DE 00LIJKE OESTERFAMILIE. oodemans rots gemeentezaken. feuilleton. to Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 2 Mei 1929 Derde Blad No. 21205 benoemingen. ff '.even den Raad in overweging Bhun verzoek de heeren W J. E. M. ons A. B. Poortman. J. A. Schreuder u p Veidhuyzen weder in hunne be- tine'van SchoolaTts te bestendigen en Ls yoor hel tijdvak von I April 1929— "pril 1930 ijorts stellen zij voor mevr. van der -]sRolloos, voor het tijdvak 1 Mei j jioj 1932, weder in hare betrekking Stads-Vroedvrouw te bestendigen. „Verband met de ziekte van nu wijlen heer M van Warneten was het noodig tijdelijke voorziening te treffen voor het ,,r<vijs in de natuurkunde en school- rue en de wiskundige aardrijkskunde de afdeeling B van de Kweekschool voor e rifijzers en Onderwijzeressen. „„gezien de belangen van de cursisten L spoedige regeling gewenscht maakten, ben B. en W. in afwachting van 'sRaads 'issing. goedgevonden, dat het onderwijs viVundige aardrijkskunde tijdelijk wordt -ren door den leeraar in aardrijkskunde die school en dal de heer J N. van don 'e, nat. phil. cand. te Voorschoten, tijde- ïierd belast met hel geven van onderwijs -luurkunde en scholhygiène. en W. geven nu den Raad in over- -rden heer J. N. van den Ende aan te tot tijdelijk leeraar in do natuur- en sclioolhygiène. DRACHT VAN STROOKJES GROND AAN DE GEMEENTE. „verband mot bebouwing of verbouwing plaatse moeten eenig cstrookjes grond de gemeente worden overgedragen. en W. stéllen nu voor te besluiten kos- s in eigendom en onderhoud bij de ge ënte over te nemen: n strookje grond, deel uitmakende ran Jan Lievenstraat, groot pl.m. 290 M2.; n strookje grond, gelegen aan de Lijs- sloeg, groot pl.m. 10 M2. n strookje grond, ge'legen aan de Lange- groot pl.m. 0.80 M2. n strookje grond, gelegen aan den Hee- gclgroot pl.m. 0.75 M2.; n strookje grond, gelegen aan den Hooge .vhweg, groot plan. 340 M2. AANKOOP VAN EEN MUZIEKTENT. j verband met de plaats gehad hebbende :jging van de ingebruikgeving aan do cteit Musis Sacrum" van het gemeenle- ,;in in het Plantsoen, zjjn met het be- jt der Sociëteit onderhandelingen ge- 1 over den aankoop van de muziektent ter plaatse. nder nog vooruit te loopen op de plan- i tot inrichting van den bij het Plantsoen voegen grond, waren B. en W. met dc missie van Fabricage van oordeel, dat ioop tegen een prijs van f. 100.redc- rwijze zou kunnen geschieden. ."1 bestuur der Sociëteit verklaarde met koopsom, die uit den post votgn. i7G tegrnoling 1929. „Uitgaven voor volks- kan worden bestreden, aceoord lo OOP VAN EEN GEDEELTE GROND EN WATER AAN DEN RIJNSBURGERSINGEL. verband met de verbreeding van den l'tirgersingel, waarvoor reeds door den bij besluit van 1 October 1928 een et werd toegestaan, zou het nog van zijn, dat de gemeente eigenaresse was de strookjes grond en water kad. bekend Leiden Sectie A. No. 1196 gcd. en A. RECLAME. 'C -VniV, .3384 No. 1207 ged. Door deze strookjes aan den weg toe te voegen, krijgt deze een beter verloop. De eigendom van dezen grond en het ge deelte water behoort aan de N.Y. Leidsche Bouwvereeniging, die- zich bereid heeft ver klaard den grond, ter grootte van pl.m. 66 M2. tegen een prijs van f. 4.per M2. en 't water, ter grootte van pl.m. 5 M2. voor f. 1.per M2. te verkoopen. Met de Commissie van Fabricage zijn B. en W. van oordeel, dat met deze prijzen ge noegen kan worden genomen. De kosten van aankoop kunnen uit het reeds voor de weg- verbreeding verleende crediet worden be streden. AANKOOP VAN HUIZEN EN GROND AAN DEN HOOGEN MORSCHWEG. \an de gemeente werden voorde som van f 11.000.te' koop aangeboden de huizen aan -den Hoogen Morsehweg Nis. 4, 8. 10, 12 en het pakhuis No. 6, met den bijbehooren- den grond, gelegen achter deze perceelen en ter zijde daarvan, zulks ter gezamenlijke opervlakte van 0.08.94 H.A. Een en ander grenst aan het reeds aan de gemeente loebe- hoorend terrein, het z.g. Galgeveld. I-ïcl bezit van den aangeboden grond met opstallen, in verband met de ligging, zoowel op zichzelf, als ten opzichte van het Galge veld, is voor de gemeente niet zonder belang De te koopen grond en het Galgeveld vor men tezamen een goed geheel en bieden vereenigd betere exploitatiekansen, dan het gemeeri te terrein alleen. Het voorgedeclte is als vanzelf aangewezen v. bouwterrein, ter wijl het achtergedeelte zeer goed gebruikt kan worden als opslagplaats voor den dienst van Gemeentewerken, waaraan deze dienst groote behoefte heeft. Deze strook is voor dat doel door haar ligging, cenerzijds aan groot vaarwater en anderzijds in de onmiddellijke nabijheid van den Hoogen Morschweg en in de' buurt van de Stads timmerwerf, uitste kend geschikt. Voorts wordt de gelegenheid geschapen ter plaatse een zeer gewenschte verbreeding van den weg tot stand te brengen, doordat de vooruitspringende hoek, die aan deze zijde van den Hoogen Morschweg door de voor tuinen der huizen wordt veroorzaakt, kan worden weggenomen. Is derhalve aankoop met het oog op de genoemde mogelijkheden gewenscht, in de huizen met pakhuis wordt ten slotte een alleszins behoorlijk beleggingsobject gevon den. Het perceel Hooge iïorsehweg No. 12 wordt bewoond door den eigenaar, die dit huis nog gedurende een half jaar kosteloos in gebruik wcnscht te behouden. AANKOOP VAN EEN HUIS MET ERF AAN DEN HAAGWEG EN VAN GROND ETC. AAN DEN MORSCHWEG. Gelijk bekend is, bestaat dringend be hoefte aan een verbinding tusschen den Haagweg en den Morschweg door middel van een overbrugging van het Galgewater. Ook vanuit den l\aad werd meermalen het groote belang van de totstandkoming van een dergelijke verbinding betoogd. Nadat door B. en W. sedert geruimen tijd tal van pogingen werden aangewend, om in deze een oplossing te verkrijgen en verschillende mogelijkheden onder oogen werden gezien meenen zij er thans in ge slaagd te zijn voor het verkccrsvraagstuk tusschen de beide stadskwartieren een al leszins bevredigende regeling te hebben gevonden. Zij hebben n.l. ten behoeve van een te maken brug over het Galgewater dc hand kunnen leggeD op het huis met erf en tuin aan den Haagweg No. 9, groot 7.92 aren voor de som van 15.200, alsmede op den grond met opstallen aan den Morschweg, groot 9.8Ö aren, voor dc som van f. 15.500. Het leggen van een brug op deze plaats van het Galgewater met een belangrijk koogere doorvaart/hoogte dan de nabijge legen spoorbrug heeft, is de meest aange wezen oplossing gebleken, aangezien dö brug dan komt te liggen op een punt, al waar, ter weerszijden van het Galgewater dc bebouwing het uitgebreidst is. terwijl bovendien de benoodigde grond c.a. op aannemelijke voorwaarden ie kunnen wor den verkregen. 279. Het beste is het dan ook stellig om een onderzee- verkeersagent aan te schieten. Vader Oester vraagt hem heel beleefd den weg naar zijn dorp en en de agent Pieterman, die er veel barseher uitziet dan hij in waarheid is, zegt: „Ik zal u helpen, u bent nogal een heel eindje van huis. Maar er is wel raad op!" 280. Hij fluit even driemaal en dadelijk daarop komt een vreemdsoortig dier aangevaren: een koffervisch is het, die onderzee taxi-diensten verricht. Vroolijk stappen de Oester- familie en tante Zeekat de merkwaardige automobiel binnen en die gaat er in een groote vaart vandoor! Koraalrolsen en vreemde zeeplanten schieten voorbij, groote visschen met uil- puilende oogen zwemmen langs. De Oesters genieten van alles: ze zijn weer thuis! Nadat de Raad den aankoop zal hebben goedgekeurd, kunnen de voorbereidende maatregelen worden getroffen, om ten spoedigste tot het opmaken van een plan voor de nbouw van een brug te geraktn. AANKOOP VAN PERCEEL AALMARKT 12. B. en W. deelen den Raad mede, dat de gemeente in de gelegenheid is het perceel Aalmarkt No. 12 aan te koopen voor t 15.000. Het perceel grenst onmiddellijk aan een complex gemeente-eigendommen, dat ge vormd wordt door de Stadsgehoorzaal, de Opleidingsschool voor Gymnasium en H. B. S. en do Meisjesschool voor U.L.O. Ten opzichte van de reeds aan de gemeen te behoorende gebouwen is het aangeboden perceel derhalve gunstig gelegen. Met de meerderheid van de Commissie van Fabri cage zijn B. en W. daji ook van oordeel, dat aankoop, mits tegen redelijken prijs, gewenscht is. De gemeente kan dan im mers haar bezit ter plaatse verder afron den, hetgeen met het oog op de mogelijk heid, dat te eeniger tijd eens t-ot uitbrei ding van een of beide scholen of tot ver grooting van de speelplaatsen zou moeten worden overgegaan, van belang is. Aangezien nu een prijs van f. 15.000 voor de woning aannemelijk is te achten, geven B. en W. in overweging tot koop over te gaan. VERKOOP VAN EEN PERCEEL BOUW GROND AAN HET VERLENGDE VAN DE JOHAN BE WITSTRAAT Van ir. J. J. Valkenburg, alhier, ontvin gen B. en W. een aanvrage om verkoop van een perceel grond bij dc Leidsche Hout ten behoeve van den bouw van een landhuis of een villa. De met adressant gevoerde onderhande lingen hebben tot overeenstemming geleid, zoowel met betrekking tot het terrein aU den prijs, zoodat, vereenigt de Raad zich eveneens met een en ander, de uitgifte van bouwterrein te dezer plaatse hiermede daadwerkelijk een aanvang zal hebben ge nomen. Belanghebbende is bereid het hoekper- eecl van het bouwblok A aan het verlengde van de Johan de Witistraat, ter grootte van plm. 5-10 M2., te koopen en neemt ge»- noegen met den ge vraagden prijs van f. 15 per M2., welke prijs gebaseerd is op bouw rijp terrein, zoodat de kosten van straat- aanleg als naar gewoonte voor rekening van de gemeente komen. Aan den verkoop zullen verder voorwaarden worden verbon den, blijkens welke het in de bedoeling Kgjt in dit gedeelte bij do Leidsche Hout open bebouwing te bevorderen. VERKOOP VAN EEN STROOK BOUW GROND OP HET RAAMLAND. Bij besluit van 30 April 1928 werd aan .J. W. Re ine veld q.q. architect alhier een perceel grond op het Ra ami and, groot plm. 677 M2., verkocht voor den bouw van een dubbel landhuis. Bi] dc overdracht werd het terrein gesteld ten name van A. H. Dros Jr. te Leiden. In verband met do uitvoering van het bouwplan op laatstgenoemd perceel is ech ter een grootere grondoppervlakte noodig gebleken om aan de voorwaarden van do bouwverordening to kunnen voldoen. De heer Dros verzoekt nu achter de beide genoemde perceelen nog een strook ter breedte van 3 M. aan hom te verkoopen voor f. 10 per M2., welke prijs ook rroegeï werd betaald. Noch bij de Commissie van Fabricage, noch bij B. en W. bestaat tegen dezen ver koop bezwaar. VOORSTEL OM HET VERMENIGVUL- DIGINGSCIJFER EVENALS HET VORIG JAAR OP 0,9 TE BEPALEN. Op de bcgrooling voor het jaar 1929 is wegens plaatselijke inkomstenbelasting uit getrokken: a- betreffende bet in het dienstjaar aan vangende belastingjaar 1929-30, 2/3 gedeelte van de bij de vaststelling van het verme- nigvuldigingseijfer te ramen opbrengst f. 1.309.493; b. betreffende het in het dienstjaar eindi gende belastingjaar 1928-29 (de opbrengst van dat belastingjaar min 2/3 van de bij de vaststelling van het vermenigvuldigings- cijfer geraamde opbrengst, welke 2/3 ge deelte in de rekening 1928 moest worden verantwoord) f. 626.667; totaal f. 1.936.160. Aan deze raming ligt voor beide belasting jaren oen opbrengst van f. 1.960.000 ten grondslag, behoudens dat het onderdeel a. als sluitpost, bij de Memorie van Antwoord op het Sectieverelaig betreffende dc begroo ting, nog eenigszins moest worden verhoogd. Inmiddels werd bij Raadsbesluit van 4 Maart j.i. ingaande 1 Mei a.s. een verla ging van do inkomstenbelasting voor de minst draagkrachtige gezinnen ingevoeld, door verhooging van den kinderaftrek. Dc daaruit voortvloeiend© lagere opbrengst, die op f. 33.000 is te stellen, kan, naar B. en W. reeds in hun desbetreffend voorste! schre ven, gevoegelijk uit de Algemeene Reserve worden gevonden. Ten behoeve van het dienstjaar 1929 is derhalve voor dat doel van dc Algemeene Reserve af te schrijven een bedrag ran f 22.000 (n.l over het tijd vak van 1 Mei31 Dec. 1929). De Inspecteur der directe belastingen raamt, blijkbaar in aansluiting aan de wer kelijke opbrengst over het belastingjaar 1927/28. die f. 1.924.264 bedroeg, de op brengst voor 1928/29 op f. 1.925.000, terwijl hij voor 1929/30 een vermoedelijk be lastbaar (zuiver) inkomen verwacht van 1.37.500.000. In het resultaat van het be lastingjaar 1927/28 hadden B. en W. reeds aanleiding gevonden om bij het opmaken van die begrooting voor 1928/29 en 1929/30 van een opbrengst van f. 1.960.000 uit te gaan, in stede van f. 2.000.000, welk bedrag voor 1928/29 wer daangenomen bij de vast stelling van het vcrmenigvuldigingscijfer in Mei 1928. Hoewel het niet uilgesloten is. dat do be lastingjaren 1928/29 en 1929/30 ten slotte gunstiger blijken te zijn dan het voorgaan de. zoo zal men h. i. toch goed doen met veiligheidshalve voor beide belastingjaren de raming van den Inspecteur over te^ nemen. Do a. post der begrooting zal dan bij handhaving van den factor op 0.9 en zonder de belastingverlaging slechts opleveren een bedrag van 2/3 van f. 1.925.000 is f. 1.283.333 of minder f. 26.160. Op den dienst 1928 moet van de op brengst wan het belastingjaar 1928/29, waar deze bij de vaststelling van het vermenig- vuldigingseijfcr werd geraamd op f. 2 000.000 ingevolge de begrotingsvoorschriften wor den gebracht f. 1.333.333, zoodat aan den b. post ten goede komt f. 1.925.000 f. 1.333.333 f. 591.667 of minder f. 35.000. Totaal minder f. 61.160. Met inachtneming van de belastingver laging. waarop de Koninklijke goedkeuring nog wordt ingewacht, kan op den a post slechts 2/3 van f. 1.892.000 f. 1.261 333 worden geboekt en bedraagt het verlies op het goheelo volgnummer f. 83.160, d. i. f. 22.000 meer. Vermits reeds bij het besluit tot belasting verlaging werd beslist, dat de kosten daaT- van uit de Algemeene Reserve zullen wor den bestreden, en omtrent den dienst 1929 overigens op dit oogenblik niet zoodanige omstandigheden bekend zijn dat groote af wijkingen in het eindresultaat, zooals dit ïn de begrooting tot uitdrukking .komt. zijn ie verwachten, kan men zich, wat de grootte ran den factor voor het nieuwe tijdvak be- Ureft. bepalen tot de becijferde lagere ont- Tangst van f. 61.160. Verlaging van het vermenigvuldiging3- ffor kan in deze omstandigheden na tuur - k niet plaats vinden, doch volgens B. cn behoeft ook niet tot verhooging te wor den overgegaan. Daargelaten, dat het bere kende tekort beperkt blijft tot rond 3 pet. van f. 1.925.000 en verhooging van den fac- tor slechts een betrekkelijk kleine fractie zou uitmaken, is bovendien de totstandko ming van de herziening der financiëele ver houding tusschen het Rijk en de gemeenten Naar het Engel9ch van A T. QUILLERCOUCH. werd Jonathan de kustwachter opg©- en Hij had gezien of verbeeldde zich te wn schip in nood dicht bij Gue Graze; ad seen licht gezien en ook geen nood- aa' ?ehoordin de stad Lizard had hij meegedeeld. waren vuurpijlen opg^- n de klippen waren nauwkeurig on- ,ocht tö1 Pyg toe. maar er was niets ge* °n of gezien. De mannen waren op den toen zij een matroos die zeker Kreuk geleden had. gevonden hadd.tp i een kleinen jongen. Jasper Trenowclh, 1 m de 11. IJ -Beldkreek' k krikte toen ik mijn naam hoorde noe- frn. Voor de tweede maal sedert ik de _r.ln ^'35 voelde ik als 't ware dat de #nVïM*n vreemdeling op mij gevestigd jtn .tevens voelde ik mijns moeders '^ri,kken en ik begreep, dat el tv opgemerkt, en af 01 benauwd werd in de ka- -n 7* muren schenen dichter bij mij te i .*n Jonathans mte zijn eentonige *>mbere verhaal voortzette. De 2Wi°0n l een vlak op het raam. zoodat f f1"1werd in de kamer, maar ik oe,de en zag niets ander9 dan een paar oogen De stemmen klonken in mijn ooren als in een droom: het krassen van pennen, het schuifelen van voeten klonken in mijn ooren als het verwijderd gemurmel van de zee, totdat de lijkschouwer riep: „Georgio Rhodojani." Toen was ik dadelijk klaar wakker, het was of al mijn spieren gespannen werden. Weer voelde ik die ondervragende oogen, weer klemde mijne moeder mijn hand vasl, loen de vreemdeling opstond en met een zachte, muzikale stem zijn verklaring af legde En de verklaring van Georgio Rhodo jani. Grieksch matroos, vertaald door den totk Jacopo Rousapoulos. luidde aldus: ..Mijn naajn i9 Georgio Rhodojani. Ik ben een Griek en ben mijn geheele leven op zee geweest. Ik was matroos aan boord van hat schip dat den vorigen nacht is vergaan op uw afschuwelijke kust. Het schip behoorde thuis te Bristol en was op weg naar huis, maar ik weet noch den naam van het schip noch de naam van den kapitein." Iedereen was verbaasd over deze zonder linge mededeeling Ik zelf wist niet wat ik hoorde: dezelfde man die van morgen zoo vloeiend en zangerig Engelsch gesproken had. nu een vreemde Laai te hooren spreken waar ik niets van begreep, vervulde mij met de grootste verbazing. Toen hij de verbaasde oogen der toeschou wers zag. gat de getuige rustig verklaring van de zaak. ..Dit verwondert u. maar ik ben een Griek en kan die moeilijke woorden niet uitspre ken. Ik kwam te Colombo aan boord, daar de kapitein geen matrozen genoeg aan boord had. Ik had schipbreuk geleden op een Hol- landsch schip dat van Java op weg was naar Dordrecht en strandde op Ceylondaar zocht ik werk. Daardoor is het niet zoo vreemd, dat ik er zoo weinig van weet en mijn mond kan uw Engelsche taal niet uit spreken. Maar als gc mij een lijst van uw schepen wilt laten zien dan za-1 ik den naam wel aanwijzen." Ik hoorde het ritselen van papieren, een lijst van Oost-Indië-vaarders werd hem voorgelegd; haastig liet hij zijn vingers er over heengaan. Plotseling klaarde zijn ge zicht orp: „Dat is hetl dit rs de naam van het schip dat vannacht vergaan is!" De lijkschouwer nam het papier en las langzaam den naam: „James and Elisa beth" uit Bristol. Kapitein Antonius Merry- dew." ,Ja, dat is het. Dit kind was het kind van den kapitein, en is op reis geboren. Er waren achttien man aan boord, een Engel sche jongen en de vrouw van don kapitein. Het kind is geboren op do hoogte van de kust van Afrika. Wij zeilden uit van Co lombo den 22sten Juli. met een lading koffie en suiker. Twee dagen geleden waren wij bij een groote havenplaats waarvan ik den naam niet meer weet; maar gistermorgen vroeg waren wij in de buurt van wat jullie noemt Lizard. De wind was Zuid-West en dreef ons naar die afschuwelijke baai. Tegen den avond werd hel een slechte storm. De kapitein was ziek geweest, den geheelen lijd sedert wij do Golf van Biscaye gepasseerd waren. Wij heschen geen signalen en wisten niet wat wij doen moesten, want de kapitein was ziek en d? stuurman dronken. Hij begon te schreeu wen toen wij pen stoot kregen. Ik alleen kwam op de kluiffok terecht en "sprong in zee. Wat er met de anderen gebeurd is kan ik niet zeggen, ik weet hel niet, maar ik kwam op dc rots terecht waar ge mij van morgen gevonden hebL Het schip was in ccn oogenblik gezonken. Ik hoorde de men- schen bitter schreien, maar de stem van den stuurman was luider dan een van de ande ren. D© kapitein was natuurlijk beneden, en zijn vrouw en kind ook toen ik zo het laatste gezien heb. maar zij kon wel op het dek ge komen zijn Ik was tweemaal bijna verdron- den, maar het lukte mij er weer boven on te komen. Pas toen de dag aanbrak wist ik dat ik op het vasteland was aangekomen en toen klom ik naar het strand." Bij het aanhooren van deze vreemde ge schiedenis weet ik niet wie er 't meest van onder den indruk was. De mannen van hst gerecht waren geboeid door de zachte stem vam den spreker zoowel als dóór de geheim zinnigheid omtrent het schip en het weg zinken daarvan zonder dat iemand er ge tuige van geweest was; zij zalen voorover gebogen en-luisterden met groote aandacht, ademloos schier. Mijn moeder kon haar oogen niet van den vreemdeling afhouden. Toen hij aarzelde den naam van het schip te noemen, werden haar lippen wit van spanning, maar bij het hooren van den naam ..de James en Elisabeth" zonk zij terug in haar stoel en fluisterde: „God dank'" Ik begreep dus wat zij gevreesd had en hoe ongerust zij zich gemaakt had. Ik zelf wist niet wat ik er van denken moest, ik vertrouwde mijn ooren niet. Ik wist zeker dat een gedeelte van het verhaal een leugen was; maar hoeveel? En de „Marv Jane" dan? Ik keek om mij heen. Stilte volgde op do laatste woorden van Rhodojani Zelfs de lijkschouwer wist een oogenblik niet wat hij er van denken moest; maar hoe onwaar schijnlijk de verklaring van den man ook mocht wezen, eT was niemand die hem kon tegenspreken: ik alleen, en hadden ze dat maar geweten, kon dezen duivelschen man tegenspreken; hadden ze het maar geweten, ik. een kind waar niemand op lette. Do rechtsgeleerde deed een paar vragen en herhaalde de verklaring in korte woon den. Weer vennel ik in een toestand van droomerige ongevoeligheid cn rk hoorde de jury de gewone uitspraak doen: „Omgeko men door een ongelukkig toeval". En toen mijn moeder met mij de kamer uitging hoorde ik Toe Roscorla. een der juryleden, zeggen „Vervloekt zijn al die vreemde lingen! Ik vertrouw ze geen van allen!" HOOFDSTUK VI. Hce een gezicht op Lantrig door bet venster keek en hoe mijn vader bij ons thuiskwam. Mijn moeder en ik üopen langs de kii-p- pen naar huis Wij waren beiden stil. Mijn hart brandde mij op de tong om de gphee r- geschiedenis te vertellen cn te bewijzen dat wat ik gezegd had van de ...Mary Jane" geen leugen was; maar ik durfde niet, rk was bang voor dien man Mijn mceder was ver vuld met haar eigen gedachten. Ik wist zeker dat zij den blik van verstandhouding dien de vreemdeling op mij geworpen had. had opgemerkt; zij vermoedde dat zijn ver haal een leugen was en dat ik daarvan op de hoogte was Maar wal zij niet kon weten was de doodsangst die mijn mond gesloten hield als met een hangslot Beiden met bit tere gedachten vervuld, keerden wij stil zwijgend naar Lantrig terug. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 9