DE OOLIJKE OESTERFAMILIE. BEEKMAN JONGENSPAKJES 70ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 16 April 1929 Derde Blad No. 21191 BINNENLAND. ONZE COLLECTIE NIEUWE KLEUREN EN DESSINS ZEER SOLIDE EN TOCH NIET DUUR I KOREVAARSTRAAT FEUILLETON. EEN DIEVEN-AVONTUUR. de koningin dit taar niet naar noorwegen? Tegenspraak op vorige berichten. In tegenstelling met in verschillende bla- Ijen verschenen berichten, vernemen wij uit betrouwbare bron, dat de Koningin, dit jaar geen reis naar Noorwegen zal ondernemen. verjaardag van prins hendrik. De viering op 30 April. Van de zijde van den secretaris van Z. K H. den Prins der Nederlanden wordt ns verzocht het volgende mede te deelen: In verband met het reeds vroeger ge- ubliceerde bericht, dat de verjaardag van Z K. U. den Prins der Nederlanden zal oiden gevierd op 30 April, tegelijk met ien van Prinses Juliana, wordt in over ling gegeven aan hen, die hun geluk- enschen op eenigerlei wijze wenschen aan \\c bieden, deze wenschen niet tot uiting te brengen op 19 April Z. K. H. bevindt jeh op dien datum in het buitenland och op 30 April d. a. v. de minahasa 250 taar bit nederland. Een nationaal huldeblijk. Onder aanteekeliing dat Hare Majesteit Koningin Emma zich bereid heeft ver waaid om ter zake als Beschermvrouwe op te (reden, zijn bij Koti. besluit ingesteld een Wcomité en een hoofdcomité ten be hoeve van de voorbereiding van de stich ting in de Minahasa van een uit particu liere bijdragen van het Nederlandsche volk bekostigen blijvend aandeken ter herin nering aan den dag, waarop vóór 250 jaren de eerste staatkundige band tusschen Ne derland en de Minahasa werd gelegd. In het eere-comité zijn benoemd tot voor- eilter: Dr. J. C. Koningsberger, Minister van Koloniën; tot leden de heeren Jhr. mr. :D. J. de Geer, Minister van Financiën, voorzitter van den Raad van MinistersMr. P. W. A. Cort van der Linden, Minister van Staat; J. J. C. baron van Voorst tot Voorst, voorzitter van de 'Eerste Kamer; Jhr. mr. Ch. J. M. Ruys de Beerenbrouck. Minister van Staat, voorzitter van de Tweede Kamer-, Mr. dr. F. A. G. graaf van Lijnden van Sandenburg, vice-president van den Raad van State; Jhr. mr. A. G. D. de Graeff, Gouverneur-Generaal v. Neder- landsch-Indië en de Commissarissen der Koningin in de verschillende provincies. Het dagelijksch bestuur van het hoofd- comilé bestaat uit de heeren dr. C. J. K. van [Aalst, president van de Ned. Handel-Maat- pii. voorzitter; ir. E. de Kruyff, oud- hoofd van de afd. Handel van het Dep. van Landbouw, Nijverheid en Handel in Neder landse h-Indië, secretaris en J. F. de Beau fort, directeur van de Ned. Bank, penning meester. De Minister van Koloniën is gemachtigd lot het instellen, naar gelang van behoefte, jVan 9ub-comitéT9 in Nederland, dan wel in h'ederlandsch-Indië. Gisterenmiddag is het hoofdcomilé op het Departement van Koloniën geïnstalleerd foor Minister Koningsberger. reclame. 2113 verkeerstoezicht door politie. Auto's voor rijksrveldwacht en marechaussee. De minister van Binnenland9che Zaken en Landbouw heeft de volgende circulaire tot de burgemeesters gericht: Mijn ambtgenoot van Justitie heeft mijn aandacht gevestigd op de maatregelen, die moeten worden gteroffen in verband met de groeiende eischen, welke aan het toezicht op het verkeer dienen te worden gesteld. Voor zooveel betreft de Rijkspolitie be staat het voornemen om het commando van de Rijksveldwacht van enkele automobielen te voorzien, welke, behalve voor het oor spronkelijke doel ten behoeve van de dienst vervulling der districtscommandanten der Rijksveldwacht, mede dienstbaar zullen worden gemaakt aan het uitoefenen van ver keerstoezicht. Verstrekking van automo bielen aan het wapen der Kon. Marechaus- sée voor gelijk doel is aangevraagd en wordt mitsdien eveneens overwogen. Tevens wordt met het oog op c-en goed toezicht op motor rijtuigen door middel van cursussen de Rijkspolitie onderricht op het stuk van mo torkennis; ook voor het bijbrengen van deze kennis moeten de bij de Rijkspolitie nieuw aan te schaffen automobielen benut worden. Met het oog op de kommen der gemeenten en de naaste omgeving dier kommen is het noodzakelijk, dat althans aan een daarvoor in aanmerking komend deel van de ge meentepolitie de kennis of meerdere kennis wordt bijgebracht op liet gebied van motor rijtuigen en wat daaraan annex is. Aldus kunnen door de gemeentelijke poli tiebeambten met meer kennis van zaken verkeersovertreding worden beoordeeld en wordt belangstelling voor het verkeersvraag stuk bevorderd. Mogelijk kan onderricht worden verstrekt aan gefcombineeid perso neel van verschillende gemeenten. Aldus zoude men. in aansluiting aan hetgeen het Rijk doet een deskundig toezicht kunnen bevorderen; dat te'gen het moderne verkeer opgewassen is. Ik moge u verzoeken aan het voorgaande de noodige aandacht te schenken. DE HEER DE WILDE UIT DE STATEN VAN ZUID-HOLLAND. De heer II, de Wilde (A.-R.) die reeds eerder om gezondheidsredenen uit een groot deel van zijn openbare functies zich heeft teruggetrokken, heeft, naar ,.Dc Stan daard" meldt, thans gemeend ook ontslag te moeten nemen als lid van de Staten van Zuid-Holland. Wel geniet de. heer De Wilde die 15 Dec. j.l. 75 jaar geworden is een vrij goeden gezondheidstoestand, maar zijn stem is dermate in kracht afgenomen, dat hij bezwaarlijk in het openbaar kan spreken. Dit laatste heeft den doorslag gegeven voor het nu gevallen besluit. Bijna 29 jaren heeft de heer De Wilde zitting gehad in de Staten van Zuid-Hol land. DE HEER VAN BEUNINGEN CONTRA Dr. RITTER. Repliek. De lieer D. G. van Beuningen schrijft aan de „N. R. C.": ,,Door afwezigheid las ik eerst heden de mededeelingen van dr. P. H. Rittcr in uw Zdndagoohtendblad. Deze 'bevatten ettelijke onjuistheden, maar het lust mij niet mij tegen den zich draaienden en kronkelenden schrijver te blijven wenden sinds mij meer en meer duidelijk wordt, met wien ik in den persoon van dr. Ritter te maken heb. Evenwel dit moet mij nog van het hart Dr. R, heef tgemeend zijn mij gegeven eerewoord te mogen verbreken omdat ,,de regeering, mijn principaal, hem daarvan zou hebben ontslagen" en terwijl hij een zin uit een door mij aan hem gericht schrij ven aanhaalt, citeert hij (met voorbedach 251. „Had je een boodschap voor mij, Marinus, vraagt de groole visch vriendelijk. „Ja," zegt Marinus, „wil je dezen brief voor mij naar den Waterman brengen, vriend Dolfijn? Het betreft onze Oestermakkers!" „Wie het ook betreffen moge," zegt de dolfijn, „ik zal den brief overbrengen 1" 252. Pijlsnel schiet hij weg door de golven, Marinus wuift hem na. En als hij daar zoo aan de kust staat en de af- en aanrollende golven ziet en de zilte zeelucht ruikt, denkt hij; „Ja, ik kan me begrijpen dat de Oesters terug verlangen naar huis en ik hoop dat de Waterman hen helpen zal!" ten rade niet hetgeen ik daaraan vooraf liet gaan n.l.„van uw mijn gegeven eere woord kan alleen ik u ontslaan; niemand anders kan dat, ook niet de Nederlandsche Regeering, al zou deze nog zoo zeer mijn principaal zijn." Maar nooit heb ik mij be schouwd of voorgeda-an als agent" van de Regeering; ik heb nooit anders gehandeld dan als gewoon goed-meenend burger. Hiermede valt 's heeren R.'s poging era de regeering aan te vallen in elkaar, en daarmede de perfide voorstelling alsof de regeering eeiuge bemoeienis zou hebben „gehad met het onderhoud van 15 Februari „of daarvoor ook maar eenigszins de ver antwoordelijkheid zou dragen," liet on derhoud n.b. waarin ik den heer R, juist trachtte te overtuigen toch vooral niet zon der voorkennis van de regeering tot eenige publicatie over te gaanDe regeering is van dit onderhoud, zooals de heer R. zeer goed weet. geheel onkundig gebleven en heeft er eerst van gehoord door den brief van 11 April van dr. R. aan minister De Geer, waarin dr. R. meende zich over de regeering te mogen beklagen, wat juist alleen hierdoor mogelijk is geweest door dien ik een andere opvatting had en heb van een eenmaal gegeven woord dan de heer Ritter, in hoe moeilijk parket ik daar door ook komen zou." VOLKSGEZONDHEID EN HET RIJKSINSTITUUT VOOR ZUIVERING van AFVALWATER. 'Het Tweede Kamerlid Van der Waerden heeft den Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid de volgende vragen gesteld: 1. Is de Minister niet van oordeel, dal de regeling der werkzaamheden van den dienst der volksgezondheid en het verband tusschen zijn werkzaamheden en die van het Rijksinstituut voor zuivering van af valwater verbetering behoeven? 2. Blijkt dit niet uit het feit. dat eener- zijds de dienst der volksgezondheid, blij kens de antwoorden van den Minister op vragen van den heer van Embden (2 Maart 1929), vóór haar uitbreiding in 1928 geen tijd had voor het ontwerpen van een wet telijke regeling ter uitvoering van de Opium conventie, terwijl anderzijds deze dienst, blijkens het rapport van den inspecteur van de volksgezondheid, voorkomende in afle vering 1, jaargang 1929, van de Verslagen en Mededeelingen over de Volksgezondheid, een omvangrijk onderzoek over de zuive ring van het afvalwater van de leder- fabriek te Oisleiwijk ingesteld heeft? 3. Kan de Minister mededeelen, of de urgentie van het in vraag 2 laatstgenoemde onderzoek zoo groot was, dat niet kon wor den gewacht totdat het Rijksinstituut voor zuivering van afvalwater over den noodi- gen tijd en krachten beschikte om dit on derzoek uit te voeren 4. Indien inderdaad de urgentie zeer groot was. waarom is dan niet overgegaan lol tijdelijke uitbreiding van het personeel van dit Rijksinstituut? MINISTER KAN BEZOEKT DRENTE. Gisteren heeft Minister Kan in gezelschap van den Commissaris der Koningin in Drente, mr. J. T. Linthorst Iloman, de heer Meijer de Vries, Inspecteur der Werkver schaffing in Alg. Dienst en A. Jongbloed, Inspecteur der Werkverschaffing in Drente, een bezoek aan Drente gebracht. Des morgens werden onder Oudemolen de ontwaleringswerken bezichtigd. Te Emmen werd geconfereerd met het ge meentebestuur over den toestand der ge- meente-financiën; in vérband met het aan hangige wetsontwerp tot regeling van de financieele verhouding tusschen Rijk en ge meenten, waaromtrent B. en W. de vorige week een adres aan de Regeering hebben gezonden, inhoudende verschillende wijzi gingsvoorstellen. De Minister deelde mede, dat bij nota van wijziging aan de Kamer is voorgesteld voor de gemeente Emmen op de rekening van de uitkeering uit de gemeentefondsen, behalve de opbrengsten der inkomstenbelasting, zal worden meegerekend het totale bedrag der buitengewone rijksuitkeeringen gedurende de laatste drie jaren aan deze gemeente verleend. Ook na deze wijzigingen, zoo werd door het gemeentebestuur aan het licht gesteld, zal Emmen door het ontwerp niet geho1- pen zijn. De Minister zegde overweging van nadere wijzigingen van het ontwerp toe. Van uit Emmen begaf de Minister zich naar Witteveen en vervolgens naar Assen, vanwaar hij met den trein naar Den Haag afreisde. PHILIPS TE EINDHOVEN. De 20.000ste arbeider. Gistermorgen heeft de N.V. Philips te Eindhoven haar 20.000sten arbeider ontvan gen. De belangstelling builen de Philiosge- bouwen was enorm. Bmnon poort C. hadden zich opgesteld dr. A. F. Philips en familie, de minister van Arbeid, Handel en Nijverheid, prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine, met de hoofden der afdeelingen van het departement van Ar beid, Handel en Nijverheid, ir. C. Donker, hoofdinspecteur van den Arbeid te Maas tricht, en de heer A. Folmer, van het bureau voor Werkloosheid en Arbeidsbemiddeling; voorts de burgemeester van Eindhoven, de heer A. Verdijk, met de wethouders en den staf van. het Philipspersoneel. De geheele binnenplaats van dit gedeelte der fabrieken was voorts gevuld met personeel der N.V. Precies om kwart voor twaalf werd van het Philips-kantoorgebouw de gemeentevlag geheschen, waarna de auto met den 20.000en arbeider voor de poort reed. Onder de tonen van het „Wilhelmus", gespeeld door de Phi- lips-harmonie, werd hij binnengeleid. De 20.000sle arbeider is de heer P. J. v. Luyk, uit Stratum. Dr. Philips, de minister en me vrouw Philips drukten hem de hand onder het uitspreken van een korte welkomst- speech. Daarna werd in het kantoorgebouw der N.V. Philips een huldigingsvergadering ge houden, waarin het woord voerden de mi nister van Arbeid, Handel en Nijverheid, de burgemeester van Eindhoven, de voorzitter van de Kamer van Koophandel, de heer C. Schellens, de heer II van der Putt, voorzit ter van de R.-K. Werkgeversvereniging; de heer C. J. Zaalberg, directeur-generaal van den Arbeid, die mede namens de overige hoofden van afdeelingen van het ministerie van Arbeid, Handel en Nijverheid sprak; voorts voerden het woord de heeren Staal en Gaarenstroom, onder-directeur der N.V, Ten slotte hebben nog twee afgevaardigden van arbeidersorganisaties, bij de firma Philips werkzaam, gesproken. Dr. Philips heeft de sprekers beantwoord. RECLAME. Iwan, een eenvoudig, ingetogen mensch, van beroep dief en vierde juist het Vijf-en-twintigjang jubileum van zijn licht schuw^ bedrijf in de herberg: „De Nacht vogels". Toen hij. tegen den morgen het beruchte lokaal verliet, slenterde hij in de richting der buiten-stad en belandde in een verlaten straat, waar een eenigszins achter st gedrongen villa zijn aandacht trok. [Misschien dat er da Ar mogelijk iets ..Als je het venster indrukt en er staan °P den vensterbank zeven bloempotten, die naar beneden rollen, worden de menschen jakker en ik ben er bij!" mompelde hij in zichzelf. Langen tijd tot nadenken was hem r.iut gegeven, want het begon reeds te schemeren. Hij zetten de tanden in zijn «ppen, drukte een ring tegen de venster ruiten, legde toen een zachten doek aan cl venster en stond een minuut later op ,yenslerbank en tuurde het donkere ver- le* in Daarop sprong hij met de hloole oeten op den grond en tastte voorzichtig i111 nel donker om zich heen Ai! voor den duivel!" - 1Jn voet stiet tegen iets massiefs, week9, Hi] struikelde, greep bij den val naar de ninE v^n een stoel, de stoel viel tegen tp\i en lamp, die er op stond, ge- c,a e aan het warfkelen. Iwan bukte zich i hoe direct daarop een licht van Wrr °l,f(ikkerde Enkel oogenblikken g r verscheen op den drempel der kamer met een hand. Hij zocht u h°ht naar de verschillende hoeken ontdekte spoedig den indringer. Iwan overzag onmiddellijk den toestand, sprong op, rende naar het venster; maar de ander was hem al vóór en versperde den wegwaarop de onbekende zich neer vlijend op de vensterbank, op. xustigen toon vroeg: „U bent zeker erg geschrokken?" „Ja", antwoordde iwan, kenbaar verlegen, „ja, ik ben geschrokken!" „Dat iemand zóó zenuwachtig kan zijn! Wees maar heelemaal niet bang; de eige naar der villa is niet thuis!*' Iwan keek den spreker verbaasd aan. „Hm, zoo, zoo.maar wie is u eigenlijk?" „Ik? raad maar eens!" Iwan keek de kamer eens rond, hij ont dekte de open lade van de schrijftafel, dan viel zijn blik op het bijeengebonden pak op den grond... aan dat pak had hij het te danken, dat hij gestruikeld was... toen zag hij in het lachend© gezicht van den anderen man... „Neen, maar, zóó iets ook... en ik, die meende tegen den huisheer opgebotst te zijn!... Jij bent dus ook inbreker... en hee lemaal alleen „Ja, ik ben alleen!" „Hoe ben jij in huis gekomen? Deuiea en vensters waren immers afgesloten?" „Ik? Met den sleutel... ik trad het wooa- huie binnen en sloot de deuren toe, opdat ik niet gestoord zou worden." „En als de huiseigenaar verschijnt 1 „Die komt niet. Die speelt den ganschen nacht kaart op zijn club en keert eerst tegen zeven uur in den morgen huiswaarts. Wij kunnen in alle rust inpakken en om zes uur wegrijden." „Wegrijden V' vroeg Iwan verwonderd. „Wat dacht jij dan riep de ander. „Ik ben een moderne dief en werk naar eigen systeem. Jullie van de oude garde hebt niets aangeleerd. Jullie werkt zonder her senen, zonder systeem, zonder overleg. Bij jullie geldt als hoofdzaak: raam-uiklim- men, iets kaaien en wegrennen. En jullie verbeeldt je ook nog, dat je meesters bent in je vak' Neen, mijn beste, men moet met zijn tijd mee weten te gaan..." „En hoe werk jij dan?" vroeg Iwan en ging op het pak op den grond zitten. „Ik volgens uitgedacht plan. Een heel© week heb ik besteed aan de verkenning; heb'alles uitgevraagd: wie hier woont, wat deze meneer doet, hoe laat hij naar huis komt 's avonds, wanneer hij uitgaat. Ik weet, dat hij een knecht heeft, die niet hier slaapt, dat de meneer tegen acht uur 's avonds naar zijn club gaat, er den ge- heclen nacht met kaarten doorbrengt en eerst tegen zeven uur thuiskomt... Intus- schen ligt do vil1 a eenzaam en verlaten... Zie je aldus moet een moderne dief werken Iwan vroeg met eenigszins bevende stem „Dus vóór zeven, zal hij niet thuisko men „Zeker niet. Tk ben goed van alles op de hoogte. En weet je. kerel, ik heb hot plan de villa heelemaal leeg te halen. Het is hier een doodstille straat, niemand hoor* of ziet wat. Tegen zes uur heb ik twee vrachtauto's besteld, het zijn mijn manne tjes, die alles zullen wegbrengen." Iwan sloeg de handen inóén„Kolossaal! de heele woning „Ja, alles Tot het laatste stuk. Iets heb ik al ingepakt." „Jij bent een kranige kerel, bewondering Iwan uit„ma^ helpen V' „Waarom niet? Pak maar aan, gauw, tijd is geldl Ik zal de schrijftafel uitha riep vol ik meo- len, jij de schilderijen en pak de boeken bij elkaar. De brutaliteit van den vreemden man imponeerde Iwan. Hij haalde gehoorzaam de schilderijen van den muur, pakte kost bare boekwerken in en zei lachend: „Ja, ja, wij inbrekers van tegenwoordig zijn maar wat kerels 1" „Praat niet meer, onze tijd is beperkt. "Wij moeten nu poot-aan spelen. Leg die lamp ook in do kist; voorzichtig, 't Is een unicum." Iwan had volop te doen, pakte in, snoer de pakken aan. elkaar en keek nu en dan met ontzag naar den ander op. Deze lc-'gde, ijs-koud, étuis in een lecren koffer, waarna hij m een fauteuil neerviel en een sigaret op9lak. Hij liet nu verder het werk over aan Iwan, terwijl hij af en toe met kort handgebaar aanwees: „Dat niet, dat wèl, neem zooveel moge lijk maar alles mee, alles is te gebruiken!" Hij rookte onderwijl genoegelijk zijn cigaret en tuurdo nu en dan naar buiten. Te'gen zes uur reden twee vracht-auto's vóór. Alles werd er ingesjouwd en Iwan kon bijna niet meer van moeheid. Hij wou nu ook een cigaret opsteken, maar de ander riep zenuwachtig: „Niet rookenl Vlug, help nog even mee sjouwen. We moeten ons haasten, om niet ontdekt te worden". „En waarom help jij niet meer mee?" vroeg Iwan. ..Omdat ik vooruit-gewerkt heb. AaD- slonds, kerel, aanstonds is allps opge laden Op de straat was hel koud en ongenoege- lijk. De ander liep wel mee naar buiten en keek onverschillig toe. hoe Iwan met de beide sjouwers kisten en meubel9 op laadden. „Zijn jullie gauw klaar?" vroeg hij. „Ja direct 1" Toen keende hij zich tot Iwan en zei glimlachend: „Zie zoo, dan kun je gaan; het bestel'* ..Hoe „gaan", riep Iwan jnthutst. "En alles „Wel alles, wat we gepakt hebben?" „Zijn dat jouw dingen?" „Maar ook de jouwe nietl" „Ja wèl, wèl de mijne!" ..Hoe zoo? Ben je dan ten slotte toch de huisheer?" De onbekende lachte: „Heb ik het niet gezegd, dat jullie dieven uilskuikens zijn? Zeker, ik ben de huisheer. Tk verhuis. Ik heb dezen nacht gepakt. Jij bent gekomen en hebt mij geholpen. Ik; heb daartegen geen bezwaar gemaakt. Je hebt tenminsle eens van je leven op eerlijke wijze je geld verdiend. Ik wil geen vreemde hulp uil buiten.... Hier!" Hij drukte Iwan een zilverrochel in de hand, sprong op één der wagens en de vrachtauto's reden rustig weg.... De zon was reeds opgegaan, toen Twan door de verlaten straat Imp. Hij bromde iets in zijn baard en in zijn vuist hield hij krampachtig den roebel. Dat geld, dat hij met eerlijken drie-urigen arbeid ver diend had! Deze roebel brandde als vuur in zijn hand en toen hij over de brug ging, nam hij hem tusschen de vingers en keilde hem ver den stroom in Dat hem dit malheur dat nog wel op zijn jubileumsdag moest passeeren. dat was wei nilerst misselijk. Toch moest hij nog van geluk sprokpn dat de andei hem had laten loopen.... Met gezonken hoofd liep hij in de richting van „De Nacht vogels", waar troost was to vinden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 9