DE OOLIJKE OESTERFAMILIE. BEEKMAN loodemans rots 70ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 15 Mei 1929 Derde Blad No. 21215 BINNENLAND. het bezoldigingsbesluit. de visschersstaking te scheveningen. het petitionnement reclame. lichtversterking van de locomotieflantarens in verband met de onbewaakte overwegen. KUNST- EN LETTEREN. FAILLISSEMENTEN. ONZE COLLECTIE KOREVAARSTRAAT FEUILLETON. Vragen van den heeT Lingbeek. Het lid der Tweede Kamer de heer Liiïg- f heeft tot den minister van financiën I de volgende vragen gericht I lo. Is het waar, dat het herziene Bezo ldigingsbesluit reeds tot uitvoering is ge- I komen? I 2o. Indien zulks het geval is, op grond ■van welke overweging is gemeld besluit dan |,n werking gesteld zonder dat te voren door oen minister die aanvrage van gelden is ge ■daan, waarvan ondergeleekende melding Imaakle in zijn vraag No. 3 van 28 Novem- ■ter 1928. en die Zijn Excellentie in uitzicht stelde in zijn antwoord No. 3 van 20 Dec. Ijp38. en alsmede zonder dat bedoelde fond- |sen doof de Sta ten-Generaal zijn gevoteerd? 3e. Op welke gronden acht de minister lin dat geval zoodanige wijze van behande j van de onderhavige aangelegenheid te lïijn in overeenstemming met de vereischte [eerbiediging van het budgetrecht der Staten- ■Generaal, hetwelk zooveel le meer mag wor- lden gevraagd, waar het zijn excellentie niet [onbekend was, dat tegen het toestaan vair een deel der sub 2 bedoelde gelden in den oezem der Tweede Kamer ernstige bezwa ren zijn gerezen? Een motie der modernen. I De vergadering van zeevisschers, aange goten bij den Centralen Bond yan Trans- taibeiders, heeft een motie aangenomen, raarin, overwegende: dat de gedurende een eeks van jaren bij de reederijen kenbaar temaak te verlangens der zeevisschers naar loisverbelering, telkenmale door de reeders tijn afgewezen, [dat de thans op 'het laatste moment gedane ezegging der reeders tot verhooging van |iet gezamenlijk aandeel in de besomming iet Vs procent, door de visschers onvoldoen- e wordt bevonden, dat in besprekingen tusschen de besturen den Christelijken en Centralen Bond i Transportarbeiders overeenstemming is reikt, betreffende de te volgen taktiek in let inmiddels uitgebroken conflict, j wordt besloten de staking der zeevisschers Let alle daartoe geëigende middelen te zul len steunen en alle zeevisschers worden op- pekt eensgezind de leiding der betrokken ïganisaties te volgen. VAN DE A. V. R. O. Zaterdag aanbieding. Het bekende petitionnement van de i. V. R. O. om het behoud van een eigen Irider zal Zaterdagmorgen om 11 uur, torzien van ruim 400.000 handteeke- Jiugen, den minister van Waterstaat aan boden worden. i halfelf zal zich een stoet van auto's Q A. V. R. O.-vrienden op den Leidschen al weg en Benoorden houlschen weg üde viaduct tot het Gebouw „Petrola" fffen Haag opstellen, waarna men zich en Ne via den Bezuidenhoutschen weg naar f' ministerie van Waterstaat zal begeven. („Vad.") PROF. Mr. V. H. RUTGERS. I Prof. mr. V. H. Rutgers is, naar de Standaard" meldt, uit Zwitserland terug- Ikeerd. Zijn geneesheer heeft hem ten Jinste drie weken volstrekte rust voorge- phreven. Zijn hartspieren zijn van de na ging van de griep nog niet hersteld. p* schoeisel dient bij reparatie in een mini- ram van tijd weder tot Uwe beschikking zijn. - Wij leveren binnen EEN dag af. Lederh. en Schoenm. 4410 IDE CENTRALE", Haarl.straat 74. HAAGSCHE CONFERENTIE INTERN. PRIVAATRECHT. Bij Kon. besluit is lo. ingesteld een per manent secretariaat ten behoeve van de Haagsche conferentie betreffende het Inter nationaal Privaatrecht; is 2o. benoemd tot hoofd van genoemd permanent secretariaat mr. II. Daniels, hoofdcommies aan het Ministerie van Bui- tenlandsche Zaken, secretaris der Staats commissie lot voorflereiding van de te nemen maatregelen tot bevordering der Co dificatie van het Internationaal Privaat recht; zijn 3o./benoemd tot secretarissen aan ge noemd permanent secretariaat mejuffrouw mr. E. Schellema, hoofdambtenaar aan het Internationaal Intermediair Instituut, en mr. B. Ph. baron van Harinxma thoe Sïoofen, adjunct-secretaris van bovengenoemde Staatscommissie. NED. R.-K. ONDEROFFICIERS- BOND „St. MARTINUS". De gisteren te 's-Hertogenbosch voortge zette vergadering is bijgewoond door den hoofdaalmoezenier voor leger en vloot mgr. Evers. Van de behandelde voorstellen vermelden wij de volgende: Aangenomen is een voorstel-"Maastricht Het hoofdbestuur ijvere met kracht, dat bij aanstelling in een hoogeren rang (z.g. dub belrang) tegelijkertijd worde toegekend de jaarwedde aan den nieuwen rang verbon den; een voorstel-Bergen op Zoom: Het hoofdbestuur biijve ijveren voor het invoe ren van goedkoopere en eenvoudiger onder scheidingsteekenen, voor het personeel be neden den rang van adjudant-onderofficier. Het hoofdbestuur zal in studie nemen, wat door Ede in een voorstel gevraagd werd, nl. actie te voeren voor het volgende: Zij, die op 30 Juni 1925 dienden en volgens de toen geldende pensioenwet het vooruitzicht had den een pensioen van 70 pCt. te kunnen genieten en thans, door de gewijzigde pen sioenwet en invoering van het V. D. L., we gens het bereiken van den 60-jarigen leef tijd niet meer in de gelegenheid zijn, bij hun verplicht ontslag, toch een pensioen van 70 ikjt. te doen toekennen. Ten aanzien van de totstandkoming eener wettelijke regeling van de rechtsposi tie der onderofficieren zal het hoofdbestuur diligent blijven. Statuten en reglementen waren gewijzigd en een voorloopig reglement over het spaar en voorzorgfonds goedgekeurd. Na nog eenige bespreking werd de verga dering gesloten. Na afloop zijn de deelnemers ten stad- huize officieel ontvangen. 299. „We waren heusch erg ongerust over jullie," verze kert Grietje telkens, terwijl de Oesterjongens hen de wonderen van de diepe zee toonen, „Piet wilde al een advertentie plaatsen om te vragen of jullie soms een ongeluk gekregen hadden, maar toen zei ik: „Ezel, als ze een ongeluk gekregen heb'ben, kunnen ze toch piet op die advertentie antwoorden. 300. Over zandheuvelen en door zanddalen voeren de Oesterjongens hun gasten. „Het is erg mooi," zegt Pietje Puk, „maar ik zou hier (och niet altijd willen wonen. Je kunt er geen krentenbrood krijgen, hè. En ook geen biefstuk? En als Otto lachend van neen geschud heeft, herhaalt hij: „Neen, voor altijd zou ik hier niet kunnen wonen!" - „Zoo konden wij het nu voor altijd daarboven niet uithouden," zegt Oscar dan. DE TWEEDE KAMER VERKIEZINGEN. In de huishoudelijke vergadering van de „Middenpartij voor Stad en Land" is de vol gende lijst v. candidaten voorde e.k. Kamer verkiezingen vastgesteld: 1 Floris Vos, Naar- den; 2. mr. J. H. Schultz van Haegen, Bloe- mendaal; 3. Jac. Molenaar Dzn., Haarlem mermeer; 4. J. II. Rippe, Delft; 5. J. M. Cohen, Almelo; 6. E. L. Duiker, Amsterdam. De vermeerdering van het aantal onbe waakte overwegen heeft de directie der Ned. Spoorwegen er toe geleid zich bezig le houden met de versterking van het licht der locomotieflanlarens. Na de noodige proefnemingen werd be sloten alle geëmailleerde reflectoren te doen vervangen door reflectoren van Berlin- zilver. Tevens werd het nö'odig geacht, er bij de verbeterde lantarens voor te zorgen dat de vlam nauwkeurig in het brandpunt van den reflector wordt geplaatst. Zoodoende wordt de lichtsterkte der veranderde lan tarens verviervoudigd. Hel resultaat is zeer bevredigend. Reeds zijn 750 locomotieven van deze verbeterde lantarens voorzien en gaandeweg zullen deze aan alle locomotieven worden aange bracht, wat de veiligheid van het verkeer ten goede zal komen. VERSPREIDE BERICHTEN. De directeur van den Postchèque- en Girodienst de heer J. Lazonder, zal morgen, 16 Mei, zijn 40-jarige ambtsvervulling in den Staatsdienst herdenken. Bij Kon. besluit is aan W. J. B. M. Witte, op zijn verzoek, met ingang van den dag, waarop zijn opvolger als notaris zal zijn beëedigd, eervol ontslag verleend uit zijn betrekking van notaris te Alkmaar. De 2de ploeg niet-voorgeoefende dienst plichtigen der lichting 1929, aangewezen voor de onderofficiersopleiding bij de regi menten infanterie, wordt 17 Juni voor eerste oefening ingelijft en vertrekt ^5 Maart 1930 met groot verlof. Do gewone audiëntie van den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen zal op Maandag 20 Mei niet plaats heb'ben. Men verzoekt ons de aandacht van het publiek er op te vestigen, dat het, ter be vordering van een regelmatig reizigersver- voer met de electrische treinen, gedurende de Pinksterdrukte noodig is, dat stipt de hand worde gehouden aan het voorschrift, dat rei zigers in die treinen moeten instappen over het achterbalcon der rijtuigen, bij het bord ,,in", en uitstappen over het voorbalcon, bij het bord „uit". HET DECENTRALISATIE CONGRES. SEMARANG, 13 Mei (Aneta). Het 19de Decenlralisatiecongres is hier gehouden on der leiding van den heer Rückert. Tegen woordig was de gouverneur van Midden- Java en vrijwel alle burgemeesters en secre tarissen. Aangenomen werd een molie, waarin uit gesproken werd: lo. dat, welke oplossing ook gekozen wordt bij de vervanging van het bestuur in de op te helfen autonome desa's, vóór alles overgegaan dient te worden, bij voorkeur ge leidelijk tot die opheffing, opdat de gemeente zekerheid krijge, dat haar werk niet meer door de autonome desa belemmerd of onge daan gemaakt kan worden. 2o. Voor de harmonische ontwikkeling van het Indische gemeentewezen en vermij ding van den overlast voor inheemschen dient als oplossing te worden aangemerkt, de gemeente met het geheele bestuur in haar ressort te belasten. KEES LAGEMAN f De tooneelspeler Kees Lageman is, 73 jaar oud, in het Wilhelminagasthuis (e Amster dam overleden. Hij was sinds de oprichting tot 1927 verbonden aan het Schouwtooneel. Daarvoor maakte hij deel uit van verschil lende gezelschappen, o.a. trad hij op bij Brondgeest in Indië. Opgeheven is het faillissement van W. Elfers te Wassenaar. RECLAME. UIT NED-OOST-INDIE. Mr. CREUTZBERG. BUITENZORG. 13 Mei (Aneta). Aan den vice-president van den Raad van Ned.-Indië Mr. Crcutzberg, is, gerekend van 17 Mei. het beleid van zaken opgedragen totdat de Gou verneur-Generaal de leiding weer aanvaard zal hebben, na zijn terugkeer van zijn dienstreis naar Midden- en Oost-Java. IS EEN ONOVERTREFBARE COMBI NATIE VAN GOEDEN SMAAK EN PRIJSWAARDIGHEID 4412 CHRISTELIJKE ORATORIUM- VEREENIGING „CON AMORE". Het jaarlijksch Kerkconcert van boven genoemde Verecniging is bepaald op Woensdag 29 Mei a.a. en zal, als altijd, plaats hebben in do Hooglandsche Kerk. Als solisten zullen ditmaal medewerken mevr. Sophie BothHaas, sopraan te Rot terdam en de heer J. J. Poolman, solo- fluitist vaD het Residentieorkest, Den Haag. Het koor zal a capella nummers ten gehoore brengen van Palestrina en Bach, benevens een aantal bijzonder mooie Oud- Nederlandsche liederen, die tot nog wc niet voor koor verschenen zijn en uitslui tend met het oog op deze uitvoering voor vier stemming gemengd koor werden be werkt. Men zie voor kaartverkoop en plaats bespreking de binnenkort te plaatsen ad vertenties en de aanplakbiljetten. HET OOST-NEDERLANDSCH TOONEEL. De directie van het Oost-Nederlandsch Tooneel zal worden gevoerd door A. van Dalsum en dr. W. Frans. Artistiek adviseur is A. Defresne Regisseurs: A. van Dalsum. dr. W Frans, A. Defresne en Dik van Veen. Actrices: MeVr. A. Sablairolles, mevr. Duv- maer van Twist, mevr. Charlotte Kohier, mevr. Erens, mevr. Frans. mej. S. Heyblom, mej. W. Haak, mej. N. Knoop. Acteurs: A. van Dalsum. J. Verstraeten. H. Erens, Ph. la Ghapelle, D. van Veen, J. Cruis Voorberg, J. Sternheim. H. Carpentier Alting. Admi nistrateur: Joh. Brandenburg. Kern van het repertoire: „De Comedie van het Geluk" van Evrinov; „De Karavaan" van Max Mohr; „Drei Grosschenoper" van Brecht; „Volpone" van -Tohnson-Schweig; „Maya" van Gatillon; „Richard IH" van Shakespeare; „Nicolo" van Wedekind; „Cagliostro" van A. Defresne; „De rare Rechter" van A. Defresne. Naar het Engelsch van A T. QUILLER—COUCH 'ioe helaas niet veel beter, maar <le hemel hoe graag ik weg wou gaan, doch 'meer Sanderson wil er op het oogen- „m"08 me,s van hooren. Hij heeft mij be- Hiiie£n VCK)r mi) k zoekcn, zoodra L dat ik in staat ben mijn Teis voort H zetten. IjAovemher. Ik heb mij toch niet vergist. Bp Rail ton dien ik gezien heb op ioei Band. Ik heb hem vandaag on'<- Ml" ^aar bijna op dezelfde plek Jï# en ..ik heb met hem gesproken, ik t i! Schiint dat bij mij niet verstond. L vraEen naar mijn vriend ColU- fcm' f °°f hij al even weinig van -a. Wee* a's ik- Mijnheer Sanderson istfïï over een week wel voldoende 2a! z'in om op reis te gaan. Ik hoop li'^ nl dat wachten hindert mij vree- U'ler^Vern^er" Eindelijk heeft mijnheer ■u»tovJn Cen sc^p voor m,i 2ev°ndpn. Ik naar Colombo met den •tiend -Bampaspe"de kapitein is een ■er. eea zakenvriend van mijn gast- ■ÈW q eeniS<? passagier wezen en Sanderson heeft kapitein Dodge opdracht gegeven om voor mij te zorgen. Maar ik gevoel mij nu sterk ge noeg en tot alles in staat. 23 November. Ik ben eens naar het schip gaan kijken; een heel aardige hut is voor mij bestemd. Maar wat mij zeer verbaasde, ik ontmoette Colliver, die het schip ook kwam bekijken. Hij was zeer verrast mij te ■zien en dacht dat ik al lang in Engeland zat. Ik vertelde hem dat ik John Railton ontmoet had en hij antwoordde: O ja, ik heb 'hem in dienst genomen. Wij gaan samen naar Ceylon, want ik heb nu op het cogen- blik lang genoeg in Indië rondgereisd. Ik ben mijn broer te Trichinopoly een bezoek gaan brengen en ben pas te Bombay terug. Ongelukkig verklaart de kapitein van de „Campasoe" dat hij mij niet mee kan ne men, dus ik dien te wachten." Ik legde hem uit waarom de kapitein be zwaar maakte en bood hem aan mijn hut met hem te deelen. indien kapitein Dodge geen bezwaar maakte tegen het gezelschap van Railton. ..O, wat de betreft," antwoordde hij, ..Railton kan wel later volgen; maar hij is een handige kerel en kan van veel dienst zijn zonder er betaling voor le eischen." Wij spraken er dus over met kapitein Dodge, die geen bezwaar maakte nog een passagier mee te nemen en hij kon het wdl schikken met Railton. ook als ik dat graag had. „Maar" voegde hij er bij, „mijnheer Sanderson had hem speciaal gezegd, dat ik een hut alleen moest hebben, omdat ik pas ziek geweest was. Aldus werd de zaak afge sproken. Mijnheer Sanderson was volstrekt niet in genomen met deze afspraak, toen ik hem vertelde dat ik een hutgenoot zou krijgen. Hij deed allerlei wagen omtrent Colliver en vroeg met groote belangstelling, of ik hem iels van mijn plannen had meegedeeld. Dit was volstrekt niet het geval. en. zoo ver telde ik aan nnjn gastheer, Colliver had niet de minste belangstelling getoond voor mijn plannen. Mr. Sanderson antwoordde daar niet veel op en vroeg wanneer ik nog eens zou leeren voorzichtig te zijn en voegde er bij dat voor de meeste menschen één slag op het hoofd voldoende was, maar ik had er zeker meer noodig. Ik mori toestemmen dat, hoe aangenaam gezelschap Colliver mocht wezen, ik toch eigenlijk liever alleen op dat avontuur was afgegaan. Maar ik kon de' uitnoodiging niet weer intrekken zonder onbeleefd te zijn en ik moest hem dankbaar wezen dat hij mij zulk een aangename heenreis bezorgd had. Daarenboven, wij scheidden in Colombo toch" van elkaar. 25 November. ïk schrijf dit op (voor het laatst op Indisch grondgc-'bied) vlak voor ik naar bed ga. Morgen vertrek ik per „Cam- paspe" naar Colombo. Maar ik kan Bombay niet verlaten zonder nog eens terug te komen op mijnheer Sandersons groote be leefdheid. Van avond toen wij voor het laatst samen zaten op het balcon van Craigie Cottage, verklaarde ik dat mijn hart te vol was om té kunnen spreken. Mijn gastheer scheen over andere dingen te den ken, want hij zei: „Een bezoek gebracht bij zijn broer le Trichinopoly, niet waar? En pa9 terugge keerd! Ik wou wel eens weten waarom hij in het hoofd heeft gekregen terug te komen hier in Bombay. Er zijn te Madras schepen genoeg". „Maar Colliver is niet een man om juist den koristen weg te kiezer tusschen twee punten. En waarom zou hij niet nog eens te Bombay terugkomen „Ik verzoek je op te merken, dat het niet de vraag is: waarom zou hij n i e t, maar waarom zou hij wel te Bombay terug komen?" „Nu. in ieder geval, ik zal op mijn hoede zijn". Die achterdocht ter wille van mij is bepaald een manie geworden bij mijn gast heer. Ik vond het maar het beste hem niet tc-gen te spreken en trachtte toen hem voor zijn groote vriendelijkheid te bedanken. „Rraat daar niet meer van", viel hij mij in de1 rede. „Ik was u wel eenige voldoening verschuldigd dat ik mij met deze zaak be moeid heb of liever dat ik er in betrokken werd. Het is een ernstig geval, weet u, voor een geacht rechtsgeleerde, te helpen en mij le bemoeien met dit krankzinnig onderzoek; en om je de waarheid te zeggen. Treno- weth, van het eerste oogenblik af dat ik je zag had ik sympathie voor je. enZeg nu maar geen woord meer alsjeblieft." De oogen van mijn vriend stonden vol tranen, ik stond op, drukte hem stilzwijgend de hand en ging naar mijn kamer. 26 November. Ik ben vertrokken. Ik 7,'d dit te schrijven in mijn hut. alleen Colli- ver heeft een andere hut gekregen op mijn heer Sanderson's uifdrukkelijk verzoek. Hij zag Golldver vandaag voor het eerst op de kade en nam mij ter zijde om mij op het laatste oogenblik nog eens te waarschuwen tegen dien vent met zijn duivelsche oogen. Toen ik op het dek stond en het kleine, stijve mannetje daar zag staan wuiven, tot dat hij verdween tusschen de menigte en Bombay langzamerhand voor mijn oogen wegzonk, dacht ik met weemoed hoe weinig kans er zou wezen dat ik hem ooit in mijn leven zou weerzien De stem van Colliver die naast mij stond, wekte mij uit mijn over peinzingen. „Een dwaas mannetje, die vriend van u.. hij is een en al ontroering en is doodsbang het te toonen. Heeft hij u een dienst bewe zen?" „Ja. dat zal waar zijn, een grooteren dienst kan een man een ander niet bewij zen." „O, dat dacht ik wel. Daarom is hij zoo dankbaar." 6 December. Nooit zal ik vergeten hoe Ceylon, het land van mijn belofte, zich uit de nevelen aan mijn oog begon te vertoonen. Ik was vroeg in den morgen op het dek ge komen om het land langzamerhand te zien verschijnen. Ik had mijn oogen naar het Oosten gericht: de grauwe duisternis ging heel langzaam over in bleek grijs en ver toonde een lange, smalle streep, zooals men wel op prentenbijbels ziet afgebeeld, oprij zend naar één middelpunt. Toen leek het mij of de zon ïd een oogwenk was opgegaan en of als door een too verslag alles veranderde in een kust begroeid met palmen, en zich langzaam verhief tot groene hellingen en hooge heuvels. Er zweefden nog wel wolkjes aan de lucht, maar de zee en de kust straal den van het gouden zonlicht De lucht was zoo helder dat ik het roode zand aan de kust en de lichte stammen der boomen kon onderscheiden. En daar lag Colombo met zijn witte huizen, die duidelijk te onder scheiden waren. De zon stond reeds, hoog aan den hemel toen de loods aan boord kwam en toen wij de haven binnen kwamén. was de stad reeds overtogen van het stille namiddag licht. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 9