DE OOLMKE OESTERFAMILIE. n meuwe mantel w Doodemans rots 7flste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 19 April 1929 Derde Blad No. 21194 KUNST EN LETTEREN. BINNENLAND. YERHAGEN's MILKO en RUMCO FEUILLETON. UIT HET RIJK DER WALS-KONINGEN. De IVeeasche componisten-familie Strauss, io de muziekwereld „Walsen-Dynastie Strauss'' genaamd, telt vijf mannelijke I leden, van welke drie den voornaam „Jo- bann" dragen. Joh. Strauss I 1S04—1849) was een tijd genoot van Jos. Lanner (1801—1843) en met deZen schepper van de Weensche wals. 1 In 1S25 werd hem door het Oosfcenrijkscne Hof de muzikale leiding der Weensche hoffeesten opgedragen en kreeg hij den titel: K. K. Hofballmusikdirektor. Zijn po pulairste werk is de „Radetzky-Marsoh". Zijn drie zonen, Johann II (1825—1899), Josef (1S27—1870) en Eduard (1835—1916) j volgden hem op als componisten en kapel meesters. Met buitengewoon succes bracht Johann II de wals verder tot bloei. Den Sösten October 1825 te Ween en geboren, debuteerde hij reeds in 1844 met zijn or kest. en wedijverde met zijn vader. Zijn walsen, als ..Gesehichten aus dem Wiener Wald". Wiener Blut", „An der schonen biauen Donau" enz. werden het populairst. Men noemde Johann II deswegen dan ook algemeen, den Walskoning. Hij componeer de een opera en veertien operettes, waar onder „Die Fledermaus", „Der Zigeuner- I baron" enz., en vormt met Suppé en Mil- I locker het „Dreigestixn" der oude Ween- ï-meester-operetten-componisten. Ook Johann II. evenals zijn broeder Eduard waren K.K. HofbalimusikdirektoTen. Met reel succes als componist en kapelmeester werkten later ook Josef en Eduard Strauss. Laatstgenoemde maakte bijzonder veel concertreizen met zijn kapel. In de derde generatie is het muzikaal érfdeel op Eduards zoon, Johann III (klein zoon) overgegaan. Johanm III (geb. 1866) jon oorspronkelijk de loopbaan van staats beambte volgen. Hij doorliep het gymna sium, studeerde in de rechten aan de Weensche Universiteit en trad na het af leggen van het Staatsexamen in dienst van het Oostenrijksch Ministerie van Weteo- ichappen en Onderwijs. Vanaf zijn zesde jaar studeerde hij ook muziek, leerde viool en piano spelen, later eveneens muziek- I theorie. Toen zijn vader Eduard met zijn orkest in 1899 een concerttournée door j Amerika maakte, kreeg Johann III een aanbod, met een nieuw op te richten or- J leest een touraée door Oostenrijk en Duitsch i land te maken. Hij volgde zijn roeping, ver liet den Staatsdienst en werd na de suc- eesvolle tournée als opvolger van zijn vader tot Oostenrijksch K. u. K. Hofballmusik direktor aangesteld, nadat deze tengevolge ran een bij een spoorwegongeluk in Ame rika opgeloopen armkwetsuur tot het privé- ileven teruggekeerd was. Johann III onder- Nam daarna ieder jaar met zijn orkest j grortte concertreizen, die hem door bijna alle landen van Europa voerden. Twee j jaar na deD oorlog ontbond Johann Strauss i zijn kapel en trad ©indsdien nog slechts als Ij!astdirigent op. Hij heeft in Duitschland j ♦ot nu toe 205 orkesten, waarondeT alle groote philharmonische, gedirigeerd. Ook j in het buitenland is er onder de grootere j RECLAME. orkesten bijna geen, dat niet reed® onder Johann Strauss' leiding gestaan heeft. Johann Strauss heeft zich tot taak ge steld de onvergankelijke werken van zijn familie-voorgangers op de hun eigen origi- neele wijze uit te voeren. Met Johann III, die in 1900 te Weenen met zijn orkest debuteerde, bezit deze in teressante Weensche toonkunstenaarsfami lie gedurende drie generaties nu reeds meer den 100 jaar de publieke belangstelling. Johann Stranu. Naar aanleiding van het Strauss-feest jaar 1929 onderneemt de 64-jarige meester een groote concertreis met zijn Weensch orkest (40 Wee-nsohe toonkunstenaars) door Oostenrijk. Dudtschland, Zwitserland, Spanje, Holland en Scandinavië. Zondag treedt het hier op. POPULAIRE PIANO-AVOND DIRK SCHaFER. Op den populairen piano-avond van Dirk Schafer Vrijdag a.9. zullen o.a. ten ge'hoore worden gebracht: Laatste sonate van Schu bert, sonate opus 57 (Appassionata) van Beethoven, Nocturnes en Mazurka's van ChopinAu bord d'une source, van Liszt, en Wiener Blut, wals van J. Straus® in de be werking van Dirk Schafer. 257. Wie zoekt om goede daden te kunnen doen, kan ze gewoonlijk ook wel vinden! In de buurt van het Oesterhuis staat een groote fabriek en het is voor alle omwonenden geen geheim dat het vuile water, dat die fabriek afvoert, het water van een stroom erg verontreinigt. 258. De visschen die in dien stroom meegevoerd worden, worden er o zoo vaak het slachtoffer van, ja, ze sterven soms bij dozijnen als gevolg van de vuile stoffen die zé naar binnen krijgen. Vader Oester had er, als iedereen, wel eens over hoeren praten maar er nooit veel aandacht aan'gewijd. DEN HAAG, ROTTERDAM. Alléén Hofweg 6. Hoogstr. hoek Spui 0609 Mij. TOT BEV. DER TOONKUNST Afdeeling „Leiden." De afdeeling „Leiden"' van de Mij. tot Bev. der Toonkunst zal op 30 April een uitvoering geven van de Matthaus Passion van Bach, onder leiding ran Anton Tierle, en met medewerking van het Residentie orkest, bet koor der afdeeling, het jongens koor, en van de solisten mevr. Noordewier- Reddingius, mevr. Suze Luger, Louis van Tulder, Max Kloos, en Willem Hercken- ralh. Deze uitvoering zal ditmaal niet plaats hebben in de Stads-Gehoorzaal doch in de Ilooglandsche Kerk. Het was reeds eer de wensch van het afdeelingsbe9luur de „Matthaus" eens in de Ilooglandsche Kerk uit te voeren. Dit toch had nooit plaats gehad. Wel werden de Johannus Passion en ook dc II. Moll Mis, in die kerk uitgevoerd, laatstelijk in 1907. Toen dan ook van zeer achtenswaardige zijde het verzoek gedaan werd, dit maal, zoo mogelijk de Matthiius in de kerk te geven heeft het bestuur gemeend zich in verbinding (e moeten stellen met de com missie van de Ned.-Duit9ch Hervormde Kerk, en is het er in geslaagd niettegen staande de moeiten en kosten, dank zij de welwillende medewerking van de commis sie, de plannen tot verwezenlijking te brengen. Zoo zal dus op 30 April a.s. in Leiden, dank zij de afdeeling van de Mij. tot Bev. der Toonkunst, aldaar.' dit be langrijk muziekevenement plaats hebben, waardoor de waarde van het bezit dier af deeling voor onze stad een keer te meer duidelijk naar voren komt. Wij wenschen muzikaal Leiden en de afdeeling geluk met deze gebeurtenis, en twijfelen niet, of de belangstelling van de zijde van het publiek zal algemeen zijn. te meer, waar de toegangsprijzen zoodanig ge steld worden dat een ieder in de mogelijk heid zal'zijn de uitvoering bij te wonen. DE VERDEELING DER GOLFLENGTEN. En de gevolgen voor onzen radio-omroep. Door de radio-conferentie is, gelijk ge meld aan Nederland één lange golf van 1875 M. en één korte golf van 29.8 M. toe gewezen. In verband daarmede heeft het ..Il.bld." den heer Dubois, directeur der N.S.F. te Hilversum, gevraagd wat volgens hem de beste technische oplossing zou zijn voor ons land. Deze verklaarde dat het het meest logisch zou zijn om een zend-cen trale te bouwen in Huizen, dit was econo mischer dan een gescheiden exploitatie. Een economische opzet van het bedrijf zal te meer noodig zijn, omdat de nieuwe golf lengte-verdeeling ons land op zware finan- cieele lasten zal zetten. Het zal zaak zijn den 1875 VI. zender zoo snel mogelijk le versterken (de capaci teit gaat tot 15 K.W.) door verbouwing en vergrooting der installatie De korte golf dient noodzakelijk te wor den opgevoerd tot het toelaatbare maximum van 60 K.W. (Sterkere zenders worden vol gens besluit van Traag niet toegelaten). Maar ook dan nog, zal het volgens het oor deel van den heer Dubois nauwelijks mo gelijk zijn een góed functieneerende dienst op de 295 M. golf te verzekeren en een werkelijk storingvrije ontvangst te garan deeren, vooral in verband met fading. Daar om zal het noodig blijken te zijn, dat ge bruik wordt gemaakt van hulpstations b.v. één in het Noorden en één in het Zuiden van on9 land. Deze moeten per lijn ver bonden worden aan het hoofdstation en zelfstandig uitzenden met hoogstens Va KW. energie. Voor deze hulpstations zijn beschik baar gesteld de z.g. ondes communes op 246, 218, 217, 216, 207, 206, 204. 203 en 201 M. Het systeem is zeer. duur, vooral in ver gelijking met de tegenwoordige kosten van bediening. Om dit laatste te illu9treeren, zei de heer Dubois, dat de technische om-; roepknsten in Nederland slechts 15 pCt. bedragen van het geschat jaarlijksch bud get der omroepvereenigingen van 1 millioen. De technische kosten van de goed functio- neerende omroepen in Duitschland, Dene marken. Engeland en Oostenrijk bedragen daarentegen 3550 pCt.! Tn deze landen wordt per hoofd der bevolking 2530 et. opgebracht voor den radio-omroep, zoodat ook naar verhouding de inkomsten der om- rcep-organisaties hier belangrijk lager zijn. De lange golf was in elk geval, ook na versterking, belangrijk goedkooper te exploi- teeren dan de 295 M. golf. Versterking noemde de heer Dubois echter vooral noodig. omdat de ontvangst in het Noor den en vooral in het Zuiden dikwijls heel wat te wenschen laat. De terreingesteld- heid van de Vcluwe schijnt een ongunstige invloed uit te oefenen. Alle9 wat over de Ve- luwe heen gaat wordt moeilijk ontvangen. Of het dan niet wenschelijk zou zijn de gecombineerde zenders eventueel op de Ve- iuwe te bouwen, vroegen wc, aldus het blad. Dat was in verband met de groote afstand van de dichte bevolkingscentra ongewenscht merkte de heer Dubois op. Daar wordt de meeste storing ondervonden van trams enz. zoodat de ontvangst er zoo slerk mogelijk moet zijn. Zal de kortegolf-uilzènding geen storing ondervinden van scheepszenders, vroegen wij verder. Ongetwijfeld, antwoordde de heer Dubois. Daarom zal van regeeringswege medewer king dienen te worden verleend door pres sie op de reeders te oefenen tot verbete ring der radio-installaties. Onder het motto „veiligheid ter zee" doet men wat men wil. De roeder?, uitgenomen die der vaste lijnen, hebben over het-algemeen weinig geld over voor radio-installaties Men zit dikwijls buiten de 600 M. golf, de harmonisc.be wer ken stellig storend, terwijl do weinig selec tieve ontvangers aan boord aanleiding ge ven tot klachten over storing door omroep- stations. Aan de veiligheid op zee mag niet getornd worden, maar de reeders dienen zelf ook mee te werken daartoe. Ten slotte Rebben wij nog gevraagd hoe hel zou gaan mot den zender te Sc bele ningen. Yoorloopig, zei de heer Dubois zal deze gaan werken op 1072 M.. de aan Noorwe gen toegewezen golflengte voor het nieuw te bouwen station. Wat Scheveningen in d<» toekomst moet doen, als Noorwegen de 1072 M. golf heeft in gebruik genomen, is nog een open vraag. twee programma's van Ncderlandsche om- roG'pstations gelijktijdig door te geven naar alle aangesloten perceelen, zoodat de aan geslotenen uit die programma's een keuze kunnen doen. De machtigmghouder moet met deze verplichting bij don aanleg van de inrichtingen, geleidingen, lijnen en aanslui tingen rekening houden". De gemeentelijke vergunning werd op 6 Maart 1928 tot wederopzegging verleend, zonder dat daaraan een voorwaarde ten aan zien van de V.A.R.A. was verbonden. Nadat van 15 October af d.a.v. van de machtiging eenigen tijd op de juiste wijze was gebruik gemaakt, werd echter door burgemeester en weihouders, naar 't college in den aanvang van dit jaar berichtte, den exploitant ver boden de redevoeringen, voordrachten enz. der V.A.R.A.-programma's door le geven. Daar er geen besluit van het gemeente bestuur is. kan de minister ook niet bevorde ren, dat het worde vernietigd. Intusschen is de minister in overeenstemming met zijn in zijn rede van 6 Maart j.l. in de Tweede Kamer kenbaar gemaakt standpunt doende, om te verzekeren. dat de distributie te Venfo plaals heeft, zooals door de machtiging wordt voorgeschreven. DE RADIO-KWESTIE TE VENLO. Het antwoord van den minister. Op de vragen van den heer Kleerekoper betreffende de aan het verleenen van een doorzendvergunning aan een radio-distribu teur te Venlo verbonden voorwaarden dat. voor zoover mogelijk, steeds onverkort twee I Nederlandsche programma's moeten worden doorgezonden en dat de vergunninghouder i het gesproken woord van de V.A.R.A. niet I mag doorgeven, antwoordde de Minister van Waterstaat o.m., dat in de voorloopige, in afwachting van n definitieve regeling,ver leende machtiging voor een radio-distributie- inrichting te Venlo de volgende bepaling op- genomen is: „De machtiginghouder is ver- I plicht, indien de uitzendingen der omroep- stations zulks mogelijk maken, ten minste ONVOLWAARDIGE ARBEIDSKRACHTEN. Ben Staatscommissie ingesteld. Ingesteld is een Staatscommissie inzake volwaardige arbeidskrachten. Benoemd zijn als Iid-voorzilter dier commissie dr. N. M. Josephus Jitta, voorzitter van den Centra le n Gezondheidsraad; als leden en onder voorzitters: R. N M, Eykel. arts, hoofd inspecteur van de Volksgezondheid; L. Heyermans, arts. directeur van den Ge meentelijken Geneesk. en Gezondheidsdienst ts Amsterdam en Ant. Folmer, directeur van den Rijksdienst der werloosheidsver- zekering en arbeidsbemiddeling, als lid en secretaris: ir. R. A. Verwey, administrateur bij den Rijksdienst der werkloosheidsver zekering en arbeidsbemiddeling, als leden: dr. A. H. J. Belzer. directeur van het in stituut lot onderwijs van blinden te Am sterdam; mr P. W. J. II, Cort van der Lin den, algemeen secretaris van het Verbond van Ned. Werkgevers. W. F. Deliger, secre taris-penningmeester der Ned. Vereeniging lot Bevordering van den arbeid voor On- RECLAME. DE Al. I IJO GEWIEDE KONBOftS 1610 Naar het Engelsch van A T. QUILLER—COUCH. EERSTE DEEL Hei zceken naar den giooten Robijn. HOOFDSTUK 1. Het zonderlinge testament van mijn nrcotvadei Amos Trenoweth. Welke aanspraak dit verhaal ook moge j maken op de aandacht des lezers, aan schoonheid van,stijl of beschrijving kan die met worden toegeschreven. Hel is een een- jvoudig verhaal, eenvoudig meegedeeld; mij j d'Jnkl dat het verschrikkelijke der feiten ?ecn opsiering noodig had. Ik. Jasper Treno- j jweth kan geen aanspraak maken als een Weldoener der lezers beschouwd te worden, ^joals zoo menig schrijver. Maar ik, Jasper lrenoweth, ben zoo vrij te veronderstellen at mijn geschiedenis niet zonder belang- eiling gelezen zal worden en dat wel vm Jwee redenen. Het behelst het laatste taa» hemel geve dat het het laatste p3~ w®zen) van de lotgevallen van een TnïÜamer£ waardig^n edelsteen, niet meer of en £r» i1? Droote Robijn van Ceylon sluipt minste gedeeltelijk den i 26ve- op; waarachter eenige jaren een zeker j S der zee verborgen is geweest. Wat I de moraal betreft, die moet de lezer zelf zoe ken in hetgeen volgt. Om u alles duidelijk te maken moet ;k meer dan een halve eeuw teruggaan en be ginnen met het zonderlinge en onverklaar bare testament, gemaakt in het jaar 1837 door mijn grootvader Amos Trenoweth. uit Lantrig in het graafschap Corn wallis. De oude hofstede, dp bezitting der Trenoweth'?, zoo lang men zich heugt het erfdeel der familie en misschien nog wel langer, bevindt zich op eenige mijlen ten N.W. van Kaap Lizard, onvoldoende beschut voor de wind vlagen van den Atlantischen Oceaan dojr een haag van tamarisken, op de noordelijke punt van een kleinen, znndigen inham, vroe ger door smokkelaars onveilig gemaakt, maar nu bezocht door de vreedzame vis- schers van Polkimbra. In mijn grootvader? tijd echter, indien de verhalen ten minste waarheid bevatten, werd er 's nachts een groote hoeveelheid cognac en kostbare kant aangevoerd, die in de kelders en magazij nen van Lantrig verdwenen Er loopt zelf? een verhaal (voor de waarheid kan ik niet instaan) van een strijd tusschen mijn groot vaders logger en een zeker schip tegen den smokkelhandel en van een schot van een onbekende, dat den ambtenaar in het hart trof. Maar dit geheele verhaal is in een ge heimzinnig waas gehuld; ik zou er dan ook geen melding van maken wanneer het ni°t eenig licht wierp op het plotseling verdwij' nen van mijn grootvader niet lang daarna Waar hij naar toe is gegaan, weet nie mand met zekerheid le zeggen Sommigen zeggen dat hij deel nam aan den strijd teger de Franschen; maar toeD hij twintig jaar later plotseling terugkwam sprak hij weinig van gevechten op zee. of eigenlijk hij sprak nergens van en niemand durfde 'hem veel vragen te doen, want toen hij terugkwam was hij een ernstig en stilzwijgend man ge worden, men zou zeggen niet rijk, maar ook zonder behoefte of verlangen naar rijkdom, en in ieder geval niet geneigd om zijn ver trouwen aan de menschen te geven. Zijn vader was in dien lusschentijd overleden, daardoor kwam hij rustig in het bezit van de hoeve, zorgde voor zijn zwakke moeder met de grootste optettendheid en trouwde na haar dood met een dochter der Triggs, uit Mullyon. Uit dat huwelijk werd mijn vader geboren Ezechie! 'Trenoweth. Ik heb reeds te- kennen gegeven en ik vrees dat het de waarheid was. dat mijn grootvader een onstuimige, veel bewogen jeugd heeft gehad en voor niemand vervaard was. Voor zijn terugkomst schijnt hij ech ter door den een of ander le zijn bekeerd en in dip overtuiging te zijn bevestigd door de prediking van een zekere Jonathan Wilkins, een methodistisch rondreizende prediker. Na deze bekeering legde hij zich zelf een zeer strenge levenswijze op en vertoonde zich zelden onder de menschen. In deze somhere ze'fkasl ij-ding stierf hij den 27sten October 1837 en lief slechts één persoon na die hem betreurde, zijn zoon Ezechie!, een sterke en flinke jongeling van twee ?n twin tig jaar. Na zijn dood werd onder zijn papieren inijn grootvaders testament gevonden; men kan zich moeilijk een zonderlinger en ver bazingwekkender documpnf voorstellen, te meer daar in dit geval een testament abso luuf niet noodzakelijk was. daar er slechte één zoon op de erfpnis aanspraak kon ma ken. De m-narh'eü vermoedden dat hij ;n die sombere jaren van afzondering en zelf kastijding vervolgd werd door herinnering aan een zondig en misschien misdadig ver leden en zij voorspelden dat Amos Treno weth niet kon sterven zonder bekentenis to hebben afgelegd van zijn misdaden. Ja, aan den eenen kant hadden zij gelijk, den aard van den mensch in aanmerking genomen, maar ongelijk daar zij het karakter var mijn grootvader absoluut niet kenden. Het testament was gedateerd „15 Juni 1837" en luidde als volgt: ,.Ik Arno? Trenoweth uit Lantrig, kerspel Polkimbra en graafschap Corn wallis vóel, dat in dit jaar 1837 mijn krachten vermin deren en dat het uur nadert waarop ik zal worden opgeroepen om rekenschap te geven van mijn vele en groote zonden, neem hier bij maatregelen voor mijn dood en ook voor mijn zoon Ezechiel, en de nakomelingen die misschien uit zijn huwelijk geboren worder. Aan dezen mijn zoon Ezechiel geef en ver maak ik de hoeve en het huis te Lantrig met al mijn aardsche bezittingen en voeg daarbij mijn prnstige verwachting dat deze nalatenschap voldoende zal wezen om hem en zijn nakomelingen in Godvréezendheid en tevredenheid te doen 'even wetend*^ hoeverre dezp boven rijkdom eDbegeerlijk heid des vleesche? te verkiezen is Maar evenzoo de 'wisselvalligheid der aardsrlro goederen kennende, beveel en verzoek ik hierbij tevens dat indien hij of zijn nakome lingen tot armoede komen te vervallen, hij het hoofd der familie Trenoweth oprecht en strikt mijn laatste wilsbeschikkingen zal ge hoorzamen Hi| moef een schip nemen en naar Bombay in Indié gaan, naar hef hu<- van Elihu Sanderson Esquire of zijn erfgc uamen. daar persoonlijk mijn laatste wils beschikking en testament overhandigen b nevens dpn Bijhei die ligt in de derde lade van mijn lessenaar en stipt gehoorzamen en de opdracht ten uitvoer brengen die ge- noemde Elihu Sanderson of zijn erfgenamen hem zullen geven. Ook beveel ik en verzoek met bedreiging van den vloek van een stervende, ciat de ijzeren sleutel die hangt aan den middelstem balk in de voorkamer, niet zal worden aan geraakt of bewogen voordat hij die deze taak onderneemt zal, zijn teruggekeerd en den drempel van Lantrig zal zijn overgestapt, i nadat hij de gegeven voorschriften en beve- j len zal hebben ten uitvoer gebracht. En verder dat de voornoemde taak niet licht- vaardig maar slechts bij dringende noodza kelijkheid zal worden ondernomen. Dit zeg ik, daar ik alte gevaren ken. zoowel geeste lijke als wereldschc. die iemand kunnen be dreigen: ik ben zelf immers op hel punt ge- I wee9t naar lichaam en ziel ten onder le gaan, hetgeen Christus in Zijn Genade moge verhinderen Aldus mijn ziel ontheven hebbende van een groote en drukkende zorg, beveel ik mijn ziel aan God. voor Wiens rechterstoel ;k weldra geroepen zal worden ik de grootste zondaar en toch niet zonder hoop op vergif fenis om Christus wil. AMOS TRENOWETH". Dit was het testament op dik perkam^nt- papier geschreven met wonderlijke letters, zonder getuigen of eenige formaliteiten En ik geloof dat miin vader zoo verstandig was het aan niemand te laten zien. maar katen zijn gewone leventje voortzette en op zijn hoeve werkte zooals hij het jaren gedaan had zoo!am? de oude man nog teofdo Lang zamerhand echter i pfde mijn vader niet langer zoo eenzaam en afgezonderd als hij gedaan had tijdens hel leven van den ouden man. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 9