70sle Jaar^an® ZATERDAG 30 MAART 1929 No. 21178 BERICHT. STADSNIEUWS. Het voornaamste nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN PRIJS DER ADVERTENTIEN: 30 Gts per regel »oor advertentiên uit Leiden eD plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn Voor alle andere advertentiên 35 Cts per regel Kleine Vivertentiên uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts bij een maximum aantal woorden van 30 Incasso volgens postreebt Voor eventueele opzending van brieven 10 Cts porto te betalen Bewijsnummer 6 Cts Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54 PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden 2 35. per week Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn. per week Franco per post 2 36 portokosten. /0 18 „0 18 Dit nummer bestaat uit ZES bladen EERSTE BLAD. Maandag, Tweeden Paaschdag, zal ons Blad niet verschijnen en zullen onze Bureaux den geheelen dcig gesloten zijn. DE DIRECTIE. Dr. J. H. HOLWERDA 1904 1 April 1929. Dr. J. H. HOLWERDA. Maandag 1 April zal het 25 jaar geleden zijn, dat dr. J. H. Holwerda, directeur van hel Rijks Museum van Oudheden alhier, vooral bekend door zijn talrijke archaeolo- gische opgravingen hier te lande, aan het museum werd verbonden, eerst als conser vator, later als adjunct-directeur en als directeur, in welke laatste hoedanigheid hij toen zijn vader, prof. dr. A. E. J. Holwerda, opvolgde. Zooals reed9 gemeld, heeft zich onder voorzitterschap van jhr. mr. W. A. Bee- laerts van Blokland te 's-Gravenhage een •uit 43 personen bestaande commissie ge vormd, welke hem met het oog op den tweeden Paaschdag kon dit niet op den dag van zijn jubileum geschieden Dinsdag middag in het museum zal huldigen voor het vele, dat hij in het belang der weten schap, maar vooral in het belang van de kennis van de oudste geschiedenis en cul tuur van ons vaderland heeft verricht. De huldiging heeft om half vier plaats. Na afloop zal dr. Holwerda in het gebouw recipieeren. Dr. Jan Hendrik Holwerda werd 3 De cember 1873 te Schiedam, waar zijn vader leeraar was, geboren. Hij bezocht het gym nasium te Leiden en werd 26 September 1892 aan de Leidsche universiteit als stu dent in de klassieke letteren ingeschreven, waar hij studeerde onder de hoogleeraren Yan LeeuwenHartman e. a. Hij promo veerde den 25sten September 1S99 cum laude tot doctor in de letteren en wijsber geerte op een proefschrift, getiteld: „Quaestiones de re sepulcraile apud Atticos" waarbij hem het praedicaat cum laude werd toegekend. In 1910 werd hij benoemd tol lector aan de Leidsche universiteit in de praehislorische en Romeinsche archaeolo- gie, welk ambt hij aanvaardde met een rede over de ontwikkeling der praehistorische en Romeinsche archaeologie. Inmiddels was hij den 18den Maart 1904 benoemd ais conservator aan het destijds onder het directoraat van zijn vader staan de museum. Den 16den Maart 1910 werd hij onderdirecteur en na hel aftreden van zijn vader volgde hij dezen den lsten Januari 1919 op als directeur. Onder zijn directoraat is niet alleen het museum, dat zich destijds op de Breestraat bevond, overgeplaatst naar het gebouw aan het Rapenburg 28. dat voordien in gebruik was als Museum van Natuurlijke Historie, doch zijn ook de verzamelingen van het museum dank zij de resultaten van de door hem. deels met anderen, verrichte opgravin gen in zeer belangrijke mate uitgebreid. Alles werd opnieuw geordend en gecatalogi seerd, zoodat hel museum thans met 1e voornaamste musea in andere landen kan wedijveren Bijzonder groot is hel aantal opgravingen, door hem in ons land, deels in samenwer king met anderen, verricht. Meermalen deed hij ook in .opdracht van H. M. de Ko ningin opgravingen, o. a. betreffende de graf heuvels in het Vanenbosch op het Kroon domein bi] Hoog Soeren. waar reeds vroeger verscheidene urnen waren gevonden. De verschillende hier liggende heuvels hadden de aandacht van de Koningin getrokken en bij onderzoek bleek één, op ongeveer 80 Me ter van den grindweg gelegen, een urn en een kom met verbrande menschenbeende- ren te bevatten Ook deed hij in opdracht van de Koningin opgravingen van de Hun neschans bi] het Uddeiermeer, welke prach tige resultaten opleverden Van zijn andere opgravingen zijn vooral bekend die op Arentsburg bij Voorburg, waar kon worden vastgesteld, dat in den Romeinschen tijd twee voorname sleden, Lugdunum Batavorum en Praetorium Agrip- pinae moeten hebben gelegen. De sporen van muren en grachten, zich uitstrekkende over een oppervlak van 80.000 M2. konden nog duidelijk worden aangetoond. Bekend is ook de opgraving van hel fun dament van de kerk van Egmond; voorts de opgraving van de Batavenstad en die, be trekking hebbende op het 10de Romeinsche legioen, bij Nijmegen, welke opgravingen een aanvang namen met het vinden van den ouden bollen weg in de berghelling achter het hotel „De Valk" onder Ubbergen. Voorts het onderzoek naar het in de 9de eeuw door de Noordzee verzwolgen kasteel Brittenburg bij Katwijk. Verder dient ge noemd de Romeinsche hoeve bij den Heihof bij Valkenburg. Uit deze en tal van andere opgravingen, die alle uitvoerig zijn beschreven in de van talrijke mooie afbeeldingen voorziene perio diek verschijnende Mededeelingen van het Museum, kan blijken, hoezeer de kennis van de oudste geschiedenis en cultuur van ons vaderland daardoor zijn Verhelderd en verrijkt. i Ook tal van andere publicaties en ge schriften zijn van zijn hand verschenen, o. a. een boek over Nederlands vroegste be schaving en een boek over Nederlands vroegste geschiednis. DE BRAND IN HET STADHUIS NOGMAALS DE STADHUIS-POSTZEGELS. Noemden wij in ons Blad van Donder dag j.L onzen stadgenoot, notaris J. A. van Hamel den geestelijken vader van het plan tot de uitgifte van Stadhuis-postzegels ten bate van den wederopbouw, thans blijkt 1 ons uit afschrift van een schrijven van den heer J. G. Bender. alhier, aan onzen burgemeester, dat vrijwel terzelfder tijd en geheel onafhankelijk van elkaar twee in- I geztenen onzer stad op hetzelfde aardige denkbeeld zijn gekomen. OOSTERSCH GENOOTSCHAP IN NEDERLAND. Wij hebben reeds het programma mede gedeeld van het congres van leden van het Oostersch Genootschap, dat van 35 April a.s. te Leiden zal worden gehouden. Hier moge nog eraan herinnerd worden, dat enkele bijeenkomsten van het congres ook voor belangstellende niet-leden toe gankelijk zijn n.l die welke op Woensdag middag 3 April om 2 uur n.m. en op Don derdagavond 4 April om 8 uur worden ge houden. beide in het Groot-Auditorium. De spreker van Donderdagavond is prof. Dr Heinrich Löders uit Berlijn, een van de beste Duitsche sanskritisten. Hij is een autoriteit op het gebied der epigraphie in Vóór-Indië en is ook een goed kenner van het hedendaagsche Indiê en zijn beschaving. Prof. Löders zal spreken over „Die Indo logie in Rückbliek und Ausbliek". Indolo gie heefi in hel Duitsch een andere betee- kenis. dan men in Nederland aan dit woord hecht: het duidt aan de studie van de literatuur en beschaving, die haar zetel j heeft in Vóór-Indië en van hieruit in tal van Aziatische landen, o.a. nok den In- dischen Archipel grooten invloed heeft uit geoefend. De Parijsche hoogleeraar Sylvain Lévi, die Woensdagmiddag spreekt, is reeds lang bekend door zijn studiën over het Boeddis- me in China en over de vroegste geschiede nis van de Ariërs in ïndïê. In latere jaren zijn zijn onderzoekingen vooral gewijd ge weest aan de uitbreiding van de Indisch»-, cultuur en de Indische godsdiensten buiten Vóór-Indië. Voor Nederlanders is het vooral van belang te weten, dat Prof Lévi bijzondere aandacht heeft geschonken aaD Java Hij heeft zelf ook Java en Bali bezocht en daar merkwaardige ontdekkingen gedaan met betrekking tot de op ö<-*n Beredoedoer voorkomende afbeeldingen. Zijn Woensdag te houden lezing zal dan ook aan zijn onderzoekingen op Java en Bali gewijd zijn. Oordeel van een Amsterdamscli architect In „De Groene Amsterdammer" wordt door den heer Gh. J. F. Kanter Jr., architect te Amsterdam, geschreven; Nadat op 12 Februari j.L het Leidsche Stadhuis door een vlammenzee in een puin hoop veranderd was, zijn alom in den lande stemmen opgegaan, welke de wederopbouw van dit historische monument, in den ouden trant bepleit hebben. Wanneer wij op onze beurt, onze stem verheffen en hiertegen opkomen is dit waar lijk niet omdat wij in eenig opzicht in piéleit achter zouden willen blijven bij hen, wien dit cultureele erfgoed Zoo dierbaar was, dat zi] geen ander verlangen koesteren, dan 't oude gebouw weer in hernieuwden luister te zien herrijzen. Ook wij willen niets liever dan door een daad getuigenis afleggen van onzen eerbied en bewondering Yoor dit bouwwerk en voor de kunst- en burgerzin van hen die het in het verre verleden gewrocht hebben. Anders is alleen de weg dien wij daartoe zouden willen inslaan. Wi] meenen èn het monument zelve, èn zijn bouwers het meest te eeren, wanneer wij het weinige, dat de ramp ons liet, be waren en onderhouden als ruïne. Het verminkte overschot van wat voor een zoo groot gedeelte het werk van den lGden eeuwschen bouwmeester Lieven de Key was, lijkt ons als bezit verkiezelijker dan dat van een gebouw dat uitteraard met anders zijn kan dan een nabootsing wel in den geest gehouden, maar zeer zeker niet den geest ademend van het oorspronkelijke Immers het eenige instituut dat tot dus verre succes heeft gehad met dergelijke replica van oude gebouwen is Hollywood geweest. Het schijnt dat men, om den be schouwer ten voiïe yan de „echtheid" te overtuigen, voor materiaal eerder zijn toe vlucht heeft te nemen tot beschilterd lin nen, gips en zoo meer, dan tot echte" teenen. Elk vogeltje zingt zooals het gebekt is. Onze bouwmeesters bouwen in een anderen stijl, ook al omdat zij aan andere eischen te voldoen hebben dan de middeleeuwsche, 16de en 17de eeuw9che. Wanneer wij onze eerbied en bewonde ring willen uiten voor wat in vroegere eeuwen tot stand kwam, door een daad welke onze voorvaderen waardig is, staat maar één weg open: Laat ons aan een mo dern architect opdragen, op een andere plaats een modern Raadhuis te bouwen, waarin tot uiting komt wat in onzen tijd leeft en waarbij rekening gehouden is met de wijzfc waarop een stad nu bestuurd wordt. Doen wij dit. dan laten wij het niet blij ven bij machtelooze bewondering voor een krachtig voorgeslacht, ons uileinde in gebrek kige nabootsing, maar toonen inderdaad al uilten wij ons anders dan zij dat wij zonen van denzelfden stam zijn. Zij hebben het Leidsche Stadhuis niet in Gothischen stijl bijgewerkt, toen het na het beleg niet meer aan de eischen van den tijd voldeed, maar droegen aan Lieven de Key op een nieuwen geve, te maken volgens den kunst smaak van hun tijd En hij kweet zich van zijn taak door het oude wat hij voorvond om te vormen tot het pronkjuweel van Hol- landsche Renaissance dat zoolang een lust voor onze oogen is geweest. Aan ons nageslacht blijve het oordeel over het moderne gebouw, dal wij dan op getrokken hebben. Is het oordeel dan ver nietigend. zóóveel te erger voor ons. is het gunstig dan zijn wij weer voor hen, wat Lieven de Key en zijn lastgevers voor ons zijn geweest; in de eerste plaats een aan sporing om eigen wegen te zoeken, een eigen uitingswijze tc vinden. Een ander plan dat besproken wordt be oogt do ruïne weer tot een bewoonbaar Raadhuis te maken door wat overbleef bij le werken, en aan een modern architect op te dragen een nieuwe gevel te maken, gelijk aan de zoo zeer bekende gevels, gemaakt voor de woonblokken in Amsterdam-West. en andere Oogenschijnlijk maakt dit plan den indruk of wij hiermede de voetsporen van ónze voorgangers zouden drukken Maar dit i» niet veel meer daD schijn. Lieven de Key bouwde voort aan een be staand monument dat uitnemend geschikt was voor het doel waartoe het diende. Wij hebben een bouwval voor ons en het op die wijze willen herstellen van een ruïne doet sterk denken aan het plombeeren van een hollen kies In de tandheelkunde moge dit wenschelijk zijn omdat men anders zijn toevlucht moei nemen tot een valschen kies. in de bouwkunde is het anders Wij kun nen een gebouw oprichten dat even „echt" is als dal wat onderging, omdat hel evenzoo uitdrukking en belichaming zijn kan van onzen lijd ais hpf oude Stadhuis het was van van den zijnen. De daad die wij het liefste zouden zien gebeuren is dus tweeledig: uit niéleil het laten bestaan van de ruïne als ruïne en daarnaast de gelegenheid voor de moderne architecten, aan Leiden voor het verloren gegane juweel, een nieuw le schenken. VEREEN. TOT OPLEIDING VAN BEWAARSCHOOL- HOUDERESSEN. De Jaarvergadering. Woensdag j.l. werd de jaarvergadering gehouden van deze vereeniging in het ge bouw der Kweekschool. De secretaris bracht zijn jaarverslag uit, waaraan wij hel volgende ontlecnen: Terwijl het jaar 1927 van groot gewicht voor de vereeniging was wegens de in dat jaar tot stand gekomen verbouwingen, wer den in 1928 de inwendige aangelegenheden onder de oogen gezien en kwamen verschil lend nieuwe regelingen tot stand, welke ver ouderde toestanden moesten vervangen. De ingrijpendste van deze veranderingen wa9 wel de nieuwe regeling van het eindexamen, dat voortaan op dergelijke wijze zal worden afgenomen als aan Gymnasia, H. B. S., Kweekscholen voor Onderwijzers enz., nl. door de leerkrachten der inrichting zelf onder toezicht van Gecommitteerden. Het eindexamen 1928 heeft reeds op deze wijze plaats gehad. Als Gecommitteerden werden benoemd: mevr. F. S. van Balen- Klaar te 's-Gravenhage, mejuffrouw dr. C. de Baat en de heer II. van Slooten. beiden to Leiden, en als plaatsvervangers mejuffr. A. Ingeneger en de heer F. de Thouars. even eens te Leiden. De uitslag was, dat alle can- didaten slaagden op een na. die zich wegens ziekte moest terugtrekken. Op de slotzit ting van het examen werden door den heer Hoofdinspecteur, in de derde Hoofdinspectie, den heer Rienks zeer waardeerende woor den gesproken over den geest en de resulta ten van ht onderwijs aan de Kweekschool. Voor het examen Nuttige Handwerken slaagden 19 van de 21 candidalen. In het afgeloopen jaar werden vier aan- deelen van de nieuwe leening en een van de oude obligatielening afgelost, zoodat de schulden der Vereeniging met f. 4500 wer den verminderd. De gewone subsidies van Rijk, Provincie en Gemeente werden regel matig uitgekeerd. In het personeel kwam slechts geringe mutatie. Nadat mevrouw Beekhuis begin Mei een anderen werkkring had gekozen, werd zij tot October tijdelijk vervangen door mevrouw KleinNagelvoort, waarna tot hoofd der huishouding werd benoemd mevr. HeyblomSlijper. Op den tweeden Pinksterdag had een reünie van oud-leerlingen plaats. Het aan tal leerlingen der Kweekschool bedroeg dit jaar 94 waarvan 21 intern terwijl de Be waarschool gemiddeld door 105 kleuters werd bezocht Er werden 10 bestuursverga deringen gehouden. Het verslag eindigt met een uiting van teleurstelling over het nog 9leeds uitblijven van een wettelijke regeling van het voorbe reidend onderwijs, waardoor de leerkrach ten aan de Kweekschool geen aanspmak kunnen maken op pensioen. Dat onder deze omstandigheid zich uiterst weinjg geschikte gegadigden bij vacatures aan de Kweek school aanmelden, behoeft geen betoog. De penningmeester, de heer van Warne ten, ontbrak ditmaal op het appèl, wegens ziekte, zoodat het Bestuur bij het opmaken van de rekening en begronling zijne zoo hoog gewaardeerde alviezen heeft moeten missen. De voorzitter de heer Verwer, bracht nu bef financieel verslag uit. De exploitatie-rekening wees een totaal van inkomsten aan van f.46 322 48 en een totaal aan uitgaven van f. 45 159.38 en sloot dus met een voordeelig slot van f. 1163.10. Daarna was aan de orde de verkiezing van een bestuurslid Bij acclamatie werd mevrouw S Verhev van Wijk als zoo-danig herkozen, die de benoeming aanvaardde. Na de gebruikelijke rondvraag sloot de voorzitter deze zeer matig bezochte verga dering. ACTIE TEGEN HET ONTWERP CURSUSWET. Op uitnoodiging van het bestuur der Leid sche afdeeling van den „Ned. Bond van Leexa- ressen bij het Nijverheidsonderwijs" kwamen Donderdag vertegenwoordigers van een aan tal plaatselijke organisaties in „Den Burcht" bijeen, teneinde te overwegen of hiep te Lei den ook iets tegen het ontwerp Cursusweit kan worden gedaan. Vertegenwoordigd waren, behalve bovenge noemd bestuur de Centrale Ouderraad, de Neutrale Bestuurdersbond, de Bond van Ned. Onderwijzers en de R.K. Vereeniging van Directeuren en Leeraren bij het Nijverheids onderwijs „St. Bernardus". Na uitvoerige besprekingen werd besloten, een voorloopig comité te vormen, dat zich als eerste taak zal stellen meerderen te bewe- geD tot eensgezind optreden tegen het voor stelde. Tot voorzitter werd de heer G. N. Meurs benoemd en tot secretaris de heer Jac. Tjals- ma. Binnenkort zullen belanghebbenden voor eei tweede vergadering worden opgeroepen, alwaar dan op de gevaren van onveranderde aanneming van het wetsontwerp zal worden gewezen en aangegeven hoe het aanvullend ondenvrjs moet zijn, om aan redelijke* eischen te voldoen. BINNENLAND. In haar rapport stelt de rifkskleediug. commissie verlenging der draagtijden voor. (2c Blad.) Het arbeidscontract in het schildersbe drijf. (Binnenland, 3e Blad.) De inbraken in 't Gooi; de daders ge arresteerd. (Gemengd, 2e Blad.) Na het drama te Grootegast; onthulling van een gedenksteen. (Gemengd, 2e Blad.) BUITENLAND. De Herstelbesprekingen te Parijs. (Buitenland, le Blad.) De Fransche Kamer heeft het ontwerp betreffende de congregatie aangenomen. (Buitenland, lste Blad.) FEDERATIE VAN TE LEIDEN EN OMSTREKEN GEVESTIGDE WONINGBOUWVER- VEREENIGINGEN. Donderdagavond werd vanwege bovenge noemde organisatie in de Graanbeurs de 2de lezing gehouden door den heer J. du Bois, voorzitter van den Amsterdamse hen Bond van Speeltuinvereenigingeü. Een behoorlijk aan tal belangstellenden, waaronder de besturen der verschillende Leidsche speeltuinvereeni- gingen, woonde haar bij. De spreker werd ingeleid door den heer J. van den Bos, voorzitter der Federatie, die er op wees, hoe woningbouw- en speeltuin vereniging elkaar kunnen steunen, daar bet speeltuinwerk ook voor de woningbouwvere nigingen van veel belang is. De Federatie heefi dit begrepen en toont gaarne baar sym pathie met het streven der speeltuinvereeni- gen, waarvan spreker de besturen hartelijk welkom heette. Daarop kreeg de heer Du Bois het woord, waarbij hij in een vlotte causerie zijn onder werp: „Het speeltuinwerk en zijn cultureele beteekenis" behandelde. Spr. begon met een kort historisch overzicht, waarin hij deed uitkomen, dat vroeger het kind vrij kon spe len. Er was ruimte en geen gevaar. Toen kwam de auto en tengevolge daarvan het moderne stadsverkeer, waardoor het niet meer mogelijk is, dat het kind zich in zijn spel kaD uitleven en het dus eeD levensbehoefte, even noodig als eten en drinken, werd ont nomen. Baldadigheid en tuchteloosheid traden er voor in de plaats, want de jeugd wil zich nu eenmaal uiten. In Amsterdam werd een eenvoudig arbeider bij „Werkspoor" de voor vechter der speeltuin vereeniging. Het was Klaren, die begreep, dat de kinderen vaD de straat moesten gehouden worden en 6aarag&- bracht op een plaats, waar zo geen last heb ben van de verkeersorganen niet alleen, maar tevens worden gevrijwaard voor allerlei kat- tekwaad en straatschenierg. Aanvankelijk uit gelachen en vrijwel alleen gelaten met zijn denkbeelden, heeft de stoere Fries volge houden en thans telt de hoofdstad reeds 28 speeltuinen, waarin 40 000 k nrlereo gerege'd worden bezig gehouden. Dit i9 te danken aan den volhardenden arbeid van dui enden ouders want toen men de resultaten van Klaren's ar- heia zag, nam het aantal tuinen snel toe, mede rieor overheid =steun. Eigen'ijk schiet de over heid in haar zorg voor het kind tekort. Buiten de schooluren bemoeit zij er zich verder niet mee en is bet dikwijls geheel aan zichzelf overgelaten, wat voor de kinderziel zeer na- deelig kan zijn. Het speeltuinwerk voorziet dus in een dringende behoefte en heeft daar om voor onze stadskinderen een groote cultu reele beteekenis, die door ouders en overheid zal moeten worden erkend en niet straffe loos kan worden voorbijgezien. De heer Du Bois eindigde zijn gloedvol betoog met den uitroep: Geef het kind, naast school en huis zijn speelplaats, waar 't hart naar hunkert en de ziel behoefte aan heeft! Daarna ver toonde hij een aantal keurice lantaarnplaatjes, die het gesprokene zeer verlevendigden. Toen de heer Van den> Bos na afloop dankzegde, ge tuigde het app'aus, hoe de aanwezigen hier mede instemden. VEREEN. VAN HOOFDEN VAN SCHOLEN IN NEDERLAND. De Jaarvergadering. De Vereeniging van Hoofden van Scho len heeft heden in ..Den Burchl" haar 31ste jaarvergadering gehouden onder voorzitter schap van den heer A. J. van Goethem te. Amsterdam. In zijn openingswoord wees» dezp er op, dat het opgewekte 'even. dal zoo klaar tot uiting kwam op de 39ste algemeene verga dering le Apeldoorn voor een niet gering deèi was te danken aan de belangstelling,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 1