70ste Jaar pan? DONDERDAG 28 MAART 1929 No. 21177 BERICHT. Officieele Kennisgeving. STADSNIEUWS. Het voornaamste nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN PRIJS DER ADVERTENTIEN: 30 Cts per regel voor advertentiën uit Leiden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn Voor alle andere advertentiën 35 Cts per regel Kleine Advertentiën uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts bij een maximum aantal woorden van 30 Incasso volgens postrecht Voor evenlueele opzending van brieven 10 Cts porto te betalen Bewijsnummer 5 Cts. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54 PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden 2 35. per week Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week Franco per post 2.35 portokosten. 0 18 „0.18 Dit nummer bestaat uit VIER Bladen EERSTE BLAD. Morgen zal ons Blad niet verschijnen en zijn de Bureaux den geheelen dag gesloten. Inplaats van heden zal de Kinderkrant Zaterdag verschijnen. DE DIRECTIE. DE STADHUISBRAND. STEDELIJK MUSEUM. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeene kennis, dat het Stedelijk Museum de Lakenhal op Goeden Vrijdag 29 Maart a.s. zal zijn gesloten. A. VAN DE SARDE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STR1JEN, Secretaris. Leiden. 28 Maart 1929. Een rapport van het Comité. Op 10 April a.s. zal in het Nutsgebouw het Lcidsch Stadhuis-Comité vergaderen ter bespreking van volgend rapport, door het Dagelijksch Bestuur den leden toege zonden Let Leidsch Stadhuis-Comité werd opge richt, om gehoor te geven aan het verlan gen van den Burgemeester, uitgedrukt in diens proclamatie van 18 Februari, dat hij een slem zou mogen vernemen uit de be volking der stad, die hij zou mogen beschou wen als de uitdrukking van de wenschen, die ten opzichte van het groote vraagstuk, dat thans oplossing vraagt, in de Leidsche burgerij leven. Men heeft gemeend, dat een talrijk co mité, samengesteld uit alle lagen, groepen, organisaties en partijen der bevolking, den besten vorm zou bieden om tot de uiting van die wenschen to geraken. Een referen dum werd onmogelijk geacht. Zulk een co mité zou, mits zorgvuldig samengesteld, in zekeren zin een organische vertegenwoor diging der burgerij mogen heeten, die veeleer het gevoelen der groepen dan dat der personen tot uiting zou brengen. Naar het schijnt, heeft bij velen de mea ning postgevat, dat het thans de taak zou zijn van dit Comité, of van de sub-commis sie, aan welke het de voorbereiding wensch- te op te dragen, om op grond van deskun dige adviezen zich een gedetailleerde voor stelling te vormen van de toekomstige op lossing, die het verkieselijks' zou schijnen. Dit is nu een misverstand. Alle technische overwegingen, het onderzoek naar den toe eland van heigeen gespaard bleef, de vast stelling van de eischen, waaraan het nieuwe stadhuis zal moeten voldoen, het blijft alles weggelegd voor degenen, die daartoe be voegd en geroepen zullen zijn. De procla matie van den Burgemeester heeft dit reed3 duidelijk aangegeven. De leden van het Comité hebben niet anders te doen, dan thans reeds het ant woord te geven, dat hun liefde voor hun 9tad hun ingeeft, op de vraag* hoe zoudt bij het liefst willen, dat Leiden's stadhuis ver rees? Om dat antwoord te geven, hebben zij niet anders noodig, dan dat de vraag hun goed geformuleerd, en eenigszins toegelicht, worde voorgelegd Dit is het, en niet meer, wat hier wordt gepoogd. Voorop sta het volgende. Het behoeft geen betoog, dat de onvoorwaardelijke eisch, die aan elke oplossing moet worden gesteld luidt, dat Leiden een bruikbaar stadhuis krijgt, dat aan de eischen van een modern stadsbestuur beantwoordt. Hét spreekt van zelf. dat dit belang in geep geval aan eenig ander mag worden opgeofferd Men kan ver der gaan en zeggen: van eenige reconstruc tie van het inwendige van hel oude gebouw, hoe dan ook, kan geen sprake zijn. De Pers. de Raadszaal, de Weeskamer enz. bchoo- ren, met alles wat er schoon aan was, on herroepelijk tot het verleden. De vraag naar de wenschelijkheid van herbouw (de«uitvoerbaarheid blijft hier. on besproken) beperkt zich derhalve aanstonds tot het volgende. Wenscht Leiden, indien het pracliseh mogelijk blijkt, dat althans het oude front en de toren zooveel mogelijk in de oorspronkelijke gedaante herrijzen, opdat de onvergelijkelijke historische beteekenis van het monument ook tot het nageslacht blijve spreken? Dit zou dan beteekenen, dat een zeer kundig bouwmeester de taak kreeg, om ach ter dien staatsiegevel, met behoud van de oude ingangen, het nieuwe gebouw zoo har monisch mogelijk te laten aansluiten. Het opnemen van den herstelden toren in een nieuw bouwplan zou waarschijnlijk geen overwegende moeilijkheid meebrengen. Men kan zich voorstellen, dat het nieuwe stad huis aldus twee fronten zou krijgen: een gebruiksfront aan de Vischmarkt. een mo numentaal front, dat den band met het ver leden aanhield, aan de Breestraat. Men zou niet bang moeten zijn voor de samenkoppe ling van oude en nieuwe architectuur. De voorouders hebben, in de bloeitijdperken der bouwkunst, nimmer geschroomd nieuw en oud te vereenigen, en voor den onbevangen beschouwer krijgt juist deze eerlijke verbin ding van wat eigen kunnen vermag, en wat eerbied voor de voorgangers gebood te ont zien. con dubbele bekoring. Men denke aan de stadhuizen van Middelburg en van Gent. aan bijna iedere ker£, die door de eeuwen been i9 blijven groeien. De bezwaren legen zulk een reconstruc tie van hetgeen verloren is. ontbreken niet. De hedendaagsche praelijk van de zorg voor oude gebouwen i9 over het algemeen hui verig voor het weder aanbrengen van archi- tectuurdeelen. die te gronde gingen. De vrees, dat zulk een herstelde gevel en toren zullen blijven aandoen al9 namaak-oud. dat zij hun oude werking niet zullen terugkrij gen, is niet bij voorbaat als ongegrond te ontzenuwen. Recente reconstructie als de Jacobstoren te Vlissingen en de Wijnhuis toren te Zutfen gelden voor velen als waar schuwend voorbeeld. Bovendien moet men recht laten weervaren aan het standpunt: laat iedé/e tijd. als de omstandigheden het zoo eischen, toonen wat hij zelf vermag. liet Leidsche stadhuis evenwel is in bijna alle opzichten geen gewoon geval. Het was nog iets meer dan enkel een schoon oud ge bouw. Zooal9 Dr. Jan Kalf, de Directeur van het Rijksbureau voor Monumentenzorg, reeds in de N.R.C. van 16 Februari opmerk te: dit is geen geval, dat volgens theorieën mag worden beslist. Uier rijst de vraag. en zij klemt vooral, omdat er toch nog altijd aanzienlijke gedeelten van den ouden bouw staan: hebben wij het recht, om nu maar op te ruimen wat nog overbleef? Het Leidsche stadhuis, met de tijdverzen en de pronkgevel9, was het hart van de stad, het was het symbool van datgene, wat Leiden een eerste plaats heeft gegeven in de geschiedenis van ons volk. en wat nu nog maakt, dat Leiden over de wereld bekend is en met eere genoemd wordt. Indien wij berusten in het verlies van dat zegetceken, dat zinnebeeld, dan gaan wij een zware verantwoordelijkheid aan tegen over voorgeslacht en nageslacht, tegenover het land en den vreemde Gaan wij na, wat in soortgelijke gevallen, waar een bouwwerk van overmatige belang rijkheid verloren ging, in den jongeren tijd is gedaan, dan zien wij, dat boven al de re denen, die zeiden: „hostel niet wat te gronde ging. maak geen nieuwr-oud", her haaldelijk triomfeerde het gevoel: maar wij kunnen dit bouwwerk niet missen, wij wil len het terug hebben. Toen in 1904 de groote toren op het Sint Marcusplein te Venetië in- storle. heeft men, hoowel er niets van over was, niet geaarzeld hem onmiddellijk te her bouwen. Venetië zonder den toren zou Venetië niet meer zijn, en wie, die thans Venetië bezoekt, zal de stad voor haar be sluit niet dankbaar zijn, al toont de toren nog de sporen van zijn nieuwheid. Zelfs de hallen van het verwoeste Yperen heeft men willen terugzien. Dat zulk een herbouw slagen kan, werd nog onlangs in het adres aan den Gemeen teraad van de Vereeniging Hendrick de Keyser met goede voorbeelden betoogd. Is er dan reden genoeg voor Leiden, om bij voorbaat te versagen, en van elke moge lijkheid van herbouw af te zien? Blijkt deze inderdaad onuitvoerbaar, het deskundig on derzoek zal het vroeg genoeg leeren. Zonder twijfel zijn er evengoed krachtige argumenten aan' te voeren voor de tegen overgestelde oplossing. Deze luidt: een ge heel nieuw stadhuis, hetzij op de oude plaats of elders. In die beide gevallen komt de vraag aan de orde. wat dan te doen met de resten van het oude. waarvan men mag aannemen, dat niemand ze zoo maaT aan vernietiging zal willen prijsgeven. De voordeelen. die aan een geheel nieu wen bouw in beginsel verbonden zouden zijn. zijn groolcndeels hierboven reeds ter sprake gekomen Men huldigt er mee de op vatting: laat de eigen tijd toonen wat hij kan. Men ontgaat de bouwkundige moeilijk heden, die aan een organische aaneenslui ting van den ouden gevel en het nieuwe ge bouw daarachter verbonden zullen zijn. en staat vrijer tegenover de opgave, een volko men doelmatig stadhuis van dezen lijd te slichten. Alles wat er tegen plei^ spreekt eveneens reeds uit het voorafgaande. Blijft derhalve de vraag: wat met de res ten van het oude te doen, indien aan geheel nieuwen bouw de voorkeur wordt gegeven? Men zou kunnen denken aan de mogelijk heid. dat de bewaarde poortjes en opschrif ten als 't ware in een nieuw stadhuisfront zouden worden geëncadreerd, kennelijk en opzettelijk als oude elementen van de om ringende. nieuwe architectuur onderschei den. Er zijn voorbeelden, waarin oide frag menten op die wijze in een nieuw gebouw zijn opgenomen, o.a. onlangs te Keulen. Is dit niet mogelijk, dan blijft er, bij bouw van een nieuw stadhuisfront aan de Breestraat, niet anders over. dan de oude resten, die* men wenscht te bewaren, te amoveeren, en elders in de stad als museumstukken op te stellen. Viel de beslissing, dat het nieuwe stadhuis niet op het tenein aan de Bree straat zou worden gebouwd, dan bleve te overwegen, of het mogelijk ware, den gevel zooals hij er nu nog staat, voor ander ge bruik gemaakt, te behouden. Gemakkelijk schijnt zulk een oplossing niet. Aannei ende, dat het bovenstaande ge schikt mag worden geacht om te dienen als voor- en toelichting tot de vraag, welke het Comité thans bij stemming zal hebben te beantwoorden, meent het Dagelijksch B - J stuur die vraag, te beantowoorden met „Ja" of „Neen", aldus te mogen formuleeren: Wenscht gij. dat bij gebleken uitvoerbaar heid. en onder voorwaarde dat Leiden een alleszins bruikbaar stadhuis verkrijgt, de gevel aan de Breestraat en de toren zooveel moselijk in den ouden staat worden her steld? ZEVENDE VOLKSBITEENKOMST. TAARVERGADERING OPENB. j LEESZAAL EN BIBLIOTHEEK „REUVENS". Gisterenmiddag vond onder voorzitter schap de bestuurs- en ledenvergadering van de openbare leesbibliotheek „Reuvens" plaats in het gebouw Breestraat. De notulen en het jaarverslag 1928, uit gebracht door den secretaris dr. A. A. van Rijnbach werden onveranderd goedgekeurd. Hieruit noleeren wij de volgende cijfers: hot ledenaantal in Leiden woonachtig vermin derde met 48. hiertegenover staat een ver- meerdering der buitenleden van 13, totale vermindering dus 35. Twee oorzaken zijn hiervoor Ie noemen, ni. vermindering van de belangstelling voor het lezen van boeken door de radio en daar naast de verhoogde activiteit der particu liere leesbibliotheken. Toch is deze vermin dering van slechts 1,37 pet niet bijzonder verontrustend. De vermindering van het aantal uitgeleende boeken is nog geringer, nl. 1,04 pet.; van 84236 in 1927 lot 83359 in 1928. Verblijdend is dat van de jeugdbibliotheek in 1928 door 57 meer lezers gebruik werd gemaakt dan in het vorige jaar, een ver meerdering mei bijna 19 pet.; aan 360 le zers werden uitgeleend 15483 boeken tegen 13318 in 1927. of ruim 16 pet. meer. Van de 83359 uitgeleende boeken waren 23495 of ruim 28 pet. studieboeken (vorig jaar bijna 29 pet.) Hel aantal boeken vermeerderde door aankoop en schenking met 1221 deelen. waartegenover staat een vermindering met 315 deelen, die om een of andere reden wer den opgeruimd; van 20491 9teeg het boeken bezit tot 21367. Ook in het correspondentschap Voorscho len deed zich een geringe vermindering der belangstelling gevoelen, aan 63 lezers wer den uitgeleend 3381 boeken (v j. 67 en 3665). Uit Wassenaar werd aan het Bestuur het verzoek gericht een correspondentschap te willen oprichten, daar er een voldoend aan tal belangstellenden bleek te zijn is aan dit verzoek voldaan Met ingang van 1 October is aldaar een correspondentschap geopend, waarvoor van verschillende zijden medewer king werd ondervonden. In het Bestuur werd mr. dr. J. C. Over- voorde, die bij zijn periodieke aftreding de wensch te kennen gaf niet herkozen te wor den, vervangen door den heer B. Buurman. Aan dr. P. Endt werd verzocht zitting te nemen in het Dagelijksch Bestuur, aan welk verzoek hij tot ons genoegen voldeed. De rekening van ontvangst en uitgaaf sluit dit jaar met een tekort, dat alleen door vermindering van het kapitaal der vereeni ging gedekt kan worden, ook de begrooting voor 1929 wijst een tekort aan. Het tekort van het afgeloopen jaar is vooral een gevolg van de zeer hooge onderhoudskosten van het gebouw. Hierna deed de penningmeester de heer Schaap verslag van het financieel beheer. De ontvangsten bedragen f. 15.133.35; de uitgaven f. 16 872.03. De balans sluit der halve met een nadeelig saldo van f. 1733.68. De voorzitter dankte den secretaris en den penningmeester voor hur. nauwgezette arbeid. Bij de rondvraag vroeg het bestuurslid, de heer Buurman inlichtingen over de waarde der verzekeringspolissen, die wel licht herzien dient te worden. De penningmeester antwoordde dat zulks reeds eenige jaren geleden geschied is. doch een revisie werd toegezegd Hierna werd de vergadering gesloten door den voorzitter. Uitvoering van „D. O. S." De groote Sladszaal was voller dan vol, toen „D. O. S." als zevende vereeniging in dit seizoen gisteravond een uilvoering gaf voor de Commissie voor de Volksbijeenkom- sten. Een hernieuwd bewijs, dat deze gym- nastiek^rceniging zich in den loop der jaren vete vrienden en vriendinnen gemaakt heeft. Waar de jaarlijksche uitvoering van D. O. S." de gymnastiekliefhebbers nog verscli in het geheugen zal liggen en de verrichtingen van gisteravond in vele op zichten een treffende overeenkomst vertoon den met die van eenige weken geleden, mo gen wij daarover thans gevoeglijk kort zijn en volstaan met de medodeeling. dat er on der de bezielende leiding van mei. van der Vegte en den heer Zandvliet door de juniores en seriore9 uitstekend gewerkt is. liet pu bliek reageerde' op de gymnastische presta ties met dankbaar applaus, terwijl de heer van Eecke dien dank openlijk uitsprak door het bestuur de erkentelijkheid der Commis sie en de bezoekers voor de verleende mede werking te' beluigen. Mej. van der Vegte en het bestuurslid, mej. van Zwieten werden met bloemen gehuldigd. Rest nog te mumoreeren het L. S. E. Euterpe", dat onder leiding van den heer J. Noordanus Jr. de pauzes tusschen de nummers op aangename wiize vulde met pittige muziek en dat deswege deelde in den algeroeenen bijval van dezen avond. Wij zouden hiermede ons verslag kun nen besluiten, ware het niet, dat het on hebbelijk gedrag van een deei van het pu bliek ons aanleiding geeft tot een opmer king. Na de pauze was het zóó roezemoezig in de zaal, dat eenige personen verwydcud moesten worden. Iets dergelijks mag bij do Volksbijeenkomsten, waar alles belange loos geschiedt niet voorkomen. Een dus danige handelwijze is een klap :n het aan gezicht zoowel van do Commissie als van de vereeniging, welke eon uitvoering geeft. Moohten dergelijke voorvallen zich in de toekomst herhalen, dan overweegt de Com missie haar onbaatzuohtigen arbeid ten bate van het algemeen te staken. Aan de bezoekers om te zorgen, dat dit niet noodig zal zijn en mede te verken tot een rustig verloop van deze zoo gezedige avonden. BINNENLAND. De voortgezette vergadering van de Ned. Ver. van Huisvrouwen (Binnenland, 4e BI.) De Bond van Radiohandelaren in verga* dering bijeen (Binnenland, 4e Blad). Nabij Geleen is een goederentrein ont- spoord; een remmer werd lichtgewond (Ge mengd, 2e Blad). OUDERAVOND SCHOOL VOOR U. L. O. PIETERSKERKSTRAAT. Dinsdagavond werd aan b.g.n. school een Ouderavond gehouden onder leiding van het hoofd, den heer Hibma. De goed be zochte vergadering werd met een woord van welkom geopend. Na het voorlezen der notu len nam den heer Hibma opnieuw het woord om een en ander mee te deelen over de rapporten en het huiswerk, er op wijzende dat het huiswerkboekje dagelijks door de leerlingen wordt ingevuld, zoodat de ouders altijd kunnen zien wat de jongens Ic doen hebben. Na enkele wagen te hebben beantwoord, werd overgegaan tot verkiezing van een nieuwe oudercommissie. De afgetreden se cretaresse, die van de oprichting af deze functie vervulde, werd een woord van dank gebracht. De herkiesbare leden mevr. Olivier en de heeren Bon en Borgerhoff Mulder werden bij acclamatie herbenoemd terwijl nieuw gekozen worden: mevr. Timmermans, mevr. de Roos en de heeren prof. Krom en Susan, die, zoover aanwezig, de benoeming aan vaarden. Toen kreeg de heer Mazurel. onderwijzer aan deze school, het woord voot een cause rie over de exameneischen in de vreemde talen voor U. L. O. Hij wees op de toenemende belangstelling daarvoor, waarvan wel het sterkste bewijs was dat het aantal candidaten in 1907 slechte 27 bedroeg, terwijl dat in 1928 tot 5200 was gestegen. Daarna gaf hij een overzicht van de eischen die worden gesteld, de duur van het examen, de manier waarop het wordt af genomen, de waarborgen voor onpartijdig heid. Een en ander toegelicht met verschillende voorbeelden Er werd nog op gewezen hoe nooit door de eigen onderwijzers mag wor den geëamineerd en op het examen steeds rijksgedelcgeerden aanwezig ziin. Ook naar aanleiding hiervan, werden enkele vragen gesteld, die naar genoegen werden beantwoord. Het woord van dank door den voorzitter gebracht, werd met een hartelijk applaus onderstreept. In de pauze en na afloop werd druk met de heeren onderwijzers gesproken, zoodat het vrij laat was. voor de laatste bezoekers heengingen. Allen voldaan over den aangenamen avond, die de samenwerking tusschen school en huis versterkt heeft. BUITENLAND. Vriendschaps- en arbitrageverdrag ge- teekend tnsschen Griekenland en Zuid- Slavië. Inzake het Tsjiqanf u-incident zijn Japan en China het eens geworden (Tel., Ie Blad). De Graf Zeppelin heeft zijn reis vol bracht. (Tel. Ie Blad). VEREENIGING „OUD LEIDEN." De jaarvergadering. Gisternamiddag hield in een uer boven zalen van hotel „In den Vergulden Turk" de vereeniging „Oud Leiden" hare jaarlijksche algemeene vergadering, onder voorzitter schap van prof. mr. D. van Blom. aie na mens het bestuur de aanwezige leden met een kort woord verwelkomde en de verga dering opende. Hierna gaf hij het woord aan den secre taris, den heer S. J. Ie Poole L. Gzn voor het lezen der notulen van de vorige jaar lijksche vergadering, waarin deze op be knopte maar duidelijke wijze het verhan delde bij de toen aanwezige leden in de herinnering terugriep. De notulen werden onder dankbetuiging aan den secretaris goedgekeurd en onge wijzigd vastgesteld. Vervolgens werden van de bestuurstafel eenige mededeelingen gedaan. Men had o.a. hel om verschillende redenen noodig geacht het bestuurscollege met twee personen te j versterken en daarom de neeren G. F. E. i Kiers, directeur van liet bouw- en woning toezicht en Wichers Rollandet daartoe aan gezocht, die, in afwachting van een even lueele benoeming in de ledenvergadering reeds vöbrloopig zitting hebben genomen, terwijl de laatste bereids als penningmees ter is opgetreden. Ook had het bestuur, dat met diep leed wezen kennis nam van de ontzettende ramp in den brand van ons historisch stadhuis-, der gemeente getroffen, een schrijven gericht tot het gemeentebestuur in het vertrouwen daarmede Ge mcening der vergadering te hebben uitgedrukt en de ge voelens der leden vertolkt. Bedoeld schrijven werd in de plaatselijke pers opgenomen, de leden hebben er dus kennis van kunnen nemen. De vergadering gaf door teekenen van goedkeuring blijk dat zij instemde met deze handeling van het bestuur. Hierop kwam aan de orde de vaststelling van het jaarverslag over het afgeloopen jaar van don secretaris dat bij acclamatie werd goedgekeurd. Het zal in extonso worden op genomen in het eerst verschijnend Jaar boekje. De rekening en verantwoording van den penningmeester werd voor onderzoek in handen gesteld van een kascommissie waar voor door den voorzitter werden aangewezen de heeren dr. vai) der Meulen en ds. Prins, die zich slaande de vergadering van deze taak kwelen. Bij monde van ds. Prins verklaarde de Commissie de rekening met de bescheiden te hebben vergeleken en nagezien. Zij was volmaakt in orde waarom zij voorstelden onder dankbetuiging aan den penningmees ter voor het gevoerde beheer, deze te de- chargeercn. Hiertoe werd besloten De heer Wichers Rollandet deelde ver volgens de hoofdcijfers der rekening mee. Hel boekjaar ving aan met een batig saldo van f. 961.16, De ontvangsten bedroegen f. 775.63, waaronder een bedrag van f. C86.aan Contributies en donaties: in letaal f. 1736.79. De uitgaven, voornamelijk drukwerken in de voornaamste plaats, in verband met de uitgave van het Jaarboekje, kosten voor vergaderingen en tentoonstelling, enz. bedroegen in totaal f. 901 78. zoodat het batig saldo op de nieuwe rekening bedraagt f. 835.01. Volgen? regel e ment treedt het geheele be stuur elk jaar af, doch is herkiesbaar Bij acclamatie werden de oude bestuursleden herkozen en de voorloopige benoeming van de heeren Wichers Rollandet en Kiers door de vergadering bekrachtigd Allen lieten zich hunne benoeming welgevallen Nier- ra werd de vergadering met een woord van dank aan de aanwezige leden door den voorzitter gesloten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 1