JONGENSPAKJES DE OOLIJKE OESTERFAMILIE BEEKMAN HET GEHEIMZINNIGE GENOOTSCHAP. 70ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 27 Maart 1929 Derde Blad No. 21176 UIT DE RAADZAAL. KOREVAARSTRAAT BINNENLAND. FEUILLETON. Een onderwijskwestie Nog eens de wethonderspensioenen De brand in het Stadhuis. Met bovenstaande drie punten is vrijwel geheel gezegd, wat de Raad Maandag j.l. heeft te versverken gehad; het overige telt niet mee en was in een half uurtje afgedaan 1 Of dan bij de behandeling van deze drie punten zooveel belangrijks naar voren kwam, dat men 's middags niet eens gereed kon komen? Geenszins, maar men vond het blijkbaar noodig, om uit den treure te be- toogen. Vooral bleek dat bij de onderwijs- affaire, die aldus is te stellen: voorzien moest worden in twee vacatures van hoofd eener Openbare Lagere School en dienten gevolge werden sollicitanten opgeroepen. Er kwamen er uit onze stad en van buiten. Een commissie van drie personen, bestaande uit twee hoofden, hier ter stede, n.l. de heeren Bloemink en Seelenberg, en den Inspecteur van het Onderwijs, stelde een nauwgezet onderzoek in naar de bekwaamheden der diverse sollicitanten en bood daarop een voordracht aan, waarop de besten waren geplaatst, zooals zij naar vaste overtuiging meende Men zal zeggen: het meest normale geval, het naar voren brengen van het puikje der candidaten, zooals altijd behoorde te ge schieden bij iedere vacature, onverschillig welke; zulks in het belang van den tak van dienst, dien het betreft, in dit geval het onderwijs. Doch er kwam heftig verzet tegen de voordracht. Omdat men deze verkeerd samengesteld oordeelde? Dat zou te billijken zijn. Doch dat durfde men niet verklaren en men deed er dan ook geen poging toe. Men kwam alleen met een soort gevoelsargument, n.l. dat geen enkel Leidsch sollicitant op de voordracht voorkwam en sprak zelfs van wegnemen van promotie-kansen, alsof een benoeming tot onderwijzer beleekent het verkrijgen van het hoofdschap door promotie in plaats van de kans op een hoofdschap bij uitblinken! Met voorop-stelling van het on- derwijsbelang werd het nuttig gevonden, lVa uur aan deze kwestie te besteden. Natuurlijk is het spijlelijk, dat geen Leidsch sollicitant de pnderscheiding werd waardig gekeurd te worden voorgedragen, maar zoolang men de commissie niet kan desavoueeren, heeft men in het belang van het onderwijs, dat vraagt om de beste krach ten zooals ieder bedrijf of dienstvak, zich daarbij neer te leggen, al is het voor het gevoel wel iets hards, dat willen wij niet ontkennen. In meerderheid aanvaardde de Raad ten slotte de consequentie van het oproepen van sollicitanten: gekozen werden beide naar verklaring van deskundigen besten, 't Is voor de Leidenaren-gegadigden een tegenvaller, maar een beleediging mogen zij er niet in zien. Afvallen bij een sollicitatie is toch daarom nog geen schande of wat ook De motie-Vallentgoed over de wethouders- RECLAME. IN 561 VROOLIJKE KLEUREN EN MODELLEN - SOLIDE EN NIET DUUR tor ZIE DE ETALAGES pensioenen werd vervolgens behandeld als of in de vorige zitting wel was besloten tot uitstel der desbetreffende verordening, waarvan de rechterzijde toen niet wilde weten! De voorsteller gaf uiting aan zijn niet misplaatsten wrevel over die houding, hetgeen den heer Wilbrink vuur en vlam deed vatten en den heer Vallentgoed het verwijt naar het hoofd slingeren, dat deze bedoelde den weg te effenen voor socialisti sche baantjesjagers! Gelukkig heeft de heer Wilbrink in den tijd lusschen middag- en avondzitting in begrepen, dat drift hem hier parten had gespeeld en nam hij dat terug. Het is een houding, die hem siert! De motie werd ten slotte verworpen met alleen de partijgenooten van den voorsteller voor. Het slot was de inlerpellatie-Syisma of beter gezegd dat bleek uit het debat het rapport van B. en W. over den noodlot- tigen brand op 1*2 Febr., dies ater voor onze Sleutelstad. Zooals steeds het geval is in dergelijke gevallen, leverde ook nu het na kaarten over hetgeen er was gebeurd niets op en kan men genist verklaren, dat er niemendal is gewijzigd. Wij zullen ons niet schuldig maken aan een nabeschouwing op een nabeschouwing, die practisch geen van beide eenig nut hebben; gedane zaken nemen geen keer! Wanneer wij nog iets naar voren zouden willen brengen, dan is het wel de uiteenzet ting van den heer Schüller over den nacht dienst der politie, die inderdaad zeer zwak is bezet-, niet alleen voor brand, ook voor alle andere dingen, die der politie zijn! Maar de Raad wil van uitbreiding van het corps niet weten. VEREENIGING VAN LEDEN VAN R.-K. STATENCLUBS. Te Utrecht had de oprichtingsvergadering plaats van de Vereeniging van Leden van R.K. Statenclubs, welke oprichting de uit voering is van artikel 8 van het Partij- reglement, zoo meldt de Tijd. Op den grondslag van een voorloopig re glement, vastgesteld in een door de voorzit ters der R.K. Slatenclubs in Januari gehou den voorbereidingsvergadering, waren door alle elf Statenclubs afgevaardigden aange wezen, in totaal 52 Behalve de Groningsche club waren alle Statenclubs vertegenwoor digd. De vergadering werd geleid door den voor zitter van het Partijbestuur, jhr. mr Ruys de Beprenbrouck die in zijn openingswoord o.a. het doel en het belang van dit nieuwe orgaan binnen het kader der partij-organi satie uiteenzette Doel is allereerst het over- lrg plegen ter zake van de verkiezing van leden van de Eerste Kamer der Striten-Gene- raal, welk overleg thans in een organisch partijverband gewaarborgd wordt. flierna werd officieel overgegaan tol de constitueering der vereeniging. waarbij na mens de Brabanlsche Statenclub bij monde van jhr. Van Sasse van Ysselt, eene uitvoe rige verklaring werd afgelegd, welke de po sitie der onder ambtseed staande R.K. Sta tenleden ten opzichte der nieuwe organisa tie duidelijk omschreef. Met deze verklaring ging de vergadering geheel accoord. Het voorloopig reglement werd met algc- meene stemmen zoo goed als ongewijzigd vastgesteld en zal thans ter goedkeuring aan het partijbestuur worden toegezonden. Do bestuursverkiezing had tot resultaat, dat als leden van het bestuur werden gekozen jhr. mr. A. van Sasse van Ysselt (Noord Bra bant), P. J. M. Verschure (Noord-Holland), J. J. A. M. Beaumont (Gelderland), W. C. J. J. baron van Voorst tot Voorst (Zuid-Hol land) en mr. Ch. Janssen de Limpens (Lim burg). Hierna werd van gedachten gewisseld over de a.s. Eerste Kamerverkiezing. Aan het einde dezer bespreking werd het bestuur verzocht deze verkiezing, voor wat haar stern-technische zijde betreft, onder het oog te zien en de beraadslagingen der volgende algemeene vergadering, welke volgens het bepaalde in art. 8 van het reglement der vereeniging een politiek advies zal uitbren gen, nader voor te bereiden. Na schorsing van de vergadering deelde 221. Theodoors vader ziet wel, hoeveel pleizier Theo met zijn nieuwen vriend heeft, en hij bedenkt een leuk plannetje. De jongen is nu toch eenmaal aan boord, en het zou jammer zijn, om hem met den loods terug te sturen. 222. Daarom vraagt hij of Oscar lusl heeft om de reis naar Zuid-Engeland mee te doen. Als hij graag wil, zal mijnheer aan Vader Oester draadloos telegraleeren, of het mag. het nieuw gekozen bestuur mede, de func ties als volgt te hebben verdeeld: voorzitter: jhr. mr van Sasse van Ysselt, ondervoor zitter. W O J. J. baron van Voorst tot Voorst; penningmeester: mr. Ch. Janssen de Limpens Met het secretariaat werd belast mr. H. Kolfschoten, tweede secretaris der R.K. Staatspartij. Hierna sloot de nieuwe voorzitter, jhr. mr. Van Sasse van Ysselt, de vergadering. LOONEN VAN RIJKSWERKLIEDEN. In de eerstvolgende Legerorders is opge nomen een ministerieele kennisgeving om trent de loonen van Rijkswerklieden. To rekenen van 1 November 1928 wordt wijziging gebracht in de loonregeling, gel dende voor de werklieden, op wie het Ar beidsreglement Rijkswerkiieden van toepas sing is. Medei is een nieuwe indeeling van de gemeenten in klassen opgenomen. De uitkeering van hetgeen den betrokken werklieden sedert 1 November 1928, op grond van de gewijzigde loontabellen toekomt, moet zoo spoedig mogelijk geschieden. Voorts wordt aangeteekend, dat het in het voornemen ligt, om art. 46 van het Ar beidsreglement Rijkswerkiieden in dien zin to wijzigen, dat bjj verplichte bewoning van een rrjksperceel ten minst(| 6 pet. en ten hoogste 12 pet. op het loon zal worden ingehoudeu. CENTRALE BOND VAN SPOOR- EN TRAMWEGPERSONEEL. Te Arnhem heeft de jaarvergadering van Vakgroep I] van bovengenoemden Bond plaats gehad. Afgevaardigd on van alle afdeclingen waren aanwezig, toen voorzitter Vermeulen deze vergadering opende. Nadat den afge vaardigden een welkomstwoord was toege roepen werd door spr. een kort overzicht van de door de Vakgroep in 1928 verrichtte werkzaamheden gegeven. Het jaarverslag van den secretaris en den penningmeester, de begrooting 1929 alsmede het bestuursbeleid werden goedge keurd. De aftredende bestuursleden P. Ver meulen, TV. C. Swart en P. Brasser werden bij acclamatie herkozen. Als scheidsrech ter en bondsraadslid werd W. C. Swart aangewezen, terwijl Vermeulen die als zon danig aftrad wederom tot H.B.-lid werd gekozen. Voor de behandeling van den beschrij vingsbrief werd door den Bondsvoorzitter Cramer een rede gehouden naar aanleiding van de voorstellen voorkomende op dien beschrijvingsbrief en betrekking hebbende op het R.D.V. 1926, welke algeheele in stemming vond. Een commissie werd benoemd teneinde ae herziening van genoemd R.D.V. voor te be reiden. Deze commissie bestaat uit dc hee. renLanghorst, Top en De Bodt. De R. D.V. voorstellen zullen ter beoordeoling aan genoemde commissie worden toegezon den. Vervolgens werd de beschrijvingsbrief voor de overige voorstellen behandeld. Bij de bespreking van de propaganda werd nog door den Bondsvoorzitter een uiteen zetting gegeven van de wijze waarop pro paganda gemaakt dient te worden. Na de rondvraag sloot voorzitter Vermeulen met een opwekkend woord deze zeer geslaagde vergadering. De jaarvergadering 1930 zal worden gehouden te Utrecht. INLANDSCHE OF IERSCHE PAARDEN? Het „Hbld." schrijft: Het bestuur der Ver. „Het Legerpaard", zal op verzoek van den heer A. W. Hei- dema zich in verbinding stellen met het bestuur der Ver. tot Bevordering der Krijgs wetenschappen, teneinde te overleggen, om te Utrecht een openbare debatvergadering te houden ter behandeling van de vraag, of het mogelijk is, onze inlandsche paarden te ge bruiken voor de cavalerie en de artillerie en zoo niet, of aankoop van Ieren de eeoigste en beste oplossing is. Het zou de bedoeling zqn, te trachten twee officieren te linden, die deze zeer belangrijke zaak pro en contra willen belichten. Als commissarissen der vereeniging wer den gekozen de heeren jhr. F. Beelaarts van Blokland to Meppol en Letterveld, burge meester van Lochem; tot lid van het dage- ljiksoh bestuur werd herkozen de heer Jac. Claij te Vijfhuizen en gekozen de heer W. C. Benedictus te 's-Gravenbage. DE LEIDERS VAN DE KRASSIN- EXPEDITIE. De hnlpverleening aan Nohilé en zijn mannen. De leiders van de Krassin-expeditie, prof. Ssamojlowitsch en de vlieger Tsjoeehnowski, die een belangrijke rol hebben gespeeld bij de redding van een deel der bemanning van Nobilé's Italia, en die thans onder auspiciën van het genootschap NederlandNieuw Rus land in Den Haag en Amsterdam lezingem zullen houden over hun ervaringen in het Poolgebied, hebben gisterenmiddag kort na hun aankomst in een persbijeenkomst in ho tel Central ta 's-Gravenbage eenige mededee- lingen in verband met de door de Krassin ver richte expeditie gedaan. Prof. Ssamojlowitsch wees er op, dat de Krassin-expeditie een tweeledig doel had: hulp te verleenen, zoo mogelijk, aan Nobile en zijn mannen, en wetenschappelijke onder zoekingen in het Poolgebied te verrichten. Tot degenen, dia zij hebben weten te redden, behoorden naar men weet, Zappi en Mariano, die mei prof. Malmgren van de overige be manning der Italia, door het bekende onge val, waren afgescheiden. Gelijk bekend, is Malmgren op het ijs gestorven. Mariano is wegens ernstige beenverwon- dxing door deze expeditie naar een zieken huis te Kingsbay. overgebracht. Zappi heeft hun ook nog verteld, dat hij Malmgren nog eenmaal, nadat de beide mannen hem aanvan- hadden moeten verlaten, weer heeft opge zocht en toen nog levend aangetroffen, doch ook toen was Malmgren's eenige verlangen ter plaatse den dood in te gaan. De drie mannen van de Malmgren-groep hadden zoo had Zappi verteld voor 30 dagen voed sel bij zich; na 8dagen hadden zij van Malm gren afscheid genomen, toen do laatste niet meer in staat was, voedsel tot zich te nemen. De beiae overigen hadden toen den voedsel voorraad meegenomen, die dus nog voor 22 dagen voor 3 man voldoende zou zijn ge weest. Het praatje van anderen, dat Zappi en zijn metgezel den achtergelaten Malmgren zouden hebben gedood en opgegeten, verwees prof. Ssamojlowitsch dan ook met een ge rust geweten naar het rjjk der fantasieën. Verder gaf prof. Ssamojlowitsch een kort verhaal van zijn kennismaking met kapt. Sora en onzen landgenoot Sjef van Dongen, over wien hjj zich in zeer waardeerenden zin uitliet. Men zal zich herinneren dat Sora en Vani Dongen door het vliegtuig van de Krassin zijn opgepikt en naar Kingsbay in veilige ha ven gebracht. Gezocht is nog naar de derde groep ver misten van de Nobile-expeditie, doch dat zoe ken heeft helaas niet het gewenschte resul taat gehad, ook al omdat men op geen zoo veel K.M. na wist, waar die mannem zich be vonden. Nog vertelde prof. S. van de hartelijke ontvangst, hem en Tsjoeehnowski ten deel gevallen in Italië, en te Berlijn, Parijs, Brus sel en andere steden. Ook Tsjoeehnowski heeft een relaas van ztjn ervaringen gegeven, dat echter uiteraard. La de uitgebreide verslagen in de pers, wei nig nieuws mei* kon bevatten. Groot nut heeft, naar de vlieger verzekerde, zijn expedi tie van de radio gehad; zondeg deze zon be- noorlijk contact met het vliegtuig onmogelijk zijn geweest. Voorts wees hij op de moei lijkheid van het landen op het ijs in het poolgebied, dat veelal groote onregelmatig/le den, schotsen, open vlakken, enz. vertoont. Tevens vertelde hij een en ander omtrent een door hem bedachte en toegepaste methode om ijsvlakten te merken met gekleurde banen, om de verschuivingen van het ijs in het pool gebied te controleeren. Dat kleuren geschiedt met anilinepoeder in diverse tinter, welk poe der uit het vliegtuig werd gestrooid. Het oordeel van de leiders der Krassin- expeditie over Nobile was zooal niet onver- Naar het Engelsch van J. S FLETCHER door Mej. A. T 46) Wij bogen beiden in antwoord op zijn vragen. Flij wenkte ons te gaan zitten, en deed dit zelf ook. „Heel goed zei hij. Het spijt mij, u te moeten zeggen, dames, dat het noodig is ge weest u hier door een kleine list te moeten brengen, welke zeer .goed geslaagd is. Mijn heer James Tnckelt is niet hier. Mijnheer James Trickett is niet gewond, voor zoover wij weten. Dit is een geen particulier zie kenhuis. Voor het oogenblik is het een ge vangenis. Uw gevangenis. Beschouwt u ze'f als gevangenen." „Ik sprong natuurlijk op als ik een man was geweest, zou ik mij op hem gewor pen hebben. Hij glimlachte en wenkte met zijn hand. „Ik had moeten zeggen gijzelaars," ging hij voort. „Gijzelaars dat is een aan genamer woord. Ga weer zitten, mijn beste mevrouw. Laten wij praten laten wij vriendschappelijk zijn." „Maak die deur openl" zei ik toornig. „U loopt zelf gevaar, als u ons hier houdt!" Hij glimlachte slechts en wenkte weer met zijn hand „Er bestaat geen gevaar voor ons, me vrouw", zei hij kalm. „Het gevaar is voor u en voor mijnheer Trickett. Ik zeg, laat ons praten Ik wil u zeggen, waarom u hier is." „Goed zeg het dan!" antwoordde ik, nog staande blijvend. „Heel goed." antwoordde hij. Hr zal het vertellen. De zaak is, dat mijnheer Trickett in oorlog is met een genootschap, waarvan ik de vertegenwoordiger ben. Hij heeft goed gevonden zullen we een alledaagsche uit drukking bezigen? zijn neus in onze za ken te steken. Ondank3 waarschuwingen gaat hij voort, het te doen. Wij zijn daarom gedwongen handelend tegen hem op te tre den. Wij hebben dit gedaan door ons meester te maken van de persoon van die jonge dame." Ik trok Eva's arm in den mijne. Ik staarde beide mannen aan. „Ge zult mij aan stukken moeten scheu ren, voordat ge haar aanraaktl" zei ik. „Voor het oogenblik zijn we geen geweld van plan." zei hij. op duivelsch zachte manier „Het lot van juffrouw Walsden be rust in handen van mijnheer Trickett. Wij houden haar ais gijzelaar en u ook. Indien mijnheer Trickett af laat van zich verder te mengen in onze werkzaamheden, voordat wij ze beëindigd hebben, zai noch juffrouw Walsden, noch u iets kwaads overkomen." ,,En als mijn neef er zich niet van ont houdt?" vroeg ik. „wat dan?" „Oh!" zei hij. „U kent toch zeker de we reld wel genceg mevrouw, om te weten, dat gijzelaars gewoonlijk doodgeschoten wor den. Wij zouden natuurlijk u en deze jonge dame niet doodschietenwij zouden stiller, mooier manieren gebruiken, om u het leven te benemen bij voorbeeld het een of ander in uw ochtendkopje thee of in uw soep „Wij zijn dus in handen van moorde- naars," zei ik scherp. „Het is goed, dit te weten." „Als u uit den weg geruimd wordt," zei hij langzaam, „zal het door de dwaasheid van mijnheer Trickett zijn. Dat moet u goed begrijpen, mevrouw." „En hoe moet ik mijnheer Trickett in ken nis stellen van uw fraai ultimatum?" vroeg ik. „Hij is niet telepatisch." U zult mijnheer Trickett een brief schrij ven, waarin u alles vertelt, wat u overko men is; vertel hem al uw avonturen; be schrijf mij, dien heer, deze kamer, meid hem bijzonderheden van den weg, waar langs u hier gebracht is dat komt er niets op aan, omdat gij beiden vanavond overge bracht zult worden naar een veel veiliger, afgelegener gevangenis. Zeg hem hier komt het eigenlijk op aan dat wij juist tien dagen noodig hebben om onze zaken in dit land tot een einde te brengen. Als hij zich van verdere inmenging onthoudt, ats hij zwijgt, geen enkel soort inlichting aan do politie geeft, dan zullen op den elfden dag na heden u en juffrouw Walsden goed en ongedeerd aan hem overgegeven worden. Zoo niet als hij verder werkt nu, dan vrees ik, dat wij uw leven en misschien ook het zijne zullen moeten nemen." „Ik gaf geen antwoord. De andere man de dokter, werkelijk of namaak, had reeds schrijfgereedschap op de tafel geplaatst. De man. die gesproken had. wees er naar. „Schrijf wanneer u wilt, mevrouw," zei hij. „Wij zullen u nu alleen laten. Beschouw deze kamer a's te uwer beschikking. „Dat," zei hij, naar een deur wijzend, „is een slaapkamer, waar u alles zult vinden, wat u noodig be°ft. Ik wil, dat u alle gemakken hebben zu't In een paar minuten zal u thee gebracht worden, het middagmaal om zeven uur. Hier zijn boeken, kranten, tijdschriften, daar staat een piano. Ik hoop, dat u zich thuis gevoelen zult." Hij boog beleefd, de andere man ook, bei den gingen heen. Wij probeerden de deur, toen zij heengegaan waren, zij was op slot. Wij keken naar de ramen, zij waren van matglas, wij maakten uit, dat zij getralied waren. Wij onderzochten de slaapkamer; zij was even weelderig als de zitkamer, en even zeker op slot en getralied: kortom, wij zalen opgesloten. Er valt weinig meer te zeggen. Wij kre gen thee, zeer goede thee, geurig en lekker. Wij hebben overvloedig gegeten. Na het middagmaal kwam de chef bij ons om te vragen, dat ik dadelijk mijn brief zou schrij ven. Ik heb hem geschreven Wij gaan om middernacht ergens anders heen; wij weten niet waarheen Er is niets anders te zeggen. Wij zijn niet bang en wij laten het aan jou over, om volgens jo eigen oordeel te han delen." Jimmie liet het laatste blad op tafel val len en keerde zich naar zijn vrienden. Zijn oude energie was teruggekeerd en hij sprong lachend op. Scraye keek hem verbaasd, en Packe vragend aan. „Nu?' vroeg hij „En wat zal je doen?" „Jimmie lachte weer, bijna vroolijk. „Doen'" zei hij. „Doen? Ik ga doen pre cies wat mijn tante en juffrouw Walsden denken ik ga volgens mijn eigen oordeel handelen." HOOFDSTUK XXIV. Er wordt stroo gelegd. Nadat hij dit ultimatum uitgesproken had op een toon. die een zeer beslist voornemen verried om te doen wat hij wilde, vouwde Jimmie langzaam den merkwaardigen brief van juffrouw Trickett op en legde dien zorgvuldig in zijn portefeuille De anderen keken hem twijfelachtig aan en toen Pack,e de stilte verbrak lag er iets van een smeek bede in zijn stem. „Ik hoop, dat je oordeel kalm en beza digd zal zijn, Trickett," zei hij. „Vergeet de oude spreekwijze niet* „Als ge in twijfel zijt, tel dan tot twintig, voordat ge handelt of spreekt." Jimmie gaf geen antwoord op dezen raad. Hij was naar zijn bureau gegaan en bekeek eenige papieren, die hij uit een lade had genomen. Packe wendde zich lot Scraye. „Je moest hem maar eens flink aanpak ken," fluisterde hij „Hij heefl een of ander krankzinnig plan in zijn hoofd." Scraye knikte Onder het lezen van den brief was zijn gelaat zeer ernstig geworden en toen hij Jimmie aansprak, klonk zijn stem ongewoon ernstig. .Ik hoop, dat jn niet vergeten zult," zei hij kalm. ..dat h^t leven van twee vrouwen op het spel staat." Jimmie keerde zich opeens naar hem om. „G-eloof je dat?" vroeg hij. „Uit dien brief uit hetgeen we weten, dat er gebeurd is ja." antwoordde Scraye. „De lieden zijn blijkbaar tot het uiterste besloten. Ik geloof dat hpt zeer waarschijnlijk is dat. als je verdere stap pen in deze richting doet zij Hij hieid op en keek Jimmie veelbetekenend aan. en Jimmie lachte een spnt'enden lach, die Packe het voorhoofd deed fronsen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 9