t9407 Het Fransch-Belgisch geheim militair verdrag. Ti JAPONNEN DE 00LIJKE OESTERFAMILIE. BEEKMAN HET GEHEIMZINNIGE GENOOTSCHAP. !Oste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 20 Maart 1929 Derde Blad No. 21170 FAILLISSEMENTEN. KUNST EN LETTEREN. FEUILLETON. Interpellaties in de Belgische Kamer. Het Utrechtsch document, dat men voortaan veel gepaster het „Brusselsche document'" mag noemen, heeft gistermid dag gedurende 4V& uur de Belgische Kamer bezig gehoudeD door het plaats hebben van de socialistische interpellatie over de rol van de Belgische tegenspionnage en de re laties van Frank—Heine met dezen dienst. De „Msbde" geeft daarover volgend re laas. Het debat was soms luidruchtig, het was niet zelden ook pijnhik door een onbegrij pelijk stilzwijgen van de regeering op per- tineDte vragen of door haar prikkelbaar heid wanneer zij tot antwoorden werd ge dwongen. L)at veroorzaakte een malaise-6temming eD men kreeg den indruk dat de regeerib^ niet alles heeft gezegd wat zij wist. Zij, die twee wekeL lang geroepen heeft dat deze laak volledig moest opgehelderd worden, heeft nu het volle licht niet laten schijnen. De belangstelling voor dit debat wat aanvankelijk gering, later kwamen meer leden de zitting bijwonen en op de pu blieke tribune vereerde Frank Heine dit spectakel met zijn tegenwoordigheid, wat nogal sensatie verwekte toen dit bekend was. Eerste interpellant was de socialist Ma- thieu. Deze vroeg of het waar was, dat de chef van de Belg sche tegenspionnage het valsche stuk geannoteerd en gecorrigeerd heeft, De communist Jacqmotte onderbreekt: Op 27 Februari wist de chef van den staf er alles van. Mathieu Waarom zweeg de dienst, toen in het eerste Kamerdebat op 27 Februari iedereen de waarheid wilde weten en Van Cauwelaert voorstelde met de regeering Tan Den Haag een enquête in te stellen. Veel erger, de dienst zweeg tien dagen lang. Dat is onbegrijpelijk. Waarom heeft de regeering zich niet dadelijk tot den staf gewend en waarom werd deze niet dadeliik door de spipnnage van het geval op de hoogte gebracht? Kolonel Duthotit, chef ïan dezen dienst, bleef zwijgen. Het Kamerlid Vos, frontpartij: Sij was misschien accoord met de regeeriDg 1 Mathieu: Hij kende sedert een jaar het bestaan van het Duitsch spionnage-een- trum van Mulheim. Wist het ministerie van buiteDlandsche zaken dit? Minister HijmansNeen. Mathieu: Toen het er op aankwam do RECLAME. MODERNE STOFFEN. ELEGANTE MODELLEN. MATIGE PRIJZEN. ZIE OE ETALAGES I KOREVAARSTRAAT f militaire wetten te doen goedkeuren, kwam de Minister van Defensie stemming maken met dramatisch uit te roepen: ,,Wij moe ten ons leger versterken. Indien gij wist welke verontrustende berichten ik uit Duitschland kreeg, zoudt u geen seconde aarzelen." Van wie kwamen die berichten? EeD stem: Van Frank-Heine. Mathieu Waarom hield uw dienst zich in verband met het Utrechtsch document bezig met dingvD van politieken aard t Speelt uw tegen-spionnagedienst soms een rol in den verkiezingsstrijd en dan meer speciaal tegen de Vlaamsche nationalisten Nu wilt gij het uithangbord verhangen en uw vreemdelingenpolitie versterken. Gij schijnt echter uit het oog te verliezen, dat Frank en Hermans Belgen zijn. Het praatje dat wij geen wet hebben om de spionnage te straffen gaat niet op. De openbare opi nie is geschokt door de spoedige invrijheid stelling van Fraük. Minister-president Jaspar: Daar had de regeering niets in te zien. Oud-minister Vandervelde: Dan hebt gij uw plicht niet gedaan. MahtieuHet onderzoek heeft geen nor maal verloop gehad; het werd gesmoord zoodra bekend was, dat een uwer diensten in de zaak gemengd was. Uw houding in dezen was niet loyaal. Dan spraken de socialisten Pierard en Hubzin. De laat6te merkte op dat hij des tijds een dreigbrief heeft ontvangen vau Frank. Hij gaf het stuk aan het parket door, doch het parket heeft niet gerea geerd. Minister Jaspar nam vervolgens het woord. De positie der regeering is een vaste, zei hij Vsd af den eersten dag heeft zij geprotesteerd en de zaak in het reine willen trekken, doch zij had zich in haar verder verloop niet te mengen in de actie van den onderzoeksrechter. De beslissing van het gerecht bevestigt de valachheid van het document. Het werd vervaardigd met medeweteü en goedkeuring van den tegen-spionDagedienst, doch deze heeft het J stuk noch geannoteerd, noch gecorrigeerd. Strafbare bedoelingen waren niet aanwe- i zig, omdat gehandeld werd om de actie van zekere vreemde en Belgische verdachte ele menten aan het licht te brengen. Een stem: Leve de vaderlandsliefde. Communist van Overstraeten: Uwe ma gistratuur is verrot. Gij zelf beschermt Frank, den man die in 1919 door u werd gebruikt om de arbeidersbeweging fee be- spionneeren. Minister Jaspar: Zwijg! Van Overstraeten: Niet voor u! Pierard: Men is bang geweest. Minister Jaspar: De magistratuur zal haar geweten toch geen geweld aandoen om een veiligheidsdienst te beschermen. Hubin: Vox populi vox Dei. Van Overstraeten: De 83.000 stemmen van AntwerpeD op Borms hebben sommigen het hoofd op hol gebracht. HubinHier zijn dingen mee gemoeid die men ons verborgen wil houden. Minister Jaspar: Zoodra wij wisten dat de Bpionnagedienst met het geval gemoeid was, hebben wij den chef afgesteld. Al»* landen, ook Nederland, hebbeD inlichtingsdiensten. De regeering is van haar eigen loyauteit in dezen overtuigd en doordrongen. Dan sprak de socialistische leider Van dervelde. Iedereen juichte de arrestatie van den miserabelen documenten-vervalscher toe. Drie dagen later was hij vrij, nog voor de Kamer van inbeschuldiging-stellen zicb over zijD geval had uitgesproken. Dat aan- 1 vaarden wij niet en men moet ons hier nfet 209. Op school zitten is toch soms wel héél saai.voor een Oesterkind, want een onderzee-school is toch nog héél iets anders Oscar kan het lastig-zijn niet laten en tenslotte heeft meester Kalot er genoeg van en stuurt hem de klas uit en de gang in. 210. Maar daar haalt de bengel ook al weer katlekwaad uit: Hij knoopt alle jasjes, die zoo keurig aan den kapstok hangen, even keurig aan elkander. komen wijsmaken dat uit vaderlandsliefde gehandeld werd. Minister J asparDe dienst heeft het stuk niet geannoteerd. Een stem: Maar hij leverde wel het pa pier en den stempel. Vandervelde: in elk geval heeft uw dienst het stuk gelezen en goedgekeurd en dit is niet minder ernstig. Is het juis*, mijnheer de Brocqueville, dat Frank in uw ministerie 800 fraoes per maand verdiende Ministei Jaspar: Neen. Huysmans: En is hem niet een» 5000 francs ineens uitgekeerd geworden Vandervelde: Welk was het doel van uwe agenten, die de vervalschmg goedkeurden Van Overstraeten: Niemand antwoordt! Jaspar is bang voor Frank 1 Vandervelde drong er tenslotte op aan dat voor den goeden naam van België deze zaak totaal zou opgelost worden. De front-afgevaardigde Vos, motiveerde in een lange rede de rol van Hermans in. wat hij noemde, deze duistere politie-zaak. Terloops herinnerde hij er aan dat op -20 November 1923, toeD Vandervelde in de Kamer cischte dat de rol van de Belgische 6pionnagediensten in de bekende Rijn streek-onlusten duidelijk zon worden aan gegeven, Jaspar, toen Minister van Buiten- landsche Zaken heeft uitgeroependat za-i nooit gebeuren In het complot van heden schijnt de regeoring niet anders te hande len. Zij werkt met een onzuiver persoon tegen de Vlamingen. Sprekende over Her mans zei Vos dat deze het slachtoffer is van den sluwen Frank, maar dat hij hem (Vos) op het hoofd van zijn moeder en van zijn kinderen gezworen heeft geen oent voor zijn optreden te hebben ontvangen. Hij handelde in het belang van Vlaande ren, Nederland en Europa. Vandervelde heeft gezegd dat de ministers, die een der gelijk verdrag zouden onderteekend heb ben, voor een speciale rechtbank zouden moeten verschijnen, Frank was de erfge naam van nagelaten papieren en mémoires van generaal Mahieu, die zijn getuige was geweest bij zijn trouwen. Hermans, u. alles voor echt aanvaardde, zal zich in België komen verdedigen, zoodra de Front- partij hem daartoe opdracht geeft, doch wij hebben geen vertrouwen in het gerecht dat De Beuckelaer liet aanhouden tien da gen voor een verkiezing en hem negen maanden in voorarrest hield, waarna de krijgsraad hem moest vrijspreken. Dan sprak nog de communist Jacque- motte, die beweerde, dat De Brocqueville 25 Febr. reeds alles wist, dat Frank door het ministerie van Defensie de kosten naar Keulen bij Hauser vergoed kreeg. Een chef heeft het document helpen vervaar digen. Gedurende het eerste debat van 26 Februari zat Frank in de Ambtenaarstri bune, dus in opgedragen dienst van het Ministerie van Defensie. Vandaag is hij hier weer (Sensatie). Hij werd vrijgesteld omdat gij bang zijt van een debat voor het assisenhof. Gij zit in den modder met uw agent van 't tweede bureau van den staf. Gij zegt dat gij Frank niet als spion kunt vervolgen. Gij zoudt eens kunnen pro- beeren hem te vervolgen als ambtenaar, die zich op frauduleuze wijze staatsmate- riaal heeft aangeschaft. Maar ook dat zult gij wel laten. Tenslotte sprak de socialist Huysmans, dio als verdediger der regeering en van haar geheime diplomatie optrad. Het debat eindigde met het indienen van twee moties, een socialistische waarin op sancties wordt aangedrongen, en een ka tholiek-Liberale waarin eenvoudig acte ge nomen wordt van dc verklaringen der re geering. Hierover zal heden gestemd worden. Ward Hermans, die, na openbaarmaking van de hem betreffendo motie van den Vla&msch nationalen partijraad zich onmiu- dellijk bereid verklaard had de noodigc op helderingen te verstrekken, had den I3den dezer te 's-Gravenhage een bijeenkomst met de Vlaamsch-nationale Kamerleden Herman Vos en Gustaaf Deciercq over welke bijeenkomst thans door ,,De Schelde" een verslag wordt gepubliceerd Wij ont leen en daaraan, dat Ward Hermans het besluit heeft genomen om, voor het ge val, dat hij, ten einde zijn vrijheid van handelen te behouden, niet naar Vlaande ren terugkeert, tot vrijwaring van de of fensieve kracht der Vlaamsche nationalis ten in den a.s. veTkieringsveldtocht elke candiaatuui voo> de wetgevende verkiezin gen te zullen afwijzen. RECLAME. Uitgesproken: Arie Leenheer, slager, te Leiden, Pie- terskerkkoorsteeg 26. R.-c.mr. A. N. Kuhn. Cur.mr. H. W. J. A. Averbeck, te Leiden. W. Elfers, te Wassenaar, Rosensteinstr. 73. R.-c.: mr. F. J. A. Hijink. Curator: mr. J. J. Schokking, te Wassenaar. Opgeheven: C. F. Kromhout, te Leiden. TOONKUNST. Afdeeling Leiden. De afdeeling Leiden van de Mij. tot Bev. der Toonkunst, geeft morgenavond als extra-concert een Wagenaar-uitvoering Een Wagenaaravond van Toonkunst is altijd een genolvolle avond, en het doet iemand weer eens goed, buiten zijne be slommeringen te treden, en geheel op te gaan, in de fijne geest Van Wagenaar's geniale muzikale satiriek. De „Ode aan de Vriendschap", met de in leiding: „De hand des tijds". breed en ern stig opgezet even verder het pathos van: ,,'t gevlochten wiegjen", het realistische: „geen zuigpomp werkt gelijk de tijd", ge volgd door het geestdriftige koor: „Maar vriendschap boven tijd verheven", met de orkestrale pianopartij en nog het indruk wekkend slot, met eerst de walsallure, ein digend in den strengen psalmtoon. Allerfijnste kostelijke humor, maar en passant technisch een uiterst moeilijk werk, dat slechts door zeer geroutineerde koren kan gezongen worden. De „Schipbreuk" is eene muzikale illustratie, met aan de hand van de tekst, wanneer deze er aanleiding toe geeft, inge werkte tragmenten van populaire melodieën. De muziek sluit zich op hoogst verdienste lijke wijze nauw aan, aan de geesligheden en den origineelen onzin van „De School meester", om strak9 weer meer parodistisch te zijn. zooals o.a. de parodie op de ouder- wetsche Italiaansche aria. of in het storm- koor op de wijze, waarop 3e en 4e rangs theaters de naturalistische effecten plach ten weer te geven, en het heerlijke eind met zijn „schablonenhafte" fuga's Joh. Wage naar is voortdurend fijn gebleven en iedere banaliteit is hem verre, en hel is een waar genot een avond onder het gehoor te zijn van zijn hooge muzikaliteit en zijn fijnen tintelenden humor. SHAW OP IERLAND NIET GEKEND. Met 25 tegen 8 stemmen heeft de Senaat van de universiteit te Dublin een voorstel verworpen, om, als erkenning voor letter kundige verdiensten Bernhard Shaw lot doctor honoris causa te benoemen De Senaat is het dus blijkbaar niet met de meening van de geheele wereld eens, die Shaw als den grootsten levenden Ier beschouwt. NIEUWE UITGAVEN. ZOMERKAMPEN. Van de Vrijz. Chr. Jeugdcentrale ontvin gen wij een aardig geïllustreerd boekje om trent de in dezen zomer Ie houden kampen. Het bevat tal van interessante gegevens. Naar het Enge?sch van J S FLETCHER door Mej. A. T 40) Ondanks het feit, dat de kleeren van den doode zeer zorgvuldig door de plaatselijke politie onderzocht waren, stelde ik opnieuw een onderzoek m met een collega van me, die zeer groote ervaring heeft. Wij scheur den de voering uit de kleedingstukken. en zelfs uit den hoed en de laarzen, die hij ge dragen had. maar zonder gevolg Intusschen tonk zij een ingeving die mijn collega kreeg bemerkten wij dat de laarzen voorzien wa ren van extra losse binnenzolen Onder die yan den rechtervoet ontdekten wij een zeer klein zakb )ekje, anderhalven centimeter breed en twee centimeter hoog, dat een twaalftal blaadjes dun. maar 9lerk papier b°vatte. Ongeveer de helft van dit boekje, tot ik dadelijk in beslag nam. is vol met *anteekemngen geschreven in wat een code schijn» te zijn fk ben van plan. de hulp in 'e [oepen van epii deskundige in codes en ge heimschriften teneinde den inhoud van iit bleine hoekje te ontcijferen Dat het zeer ge wichtige inlichtingen bevat besluit ik uit ton ongewonen aard van zijn heimelijke schuilplaats Den uitslag van het onderzoek den deskundige zal ik u zoo spoedig hogelijk mededeelen. Ik heb hier slechts bij te voegen, dat na de ontdekking het lijk gezien is door ver scheidene personen, die in de buurl van de Rue de la Paix wonen. Allen hebben het herkend als dat van een oudachtig man, van aanzien zeeT bekend in dat deel der stad als een flaneur een bezoeker van koffiehuizen, dikwijls te zien bij de oude boekenstalletjes op de kaden en die er van hield aan de hoe ken der straten te staan praten Niemand van deze menschen kende hem echter bij naam, en volgen" een restaurateur, die hem als klant van gezicht kende, is het pas sedert de laatste twee jaren, dat hij een be kende figuur in deze buurt is. Verdere in lichtingen omtrent hem zullen ongetwijfeld verkregen worden waarvan ik u natuurlijk in kennis zal stellen." Jimmie. las dezen brief tweemaal, som mige zinnen er uit las hij verscheidene keeren. Einde'ijk vouwde hij hem dicht, stak hem weer in het enveloppe en sloot dit in zijn brandkast Toen dit gedaan was, 3tak hij een rigarel op, dronk wat en zette zich tot denken Dit was de tweede moord daaraan viel niet te twijfelen Het scheen hem. dat hij dien kon verklaren. Het was blijkbaar noo- dig geacht de vrouw in de South Molton Street uit den weg te ruimen, er bestonden waarschijn'ijk evpn sterke redenen, waarom men zich van den man in Parijs wilde ont doen Machtige genootschappen, vereenigin- gen benden vnorzoover men hun geschiede nis te weten kwam hadden het dikwijls noo- dig geoordeeld vertrouwde agenten uit den w°g te ruimen hel lot vsn monsieur en ma dame Charles scheen van dien aard te zijn Maar wie had hen uil den weg geruimd? Zou de politie ooit dat geheim ontdekken? Jimmie's blik dwaalde plotseling naai het adresboek, dat Kentover gehaald had en hij herinnerde zich, waarom hij er om gevraagd had om den naam te hooren van den be woner van het huis in St. John's Wood. Hij trok het dikke boek naar zich toe en begon de bladen om te slaan. En op een9 zag hij, wat hij zocht. Daar stond het zeer duidelijk: Holgate Lodge: Douairière Markiezin van Scraye. HOOFDSTUK XXV. „Laat het rusten I" Jimmie duwde het adresboek op zijde en opstaande, keek hij er naar. als hij zou ge keken hebben naar een menschelijk wezen, dat hem juist de meest verbijsterende inlich ting gegeven had Op de tweede groote blad zijden. vol met klem gedrukte regels, scheen die bijzondere mededeeling met zeer grooten nadruk te staan. Hij herhaalde ze zacht bij zichzelf. „Holgate Lodge! Douairière Markiezin van Scraye." Het was inderdaad een openbaring, voor Jimmie dat hij op eens de oplossing van het raadsel gevonden had. dat zich den gehee- len avond telkens aan hem opgedrongen had het raadsel van lord Scraye's gedrag ten opzichte van het snippertje papier. Het was heel zeker, dat Scraye de hand herkend en dadelijk voorgewend had. dat hij dit niet deed Hii had het eene oog<mblik kennis verraden en het volgende onwetendheid ge veinsd. En Jimmie had zich vergeefs afge vraagd waarom? Hij wist het nu Die hand was van ladv Scrave.* Als zooals ma^r al te zeker scheen het briefje aan Curtis gericht was, bleek het duidelijk, dat lady Scraye in be trekking tot Curtis stond. Curtis, den man, die buiten twijfel zich van het aangetee- kende pak en zijn waardevollen inhoud had meester gemaakt. Zij 9tond natuurlijk in be trekking tot hem en mevrouw Wytkenshawe had hij. Jimmie, ze niet alle drie te zamen gezien dien avond? Had Curtis haar niet naar Holgate Lodge begeleid? De zaak was duidelijk en zeker. Lord Scraye had het schrift herkend had ook bemerkt, dat zijn bloedverwante in verbond, vereeniging was met, in ieder geval op een of andere manier in betrekking stond tot deze dieven, en hij had haar bezocht, om haar daarover te on derhouden, een verklaring te vragen, te zeg gen wat hij wist. Zoo was het natuurlijk Jimmie begreep nu de beteekenis van h^t tooneel, waarvan hij buiten het raam van Lady Scraye's huis getuige was geweest; hij kon nu een verklaring vinden voor lord Scraye's klaarblijkelijke boosheid en van de gemelijke wijze waarop de dame zijn ver wijten had opgenomen. Bloedverwante? In welke familiebetrek king stond lord Scraye tot ladv Scraye? Was zij zijn moeder, zijn stiefmoeder wat was zij? Jimmie was niet goed thuis in de stam- boomen en geslachten der Engelsche artisto- cratie en hij wist niet veel meer van den tegenwoordigen markies van -Scraye dan dat hij een vriend van Packe was, een zeer rijk, jong edelman, en een gemoedelijk opge wekt mensch. met geeD broers of zusters. Het was echter niet moeilijk dit uit te vin den voor hij naar bed ging. Er was een lijst van de pair* van Dods. Hij nam deze en sloeg op. wat hij zocht, en in een paar minutpn wist hij zooveel van de familiegeschiedenis der Scraye's als hij voor zijn doe1 noodig had. Hij vond. dat de laatste markies van Scraye tweemaal ge trouwd was geweest; de tegenwoordige mar kies was eenig kind uit het eerste huwe lijk; de tweede vrouw van zijn vader was Alethea Mc Micking Ma9on, dochter van Aloysius Mc Micking Mason van Chicago, en daarom vermoedelijk een Amerikaan- sche. Er waren blijkbaar geen kinderen uit dat huwelijk, er werd er ten minste geen genoemd in Dod. Maar Dod lichtte Jimmie verder in, dat douairière markiezin van Scraye (geboren Mc Micking Mason) ver blijf hield te Gillenham Manor, Willshire, en in Holgate Lodge, St. John's Wood. Jimmie legde zijn boeken weg en ging naar bed. Hij had voor dien avond genoeg gehoord. Met zijn karakteristieke kalmte zette hij alle gedachten aan geheimzinnig heden, alle problemen van zich af, zoodra hij zijn slaapkamerdeur achter zich gesloten had. en hij sliep den slaap des rechtvaar digen. totdat Kentover hem den volgenden ochtend wekte. Maar toen hij na het ontbijt, Eva Walsden alleen had. haalde hij het stukje papier te voorschijn en toonde het haar. „Ik vermoed, dat u vrijwel bekend was met de correspondentie daar in dat huis :n de South Molton Street?" vroeg Jimmie. ÏJ zag zeker altijd de brieven der klanten? Herkent u dit schrift? heeft u het ooit le vo ren gezien? Het is wel wat eigenaardig het soort schrift dal men zich wel herin nert." Eva nam het snippertje papier, bekeek het en gaf het onverschillig terug „Oh ik weet. van wie die hand is!" ant woordde zii ..Van ladv Sorave. de markiezin van Scraye Zij woont op Gil enham Manor, in Willshire ik heb dikwijls wat daar heen geadresseerd." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 9