BEEKMAN DE OOLIJKE OESTERFAMILIE. 'oodemans rots DE ORGANISATIE DER SOCIALE VERZEKERING. [flite Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 14 Mei 1929 Derde Blad No. 21214 KOREVAARSTRAAT FEUILLETON. De Hooge Raad van Arbeid over vereenvoudiging. Jin September van het vorig jaar heeft de linieier van Arbeid H. en N. het advies van n'ttoogen Raad van Arbeid gevraagd om- ■ui hei voorstel van de meerderheid van J commissie-van lJsselsteyn, weilke advies Lj uitgebracht omtrent een vereenvoudi- L in de organisatie van de openbare KneiiJ belast met de uitvoering der sociale lm kering. Het voorstel van de meerdcr- j van de commissie-van LJsselsteyn hield de uilvoering der sociale verzekering, lor zoover deze zal geschieden door open- te organen, op te dragen aan een centraal Lan, met medewerking van met zekere lie van zelfstandigheid toegeruste plaatse- te afdeelingen. |Dc voorzitter van <]en Hoogen Raad van Ibeid heeft daarop de volgende commissie Lsteld, welke praeadvies heeft uitge- ïcht aan den Raad: Lid en voorzitter: prof. mr. P. J. M. Aal teden: F. L. van der Bom (Chr. Werkg. Ir.); A, C. de' Bruyn (R.K. Werkl. Verb iFolmer; mr. H. W. Groeneveld; dr. L. G. Jrtenhorst (R.K. Werkg. Ver.); E. Kupers I.V.V.); mr. A. N. Molenaar (Verb. v. Ned. erkg.)V. Noest (voorz. Bestuur R.V.B.); Ia van Poelvooide (direct. Alg. Mijnwen- Jrsfonds)dr. F. E. Posthuma-, .T. S. Rup- Irl Jr. (C.N.V.); mèj. mr. G. J. Stemberg; IJ. van den Tempel; mr. T. J. Verschuur [er. v. Raden v. Arbeid); mr. W. H. M. lerker (lid Verzekeringsraad); adjunct-sc-'- |laris: mej. mr. M. A. Koning, c commissie heeft het onderwerp behan- 1 aan do hand van de volgende vie'r Jen: |I. Is het gewenschl. dat de Raden van beid min of meeHiun zelfstandigheid ver ten en vervangen word en. door afdc-'elm- Jvan de Rijksverzekeringsbank? |l! Is het gowenscht, dat er aan het hoofd B de Rijksverzekeringsbank één directeur tut te staan, in slede van een meerhoofdig Jfctorium, waarin iedere directeur gelijke Jvcregdheid heeft? lil. Moet boven de directie van de Rijks- pAeringsbank een niet ambtc-'lijke Raad li Toezicht komen te staan, of moet de ^•lie van de Rijksverzekeringsbank het lelijksch bestuur vormen van een althans Ir een gedeelte ambtelijken Raad van Keer? |V. Moet deze Raad van Toezicht boven t openbare en particuliere organen, be- ji raet de uitvoering der sociale verzelce- k. worden ge'steld? l zijn advies aan den Minister komt de 1 lol de volgende conclusies: t de argumenten voor een bevestigend :or een ontkennend antwoord nauw- S tegen c-'lkander te hebben afgewogen, llvoordt een meerderheid in den Raad h7) de eerste vraag bevestigend, iliel geven van dit bevestigend ant- N hebben eenige leden c-'cliter in drieër- |opzicht een voorbehoud gemaakt. In de o plaats hebben deze leden bevestigc-nd frmd uitgaande van de op dit oogenblik *r waarschijnlijke onderstelling, dat de pre Ziektewet zal worden ingevoerd in geen vorm, dat aan de Raden van Arbeid jbls een bescheiden taak op het gebied ziekteverzekering wordt toebedeeld. Tn |tweede plaats werd het voorbehoud ge- ïl, dat de gereorganiseerde Rijksverze- rogsbarik niet een zoo machtig lichaam [worden, dat zij aan den groe'i van het fr oordeel van de leden, die hier aan jt woord zijn, betere stelsel der bédrijfs- I^Bigingen in den weg zal 9taan. In de e plaats moet het medezeggenschap van Povers en wc-rknemers bij de locale uit- [fflg der verzekering, die door de degra- Tj ?aden Arbeid tot afdeelingen 3 oe Rijksverzekeringsbank zal verloren r Wor^en opgevangen door de meerdere centrale zeggingsmacht dier groepen in de commissie van toezicht. Wordt dit driedubbele voorbehoud echter niet gemaakt, dan beantwoordt een meerder heid in den Raad (2316) de gestelde vraag ontkennend. De tweede vraag wordt door een groote meerderheid (318) bevestigend beant woord. Ten aanzic-'n van de derde vraag is de Raad eenstemmig van oordeel, dat boven de directie van de R. V. B. een niet-ambte- lijkc Raad van Toezicht moet komen te staan. Wat tenslotte de vierde vraag betreft, geeft c-'en aantal leden het denkbeeld in over weging den Raad van Toezicht, die belast zal worden met het algemeen toezicht op de openbare organen betrokken bij de uit voering der verplichte sociale verzekering, tevens te belasten met het toezicht op de particuliere organen, die tot het mede-uit voeren der verplichte sociale verzekering worden (oegc-'iaten. Er bestaat een zoo nauw verband tusschen de uitvoering van dezelfde takken der sociale verzekering door open bare en particuliere organen, die uitvoering zil zoo dikAvijls in elkander grijpen, dat het uit e'en oogpunt van doelmatige uitvoering aanbeveling verdient, het toezicht in één hand te houden. Weliswaar zal het toezicht op de openbare Organen uiteraard een ander karakter dragen, dan het toezicht op de particuliere organen. Dr* functie van den Raad van Toezicht ten aanzien van beide soorten van organen zal dan ook niet de zelfde kunnen zijn. Hoofdzaak is echter, dat iedere tak der verplichte sociale verzekering al9 één samenhangend geheel worde bezien. Avaar-toe de instelling van één centraal col lege ATan toezicht alleszins aanbe\reling ver dient. Tn dezen Raad van Toezicht zouden de Verzekeringsraad en de Raad van Toe zicht op de bedrijfsverenigingen, toegelaten tot do uitvoering van de land- en tuinbouw- ongevallenverzekering. moeien worden op gelost. Een aantal andere leden kan zich nog niet aanstonds met deze conclusie vereenigen. Zoolang nog allesbehalve vaststaat, welke particuliere organen toegelaten zullen wor den en wat de omvang hunner werkzaam heden zal zijn, is het onmogelijk reeds een uitspraak te doen omtrent het college, dat met het toezicht zal worden belast. Zonder derhalve de vierde vraag ontkennend te wil len beantwoorden, meen en de'ze leden zich voorloopig van een antwoord op de \riorde vraag te moeten onthouden. RECLAME. TEGEN ZEER REDELIJKE PRIJZEN VINDT U ALLEEN BIJ ONS. -i-307 297. De Oesterkinderen, inlusschen, zitten heel gehoor zaam in de klas bij meester Zeepaard, als er opeens drie duikertjes de klas binnengestapt komen en naar Oscar en Otto Oester vragen. Als de meesier bemerkt dat liet oude vrienden zijn, geeft hij den jongens dadelijk vrijaf. 298. Blij hollen ze naar buiten en daar dansen en springen ze rond van pleizier. Grietje cn Pietje kijken, vanachter de glaasjes in hun duikerhelmen, zich de oogen uit. Maar ze zijn toch erg blij dat ze de jongens zoo vroolijk en wel aan treffen. PRINS HENDRIK. Te Genève aangekomen. De berichtgever van het „Hbld." te Genève meldt, dat Prins Hendrik gistermorgen, ko mende uit Montana, daar is aangekomen. De prins Aveixl aan het station venvelkomd door den consul der Nederlanden en mevr. Van Nooten. Prins Hendrik, die vergezeld Avas van zijn adjudant, kolonel Völcker, maakte met den consul en diens echlge- noote een autotocht in de omstreken van de stad. DEI REIS DER VLIEGBOOTEN. Thans volgt het langste traject. Men seint uit Trincomali, dat de vliegtocht van Karatsji naar Trincomali zonder bijzon dere gebeurtenissen verloopen is. De eerste uren na het vertrek van Cochin regende het hard. De \iiegbooten verkeeren in goe den toestand. Thans bereiden de bemannin gen der vliegbooten zich voor op het nu volgend langste vliegtraject naar Sabang; het" vertrek is bepaald op 15 Mei a.s. Reuter meldt nog uit Colombo, dat een der vliegers, die onlangs-gewond werd) hoogst- Avaarschijnlijk is hier sprake van een lid der bemanning van het te Bagdad verongelukte vliegtuig) aan boord van den Britschen kruiser „Enterprige", die thans te Trinco mali ligt, geopereerd is. TELEFOONSTREEKNET- VERKEER. Het tariefvraagsluk. Op de vragen van het TAveede-Kamerlid den heer Bulten heeft de minister van Wa terstaat o.m. geantwoord, dat de belang hebbenden van verschillende zijden herhaal delijk en in ruime mate gebruik hebben gemaakt van de gelegenheid om hun ziens wijze- over het tariefvraagstuk in al zijn onderdeelen te doen kennen, terwijl verder de administratie der P.T.T. het oordeel heeft ingewonnen van vooraanstaande des kundigen. In verband daarmede vindt de minister geen aanleiding om nog een bij® zonder onderzoek aangaande wenschelijk- heid van behoud en uitbreiding van streek- netten als de thans 'bestaande door een andere instantie dan genoemde administra tie te doen instellen. A. T. BOTHENIUS BROUWER. In huize Kleykamp te Den Haag is gis teren de heer A. J. Botlienius Brouwer, o.m. schrijver van do .Historische Figu ren" in ons Blad, gehuldigd, ter gelegen heid van zijn 40-jarig jubileum als journa list. Bloemstukken waren toegezonden o.m. door het bestuur van den Ned. Journalis tenkring, de Haagscho Journalistenvereeni- ging, de locale pers, het genootschap Ne derlandFrankrijk en de Alliance Fran- Qaisc. De heer Bothenius Brouwer werd toege sproken door mr. J. J. van Bolhuis, als voorzitter van het huldigmgscomité. Hij schetste het werk van den heer Bothenius Brouwer als journalist en bood een porte feuille aan, welker inhoud voor een door den jubilaris te bepalen bestemming te zijner beschikking Averd gesteld. Voorts voerden het woord de heeren Henny, uit Leiden, namens de vereeniging De locale Pers, Hans namens het bestuur van den N.J.K., jhr. Van den Bergh van Heemstede namens de Alliance Fran^aise, gener. Weber namens het Juliana van Stol berg-comité, dr. Snethlage en namens de Vereeniging voor Volkenbond en Vrede, de heer Van der Mandere. Als atiend sprak de heer Haaxman, waar na mevrouAv Wijnaendts Francken namens de Unie voor Vrouwenbelangen haar sym pathie te kennen gaf. Tenslotte heeft mevr. Marie van EysdenVink den jubilaris dank betuigd voor hetgeen deze deed in het be lang van het tooneel en in het 'bijzonder voor haar als actrice. ARBEID(ST)ERS BAKKERS-, CHOCOLADE- EN SUIKER- BEWERKIN GBEDRIJF. Verschenen is het tweejaarlijksch verslag van den Alg. Ned. Bond van arbeid(st)ers in het bakkers-, chocolade- en suikerbeAver- kingbedrijf. Het verslag meldt, dat op 1 Januari 1929 collectieve contracten bestonden met bak kerspatroonsorganisaties voor de steden Amsterdam, 's-Gravenhage, Groningen, Leeuwarden, Rotterdam en Utrecht; daar naast bestond een groot aantal contracten met coöperatie-besturen en afzonderlijke werkge\7ers. Per 1 Januari 1929 was de bond betrokken bij 62 collectieve contracten in 39 gemeenten, geldend voor 800 onderne mingen met 5851 arbeiders. Ilct ledental bedroeg per 1 Jan. 1929 met inbegrip van 46 adspirantleden 4866 tegen 4464 een jaar te voren en -4156 per 1 Jan. 1927. I-Iel zuivere vermogen van den bond be droeg per 1 Jan, 1929 met uitzondering van de saldi der werkloozenkas, A^an het steun-, t.b.c.- en pensioenfonds f 490.878. SAMENVOEGING DOUANE-BEHANDELING. Memorie van Antwoord. Aan de Memorie van Antwoord aan do Eerste Kamer inzake het wetsontwerp tot goedkeuring van het op 28 April 1928 lo Berlijn gesloten verdrag met slotprotocol tusschen Nederland en Duitschland over samenvoeging van de douanebehandeling aan de grens in het scheepvaartverkeer op den Rijn, wordt het volgende ontleend: Naar dc overtuiging der Regeering is elke gedachte der Duitsche Regeering om Emmerik een voordeel te bezorgen op kos ten van Lobith, aan het verdrag vreemd. Een oplossing, volgens welke ook een deel der opvarende schepen te Lobith zou avof- den uitgeklaard, acht de regeering reeds daarom niet mogelijk, omdat zij zulks in strijd acht met het doel, dat bij de sluiting van het Verdrag heeft voorgezeten. Dat door de samenvoeging een aanmer kelijke tijdwinst voor een schip zal worden verkregen, is aan geen twijfel onderhevig. Het sluiten van een verdrag als het on- denverpelijke, ligt geheel in de lijn van het Volkenbondsverdrag van 1923 over de ver eenvoudiging van douaneforraaHteilen. BESCHERMING VAN DE SNOEK De minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw heeft ter kennis van belang hebbenden gebracht, dat het, op grond van de overweging, dat de snoekstand in de bin nenwateren door de langdurige strenge vorst ernstig heeft geleden, en na ingewon nen advies van dc afdeelingen Rivier- en Binnenvissoherij van den Raad voor de Visscherij en van het bestuur van de hoofd- afdeeiing „Zoetwatervissoherij", der Neder- landsche Heidemaatschappij, aanvankelijk in zijn voornemen ligt, gelet op artikel 5 van het algemeen vi9scherijreglement voo? de binnenwateren (Staatsblad 1922 no. 503), te bepalen, dat in het belang van de be scherming van de snoek in de wateren. Avaarin de visscherij op snoek ais bedrijf werd uitgeoefend, dit jaar het visschen met den hengel, geaasd met visoh, van 1 Juni tot en met 31 October zal zijn verboden m al'le binnenwateren, met uitzondering van die, welke de eigenaar uitsluitend met den hengel laat bevisschen, en van die, waarin het vischrecht is gepacht door hengelaars of hengelaarsvereenigingen. Belanghebbenden, die bezwaren moohten 'hebben tegen den \roorgenomen maatregel, wordt verzocht daarvan vóór 25 Mei a.s. schriftelijk mededeeling te doen aan de ai- deeling visscherijen van het Departement van Binnenlandsche Zaken cn Landbouw, Binnenhof 4 te 's-Gravenhage. Naar het Engelsch van A T. QUILLER—COUCI1. JjZcri r°bijn en nog vele schatten daarbij 1 verweTven indien de hemel u wil lij y r m^n raa<^ °P volgen. Ge kunt U. q naar Ceylon gaan cn van daar L^anala of de Adamspiek, den be- il1. en berg van het eiland. Van het aaD den voet van de Piek moet ge iiTa' pa<* ^er Pelgrims A'olgen, tot- L? 5"e eerste keten voorbij zijt. Tusschen frh i en v°lgende strekt zich een steeds het pad volgende, komt ge <-n teom, waarvan de stam zich in ze- L erta^iügen splitst, die zich dan ereenigen. Deze boom is zeer opval- bj bem niet missen. Van de basis t fP schreden afleggen en dan aan een steen, die den vorm heeft roenschenhoofd, hel is een grooie /ar gemakkelijk te verschuiven. po,Pn S.steen ligt het geheim van.den i')n' maar tech niet geheel, want n tpJs SeSWeerd op den sleutel, Avaai'- 6ezo v "^teg gemaakt zal zijn. oorzorgen heb ik genomen, opdat ati? =?heim zal ontdekken, dan de eigenaar-, en ook, omdat nie- rjj, n ,na njP beraad, deze taak zal on- r<te profetie luidt: Zooals het pii al? *n roi''te ro°^ IS fl1lS bloed en de Sn 'y ®en dammend vuut, zoo zal het or hen, die er bezit vran willen nemen: Vuur zal hun deel wezen en Bloed 'hun erfdeel. Deze profetie is mij medegedeeld door een ouden prie9ler, wiens beenderen begraven ligg-en ond?r den steen en op wiens gewijdén goidel hel geheim geschreven is. Dit en alle andere zonden moge God ons vTergeven. Amen. A T. „Hij zat de misdaad der vaderen bezoe ken aan de kinderen tot jh het derde en vierde geslacht". (Bij dit zonderlinge docu ment was een brief gevoegd door een andore hand geschreven). „Er is geen twijfel aan of de Robijn die nu in het bezit is van den heer Am os Trenoweth de echte Groote Ro bijn is waarvan de reiziger Marco Polo mel ding maakt. Maar wat er ook van zij, ik weet, want ik heb het met eigen oogen ge zien, dat de steen van onschatbare waarde is, Aran een zeldzame kleur en veel grooler dan eenige robijn dien ik ooit gezien heb. Van dien steen Avordt melding gemaakt, be halve door de schrijvers, door den heer Tre noweth genoemd, door den monnik Jorda- nus (in de lie eeuw), die vermeldt „hij is zoo groot dat men hem niet in zijn gesloten hand kan nemen." En zoo zou ik nog tal van getuigenissen kunnen noemen, a'lle even verwonderlijk." De lieer Trenowelh is zoo verstandig ge- Aveest hem aan een enkelen juAvelier te la ten zien Het is de grootste steen dien ik ooit heb aanschouwd. Rn de Boeddhapries ter A-an wien de heer Trenoweth den steen ontvangen heeft betuigt, dat er geen twijfel aan is of het is „De groote Robijn vam Ceylor." E. S. Toen ik alles gelezen had, 9loeg ik de oogen op en zag dat mr. Sanderson mij aan dachtig aankeek. „Welnu?" zei hij. Ik schoof het perkament naar hem toe en stopte mijn pijp. Hij Tas alles heel langzaam, door zonder een spier tc vertrekken; toen gaf hij het mij terug maar sprak nog steeds geen woord. „Welnu?" vroeg ik na eenig stilzwijgen. „Wat denkt u er van?" „Wel, in' de eerste plaats dat mijn vader een wonderlijk man was en de uwe, mijn heer Trenoweth, een zeer onverstandig man. En ten tweede, dat u even-onverstandig is als hij en het 19 een geluk voor u, dat ik even eerlijk ben als mijn vader." Ik lachte. „Ja, ge kunt lachen; maar let op mijn Avoorden, mijnheer Trenoweth. U heeft iets in uw manier van doen dat vertrouwen wékt en dat trekt mij in u aanmaar het zou mij zeer verwonderen als u ooit dien robijn in handen kreeg." HOOFDSTUK IX. Bevat het tweede deel van mijn vaders dagboek, een voortzetting van zijn avonturen op het eiland Ceylon? 29 September 1848. Het is wel vreemd, dat ik den dag na mijn vaders opdracht ge lezen te hebben, mij zeer Ier neergeslagen 'gevoelde en in den toestand gebracht waar in ik nu nog verkeer. Maar het is zoo. En nu, vier maanden nadat ik begonnen ben dit dagboek te schrijven, ben ik nauwelijks in staat een pen vast te houden om voort te gaan met mijn verslag. Zoover ik mij her inner. want mijn hoofd is soms. droevig in de war. gebeurde het op de volgende ma nier. Nadat ik den 23sten Mei een groot ge deelte van deD dag had besteed met schrij ven van mijn journal en met mijn eersten brief aan mijn lieve vrouw, Avandelde ik in den lekker koelen avond naar de stad om mijn brief op de post te doen. Dat deed ik en ik wou terugkeeren naar het huis van mijnheer Sanderson, maar bleef even staan om de zon te zien ondergaan in die prach tige golf van Bengalen. Ik leunde over een muurtje en keek uit naar de zee en de met palmen begroeide oevers, toen plotseling de zon overging in een vurige vlam; de lucht werd zwaar en ik zag bloed en toen wist ik niets meer. Ik was moorddadig van ach teren aangevallen. Ik werd gevonden met een heel leelijke zigzag wond op mijn sche del; mijn zakken waren opengescheurd (of de moordenaar dat gedaan had of de inboor lingen. die mij gevonden hadden, is onze ker; eindelijk werd er onderzoek naar mij gedaan en ik werd naar het huis van den heer Sanderson gebracht, die zich ongerust had gemaakt en onderzoek naar mij liet doen; eerst één rnaand, toen werd het twee maanden, scheen mijn leven aan een zijden draad te hangen en mijn herstel heb ik al leen aan den heer Sanderson te danken, diio altijd even vriendelijk voor mij was en de leederste zorgen Amor rnij had. Maar dit al les heb ik pas later vernomen. Op het oogen blik kan ik niet meer schrijven. 3 October. Ik wordt langzamerhand beter. Mijn denkvermogen komt langzaam terug, nadat de koort9 ten gevolge van de wond verminderde. Ik denk bijna den geheelen dag na wat de reden geweest zou zijn van dezen moorddadigen aanval, maar kan er nog geen oorzaak \roor vinden. Stelen kan het doel niet geweest zijn, want ik zie er niet uit als een rijk man. Mijnheer Sander son heeft een vermoeden, maar ik kan het op dat punt niet met hem eens zijn, want niemand, behalve wij beiden, wist iets van mijn vaders manuscript .In ieder geval is het maar een geluk, dat ik het in de kist hdb gelegd met dit dagboek, voordat ik een wan deling ging doen naar Bombay. Margery heeft mijn brief nu zeker al ontvangen, mijnheer Sanderson was zoo verstandig te wachten tot na den afloop van mijn ziekte er haar iets van te vertellen en haar dus ongerust te maken. Nu behoeft zij er niets van te welen voordat wij elkaar weerzien. 24 October. Mijnheer Sanderson is een en al goedheid voor mij; als ik zijn broeder geweest was, hij zou niet meer bezorgd kun nen wezen. Maar hij blijft er bij den aanval in verband te brengen met den grooten Ro bijn van Ceylon; het is zeker eon merk waardige samenloop \ran omstandigheden, dat dit duistere hoofdstuk in mijn levens geschiedenis onmiddellijk volgt op mijn va ders waarschuwing, maar dat is ook alles wat men er van zeggen kan. Hem trachten te overtuigen zal ik maar opge\ren. 31 October. Ik ben nu veel beter. Mijn krachten en mijn geheugen kornen langza merhand weer terug. Ik ben blij dat ik dat zeggen kan. Eerst wa9 het of ik mij niets van mijn vorig leven herinneren kon, maar nu herinner ik mij alles tot op het oogenblik van den aanval. Van hetgeen er daarna is gebeurd weet ik niets meer, dat is wel een tijdsverloop van drie maanden. Ik kan nu een klein eindje loopen, mijnheer Sanderson heeft een paar keer een tochtje met mij ge daan. Het is wel vreemd, maar ik dacht zeker dat ik gisteren John Rail ton zag loo pen. Ik heb mij waarschijnlijk vergist, maar toen verbaasde het mij niet dat hij nog hier Avas. daar ik mij dien tusschentijd van drie maanden niet herinnerde. Als het John Rail- ton geweest is, heeft hij zeker werk gekre gen in Bombay; maar het is een schande dat hij zijn arme vrouw zoo lang alleen laat. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 9