70ste Jaar pan?
DONDERDAG 28 MAART 1929
No. 21177
BERICHT.
Officieele Kennisgeving.
STADSNIEUWS.
Het voornaamste nieuws
van heden.
LEIDSCH
DAGBLAD
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
30 Cts per regel voor advertentiën uit Leiden en plaatsen waar
agentschappen van ons Blad gevestigd zijn Voor alle andere
advertentiën 35 Cts per regel Kleine Advertentiën uitsluitend
bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts bij een
maximum aantal woorden van 30
Incasso volgens postrecht Voor evenlueele opzending van brieven
10 Cts porto te betalen Bewijsnummer 5 Cts.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden 2 35. per week
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week
Franco per post 2.35 portokosten.
0 18
„0.18
Dit nummer bestaat uit VIER Bladen
EERSTE BLAD.
Morgen zal ons Blad niet
verschijnen en zijn de Bureaux den
geheelen dag gesloten.
Inplaats van heden zal de
Kinderkrant Zaterdag verschijnen.
DE DIRECTIE.
DE STADHUISBRAND.
STEDELIJK MUSEUM.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter algemeene kennis, dat het
Stedelijk Museum de Lakenhal op Goeden
Vrijdag 29 Maart a.s. zal zijn gesloten.
A. VAN DE SARDE BAKHUYZEN,
Burgemeester.
VAN STR1JEN, Secretaris.
Leiden. 28 Maart 1929.
Een rapport van het Comité.
Op 10 April a.s. zal in het Nutsgebouw
het Lcidsch Stadhuis-Comité vergaderen
ter bespreking van volgend rapport, door
het Dagelijksch Bestuur den leden toege
zonden
Let Leidsch Stadhuis-Comité werd opge
richt, om gehoor te geven aan het verlan
gen van den Burgemeester, uitgedrukt in
diens proclamatie van 18 Februari, dat hij
een slem zou mogen vernemen uit de be
volking der stad, die hij zou mogen beschou
wen als de uitdrukking van de wenschen,
die ten opzichte van het groote vraagstuk,
dat thans oplossing vraagt, in de Leidsche
burgerij leven.
Men heeft gemeend, dat een talrijk co
mité, samengesteld uit alle lagen, groepen,
organisaties en partijen der bevolking, den
besten vorm zou bieden om tot de uiting
van die wenschen to geraken. Een referen
dum werd onmogelijk geacht. Zulk een co
mité zou, mits zorgvuldig samengesteld, in
zekeren zin een organische vertegenwoor
diging der burgerij mogen heeten, die
veeleer het gevoelen der groepen dan dat
der personen tot uiting zou brengen.
Naar het schijnt, heeft bij velen de mea
ning postgevat, dat het thans de taak zou
zijn van dit Comité, of van de sub-commis
sie, aan welke het de voorbereiding wensch-
te op te dragen, om op grond van deskun
dige adviezen zich een gedetailleerde voor
stelling te vormen van de toekomstige op
lossing, die het verkieselijks' zou schijnen.
Dit is nu een misverstand. Alle technische
overwegingen, het onderzoek naar den toe
eland van heigeen gespaard bleef, de vast
stelling van de eischen, waaraan het nieuwe
stadhuis zal moeten voldoen, het blijft alles
weggelegd voor degenen, die daartoe be
voegd en geroepen zullen zijn. De procla
matie van den Burgemeester heeft dit reed3
duidelijk aangegeven.
De leden van het Comité hebben niet
anders te doen, dan thans reeds het ant
woord te geven, dat hun liefde voor hun
9tad hun ingeeft, op de vraag* hoe zoudt bij
het liefst willen, dat Leiden's stadhuis ver
rees? Om dat antwoord te geven, hebben zij
niet anders noodig, dan dat de vraag hun
goed geformuleerd, en eenigszins toegelicht,
worde voorgelegd Dit is het, en niet meer,
wat hier wordt gepoogd.
Voorop sta het volgende. Het behoeft geen
betoog, dat de onvoorwaardelijke eisch, die
aan elke oplossing moet worden gesteld
luidt, dat Leiden een bruikbaar stadhuis
krijgt, dat aan de eischen van een modern
stadsbestuur beantwoordt. Hét spreekt van
zelf. dat dit belang in geep geval aan eenig
ander mag worden opgeofferd Men kan ver
der gaan en zeggen: van eenige reconstruc
tie van het inwendige van hel oude gebouw,
hoe dan ook, kan geen sprake zijn. De Pers.
de Raadszaal, de Weeskamer enz. bchoo-
ren, met alles wat er schoon aan was, on
herroepelijk tot het verleden.
De vraag naar de wenschelijkheid van
herbouw (de«uitvoerbaarheid blijft hier. on
besproken) beperkt zich derhalve aanstonds
tot het volgende. Wenscht Leiden, indien
het pracliseh mogelijk blijkt, dat althans het
oude front en de toren zooveel mogelijk in
de oorspronkelijke gedaante herrijzen, opdat
de onvergelijkelijke historische beteekenis
van het monument ook tot het nageslacht
blijve spreken?
Dit zou dan beteekenen, dat een zeer
kundig bouwmeester de taak kreeg, om ach
ter dien staatsiegevel, met behoud van de
oude ingangen, het nieuwe gebouw zoo har
monisch mogelijk te laten aansluiten. Het
opnemen van den herstelden toren in een
nieuw bouwplan zou waarschijnlijk geen
overwegende moeilijkheid meebrengen. Men
kan zich voorstellen, dat het nieuwe stad
huis aldus twee fronten zou krijgen: een
gebruiksfront aan de Vischmarkt. een mo
numentaal front, dat den band met het ver
leden aanhield, aan de Breestraat. Men zou
niet bang moeten zijn voor de samenkoppe
ling van oude en nieuwe architectuur. De
voorouders hebben, in de bloeitijdperken der
bouwkunst, nimmer geschroomd nieuw en
oud te vereenigen, en voor den onbevangen
beschouwer krijgt juist deze eerlijke verbin
ding van wat eigen kunnen vermag, en wat
eerbied voor de voorgangers gebood te ont
zien. con dubbele bekoring. Men denke aan
de stadhuizen van Middelburg en van Gent.
aan bijna iedere ker£, die door de eeuwen
been i9 blijven groeien.
De bezwaren legen zulk een reconstruc
tie van hetgeen verloren is. ontbreken niet.
De hedendaagsche praelijk van de zorg voor
oude gebouwen i9 over het algemeen hui
verig voor het weder aanbrengen van archi-
tectuurdeelen. die te gronde gingen. De
vrees, dat zulk een herstelde gevel en toren
zullen blijven aandoen al9 namaak-oud. dat
zij hun oude werking niet zullen terugkrij
gen, is niet bij voorbaat als ongegrond te
ontzenuwen. Recente reconstructie als de
Jacobstoren te Vlissingen en de Wijnhuis
toren te Zutfen gelden voor velen als waar
schuwend voorbeeld. Bovendien moet men
recht laten weervaren aan het standpunt:
laat iedé/e tijd. als de omstandigheden het
zoo eischen, toonen wat hij zelf vermag.
liet Leidsche stadhuis evenwel is in bijna
alle opzichten geen gewoon geval. Het was
nog iets meer dan enkel een schoon oud ge
bouw. Zooal9 Dr. Jan Kalf, de Directeur van
het Rijksbureau voor Monumentenzorg,
reeds in de N.R.C. van 16 Februari opmerk
te: dit is geen geval, dat volgens theorieën
mag worden beslist. Uier rijst de vraag.
en zij klemt vooral, omdat er toch nog altijd
aanzienlijke gedeelten van den ouden bouw
staan: hebben wij het recht, om nu maar
op te ruimen wat nog overbleef?
Het Leidsche stadhuis, met de tijdverzen
en de pronkgevel9, was het hart van de
stad, het was het symbool van datgene, wat
Leiden een eerste plaats heeft gegeven in de
geschiedenis van ons volk. en wat nu nog
maakt, dat Leiden over de wereld bekend
is en met eere genoemd wordt.
Indien wij berusten in het verlies van dat
zegetceken, dat zinnebeeld, dan gaan wij
een zware verantwoordelijkheid aan tegen
over voorgeslacht en nageslacht, tegenover
het land en den vreemde
Gaan wij na, wat in soortgelijke gevallen,
waar een bouwwerk van overmatige belang
rijkheid verloren ging, in den jongeren tijd
is gedaan, dan zien wij, dat boven al de re
denen, die zeiden: „hostel niet wat te
gronde ging. maak geen nieuwr-oud", her
haaldelijk triomfeerde het gevoel: maar wij
kunnen dit bouwwerk niet missen, wij wil
len het terug hebben. Toen in 1904 de groote
toren op het Sint Marcusplein te Venetië in-
storle. heeft men, hoowel er niets van over
was, niet geaarzeld hem onmiddellijk te her
bouwen. Venetië zonder den toren zou
Venetië niet meer zijn, en wie, die thans
Venetië bezoekt, zal de stad voor haar be
sluit niet dankbaar zijn, al toont de toren
nog de sporen van zijn nieuwheid. Zelfs de
hallen van het verwoeste Yperen heeft men
willen terugzien.
Dat zulk een herbouw slagen kan, werd
nog onlangs in het adres aan den Gemeen
teraad van de Vereeniging Hendrick de
Keyser met goede voorbeelden betoogd.
Is er dan reden genoeg voor Leiden, om
bij voorbaat te versagen, en van elke moge
lijkheid van herbouw af te zien? Blijkt deze
inderdaad onuitvoerbaar, het deskundig on
derzoek zal het vroeg genoeg leeren.
Zonder twijfel zijn er evengoed krachtige
argumenten aan' te voeren voor de tegen
overgestelde oplossing. Deze luidt: een ge
heel nieuw stadhuis, hetzij op de oude
plaats of elders. In die beide gevallen komt
de vraag aan de orde. wat dan te doen met
de resten van het oude. waarvan men mag
aannemen, dat niemand ze zoo maaT aan
vernietiging zal willen prijsgeven.
De voordeelen. die aan een geheel nieu
wen bouw in beginsel verbonden zouden
zijn. zijn groolcndeels hierboven reeds ter
sprake gekomen Men huldigt er mee de op
vatting: laat de eigen tijd toonen wat hij
kan. Men ontgaat de bouwkundige moeilijk
heden, die aan een organische aaneenslui
ting van den ouden gevel en het nieuwe ge
bouw daarachter verbonden zullen zijn. en
staat vrijer tegenover de opgave, een volko
men doelmatig stadhuis van dezen lijd te
slichten.
Alles wat er tegen plei^ spreekt eveneens
reeds uit het voorafgaande.
Blijft derhalve de vraag: wat met de res
ten van het oude te doen, indien aan geheel
nieuwen bouw de voorkeur wordt gegeven?
Men zou kunnen denken aan de mogelijk
heid. dat de bewaarde poortjes en opschrif
ten als 't ware in een nieuw stadhuisfront
zouden worden geëncadreerd, kennelijk en
opzettelijk als oude elementen van de om
ringende. nieuwe architectuur onderschei
den. Er zijn voorbeelden, waarin oide frag
menten op die wijze in een nieuw gebouw
zijn opgenomen, o.a. onlangs te Keulen. Is
dit niet mogelijk, dan blijft er, bij bouw van
een nieuw stadhuisfront aan de Breestraat,
niet anders over. dan de oude resten, die*
men wenscht te bewaren, te amoveeren, en
elders in de stad als museumstukken op te
stellen. Viel de beslissing, dat het nieuwe
stadhuis niet op het tenein aan de Bree
straat zou worden gebouwd, dan bleve te
overwegen, of het mogelijk ware, den gevel
zooals hij er nu nog staat, voor ander ge
bruik gemaakt, te behouden. Gemakkelijk
schijnt zulk een oplossing niet.
Aannei ende, dat het bovenstaande ge
schikt mag worden geacht om te dienen als
voor- en toelichting tot de vraag, welke het
Comité thans bij stemming zal hebben te
beantwoorden, meent het Dagelijksch B - J
stuur die vraag, te beantowoorden met „Ja"
of „Neen", aldus te mogen formuleeren:
Wenscht gij. dat bij gebleken uitvoerbaar
heid. en onder voorwaarde dat Leiden een
alleszins bruikbaar stadhuis verkrijgt, de
gevel aan de Breestraat en de toren zooveel
moselijk in den ouden staat worden her
steld?
ZEVENDE
VOLKSBITEENKOMST.
TAARVERGADERING OPENB. j
LEESZAAL EN BIBLIOTHEEK
„REUVENS".
Gisterenmiddag vond onder voorzitter
schap de bestuurs- en ledenvergadering
van de openbare leesbibliotheek „Reuvens"
plaats in het gebouw Breestraat.
De notulen en het jaarverslag 1928, uit
gebracht door den secretaris dr. A. A. van
Rijnbach werden onveranderd goedgekeurd.
Hieruit noleeren wij de volgende cijfers: hot
ledenaantal in Leiden woonachtig vermin
derde met 48. hiertegenover staat een ver-
meerdering der buitenleden van 13, totale
vermindering dus 35.
Twee oorzaken zijn hiervoor Ie noemen,
ni. vermindering van de belangstelling voor
het lezen van boeken door de radio en daar
naast de verhoogde activiteit der particu
liere leesbibliotheken. Toch is deze vermin
dering van slechts 1,37 pet niet bijzonder
verontrustend. De vermindering van het
aantal uitgeleende boeken is nog geringer,
nl. 1,04 pet.; van 84236 in 1927 lot 83359
in 1928.
Verblijdend is dat van de jeugdbibliotheek
in 1928 door 57 meer lezers gebruik werd
gemaakt dan in het vorige jaar, een ver
meerdering mei bijna 19 pet.; aan 360 le
zers werden uitgeleend 15483 boeken tegen
13318 in 1927. of ruim 16 pet. meer.
Van de 83359 uitgeleende boeken waren
23495 of ruim 28 pet. studieboeken (vorig
jaar bijna 29 pet.)
Hel aantal boeken vermeerderde door
aankoop en schenking met 1221 deelen.
waartegenover staat een vermindering met
315 deelen, die om een of andere reden wer
den opgeruimd; van 20491 9teeg het boeken
bezit tot 21367.
Ook in het correspondentschap Voorscho
len deed zich een geringe vermindering der
belangstelling gevoelen, aan 63 lezers wer
den uitgeleend 3381 boeken (v j. 67 en
3665).
Uit Wassenaar werd aan het Bestuur het
verzoek gericht een correspondentschap te
willen oprichten, daar er een voldoend aan
tal belangstellenden bleek te zijn is aan dit
verzoek voldaan Met ingang van 1 October
is aldaar een correspondentschap geopend,
waarvoor van verschillende zijden medewer
king werd ondervonden.
In het Bestuur werd mr. dr. J. C. Over-
voorde, die bij zijn periodieke aftreding de
wensch te kennen gaf niet herkozen te wor
den, vervangen door den heer B. Buurman.
Aan dr. P. Endt werd verzocht zitting te
nemen in het Dagelijksch Bestuur, aan welk
verzoek hij tot ons genoegen voldeed.
De rekening van ontvangst en uitgaaf
sluit dit jaar met een tekort, dat alleen door
vermindering van het kapitaal der vereeni
ging gedekt kan worden, ook de begrooting
voor 1929 wijst een tekort aan. Het tekort
van het afgeloopen jaar is vooral een gevolg
van de zeer hooge onderhoudskosten van
het gebouw.
Hierna deed de penningmeester de heer
Schaap verslag van het financieel beheer.
De ontvangsten bedragen f. 15.133.35; de
uitgaven f. 16 872.03. De balans sluit der
halve met een nadeelig saldo van f. 1733.68.
De voorzitter dankte den secretaris en
den penningmeester voor hur. nauwgezette
arbeid.
Bij de rondvraag vroeg het bestuurslid,
de heer Buurman inlichtingen over de
waarde der verzekeringspolissen, die wel
licht herzien dient te worden.
De penningmeester antwoordde dat zulks
reeds eenige jaren geleden geschied is. doch
een revisie werd toegezegd Hierna werd de
vergadering gesloten door den voorzitter.
Uitvoering van „D. O. S."
De groote Sladszaal was voller dan vol,
toen „D. O. S." als zevende vereeniging in
dit seizoen gisteravond een uilvoering gaf
voor de Commissie voor de Volksbijeenkom-
sten. Een hernieuwd bewijs, dat deze gym-
nastiek^rceniging zich in den loop der
jaren vete vrienden en vriendinnen gemaakt
heeft. Waar de jaarlijksche uitvoering van
D. O. S." de gymnastiekliefhebbers nog
verscli in het geheugen zal liggen en de
verrichtingen van gisteravond in vele op
zichten een treffende overeenkomst vertoon
den met die van eenige weken geleden, mo
gen wij daarover thans gevoeglijk kort zijn
en volstaan met de medodeeling. dat er on
der de bezielende leiding van mei. van der
Vegte en den heer Zandvliet door de juniores
en seriore9 uitstekend gewerkt is. liet pu
bliek reageerde' op de gymnastische presta
ties met dankbaar applaus, terwijl de heer
van Eecke dien dank openlijk uitsprak door
het bestuur de erkentelijkheid der Commis
sie en de bezoekers voor de verleende mede
werking te' beluigen. Mej. van der Vegte en
het bestuurslid, mej. van Zwieten werden
met bloemen gehuldigd.
Rest nog te mumoreeren het L. S. E.
Euterpe", dat onder leiding van den heer
J. Noordanus Jr. de pauzes tusschen de
nummers op aangename wiize vulde met
pittige muziek en dat deswege deelde in den
algeroeenen bijval van dezen avond.
Wij zouden hiermede ons verslag kun
nen besluiten, ware het niet, dat het on
hebbelijk gedrag van een deei van het pu
bliek ons aanleiding geeft tot een opmer
king.
Na de pauze was het zóó roezemoezig in
de zaal, dat eenige personen verwydcud
moesten worden. Iets dergelijks mag bij
do Volksbijeenkomsten, waar alles belange
loos geschiedt niet voorkomen. Een dus
danige handelwijze is een klap :n het aan
gezicht zoowel van do Commissie als van
de vereeniging, welke eon uitvoering geeft.
Moohten dergelijke voorvallen zich in de
toekomst herhalen, dan overweegt de Com
missie haar onbaatzuohtigen arbeid ten
bate van het algemeen te staken.
Aan de bezoekers om te zorgen, dat dit
niet noodig zal zijn en mede te verken tot
een rustig verloop van deze zoo gezedige
avonden.
BINNENLAND.
De voortgezette vergadering van de Ned.
Ver. van Huisvrouwen (Binnenland, 4e BI.)
De Bond van Radiohandelaren in verga*
dering bijeen (Binnenland, 4e Blad).
Nabij Geleen is een goederentrein ont-
spoord; een remmer werd lichtgewond (Ge
mengd, 2e Blad).
OUDERAVOND SCHOOL VOOR
U. L. O. PIETERSKERKSTRAAT.
Dinsdagavond werd aan b.g.n. school
een Ouderavond gehouden onder leiding van
het hoofd, den heer Hibma. De goed be
zochte vergadering werd met een woord van
welkom geopend. Na het voorlezen der notu
len nam den heer Hibma opnieuw het
woord om een en ander mee te deelen over
de rapporten en het huiswerk, er op wijzende
dat het huiswerkboekje dagelijks door de
leerlingen wordt ingevuld, zoodat de ouders
altijd kunnen zien wat de jongens Ic doen
hebben.
Na enkele wagen te hebben beantwoord,
werd overgegaan tot verkiezing van een
nieuwe oudercommissie. De afgetreden se
cretaresse, die van de oprichting af deze
functie vervulde, werd een woord van dank
gebracht.
De herkiesbare leden mevr. Olivier en de
heeren Bon en Borgerhoff Mulder werden
bij acclamatie herbenoemd terwijl nieuw
gekozen worden: mevr. Timmermans, mevr.
de Roos en de heeren prof. Krom en Susan,
die, zoover aanwezig, de benoeming aan
vaarden.
Toen kreeg de heer Mazurel. onderwijzer
aan deze school, het woord voot een cause
rie over de exameneischen in de vreemde
talen voor U. L. O.
Hij wees op de toenemende belangstelling
daarvoor, waarvan wel het sterkste bewijs
was dat het aantal candidaten in 1907
slechte 27 bedroeg, terwijl dat in 1928 tot
5200 was gestegen.
Daarna gaf hij een overzicht van de
eischen die worden gesteld, de duur van het
examen, de manier waarop het wordt af
genomen, de waarborgen voor onpartijdig
heid.
Een en ander toegelicht met verschillende
voorbeelden Er werd nog op gewezen hoe
nooit door de eigen onderwijzers mag wor
den geëamineerd en op het examen steeds
rijksgedelcgeerden aanwezig ziin.
Ook naar aanleiding hiervan, werden
enkele vragen gesteld, die naar genoegen
werden beantwoord. Het woord van dank
door den voorzitter gebracht, werd met een
hartelijk applaus onderstreept. In de pauze
en na afloop werd druk met de heeren
onderwijzers gesproken, zoodat het vrij laat
was. voor de laatste bezoekers heengingen.
Allen voldaan over den aangenamen
avond, die de samenwerking tusschen school
en huis versterkt heeft.
BUITENLAND.
Vriendschaps- en arbitrageverdrag ge-
teekend tnsschen Griekenland en Zuid-
Slavië.
Inzake het Tsjiqanf u-incident zijn Japan
en China het eens geworden (Tel., Ie Blad).
De Graf Zeppelin heeft zijn reis vol
bracht. (Tel. Ie Blad).
VEREENIGING „OUD LEIDEN."
De jaarvergadering.
Gisternamiddag hield in een uer boven
zalen van hotel „In den Vergulden Turk" de
vereeniging „Oud Leiden" hare jaarlijksche
algemeene vergadering, onder voorzitter
schap van prof. mr. D. van Blom. aie na
mens het bestuur de aanwezige leden met
een kort woord verwelkomde en de verga
dering opende.
Hierna gaf hij het woord aan den secre
taris, den heer S. J. Ie Poole L. Gzn voor
het lezen der notulen van de vorige jaar
lijksche vergadering, waarin deze op be
knopte maar duidelijke wijze het verhan
delde bij de toen aanwezige leden in de
herinnering terugriep.
De notulen werden onder dankbetuiging
aan den secretaris goedgekeurd en onge
wijzigd vastgesteld.
Vervolgens werden van de bestuurstafel
eenige mededeelingen gedaan. Men had o.a.
hel om verschillende redenen noodig geacht
het bestuurscollege met twee personen te
j versterken en daarom de neeren G. F. E.
i Kiers, directeur van liet bouw- en woning
toezicht en Wichers Rollandet daartoe aan
gezocht, die, in afwachting van een even
lueele benoeming in de ledenvergadering
reeds vöbrloopig zitting hebben genomen,
terwijl de laatste bereids als penningmees
ter is opgetreden.
Ook had het bestuur, dat met diep leed
wezen kennis nam van de ontzettende
ramp in den brand van ons historisch
stadhuis-, der gemeente getroffen, een
schrijven gericht tot het gemeentebestuur in
het vertrouwen daarmede Ge mcening der
vergadering te hebben uitgedrukt en de ge
voelens der leden vertolkt. Bedoeld schrijven
werd in de plaatselijke pers opgenomen,
de leden hebben er dus kennis van kunnen
nemen.
De vergadering gaf door teekenen van
goedkeuring blijk dat zij instemde met deze
handeling van het bestuur.
Hierop kwam aan de orde de vaststelling
van het jaarverslag over het afgeloopen jaar
van don secretaris dat bij acclamatie werd
goedgekeurd. Het zal in extonso worden op
genomen in het eerst verschijnend Jaar
boekje.
De rekening en verantwoording van den
penningmeester werd voor onderzoek in
handen gesteld van een kascommissie waar
voor door den voorzitter werden aangewezen
de heeren dr. vai) der Meulen en ds. Prins,
die zich slaande de vergadering van deze
taak kwelen.
Bij monde van ds. Prins verklaarde de
Commissie de rekening met de bescheiden
te hebben vergeleken en nagezien. Zij was
volmaakt in orde waarom zij voorstelden
onder dankbetuiging aan den penningmees
ter voor het gevoerde beheer, deze te de-
chargeercn.
Hiertoe werd besloten
De heer Wichers Rollandet deelde ver
volgens de hoofdcijfers der rekening mee.
Hel boekjaar ving aan met een batig saldo
van f. 961.16, De ontvangsten bedroegen
f. 775.63, waaronder een bedrag van
f. C86.aan Contributies en donaties: in
letaal f. 1736.79.
De uitgaven, voornamelijk drukwerken in
de voornaamste plaats, in verband met de
uitgave van het Jaarboekje, kosten voor
vergaderingen en tentoonstelling, enz.
bedroegen in totaal f. 901 78. zoodat het
batig saldo op de nieuwe rekening bedraagt
f. 835.01.
Volgen? regel e ment treedt het geheele be
stuur elk jaar af, doch is herkiesbaar Bij
acclamatie werden de oude bestuursleden
herkozen en de voorloopige benoeming van
de heeren Wichers Rollandet en Kiers door
de vergadering bekrachtigd Allen lieten
zich hunne benoeming welgevallen Nier-
ra werd de vergadering met een woord van
dank aan de aanwezige leden door den
voorzitter gesloten.