sprak? Uitstel
beleekent z. i. echter juist stagnatie. Of be
doelt men aan de overzij soms uitstel om le
kunnen komen tot een gemeentedienst in
dezen, daar de heer Lührs ook zoo nadruk
kelijk wees op het wenschelijke van op
namen van arbeidsvoorwaarden voor het
personeel
Vele adressen zijn bovendien direct uil te
schakelen, b v het adre9 der visschers, dat
te Nieuwkoop thuis hoori.
Voor uitstel ziet spr. dan ook geen reden.
Hij huldigt den wethouder voor diens be
kwamen spoed in dezen.
De heer v. STRALEN zou gaarne de
stemming over de uitstel-molie Schüller
doen uitstellen tot de stemming over het
voorstel van B. en W. Alvorens definitief
te beslissen, zou hij liefst nog hcol wat
naders hooren. Hij wil wel zeggen, nog
slecht georiënteerd te zijn, ook gelet op de
adressen der laatste dagen, die wel doen
zien. dat er heel wat kanten zijn aan deze
kwestie.
Tegenover den heer v. Es zegt hij. dat er
geheime bedoelingen zijn. Even goed zou
spr. dan kunnen zeggen, dat de heer v. Es
is voor spoed, om te. ontkomen aan een ge
meente-dienst.
'Eenig motief is alleen: niet voldoende op
de hoogte zijn do raadsleden»
Do heer VALLENTGOED bepleit ook uit
stel, speciaal, waar eerst dc principieele
vraag z. i dient te worden uitgemaakt.
De heer BAART wijst er op hoe uitstel
natuurlijk beteekent tot volgende zitting.
Zoo'n haast kan er z. i. niet bij zijn, daar
de vuilverbranding immers toch nog eerst
moet doorwerken.
De Arbeidsvoorwaarden zullen boven
dien bij de rechtsche arbeiöers-candidaten
z i. ook wel meetellen! Die hooren in het
Georganiseerd Overleg te worden besproken.
Maar hoofdzaak is, dat er een aantal
raadsleden is, dat niet voldoende is georiën
teerd in dezen.
De heer BERGERS is voor een spoedig
afdoen van dc kwestie.
Dc heer SCHüLLER herhaalt dat het in
de C v. F. niet vragen naar het schrij
ven der gegadigden een fout was, die hij
thans wil zien hersteld. Nogmaals bepleit
hij uitstel.
De heer WILBRINK heeft na inzage der
stukken en de adressen hel rapport gelezen,
hetgeen hem echter niets wijzer maakte.
Daaruit is hem wel overtuigend gebleken,
dat voor uitstel geen reden is. Zoo moeilijk
is het toch niet om te oordeelen over het
transport.
(Geroep: er is toch meer onder de oogen
te zien).
De aanbiedingen loopen niet ver uiteen,
zijn alle voordeeliger dan verbranding. Wat
is er dan nog zoo scherp te onderzoeken?
Men kan problemen scheppen, zooals de
heer Groeneveld deed. maar practisch is z.i.
voldoende te oordeelen.
De heer KUIVENHOVEN zegt vertrouwen
te hebben in B. en W. en de C. v. F.
De heer PARMENTIER acht het optreden
van den heer Schüller een foefje. De ar
beidsvoorwaarden komen hierbij niet te pas,
daarmee hebben wij niets te maken. Wii
gaan een contract aan met Nieuwkoop, die
er wel mee te maken heeft. Als de heer
Schüller gevraagd wordt: wilt u dc stukken
zien en hij zegt neon en hij komt er nu op
terug, dan is dit oen foef.
Do WETHOUDER zegt dat door de brand
deze kwestie ietwat is getraineerd. Eerder
komen met een voorstel kondon B. en W.
niet. gelet op hetgeen er te doen was aan
deze kwestie, die thans echter dringend een
beslissing vraagt.
De adressen zouden altijd gekomen zijn:
natuurlijk na net afkomen van het voorstel
van B en W. De adressen heeft men vol
doende kunnen zien.
De hoofdinhoud van het rapport is bo
vendien in het voorstel van B. en W. ver
werkt. Ook hij gelooft, dat de kwestie do
arbeidsvoorwaarden en de bedrijfszekerheid
een rol spelen bij het uitstel-voorstel.
Uitstel blijft hij ten strengste ontraden.
De heer SIJTSMA wijst er op, hoe de
raad nu dus maar plotseling een beslissing
moet nemen in een zaak. wonraan B. en W.
zelf zooveel werk hadden. De prfncipteeiö
craag is z. i. thnn9 te beoordeel en, meer
echter niet en toch dient dit, gelet op be
drijfszekerheid etc.
Het voorstel Schüller wordt ver-
worpen met 2011 stemmen.
Voor de S. D. A. P. en de heer Sijtsma.
HET VOORSTEL VAN B. EN W.
De heer SCHüLLER rreont dat do twee
hoofdfactoren zijn: bedrijfszekerheid en de
kosten
Hij wijs er wat het laatste betreft op,
dat Amsterdam een geheel anderen prijs
geeft voor de sloomlevering als gevolg der
vuilverbranding. De f. S10.000 kunnen z.i.
volgens Ainsterd. berekening wegvallen.
Ook is niet berekend, wat uitbreiding der
vuilverwijdering zou kosten, wat wel ge
beurt voor vuilverbranding. De inhouds
opgave lijkt hem voor Leiden te hoog, ge
zien Den Haag en elders.
Dc los- en laadplaats had men zich ge
dacht, heel eenvoudig, aan den Mare-
singel. Maar dit gaat toch zoo eenvoudig
niet, er dient rekening te worden gehouden
met volksgezondheid etc. Hij stelt in dit
verband nog eenige technische vragen. Een
goede regeling zal z.i. duurder komen dan
het bedrag hiervoor uitgetrokken. Zolfs be
langrijk duurder. Hij meent dal de cijfers
der vuilverwijdering erg zijn gedrukt.
Auto-tractie komt veel duurder dan paar-
den-tractie, maar dit voorstel legt B. en
W. aan auta-lractie vast. Personeel zal
noodwendig zijn en een post daarvoor zal
uitgetrokken dienen te worden.
De heer SPEND EL: had dit gezegd in
de C. v. F.
De heer SCHüLLER: het was niet
noodig op onderdooien in te gaan. daar ik
tegen het voorstel was vanwege gebrek
aan bedrijfszokerheid.
De heer PARMENTIER- dan i9 het on
behoorlijk het nu hier te doen.
De WETHOUDER: dat is het afmaak-
systeem.
De heer SCHüLLER zegt, dat hij het
recht heeft in den raad dc merites van
een voorstel van B. en W. af te bakenen,
zooals zijn fractie die ziet, voor wie hij
nu het voord voert.
Nu nog de bedrijfszekerheid. Z.i. is dezt
niet aanwezig in voldoende mato. Als bijv.
een inwoner van Zwammerdam bezwaar
maakt tegen doorvoer? Dan zit Leiden
Zie maar hetgeen Rotterdam gebeurd bij
het vervoer naar Capellc. Zelfs tegen het
storten te Nieuwkoop kan een ingezetene
daar bezwaar maken.
En hoe bij ijs? Nieuwkoop zal dan een
oplaadplaats aanwijzen. In dit opzicht u
aan Nieuwkoop echter geen voorwaarden
gesteld, wel aan de particuliere inschrij
vers. Stort Nieuwkoop bet vuil op eigen
RECLAME.
smaakt aJs room
grond of in eigen plassen of op dot in
bezit van anderen? Dat is ook van veel
belang.
En zelf in handen houden van den af
voer is met het oog op de bedrijfszekerheid
z.i. eisch De personeele aangelegenheden
zal spr. overlaten aan zijn partijgenoot
Baart.
De heer BAART zegt. dat de stukken
zoo vaag zijn, dat hij niet kan oordeelen
over vorbetoring of voorlichting voor de
genen, die thans werken aan de vuilver
branding. dcoh straks daar overbodig zul
len zijn B en W. zeggen, dat zij elders
onder zullen worden gebracht, maar hoe?
Bijv. bij de wachtgeldregeling hij hoorde
reeds het cijfer van (.88 000 noemen
of elders? Hij vraagt in dezen van B en
\V. nadere aanduidingen. Bedrijfszekerheid
cischt z.i. vervoer van gemeentewege tot
dc plaats van storting en zoodoende rege
ling der arbeidsvoorwaarden voor de ar
beiders, daarbij betrokken Anders staat
men bloot aan confliclon bij do betrokken
schippers en loopt do bedrijfszekerheid
groot gevaar.
Spr. beroept zich in dezen op den onder
directeur der Lichtfabrieken, alhier. Onder
brenging van deze kwestie bij het Georgani
seerd Overleg lijkl hem noodzakelijk.
De heer WILBRINK vraagl of ook aan
Nieuwkoop niet dezelfde voorwaarden dien
den te moeten worden gesteld als aan do
particulieren is geschied, speciaal wat be
treft gesloten vaart. Art. 12 is z.i. in dezen
onvoldoende. Op schrift moet de afvoer bii
gesloten vaart goheel zijn geregeld, niot
,,in overleg met den directeur der Ge
meentereiniging", zooals het art, aanduidt.
Do redactie van art. 1 en 10 vragen z.i.
ook nadere juistere omschrijving, wil mon
geheel zeker zijn; b.v. lijkt hem afvoer beter
dan vervoer in art. 10.
Om de redenon. door B. enW. genoemd,
kan hij het uitschakelen der particulieren,
in het belang der bedrijfszekerheid, in dezen
aanvaarden.
Met do bozwaren der hoeren Schüller on
Baart is hij het heelemaal niet eens. Nu
berekent men hier ai te veel voor den sloom
der vuilverbranding. Zelf in handen houden
van den afvoer lot de losplaats is geheel
verkeerd. Bij ijs etc. is vervoer zelfs beter
aan particulieren toevertrouwd. Op 't water
•wordt soms hard gewerkt, doch op 'l water
is de kans op luibakken ook heel grootl (Tal
van interrupties: wees duidelijker, waarop
spr. nader ingaat). Zulk werk moet bij aan
besteding. anders zijn de kosten niet te over
zien. Het Georganiseerd Overleg 9laat hier
goheel buiten, dal te hooren zou de zaak
op den koop zetten zijn. Hier beslissen do
vertegenwoordigers der burgerijl
Hierna schorsing.
AVONDZITTING.
De heer BOSMAN was tot ziin spijl ver
hinderd bij to wonen de vergadering der C.
v. F. Het gaat om bedrijfszekerheid en kos
tenberekening. Hoewel anders niet tegen
particuliere exploitatie kan spr. in dezen
echter wel met B. en W. meegaan. Over do
wijze van vervoer bij gesloten water had
wel wat meer mogen worden gezegd. Hoofd
zaak is echler do kostenberekening. Het ver
schil lusschen vuilverbranding en dezo
vuilverwijdering is groot, doch 2 factoren
worden verwaarloosd.
1. het overnemen der vasle eigendommen
door dó gasfabriek, hetgeen weinig te be-
Icekonen heeft.
2. het personeel, B. en W. doen maar, alsof
die 10 man er niet meer zijn. doch zij moe
ien toch betaald worden, zij hot in ander
bedrijf. Tengevolge daarvan ziet hij van do
bezuiniging nog niet veel.
Naar het Engelsch van
A T. QUILLER—COUCH.
pzco, de kans is eindelijk gekeerd," zei
1 lebP"^0urï u ^aPPer z00'an? EC ge-
F »nhvoord zette ik den gesp weer op
'on weder en dezen keer heel vee!.
cede 2ijn .hand op mijn schouder en
f Jaten we heengaan," maar ik schudde
v"1" en ging voort.
Cton ik voortdurend, totdat ik een ge-
Vstapcl voor mij had. Herhaaldelijk
Tom in mijn oor dat wij genoeg
,*3 hadden en dat de kans plotseling
|,'f;e3. maar ik hield vol. En nu ston-
Cïï. !Pe'ere 0-1 ecn hoopje rondom
|h begonnen le zetten op de nummers
I tooi Ik kon den gesp zeiten waar ik
T bleel de naald er tegenover slil-
Lbrachten een magneet om te klj-
■ut merkwaardige stuk metaal eenige
"^kracht had. maar onze gast-
f hte s echts en verzekerde dat er
F<u'
m de naald zat zooals sommigen
'vr-1 weten moesten, voegde zij
u,*" ik den gesp acht maal gezet had
®aal een nieuw hoopje goud naas'
Wendde zij zich tot mij en zei:
speelt dapper, jongeman. Hoe
Trenoweth."
Weder verbeeldde ik mij een zekeren
gloed in haar oogen te zien. maar oezen keer
was 't of zij haar tanden stijf op haar elkaar
klemde toen zij dien naam hoorde. Maar zij
lachte alleen maai; een kalm lachje en ze;:
„Hoe vreemd klinkt die naam Trenoweth.
Is het eer, geluksnaam?"
„Neen. tot nu toe niet." zei ik.
„Welnu, speel maar door. Het doet mij
goed, dat duel tusschen ons beiden. Maar u
is voorzichtig zie ik; waarom zet u dien sta
pel goud ook niet op zoolang u zoo wonder
lijk gelukkig is?"
Weder voelde ik Toms hand op mijn
schouder en dezen keer was zijn stem zeer
dringend. Maar ik was volkomen doof.
..Zooals u wilt." zei ik koelbloedig en ik
legde den geheelen stapel op zwart.
Het was krankzinnigenwerk, meer dan
krankzinnigenwerk. Maar ik won al weer;
en nu was de stapel winst enorm. Ik keek
even naar die vreemde vrouw; zij was even
bedaard als altijd.
„Speel maar door," zei ze.
Nog drie maal won ik en nu moesl het
stapeltje naast haar worden aangevuld. Toch
vertrok geen spier van haar gezicht, geen
blik uit haar geheimzinnige oogen.
Eindelijk was ik akelig van mijn succes,
ik draaide mij om en zei:
..Nu heb ik er genoeg van. Is u tevreden
ais ik nov eens alles opzet?"
Weer lachte zij ,U is moedig, mijnheer
Trenoweth en hei gevecht waard U kunt
vanavond winnen, maar ik zal het toch ein
delijk winnen Ik heb u gezegd dat ik met
genoegen aan u verliezen wil, maar u houdt
mij aan mijn wcord en wilt u wreken. Toch
zou ik dien gesp van u graag willen hebben,
dus laten wij het nog eens probeeren."
Ik legde al mijn winst op rood. Nu had
den alle gasten zich om de tafel vereenigd
om den afloop van dezen strijd te zien. Geen
sterveling zelte op, zoo verdiept waren ze
in dit duel Aller gelaal was wit van opge
wondenheid aller lippen trilden. Wij alleen,
de twee strijders, zaten daar zoo kalm mo
gelijk ik en de vreemde vrouw met die
onpeilbare oogen.
„Rood is de kleur van vele dingen," zei
ze terwijl ze de naald zachtjes in beweging
bracht, ..broed en robijnen en des minnaars
lippen. Maar zwart is de kleur des Doods en
de dood zal eindelijk alles overwinnen."
Toen het rad der Fortuin, hier de naald,
voor het laatst ronddraaide, hoorde ik do
hijgende ademhaling van de menigte rondom
mij, zoo diep was de stilte in het vertrek.
Ik voelde Toms hand al stijver op mijn
schoudeT. Ik hoorde of verbeeldde mij liet
hart van den man naast mij te hooren klop
pen. Ik voelde mijn eigen pols 9tevig en
regelmatig slaan. Ik wist da! ik winnen zou
en er was iets in mij dat mij zeide: zij weet
het ook. Zelfs toen dat idee in mijn hoofd
opkwam, barstien de kreten los uit do keel
van al die toeschouwers. Ik keek haast niet
toe om dc oorzaak daarvan te zien. maar
ioen ik mij tot onze gastvrouw wendde, ke
ken haar oogen 9trak in dc mijne en haar
zachte stem klonk boven alles uit toen zo
zeide
„Heeren, wij hebben vanavond genoeg ge
speeld Hel spelen is gedaan
Ik had de bark doen springen
Ik stond met Tom mijn geld bijeen le ga
ren. toen hM publiek langzamerhand de zaal
verliet en ik wierp intusschen een blik op de
vrouw die ik verslagen had Zij zal in haar
stoel geleund oogenschijnlijk even onver
schillig of zij won of verloor. Haar oogen
waren echter steeds op mij gericht terwijl
ik het geld in mijn zakken stak. Toen onze
oogen elkaar ontmoetten, haalde zij een pa
piertje en een potlood uil haar zak, krab
belde er ecn paar woordon op, wierp het
briefje toe aan den man met het schepje,
die daarop de kanier uitging en zeide:
„Wooni ge hier ver vandaan?"
„Neen, niet heel ver."
„Gelukkig. Maar wees voorzichtig. Zulk
een som winnen i9 haast even gevaarlijk als
te verliezen. Ik zal u nog wel eens weer
zien, u en uw talismen. Mag ik dat ding nog
eens even zier»?"
Wij waren met ons dricSn alleen in do
kamer. Zij nam den gesp aan. bekeek hem
aandachtig en gaf hem mij daarna ierug.
Reeds begon de morgenstond aan te breken,
ik zag het licht door de reten van do luiken,
dat de kaarsen, die aan het uitgaan waren,
iets spookachtigs af en een grauw waa9 over
het geheel wierp: een ontredderde kamer
met 9lukjes papier op den grond, do over
blijfselen van het nachtelijk tooneel. Maar
spookachtiger dan iels anders was het gele
gezicht van de vrouw hij dat onmeodoogend
licht. Daar zat zij, schijnbaar onvermoeid,
in al den glans van haar schitterende ju-
weelen, toen wij de zaal uitgingen een
echte godin van de speeltafel
Wij waren bij de deur en gingen in don
ker de gang. die naar de straat leiddo. in,
toen Tom fluisierdc:
„Pas op. dat briefje beduidde niels goeds."
Ik knikte, deed de deur open en liep in
donker verder Op hetzelfde oogenblik hoor
de ik een vluggen vOTtslap links, ik zag een
flauw verschijnsel, voelde een hevigen slag
op mijn borst Ik deinsde achteruit en hoorde
Tom mij reeds voorbij rennen en een har
den slag toebrengen.
„Loop gauw weg! Dc gang door! Gauwl"
In oen oogwenk vlogen wij door de duis
tere gang naar de buitendeur, maar in dat
oogenblik zag ik de kaarsen, het gezicht van
de gele vrouw, die daar nog zat, onbewege
lijk en kalm.
Wij kwamen hij do deur en slonden in
eens in het daglicht. Eerst de steeg door, da
straat op, toen nog een straat en toen door
een massa zijstraatjes. Tom vooruit, ik volg
de hem, hijgende en met de handen op. mijn
volle zakken, uit vree9, dat het geld er uit
zou vallen. Sleed9 maar vooruil, ofschoon
geen enkelo voetstap hoorbaar was achter
ons; wij hadden ook geen sterveling gezien
scdort Tom mijn aanvaller neergeslagen
had. Dood af, huilen adem kwamen wij ein
delijk op het Strand uit, en hier kwam Tom
een weinig tot rust.
„Hel is wonderlijk stil op straat," zei hi).
Ik dacht een oogenblik na: ,,'t Is Zondag-
ochlend."
Nauwelijks waren die woorden uit mijn
mond, of ik hoordo iels klinken op de slraal-
sfeenen naast mij. Ik bukle en raapte het
op: De gouden gesp.
„IIó! hoe vreemd!" zei ik.
„Volstrekt niet," antwoordde Tom. „Kijk
maar eens naar je borstzak."
Ik keek en zag ecn snee over mijn borst,
vlak boven het hart Toen ik er mijn hand
op lei rolde er een sovereign uit. toen weer
een, hel geld rolde rinkelend op den grond.
Tom raapte ze op en gaf ze mij aan
en zev
..Jasper, je mag den hemel danken als ie
daarvoor in een slommtng hent Je bent er
ternauwernood goed afgekomen."
„Wat meen je?"
(Wordt vervolgd).