JONGENSPAKJES
DE OOLIJKE OESTERFAMILIE
BEEKMAN
HET GEHEIMZINNIGE
GENOOTSCHAP.
70ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 27 Maart 1929
Derde Blad
No. 21176
UIT DE RAADZAAL.
KOREVAARSTRAAT
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Een onderwijskwestie Nog eens de
wethonderspensioenen De brand
in het Stadhuis.
Met bovenstaande drie punten is vrijwel
geheel gezegd, wat de Raad Maandag j.l.
heeft te versverken gehad; het overige telt
niet mee en was in een half uurtje afgedaan 1
Of dan bij de behandeling van deze drie
punten zooveel belangrijks naar voren
kwam, dat men 's middags niet eens gereed
kon komen? Geenszins, maar men vond het
blijkbaar noodig, om uit den treure te be-
toogen. Vooral bleek dat bij de onderwijs-
affaire, die aldus is te stellen: voorzien
moest worden in twee vacatures van hoofd
eener Openbare Lagere School en dienten
gevolge werden sollicitanten opgeroepen. Er
kwamen er uit onze stad en van buiten. Een
commissie van drie personen, bestaande uit
twee hoofden, hier ter stede, n.l. de heeren
Bloemink en Seelenberg, en den Inspecteur
van het Onderwijs, stelde een nauwgezet
onderzoek in naar de bekwaamheden der
diverse sollicitanten en bood daarop een
voordracht aan, waarop de besten waren
geplaatst, zooals zij naar vaste overtuiging
meende Men zal zeggen: het meest normale
geval, het naar voren brengen van het puikje
der candidaten, zooals altijd behoorde te ge
schieden bij iedere vacature, onverschillig
welke; zulks in het belang van den tak van
dienst, dien het betreft, in dit geval het
onderwijs.
Doch er kwam heftig verzet tegen de
voordracht. Omdat men deze verkeerd
samengesteld oordeelde? Dat zou te billijken
zijn. Doch dat durfde men niet verklaren en
men deed er dan ook geen poging toe. Men
kwam alleen met een soort gevoelsargument,
n.l. dat geen enkel Leidsch sollicitant op
de voordracht voorkwam en sprak zelfs van
wegnemen van promotie-kansen, alsof een
benoeming tot onderwijzer beleekent het
verkrijgen van het hoofdschap door promotie
in plaats van de kans op een hoofdschap bij
uitblinken! Met voorop-stelling van het on-
derwijsbelang werd het nuttig gevonden, lVa
uur aan deze kwestie te besteden.
Natuurlijk is het spijlelijk, dat geen
Leidsch sollicitant de pnderscheiding werd
waardig gekeurd te worden voorgedragen,
maar zoolang men de commissie niet kan
desavoueeren, heeft men in het belang van
het onderwijs, dat vraagt om de beste krach
ten zooals ieder bedrijf of dienstvak, zich
daarbij neer te leggen, al is het voor het
gevoel wel iets hards, dat willen wij niet
ontkennen.
In meerderheid aanvaardde de Raad ten
slotte de consequentie van het oproepen
van sollicitanten: gekozen werden beide
naar verklaring van deskundigen besten,
't Is voor de Leidenaren-gegadigden een
tegenvaller, maar een beleediging mogen zij
er niet in zien. Afvallen bij een sollicitatie
is toch daarom nog geen schande of wat
ook
De motie-Vallentgoed over de wethouders-
RECLAME.
IN 561
VROOLIJKE KLEUREN
EN MODELLEN -
SOLIDE EN NIET
DUUR
tor ZIE DE ETALAGES
pensioenen werd vervolgens behandeld als
of in de vorige zitting wel was besloten tot
uitstel der desbetreffende verordening,
waarvan de rechterzijde toen niet wilde
weten! De voorsteller gaf uiting aan zijn
niet misplaatsten wrevel over die houding,
hetgeen den heer Wilbrink vuur en vlam
deed vatten en den heer Vallentgoed het
verwijt naar het hoofd slingeren, dat deze
bedoelde den weg te effenen voor socialisti
sche baantjesjagers! Gelukkig heeft de heer
Wilbrink in den tijd lusschen middag- en
avondzitting in begrepen, dat drift hem
hier parten had gespeeld en nam hij dat
terug. Het is een houding, die hem siert!
De motie werd ten slotte verworpen met
alleen de partijgenooten van den voorsteller
voor.
Het slot was de inlerpellatie-Syisma of
beter gezegd dat bleek uit het debat
het rapport van B. en W. over den noodlot-
tigen brand op 1*2 Febr., dies ater voor onze
Sleutelstad. Zooals steeds het geval is in
dergelijke gevallen, leverde ook nu het na
kaarten over hetgeen er was gebeurd niets
op en kan men genist verklaren, dat er
niemendal is gewijzigd. Wij zullen ons niet
schuldig maken aan een nabeschouwing
op een nabeschouwing, die practisch geen
van beide eenig nut hebben; gedane
zaken nemen geen keer!
Wanneer wij nog iets naar voren zouden
willen brengen, dan is het wel de uiteenzet
ting van den heer Schüller over den nacht
dienst der politie, die inderdaad zeer zwak
is bezet-, niet alleen voor brand, ook voor
alle andere dingen, die der politie zijn! Maar
de Raad wil van uitbreiding van het corps
niet weten.
VEREENIGING VAN LEDEN
VAN R.-K. STATENCLUBS.
Te Utrecht had de oprichtingsvergadering
plaats van de Vereeniging van Leden van
R.K. Statenclubs, welke oprichting de uit
voering is van artikel 8 van het Partij-
reglement, zoo meldt de Tijd.
Op den grondslag van een voorloopig re
glement, vastgesteld in een door de voorzit
ters der R.K. Slatenclubs in Januari gehou
den voorbereidingsvergadering, waren door
alle elf Statenclubs afgevaardigden aange
wezen, in totaal 52 Behalve de Groningsche
club waren alle Statenclubs vertegenwoor
digd.
De vergadering werd geleid door den voor
zitter van het Partijbestuur, jhr. mr Ruys
de Beprenbrouck die in zijn openingswoord
o.a. het doel en het belang van dit nieuwe
orgaan binnen het kader der partij-organi
satie uiteenzette Doel is allereerst het over-
lrg plegen ter zake van de verkiezing van
leden van de Eerste Kamer der Striten-Gene-
raal, welk overleg thans in een organisch
partijverband gewaarborgd wordt.
flierna werd officieel overgegaan tol de
constitueering der vereeniging. waarbij na
mens de Brabanlsche Statenclub bij monde
van jhr. Van Sasse van Ysselt, eene uitvoe
rige verklaring werd afgelegd, welke de po
sitie der onder ambtseed staande R.K. Sta
tenleden ten opzichte der nieuwe organisa
tie duidelijk omschreef. Met deze verklaring
ging de vergadering geheel accoord.
Het voorloopig reglement werd met algc-
meene stemmen zoo goed als ongewijzigd
vastgesteld en zal thans ter goedkeuring aan
het partijbestuur worden toegezonden. Do
bestuursverkiezing had tot resultaat, dat als
leden van het bestuur werden gekozen jhr.
mr. A. van Sasse van Ysselt (Noord Bra
bant), P. J. M. Verschure (Noord-Holland),
J. J. A. M. Beaumont (Gelderland), W. C. J.
J. baron van Voorst tot Voorst (Zuid-Hol
land) en mr. Ch. Janssen de Limpens (Lim
burg).
Hierna werd van gedachten gewisseld
over de a.s. Eerste Kamerverkiezing. Aan
het einde dezer bespreking werd het bestuur
verzocht deze verkiezing, voor wat haar
stern-technische zijde betreft, onder het oog
te zien en de beraadslagingen der volgende
algemeene vergadering, welke volgens het
bepaalde in art. 8 van het reglement der
vereeniging een politiek advies zal uitbren
gen, nader voor te bereiden.
Na schorsing van de vergadering deelde
221. Theodoors vader ziet wel, hoeveel pleizier Theo met
zijn nieuwen vriend heeft, en hij bedenkt een leuk plannetje.
De jongen is nu toch eenmaal aan boord, en het zou jammer
zijn, om hem met den loods terug te sturen.
222. Daarom vraagt hij of Oscar lusl heeft om de reis naar
Zuid-Engeland mee te doen. Als hij graag wil, zal mijnheer
aan Vader Oester draadloos telegraleeren, of het mag.
het nieuw gekozen bestuur mede, de func
ties als volgt te hebben verdeeld: voorzitter:
jhr. mr van Sasse van Ysselt, ondervoor
zitter. W O J. J. baron van Voorst tot
Voorst; penningmeester: mr. Ch. Janssen
de Limpens
Met het secretariaat werd belast mr. H.
Kolfschoten, tweede secretaris der R.K.
Staatspartij.
Hierna sloot de nieuwe voorzitter, jhr. mr.
Van Sasse van Ysselt, de vergadering.
LOONEN VAN
RIJKSWERKLIEDEN.
In de eerstvolgende Legerorders is opge
nomen een ministerieele kennisgeving om
trent de loonen van Rijkswerklieden.
To rekenen van 1 November 1928 wordt
wijziging gebracht in de loonregeling, gel
dende voor de werklieden, op wie het Ar
beidsreglement Rijkswerkiieden van toepas
sing is. Medei is een nieuwe indeeling van de
gemeenten in klassen opgenomen.
De uitkeering van hetgeen den betrokken
werklieden sedert 1 November 1928, op grond
van de gewijzigde loontabellen toekomt, moet
zoo spoedig mogelijk geschieden.
Voorts wordt aangeteekend, dat het in
het voornemen ligt, om art. 46 van het Ar
beidsreglement Rijkswerkiieden in dien zin to
wijzigen, dat bjj verplichte bewoning van een
rrjksperceel ten minst(| 6 pet. en ten hoogste
12 pet. op het loon zal worden ingehoudeu.
CENTRALE BOND VAN SPOOR-
EN TRAMWEGPERSONEEL.
Te Arnhem heeft de jaarvergadering van
Vakgroep I] van bovengenoemden Bond
plaats gehad.
Afgevaardigd on van alle afdeclingen
waren aanwezig, toen voorzitter Vermeulen
deze vergadering opende. Nadat den afge
vaardigden een welkomstwoord was toege
roepen werd door spr. een kort overzicht
van de door de Vakgroep in 1928 verrichtte
werkzaamheden gegeven.
Het jaarverslag van den secretaris en
den penningmeester, de begrooting 1929
alsmede het bestuursbeleid werden goedge
keurd. De aftredende bestuursleden P. Ver
meulen, TV. C. Swart en P. Brasser werden
bij acclamatie herkozen. Als scheidsrech
ter en bondsraadslid werd W. C. Swart
aangewezen, terwijl Vermeulen die als zon
danig aftrad wederom tot H.B.-lid werd
gekozen.
Voor de behandeling van den beschrij
vingsbrief werd door den Bondsvoorzitter
Cramer een rede gehouden naar aanleiding
van de voorstellen voorkomende op dien
beschrijvingsbrief en betrekking hebbende
op het R.D.V. 1926, welke algeheele in
stemming vond.
Een commissie werd benoemd teneinde ae
herziening van genoemd R.D.V. voor te be
reiden. Deze commissie bestaat uit dc hee.
renLanghorst, Top en De Bodt. De R.
D.V. voorstellen zullen ter beoordeoling
aan genoemde commissie worden toegezon
den. Vervolgens werd de beschrijvingsbrief
voor de overige voorstellen behandeld. Bij
de bespreking van de propaganda werd
nog door den Bondsvoorzitter een uiteen
zetting gegeven van de wijze waarop pro
paganda gemaakt dient te worden. Na de
rondvraag sloot voorzitter Vermeulen met
een opwekkend woord deze zeer geslaagde
vergadering. De jaarvergadering 1930 zal
worden gehouden te Utrecht.
INLANDSCHE OF IERSCHE
PAARDEN?
Het „Hbld." schrijft:
Het bestuur der Ver. „Het Legerpaard",
zal op verzoek van den heer A. W. Hei-
dema zich in verbinding stellen met het
bestuur der Ver. tot Bevordering der Krijgs
wetenschappen, teneinde te overleggen, om te
Utrecht een openbare debatvergadering te
houden ter behandeling van de vraag, of het
mogelijk is, onze inlandsche paarden te ge
bruiken voor de cavalerie en de artillerie en
zoo niet, of aankoop van Ieren de eeoigste
en beste oplossing is.
Het zou de bedoeling zqn, te trachten twee
officieren te linden, die deze zeer belangrijke
zaak pro en contra willen belichten.
Als commissarissen der vereeniging wer
den gekozen de heeren jhr. F. Beelaarts van
Blokland to Meppol en Letterveld, burge
meester van Lochem; tot lid van het dage-
ljiksoh bestuur werd herkozen de heer Jac.
Claij te Vijfhuizen en gekozen de heer W.
C. Benedictus te 's-Gravenbage.
DE LEIDERS VAN DE KRASSIN-
EXPEDITIE.
De hnlpverleening aan Nohilé
en zijn mannen.
De leiders van de Krassin-expeditie, prof.
Ssamojlowitsch en de vlieger Tsjoeehnowski,
die een belangrijke rol hebben gespeeld bij
de redding van een deel der bemanning van
Nobilé's Italia, en die thans onder auspiciën
van het genootschap NederlandNieuw Rus
land in Den Haag en Amsterdam lezingem
zullen houden over hun ervaringen in het
Poolgebied, hebben gisterenmiddag kort na
hun aankomst in een persbijeenkomst in ho
tel Central ta 's-Gravenbage eenige mededee-
lingen in verband met de door de Krassin ver
richte expeditie gedaan.
Prof. Ssamojlowitsch wees er op, dat de
Krassin-expeditie een tweeledig doel had:
hulp te verleenen, zoo mogelijk, aan Nobile
en zijn mannen, en wetenschappelijke onder
zoekingen in het Poolgebied te verrichten.
Tot degenen, dia zij hebben weten te redden,
behoorden naar men weet, Zappi en Mariano,
die mei prof. Malmgren van de overige be
manning der Italia, door het bekende onge
val, waren afgescheiden. Gelijk bekend, is
Malmgren op het ijs gestorven.
Mariano is wegens ernstige beenverwon-
dxing door deze expeditie naar een zieken
huis te Kingsbay. overgebracht. Zappi heeft
hun ook nog verteld, dat hij Malmgren nog
eenmaal, nadat de beide mannen hem aanvan-
hadden moeten verlaten, weer heeft opge
zocht en toen nog levend aangetroffen, doch
ook toen was Malmgren's eenige verlangen
ter plaatse den dood in te gaan. De drie
mannen van de Malmgren-groep hadden
zoo had Zappi verteld voor 30 dagen voed
sel bij zich; na 8dagen hadden zij van Malm
gren afscheid genomen, toen do laatste niet
meer in staat was, voedsel tot zich te nemen.
De beiae overigen hadden toen den voedsel
voorraad meegenomen, die dus nog voor 22
dagen voor 3 man voldoende zou zijn ge
weest. Het praatje van anderen, dat Zappi
en zijn metgezel den achtergelaten Malmgren
zouden hebben gedood en opgegeten, verwees
prof. Ssamojlowitsch dan ook met een ge
rust geweten naar het rjjk der fantasieën.
Verder gaf prof. Ssamojlowitsch een kort
verhaal van zijn kennismaking met kapt. Sora
en onzen landgenoot Sjef van Dongen, over
wien hjj zich in zeer waardeerenden zin uitliet.
Men zal zich herinneren dat Sora en Vani
Dongen door het vliegtuig van de Krassin
zijn opgepikt en naar Kingsbay in veilige ha
ven gebracht.
Gezocht is nog naar de derde groep ver
misten van de Nobile-expeditie, doch dat zoe
ken heeft helaas niet het gewenschte resul
taat gehad, ook al omdat men op geen zoo
veel K.M. na wist, waar die mannem zich be
vonden.
Nog vertelde prof. S. van de hartelijke
ontvangst, hem en Tsjoeehnowski ten deel
gevallen in Italië, en te Berlijn, Parijs, Brus
sel en andere steden.
Ook Tsjoeehnowski heeft een relaas van
ztjn ervaringen gegeven, dat echter uiteraard.
La de uitgebreide verslagen in de pers, wei
nig nieuws mei* kon bevatten. Groot nut
heeft, naar de vlieger verzekerde, zijn expedi
tie van de radio gehad; zondeg deze zon be-
noorlijk contact met het vliegtuig onmogelijk
zijn geweest. Voorts wees hij op de moei
lijkheid van het landen op het ijs in het
poolgebied, dat veelal groote onregelmatig/le
den, schotsen, open vlakken, enz. vertoont.
Tevens vertelde hij een en ander omtrent
een door hem bedachte en toegepaste methode
om ijsvlakten te merken met gekleurde banen,
om de verschuivingen van het ijs in het pool
gebied te controleeren. Dat kleuren geschiedt
met anilinepoeder in diverse tinter, welk poe
der uit het vliegtuig werd gestrooid.
Het oordeel van de leiders der Krassin-
expeditie over Nobile was zooal niet onver-
Naar het Engelsch van J. S FLETCHER
door Mej. A. T
46)
Wij bogen beiden in antwoord op zijn
vragen. Flij wenkte ons te gaan zitten, en
deed dit zelf ook.
„Heel goed zei hij. Het spijt mij, u te
moeten zeggen, dames, dat het noodig is ge
weest u hier door een kleine list te moeten
brengen, welke zeer .goed geslaagd is. Mijn
heer James Tnckelt is niet hier. Mijnheer
James Trickett is niet gewond, voor zoover
wij weten. Dit is een geen particulier zie
kenhuis. Voor het oogenblik is het een ge
vangenis. Uw gevangenis. Beschouwt u ze'f
als gevangenen."
„Ik sprong natuurlijk op als ik een
man was geweest, zou ik mij op hem gewor
pen hebben. Hij glimlachte en wenkte met
zijn hand.
„Ik had moeten zeggen gijzelaars,"
ging hij voort. „Gijzelaars dat is een aan
genamer woord. Ga weer zitten, mijn beste
mevrouw. Laten wij praten laten wij
vriendschappelijk zijn."
„Maak die deur openl" zei ik toornig. „U
loopt zelf gevaar, als u ons hier houdt!"
Hij glimlachte slechts en wenkte weer
met zijn hand
„Er bestaat geen gevaar voor ons, me
vrouw", zei hij kalm. „Het gevaar is voor
u en voor mijnheer Trickett. Ik zeg, laat
ons praten Ik wil u zeggen, waarom u
hier is."
„Goed zeg het dan!" antwoordde ik, nog
staande blijvend.
„Heel goed." antwoordde hij. Hr zal het
vertellen. De zaak is, dat mijnheer Trickett
in oorlog is met een genootschap, waarvan
ik de vertegenwoordiger ben. Hij heeft goed
gevonden zullen we een alledaagsche uit
drukking bezigen? zijn neus in onze za
ken te steken. Ondank3 waarschuwingen
gaat hij voort, het te doen. Wij zijn daarom
gedwongen handelend tegen hem op te tre
den. Wij hebben dit gedaan door ons meester
te maken van de persoon van die jonge
dame."
Ik trok Eva's arm in den mijne. Ik staarde
beide mannen aan.
„Ge zult mij aan stukken moeten scheu
ren, voordat ge haar aanraaktl" zei ik.
„Voor het oogenblik zijn we geen geweld
van plan." zei hij. op duivelsch zachte
manier „Het lot van juffrouw Walsden be
rust in handen van mijnheer Trickett. Wij
houden haar ais gijzelaar en u ook. Indien
mijnheer Trickett af laat van zich verder
te mengen in onze werkzaamheden, voordat
wij ze beëindigd hebben, zai noch juffrouw
Walsden, noch u iets kwaads overkomen."
,,En als mijn neef er zich niet van ont
houdt?" vroeg ik. „wat dan?"
„Oh!" zei hij. „U kent toch zeker de we
reld wel genceg mevrouw, om te weten, dat
gijzelaars gewoonlijk doodgeschoten wor
den. Wij zouden natuurlijk u en deze jonge
dame niet doodschietenwij zouden stiller,
mooier manieren gebruiken, om u het leven
te benemen bij voorbeeld het een of ander
in uw ochtendkopje thee of in uw soep
„Wij zijn dus in handen van moorde-
naars," zei ik scherp. „Het is goed, dit te
weten."
„Als u uit den weg geruimd wordt," zei
hij langzaam, „zal het door de dwaasheid
van mijnheer Trickett zijn. Dat moet u goed
begrijpen, mevrouw."
„En hoe moet ik mijnheer Trickett in ken
nis stellen van uw fraai ultimatum?" vroeg
ik. „Hij is niet telepatisch."
U zult mijnheer Trickett een brief schrij
ven, waarin u alles vertelt, wat u overko
men is; vertel hem al uw avonturen; be
schrijf mij, dien heer, deze kamer, meid
hem bijzonderheden van den weg, waar
langs u hier gebracht is dat komt er niets
op aan, omdat gij beiden vanavond overge
bracht zult worden naar een veel veiliger,
afgelegener gevangenis. Zeg hem hier
komt het eigenlijk op aan dat wij juist
tien dagen noodig hebben om onze zaken in
dit land tot een einde te brengen. Als hij
zich van verdere inmenging onthoudt, ats
hij zwijgt, geen enkel soort inlichting aan do
politie geeft, dan zullen op den elfden dag
na heden u en juffrouw Walsden goed en
ongedeerd aan hem overgegeven worden.
Zoo niet als hij verder werkt nu, dan
vrees ik, dat wij uw leven en misschien ook
het zijne zullen moeten nemen."
„Ik gaf geen antwoord. De andere man
de dokter, werkelijk of namaak, had reeds
schrijfgereedschap op de tafel geplaatst. De
man. die gesproken had. wees er naar.
„Schrijf wanneer u wilt, mevrouw," zei
hij. „Wij zullen u nu alleen laten. Beschouw
deze kamer a's te uwer beschikking. „Dat,"
zei hij, naar een deur wijzend, „is een
slaapkamer, waar u alles zult vinden, wat
u noodig be°ft. Ik wil, dat u alle gemakken
hebben zu't In een paar minuten zal u thee
gebracht worden, het middagmaal om zeven
uur. Hier zijn boeken, kranten, tijdschriften,
daar staat een piano. Ik hoop, dat u zich
thuis gevoelen zult."
Hij boog beleefd, de andere man ook, bei
den gingen heen. Wij probeerden de deur,
toen zij heengegaan waren, zij was op slot.
Wij keken naar de ramen, zij waren van
matglas, wij maakten uit, dat zij getralied
waren. Wij onderzochten de slaapkamer; zij
was even weelderig als de zitkamer, en even
zeker op slot en getralied: kortom, wij zalen
opgesloten.
Er valt weinig meer te zeggen. Wij kre
gen thee, zeer goede thee, geurig en
lekker. Wij hebben overvloedig gegeten. Na
het middagmaal kwam de chef bij ons om te
vragen, dat ik dadelijk mijn brief zou schrij
ven. Ik heb hem geschreven Wij gaan om
middernacht ergens anders heen; wij weten
niet waarheen Er is niets anders te zeggen.
Wij zijn niet bang en wij laten het aan jou
over, om volgens jo eigen oordeel te han
delen."
Jimmie liet het laatste blad op tafel val
len en keerde zich naar zijn vrienden. Zijn
oude energie was teruggekeerd en hij sprong
lachend op. Scraye keek hem verbaasd, en
Packe vragend aan.
„Nu?' vroeg hij „En wat zal je doen?"
„Jimmie lachte weer, bijna vroolijk.
„Doen'" zei hij. „Doen? Ik ga doen pre
cies wat mijn tante en juffrouw Walsden
denken ik ga volgens mijn eigen oordeel
handelen."
HOOFDSTUK XXIV.
Er wordt stroo gelegd.
Nadat hij dit ultimatum uitgesproken had
op een toon. die een zeer beslist voornemen
verried om te doen wat hij wilde, vouwde
Jimmie langzaam den merkwaardigen brief
van juffrouw Trickett op en legde dien
zorgvuldig in zijn portefeuille De anderen
keken hem twijfelachtig aan en toen Pack,e
de stilte verbrak lag er iets van een smeek
bede in zijn stem.
„Ik hoop, dat je oordeel kalm en beza
digd zal zijn, Trickett," zei hij. „Vergeet
de oude spreekwijze niet* „Als ge in twijfel
zijt, tel dan tot twintig, voordat ge handelt
of spreekt."
Jimmie gaf geen antwoord op dezen
raad. Hij was naar zijn bureau gegaan en
bekeek eenige papieren, die hij uit een lade
had genomen. Packe wendde zich lot
Scraye.
„Je moest hem maar eens flink aanpak
ken," fluisterde hij „Hij heefl een of ander
krankzinnig plan in zijn hoofd."
Scraye knikte Onder het lezen van den
brief was zijn gelaat zeer ernstig geworden
en toen hij Jimmie aansprak, klonk zijn
stem ongewoon ernstig. .Ik hoop, dat jn
niet vergeten zult," zei hij kalm. ..dat h^t
leven van twee vrouwen op het spel staat."
Jimmie keerde zich opeens naar hem om.
„G-eloof je dat?" vroeg hij.
„Uit dien brief uit hetgeen we weten,
dat er gebeurd is ja." antwoordde
Scraye. „De lieden zijn blijkbaar tot het
uiterste besloten. Ik geloof dat hpt zeer
waarschijnlijk is dat. als je verdere stap
pen in deze richting doet zij Hij hieid
op en keek Jimmie veelbetekenend aan. en
Jimmie lachte een spnt'enden lach, die
Packe het voorhoofd deed fronsen.
(Wordt vervolgd).