70sle Jaar^an®
ZATERDAG 30 MAART 1929
No. 21178
BERICHT.
STADSNIEUWS.
Het voornaamste nieuws
van heden.
LEIDSCH
DAGBLAD
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
30 Gts per regel »oor advertentiên uit Leiden eD plaatsen waar
agentschappen van ons Blad gevestigd zijn Voor alle andere
advertentiên 35 Cts per regel Kleine Vivertentiên uitsluitend
bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts bij een
maximum aantal woorden van 30
Incasso volgens postreebt Voor eventueele opzending van brieven
10 Cts porto te betalen Bewijsnummer 6 Cts
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden 2 35. per week
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn. per week
Franco per post 2 36 portokosten.
/0 18
„0 18
Dit nummer bestaat uit ZES bladen
EERSTE BLAD.
Maandag, Tweeden Paaschdag,
zal ons Blad niet verschijnen en
zullen onze Bureaux den geheelen
dcig gesloten zijn.
DE DIRECTIE.
Dr. J. H. HOLWERDA
1904 1 April 1929.
Dr. J. H. HOLWERDA.
Maandag 1 April zal het 25 jaar geleden
zijn, dat dr. J. H. Holwerda, directeur van
hel Rijks Museum van Oudheden alhier,
vooral bekend door zijn talrijke archaeolo-
gische opgravingen hier te lande, aan het
museum werd verbonden, eerst als conser
vator, later als adjunct-directeur en als
directeur, in welke laatste hoedanigheid hij
toen zijn vader, prof. dr. A. E. J. Holwerda,
opvolgde.
Zooals reed9 gemeld, heeft zich onder
voorzitterschap van jhr. mr. W. A. Bee-
laerts van Blokland te 's-Gravenhage een
•uit 43 personen bestaande commissie ge
vormd, welke hem met het oog op den
tweeden Paaschdag kon dit niet op den dag
van zijn jubileum geschieden Dinsdag
middag in het museum zal huldigen voor
het vele, dat hij in het belang der weten
schap, maar vooral in het belang van de
kennis van de oudste geschiedenis en cul
tuur van ons vaderland heeft verricht.
De huldiging heeft om half vier plaats.
Na afloop zal dr. Holwerda in het gebouw
recipieeren.
Dr. Jan Hendrik Holwerda werd 3 De
cember 1873 te Schiedam, waar zijn vader
leeraar was, geboren. Hij bezocht het gym
nasium te Leiden en werd 26 September
1892 aan de Leidsche universiteit als stu
dent in de klassieke letteren ingeschreven,
waar hij studeerde onder de hoogleeraren
Yan LeeuwenHartman e. a. Hij promo
veerde den 25sten September 1S99 cum
laude tot doctor in de letteren en wijsber
geerte op een proefschrift, getiteld:
„Quaestiones de re sepulcraile apud Atticos"
waarbij hem het praedicaat cum laude werd
toegekend. In 1910 werd hij benoemd tol
lector aan de Leidsche universiteit in de
praehislorische en Romeinsche archaeolo-
gie, welk ambt hij aanvaardde met een rede
over de ontwikkeling der praehistorische en
Romeinsche archaeologie.
Inmiddels was hij den 18den Maart 1904
benoemd ais conservator aan het destijds
onder het directoraat van zijn vader staan
de museum. Den 16den Maart 1910 werd hij
onderdirecteur en na hel aftreden van zijn
vader volgde hij dezen den lsten Januari
1919 op als directeur.
Onder zijn directoraat is niet alleen het
museum, dat zich destijds op de Breestraat
bevond, overgeplaatst naar het gebouw aan
het Rapenburg 28. dat voordien in gebruik
was als Museum van Natuurlijke Historie,
doch zijn ook de verzamelingen van het
museum dank zij de resultaten van de door
hem. deels met anderen, verrichte opgravin
gen in zeer belangrijke mate uitgebreid.
Alles werd opnieuw geordend en gecatalogi
seerd, zoodat hel museum thans met 1e
voornaamste musea in andere landen kan
wedijveren
Bijzonder groot is hel aantal opgravingen,
door hem in ons land, deels in samenwer
king met anderen, verricht. Meermalen
deed hij ook in .opdracht van H. M. de Ko
ningin opgravingen, o. a. betreffende de graf
heuvels in het Vanenbosch op het Kroon
domein bi] Hoog Soeren. waar reeds vroeger
verscheidene urnen waren gevonden. De
verschillende hier liggende heuvels hadden
de aandacht van de Koningin getrokken en
bij onderzoek bleek één, op ongeveer 80 Me
ter van den grindweg gelegen, een urn en
een kom met verbrande menschenbeende-
ren te bevatten Ook deed hij in opdracht
van de Koningin opgravingen van de Hun
neschans bi] het Uddeiermeer, welke prach
tige resultaten opleverden
Van zijn andere opgravingen zijn vooral
bekend die op Arentsburg bij Voorburg,
waar kon worden vastgesteld, dat in den
Romeinschen tijd twee voorname sleden,
Lugdunum Batavorum en Praetorium Agrip-
pinae moeten hebben gelegen. De sporen van
muren en grachten, zich uitstrekkende over
een oppervlak van 80.000 M2. konden nog
duidelijk worden aangetoond.
Bekend is ook de opgraving van hel fun
dament van de kerk van Egmond; voorts de
opgraving van de Batavenstad en die, be
trekking hebbende op het 10de Romeinsche
legioen, bij Nijmegen, welke opgravingen
een aanvang namen met het vinden van
den ouden bollen weg in de berghelling
achter het hotel „De Valk" onder Ubbergen.
Voorts het onderzoek naar het in de 9de
eeuw door de Noordzee verzwolgen kasteel
Brittenburg bij Katwijk. Verder dient ge
noemd de Romeinsche hoeve bij den Heihof
bij Valkenburg.
Uit deze en tal van andere opgravingen,
die alle uitvoerig zijn beschreven in de van
talrijke mooie afbeeldingen voorziene perio
diek verschijnende Mededeelingen van het
Museum, kan blijken, hoezeer de kennis
van de oudste geschiedenis en cultuur van
ons vaderland daardoor zijn Verhelderd en
verrijkt. i
Ook tal van andere publicaties en ge
schriften zijn van zijn hand verschenen,
o. a. een boek over Nederlands vroegste be
schaving en een boek over Nederlands
vroegste geschiednis.
DE BRAND IN HET STADHUIS
NOGMAALS DE
STADHUIS-POSTZEGELS.
Noemden wij in ons Blad van Donder
dag j.L onzen stadgenoot, notaris J. A. van
Hamel den geestelijken vader van het plan
tot de uitgifte van Stadhuis-postzegels ten
bate van den wederopbouw, thans blijkt 1
ons uit afschrift van een schrijven van
den heer J. G. Bender. alhier, aan onzen
burgemeester, dat vrijwel terzelfder tijd en
geheel onafhankelijk van elkaar twee in- I
geztenen onzer stad op hetzelfde aardige
denkbeeld zijn gekomen.
OOSTERSCH GENOOTSCHAP
IN NEDERLAND.
Wij hebben reeds het programma mede
gedeeld van het congres van leden van
het Oostersch Genootschap, dat van 35
April a.s. te Leiden zal worden gehouden.
Hier moge nog eraan herinnerd worden,
dat enkele bijeenkomsten van het congres
ook voor belangstellende niet-leden toe
gankelijk zijn n.l die welke op Woensdag
middag 3 April om 2 uur n.m. en op Don
derdagavond 4 April om 8 uur worden ge
houden. beide in het Groot-Auditorium.
De spreker van Donderdagavond is prof.
Dr Heinrich Löders uit Berlijn, een van
de beste Duitsche sanskritisten. Hij is een
autoriteit op het gebied der epigraphie in
Vóór-Indië en is ook een goed kenner van
het hedendaagsche Indiê en zijn beschaving.
Prof. Löders zal spreken over „Die Indo
logie in Rückbliek und Ausbliek". Indolo
gie heefi in hel Duitsch een andere betee-
kenis. dan men in Nederland aan dit woord
hecht: het duidt aan de studie van de
literatuur en beschaving, die haar zetel j
heeft in Vóór-Indië en van hieruit in tal
van Aziatische landen, o.a. nok den In-
dischen Archipel grooten invloed heeft uit
geoefend.
De Parijsche hoogleeraar Sylvain Lévi,
die Woensdagmiddag spreekt, is reeds lang
bekend door zijn studiën over het Boeddis-
me in China en over de vroegste geschiede
nis van de Ariërs in ïndïê. In latere jaren
zijn zijn onderzoekingen vooral gewijd ge
weest aan de uitbreiding van de Indisch»-,
cultuur en de Indische godsdiensten buiten
Vóór-Indië.
Voor Nederlanders is het vooral van
belang te weten, dat Prof Lévi bijzondere
aandacht heeft geschonken aaD Java Hij
heeft zelf ook Java en Bali bezocht en
daar merkwaardige ontdekkingen gedaan
met betrekking tot de op ö<-*n Beredoedoer
voorkomende afbeeldingen. Zijn Woensdag
te houden lezing zal dan ook aan zijn
onderzoekingen op Java en Bali gewijd zijn.
Oordeel van een Amsterdamscli architect
In „De Groene Amsterdammer" wordt
door den heer Gh. J. F. Kanter Jr., architect
te Amsterdam, geschreven;
Nadat op 12 Februari j.L het Leidsche
Stadhuis door een vlammenzee in een puin
hoop veranderd was, zijn alom in den lande
stemmen opgegaan, welke de wederopbouw
van dit historische monument, in den ouden
trant bepleit hebben.
Wanneer wij op onze beurt, onze stem
verheffen en hiertegen opkomen is dit waar
lijk niet omdat wij in eenig opzicht in
piéleit achter zouden willen blijven bij hen,
wien dit cultureele erfgoed Zoo dierbaar was,
dat zi] geen ander verlangen koesteren, dan
't oude gebouw weer in hernieuwden luister
te zien herrijzen.
Ook wij willen niets liever dan door een
daad getuigenis afleggen van onzen eerbied
en bewondering Yoor dit bouwwerk en voor
de kunst- en burgerzin van hen die het in
het verre verleden gewrocht hebben. Anders
is alleen de weg dien wij daartoe zouden
willen inslaan.
Wi] meenen èn het monument zelve, èn
zijn bouwers het meest te eeren, wanneer
wij het weinige, dat de ramp ons liet, be
waren en onderhouden als ruïne.
Het verminkte overschot van wat voor
een zoo groot gedeelte het werk van den
lGden eeuwschen bouwmeester Lieven de
Key was, lijkt ons als bezit verkiezelijker
dan dat van een gebouw dat uitteraard met
anders zijn kan dan een nabootsing wel in
den geest gehouden, maar zeer zeker niet
den geest ademend van het oorspronkelijke
Immers het eenige instituut dat tot dus
verre succes heeft gehad met dergelijke
replica van oude gebouwen is Hollywood
geweest. Het schijnt dat men, om den be
schouwer ten voiïe yan de „echtheid" te
overtuigen, voor materiaal eerder zijn toe
vlucht heeft te nemen tot beschilterd lin
nen, gips en zoo meer, dan tot echte" teenen.
Elk vogeltje zingt zooals het gebekt is.
Onze bouwmeesters bouwen in een anderen
stijl, ook al omdat zij aan andere eischen te
voldoen hebben dan de middeleeuwsche,
16de en 17de eeuw9che.
Wanneer wij onze eerbied en bewonde
ring willen uiten voor wat in vroegere
eeuwen tot stand kwam, door een daad
welke onze voorvaderen waardig is, staat
maar één weg open: Laat ons aan een mo
dern architect opdragen, op een andere
plaats een modern Raadhuis te bouwen,
waarin tot uiting komt wat in onzen tijd
leeft en waarbij rekening gehouden is met
de wijzfc waarop een stad nu bestuurd wordt.
Doen wij dit. dan laten wij het niet blij
ven bij machtelooze bewondering voor een
krachtig voorgeslacht, ons uileinde in gebrek
kige nabootsing, maar toonen inderdaad
al uilten wij ons anders dan zij dat wij
zonen van denzelfden stam zijn. Zij hebben
het Leidsche Stadhuis niet in Gothischen
stijl bijgewerkt, toen het na het beleg niet
meer aan de eischen van den tijd voldeed,
maar droegen aan Lieven de Key op een
nieuwen geve, te maken volgens den kunst
smaak van hun tijd En hij kweet zich van
zijn taak door het oude wat hij voorvond
om te vormen tot het pronkjuweel van Hol-
landsche Renaissance dat zoolang een lust
voor onze oogen is geweest.
Aan ons nageslacht blijve het oordeel
over het moderne gebouw, dal wij dan op
getrokken hebben. Is het oordeel dan ver
nietigend. zóóveel te erger voor ons. is het
gunstig dan zijn wij weer voor hen, wat
Lieven de Key en zijn lastgevers voor ons
zijn geweest; in de eerste plaats een aan
sporing om eigen wegen te zoeken, een
eigen uitingswijze tc vinden.
Een ander plan dat besproken wordt be
oogt do ruïne weer tot een bewoonbaar
Raadhuis te maken door wat overbleef bij
le werken, en aan een modern architect op
te dragen een nieuwe gevel te maken, gelijk
aan de zoo zeer bekende gevels, gemaakt
voor de woonblokken in Amsterdam-West.
en andere
Oogenschijnlijk maakt dit plan den indruk
of wij hiermede de voetsporen van ónze
voorgangers zouden drukken Maar dit i»
niet veel meer daD schijn.
Lieven de Key bouwde voort aan een be
staand monument dat uitnemend geschikt
was voor het doel waartoe het diende. Wij
hebben een bouwval voor ons en het op die
wijze willen herstellen van een ruïne doet
sterk denken aan het plombeeren van een
hollen kies In de tandheelkunde moge dit
wenschelijk zijn omdat men anders zijn
toevlucht moei nemen tot een valschen kies.
in de bouwkunde is het anders Wij kun
nen een gebouw oprichten dat even „echt"
is als dal wat onderging, omdat hel evenzoo
uitdrukking en belichaming zijn kan van
onzen lijd ais hpf oude Stadhuis het was
van van den zijnen.
De daad die wij het liefste zouden zien
gebeuren is dus tweeledig: uit niéleil het
laten bestaan van de ruïne als ruïne en
daarnaast de gelegenheid voor de moderne
architecten, aan Leiden voor het verloren
gegane juweel, een nieuw le schenken.
VEREEN. TOT OPLEIDING
VAN BEWAARSCHOOL-
HOUDERESSEN.
De Jaarvergadering.
Woensdag j.l. werd de jaarvergadering
gehouden van deze vereeniging in het ge
bouw der Kweekschool.
De secretaris bracht zijn jaarverslag uit,
waaraan wij hel volgende ontlecnen:
Terwijl het jaar 1927 van groot gewicht
voor de vereeniging was wegens de in dat
jaar tot stand gekomen verbouwingen, wer
den in 1928 de inwendige aangelegenheden
onder de oogen gezien en kwamen verschil
lend nieuwe regelingen tot stand, welke ver
ouderde toestanden moesten vervangen. De
ingrijpendste van deze veranderingen wa9
wel de nieuwe regeling van het eindexamen,
dat voortaan op dergelijke wijze zal worden
afgenomen als aan Gymnasia, H. B. S.,
Kweekscholen voor Onderwijzers enz., nl.
door de leerkrachten der inrichting zelf
onder toezicht van Gecommitteerden.
Het eindexamen 1928 heeft reeds op deze
wijze plaats gehad. Als Gecommitteerden
werden benoemd: mevr. F. S. van Balen-
Klaar te 's-Gravenhage, mejuffrouw dr. C.
de Baat en de heer II. van Slooten. beiden
to Leiden, en als plaatsvervangers mejuffr.
A. Ingeneger en de heer F. de Thouars. even
eens te Leiden. De uitslag was, dat alle can-
didaten slaagden op een na. die zich wegens
ziekte moest terugtrekken. Op de slotzit
ting van het examen werden door den heer
Hoofdinspecteur, in de derde Hoofdinspectie,
den heer Rienks zeer waardeerende woor
den gesproken over den geest en de resulta
ten van ht onderwijs aan de Kweekschool.
Voor het examen Nuttige Handwerken
slaagden 19 van de 21 candidalen.
In het afgeloopen jaar werden vier aan-
deelen van de nieuwe leening en een van de
oude obligatielening afgelost, zoodat de
schulden der Vereeniging met f. 4500 wer
den verminderd. De gewone subsidies van
Rijk, Provincie en Gemeente werden regel
matig uitgekeerd.
In het personeel kwam slechts geringe
mutatie. Nadat mevrouw Beekhuis begin
Mei een anderen werkkring had gekozen,
werd zij tot October tijdelijk vervangen door
mevrouw KleinNagelvoort, waarna tot
hoofd der huishouding werd benoemd mevr.
HeyblomSlijper.
Op den tweeden Pinksterdag had een
reünie van oud-leerlingen plaats. Het aan
tal leerlingen der Kweekschool bedroeg dit
jaar 94 waarvan 21 intern terwijl de Be
waarschool gemiddeld door 105 kleuters
werd bezocht Er werden 10 bestuursverga
deringen gehouden.
Het verslag eindigt met een uiting van
teleurstelling over het nog 9leeds uitblijven
van een wettelijke regeling van het voorbe
reidend onderwijs, waardoor de leerkrach
ten aan de Kweekschool geen aanspmak
kunnen maken op pensioen. Dat onder deze
omstandigheid zich uiterst weinjg geschikte
gegadigden bij vacatures aan de Kweek
school aanmelden, behoeft geen betoog.
De penningmeester, de heer van Warne
ten, ontbrak ditmaal op het appèl, wegens
ziekte, zoodat het Bestuur bij het opmaken
van de rekening en begronling zijne zoo
hoog gewaardeerde alviezen heeft moeten
missen. De voorzitter de heer Verwer,
bracht nu bef financieel verslag uit.
De exploitatie-rekening wees een totaal
van inkomsten aan van f.46 322 48 en een
totaal aan uitgaven van f. 45 159.38 en sloot
dus met een voordeelig slot van f. 1163.10.
Daarna was aan de orde de verkiezing
van een bestuurslid Bij acclamatie werd
mevrouw S Verhev van Wijk als zoo-danig
herkozen, die de benoeming aanvaardde.
Na de gebruikelijke rondvraag sloot de
voorzitter deze zeer matig bezochte verga
dering.
ACTIE TEGEN HET ONTWERP
CURSUSWET.
Op uitnoodiging van het bestuur der Leid
sche afdeeling van den „Ned. Bond van Leexa-
ressen bij het Nijverheidsonderwijs" kwamen
Donderdag vertegenwoordigers van een aan
tal plaatselijke organisaties in „Den Burcht"
bijeen, teneinde te overwegen of hiep te Lei
den ook iets tegen het ontwerp Cursusweit
kan worden gedaan.
Vertegenwoordigd waren, behalve bovenge
noemd bestuur de Centrale Ouderraad, de
Neutrale Bestuurdersbond, de Bond van Ned.
Onderwijzers en de R.K. Vereeniging van
Directeuren en Leeraren bij het Nijverheids
onderwijs „St. Bernardus".
Na uitvoerige besprekingen werd besloten,
een voorloopig comité te vormen, dat zich
als eerste taak zal stellen meerderen te bewe-
geD tot eensgezind optreden tegen het voor
stelde.
Tot voorzitter werd de heer G. N. Meurs
benoemd en tot secretaris de heer Jac. Tjals-
ma. Binnenkort zullen belanghebbenden voor
eei tweede vergadering worden opgeroepen,
alwaar dan op de gevaren van onveranderde
aanneming van het wetsontwerp zal worden
gewezen en aangegeven hoe het aanvullend
ondenvrjs moet zijn, om aan redelijke* eischen
te voldoen.
BINNENLAND.
In haar rapport stelt de rifkskleediug.
commissie verlenging der draagtijden voor.
(2c Blad.)
Het arbeidscontract in het schildersbe
drijf. (Binnenland, 3e Blad.)
De inbraken in 't Gooi; de daders ge
arresteerd. (Gemengd, 2e Blad.)
Na het drama te Grootegast; onthulling
van een gedenksteen. (Gemengd, 2e Blad.)
BUITENLAND.
De Herstelbesprekingen te Parijs.
(Buitenland, le Blad.)
De Fransche Kamer heeft het ontwerp
betreffende de congregatie aangenomen.
(Buitenland, lste Blad.)
FEDERATIE VAN TE LEIDEN
EN OMSTREKEN GEVESTIGDE
WONINGBOUWVER-
VEREENIGINGEN.
Donderdagavond werd vanwege bovenge
noemde organisatie in de Graanbeurs de 2de
lezing gehouden door den heer J. du Bois,
voorzitter van den Amsterdamse hen Bond van
Speeltuinvereenigingeü. Een behoorlijk aan
tal belangstellenden, waaronder de besturen
der verschillende Leidsche speeltuinvereeni-
gingen, woonde haar bij.
De spreker werd ingeleid door den heer J.
van den Bos, voorzitter der Federatie, die
er op wees, hoe woningbouw- en speeltuin
vereniging elkaar kunnen steunen, daar bet
speeltuinwerk ook voor de woningbouwvere
nigingen van veel belang is. De Federatie
heefi dit begrepen en toont gaarne baar sym
pathie met het streven der speeltuinvereeni-
gen, waarvan spreker de besturen hartelijk
welkom heette.
Daarop kreeg de heer Du Bois het woord,
waarbij hij in een vlotte causerie zijn onder
werp: „Het speeltuinwerk en zijn cultureele
beteekenis" behandelde. Spr. begon met een
kort historisch overzicht, waarin hij deed
uitkomen, dat vroeger het kind vrij kon spe
len. Er was ruimte en geen gevaar. Toen
kwam de auto en tengevolge daarvan het
moderne stadsverkeer, waardoor het niet meer
mogelijk is, dat het kind zich in zijn spel
kaD uitleven en het dus eeD levensbehoefte,
even noodig als eten en drinken, werd ont
nomen. Baldadigheid en tuchteloosheid traden
er voor in de plaats, want de jeugd wil zich
nu eenmaal uiten. In Amsterdam werd een
eenvoudig arbeider bij „Werkspoor" de voor
vechter der speeltuin vereeniging. Het was
Klaren, die begreep, dat de kinderen vaD de
straat moesten gehouden worden en 6aarag&-
bracht op een plaats, waar zo geen last heb
ben van de verkeersorganen niet alleen, maar
tevens worden gevrijwaard voor allerlei kat-
tekwaad en straatschenierg. Aanvankelijk uit
gelachen en vrijwel alleen gelaten met zijn
denkbeelden, heeft de stoere Fries volge
houden en thans telt de hoofdstad reeds 28
speeltuinen, waarin 40 000 k nrlereo gerege'd
worden bezig gehouden. Dit i9 te danken aan
den volhardenden arbeid van dui enden ouders
want toen men de resultaten van Klaren's ar-
heia zag, nam het aantal tuinen snel toe, mede
rieor overheid =steun. Eigen'ijk schiet de over
heid in haar zorg voor het kind tekort. Buiten
de schooluren bemoeit zij er zich verder niet
mee en is bet dikwijls geheel aan zichzelf
overgelaten, wat voor de kinderziel zeer na-
deelig kan zijn. Het speeltuinwerk voorziet
dus in een dringende behoefte en heeft daar
om voor onze stadskinderen een groote cultu
reele beteekenis, die door ouders en overheid
zal moeten worden erkend en niet straffe
loos kan worden voorbijgezien. De heer Du
Bois eindigde zijn gloedvol betoog met den
uitroep: Geef het kind, naast school en huis
zijn speelplaats, waar 't hart naar hunkert
en de ziel behoefte aan heeft! Daarna ver
toonde hij een aantal keurice lantaarnplaatjes,
die het gesprokene zeer verlevendigden. Toen
de heer Van den> Bos na afloop dankzegde, ge
tuigde het app'aus, hoe de aanwezigen hier
mede instemden.
VEREEN. VAN HOOFDEN VAN
SCHOLEN IN NEDERLAND.
De Jaarvergadering.
De Vereeniging van Hoofden van Scho
len heeft heden in ..Den Burchl" haar 31ste
jaarvergadering gehouden onder voorzitter
schap van den heer A. J. van Goethem te.
Amsterdam.
In zijn openingswoord wees» dezp er op,
dat het opgewekte 'even. dal zoo klaar tot
uiting kwam op de 39ste algemeene verga
dering le Apeldoorn voor een niet gering
deèi was te danken aan de belangstelling,