ir,g n nieuwe JN mantel f|ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 15 Maart 1929 Vierde Blad No. 21166 LAND- EN TUINBOUW. RADIONIEUWS. GRIEP. op bet oogenblik, dat ik dezen brief ga ^;.arijven, komen uit allerlei deelen der we- Ejd berichten tot ons, dat daar een ern- k-e griep-epidemie heerscht. Niet alleen in aerika, van waar de eerste berichten ramen, maar sedert ook in Europa, o.a. Berlijn, Denemarken en Polen, komen ilriike gevallen van griep voor. Er is dus jl jjle reden om aan dit onderwerp een be- sreking te wijden, want de kans is groot, at ook ons land een bezoek zal krijgen, ïochl het geluk ons dienstig zijn en de j.idep ie verzuimen onze landspalen te irerschrijden, dan staat het verlies aan dualiteit, dat dit epistel zou lijden, ver en ten achter, bij het voordeel van be nard te blijven voor alle ellende, welke grièp-epidemie met zich brengt. Hel jongere geslacht herinnert zich niet ser de eerste epidemie van 1890, toen de :ekte.als iets geheel nieuws ons volk over- Wel hadden wij gelezen, dat vroeger Rusland af en toe een allerheftigste soort ierkoudheid, de influenza, was opgetreden, veel meer wist men er niet van. poedig was er gelegenheid genoeg, erva- lag op te doen omtrent de wijze van optre- ?d, toen gansche huisgezinnen werden angetast, door de algemeenheid der ziekte |iiwijls geen hulp was te krijgen en me- arts met tal van huissleutels in zijn rondging, om althans bij zijne patiën te kunnen binneD komen. Meestal openbaarde de ziekte zicb Dial ling met hooge koorts, algemeens zwaate i verschillende plaatselijke Terschijnsel en. :D van de toen vep'-?<c?ig waargenomen sginversehiór.aeien was, dat het naar bo- kijken een pijnlijk gevoel in de oogen Men onderscheidde al gauw drie hoofd- :rmen, naarmate het hoofd, de borst- of k-organen het meest werden aangetast, rfgevallen kwamen vrij talrijk voor, :eh meest bij personen, die reeds zwak i constitutie waren, hetzij dat zij den ival der ziekte zelf niet meer konden Mrstaan, hetzij door bijkomstige ziekten m19 bij die vormen, waar de ver^hijn- ilen der borstorganen op dei? voorgrond iden, door longontsteking. Het meest op- illend was de ïn bijna alle gevallen nog i lang aanhoudende zwakte, zoodat het Makkelijk een half jaar kon duren, ook betrekkelijk niet zoo zware gevallen, ;»rdat men zich weer even flink en sterk roeide als voorheen. Na die eerste epidemie kwamen met bij- regelmatige intervallen nieuwe epide- lên voor, die echter van minder uitge- ^eidheid en veelal ook van minder ern- l'en aard waren. Het bij besmettelijke kien gewone verschijnsel, dat de lijder, de ziekte eenmaal goed doorstaan had, ar als regel niet weer kreeg, bleek voor lluenza niet op te gaan. Er waren er zelfs, als het ware op de ziekte geabonneerd lenen en bij elke volgende epidemie op- werden aangetast. De immuniteit,. Ike na roodvonk, typhus, pokken enz. iaat, bleef dus uit of waS* althans in mindere mate aanwezig. )ie immuniteit kan, zooals men weet, ^■testmatig worden opgewekt. Ik wijs op het «st klassieke voorbeeld der koepok-inen- |tig, welke met zoo goed als absolute zeker- het krijgen van pokken voorkomt. Voor tphterie, typhus, roodvonk, kinkhoest, teta- 12S en vele andere ziekten worden vóórhe lende inspuitingen toegepast. Daarvoor evenwel in de eerste plaats noodig, dat ü?d den verwekker der ziekte nauwkeurig tent, afzonderlijk kan kweeken en dan de foorhehoedende inspuitingen kan bereiden, foor influenza is dit nog niet gelukt. Wel leeft men de zoogen. influenza-bacil leeren tënnen, maar het staat nog niet voldoende vast, dat deze de eenige oorzaak van de nekte is en waarschijnlijk spelen daarbij )og andere factoren een rol, welke men tot iu toe niet in staat is te elemineeren. Maar is ie_der er van overtuigd, dat wij met Sn echte besmettelijke ziekte te maken khben. Als wij het verloop van verschillende be smettelijke ziekten nauwkeurig vervolgen, •an zijn wij geneigd, aan ieder afzonderlijk "n bepaalden levensloop toe te kennen. Ter- 'ijl sommige ziekten steeds in ernst toe- -fmen, gaan andere in kwaadaardigheid '«'hieruit. Sommige ziekten kent men zelfs L"een nog uit de geschiedenis, zooals de frartè dood uit de middeleeuwen. Roodvonk ïeemt in beteekenis af, mazelen worden harentegen meer dan vroeger gevreesd. Van f-kken en diphterie, welke zich ook in een kiende lijn bewegen, is het niet zeker, of daartegen genomen maatregelen (vacci- ^lie en - serumbehandeling) hienroor als v«den mogen gelden of er althans in belang de mate toe hebben medegewerkt. Verder is het merkwaardig, dat de eene •pidemie een zooveel ander karakter ver ent dan de volgende. Dit is ook met in- ,IJenza het geval Sommige epidemieën ^ren van vrij onschuldigen aard. Daar tegen is die van 1918 ten zeerste be rucht. En terecht, want zij deed wat het yfllal slachlofers betreft, aan den toen luist afgeloopen grooten oorlog ernstige con ferentie aan. Rebben wij nu, tien jaren later, een her ring te vreezen? Natuurlijk kan niemand karop een afdoend antwoord geven. Er is ^svan niet, omdat twee op elkaar volgen- epidemieën zelden precies op elkaar ge- ^en Maar ook, wanneer zij van niet zoo i^ligen aard moebt zijn. is er reden ge- met het oog op de mogelijkheid, dat de ^'te-golf over ons land zal strijken, Da te |j*3n, hoe wij ons te dien opzichte te heb- I*0 gedragen en of er nuttige maatregelen tornen kunnen worden. In de eerste plaats heeft men zijn best te doen om zich vrij te houden van overdreven vrees. Vrees is een ongunstigen factor voor het weerstandsvermogen en de versterking van dat laatste is het beste, dat wij kunnen doen. Ieder behoort te bedenken, dat, als de uitbarsting hier komt, er een kans is, dat hijzelf tot de getroffenen zal behooren. Wat niet wegneemt, dat het alleszins gerecht- vaardigd is, de oude spreuk: „Wie den vre- I de wil, wapene zich ten strijde" ook hier in toepassing le brengen en dus er voor te zor gen, dat, zoo de ziekte ons lichaam tot doel- I wit mocht kiezen, dat lichaam voldoende I voorbereid is Hoe doen we dat? In het kort gezegd, luidt het antwoord: Gezond en een- voudig te leven en zich vrij houden van ex- i cessen. Bestaat er eenige afwijking, welke i door de ziekte gemakkelijk verergerd zou kunnen worden, dan is het zaak, deze met zorg te behandelen en dus zelfs voor betrek kelijke kleinigheden den huisarts te hulp te roepen, al zou men er anders misschien nog niet toe gekomen zijn. Omdat griep een besmettelijke ziekte is, zou de eenvoudigste raad zijn, zich voor besmetting te vrijwaren. Dit is practisch niet mogelijk, zoodra de epidemie een ze keren omvang verkregen heeft. Dan moeten wii wel aannemen, dat de kiemen de? ziekte door onze gan9che samenleving ver spreid zijn Maar toch weten wij, dat ook de hoeveelheid smetstof een rol speelt. Een weinigje zullen wij mogelijk overwinnen, terwijl een grootere hoeveelheid ons de baas wordt. In dit verband een enkel woord over het bezoek aan patiënten, waar de besmettings kans uit den aard der zaak het grootst is. Voor zwakken en ouden van dagen is het niet anders dan verstandig te noemen, wan neer zij, indien zij niet noodzakelijk met den patient te maken hebben, uit zijn buurt blijven. En ook voor anderen zal de voorzichtigheid er allicht toe leiden, een besmette omgeving te vermijden, zoolang men daar niets te maken heeft Zulk e*n omgeving kan men overal vetrwachtón, waar veel menschen lesamen komen. Tn vergaderingen van allerlei aard is men allicht minder veilig dan in zijn huiskamer. Maar in dit opzicht mag men toch niet j overdrijven. De huisarts loopt tijdens we» I griep-epidemie van den eenen patient naar den anderen, komt dus elk oogenblik in de meest besmette omgeving; op weg van hc: eene huis naar het andere heeft hij de beste gelegenheid om kou te vatten. Toch is nooit aan het licht gekomen, dat de griep onder de dokters zooveel meer slachtoffers maakt dan in andere beroepen Hij denkt niet een» I aan gevaar, doch gaat kalm zijns weegs en doet zijn plicht. Als ieder ander dat ook 1 doet en zich in acht neemt vonr schadelijk- heden, dan behoeft hij volstrekt Diet no- I vreesd te zijn en kan met vertrouwen af- wachten wat gebeurt, en, mocht hij de ziekte j krijgen, deze met berusting dragen. II. A. S. RECLAME. bezig hielden, eigenaardig tulpentrekkers genoemd en aan dit spraakgebruik zullen wij ons dan ook nu maar houden. Laat ons nu maar niet denken dat de eer ste kassen die men daar bouwde model inrichtingen waren alle9 behalve Het wa ren kasjes zoo bescheiden mogelijk. Wat oud hout eD ramen van verschillende vorm was het materiaal waarmede men werkte. Gebrek aan het noodïge bedrijfskapitaal was de reden dat men .zich op deze wijze moest behelpen Weinigen van hen. welke die oude toestanden nog hebben gekend, zullen ver moed hebben dat deze nieuwe cultuur de vlucht zou nemen, zooals wij die nu ken nen. I De kassen rijzen nu als het ware uit den grond en nipt alleen kleine en onaanzien lijke, van hen wier beure niet al le ruim ge spekt is, maar ook groote, die naar de eischen van den tijd zijn ingericht. De trek- j kerij van bloembollen bleef niet tot Rijns burg beperkt maar ook in de omliggende plaatsen- Sas»enheim, Lisse, Voorhout, Noordwijkerhout, Noordwijk. Katwijk. Val kenburg en Voorscholen ligt men zich op dat bedrijf toe De export naar Engeland en Duitschland neemt jaarlijks in omvang toe, en sedert enkele weken zend men zelfs bol- bloemén naar Amerika. Wat dit bedrijf in de toekomst worden zal valt moeilijk te zeggen. De inporteurs van bloembollen be weren stok en stijf dat de invoer van bloe men uit ons hnd de vraag naar bollen be langrijk zal doen verminderen. Wij voor ons geloovpn dat vrees, ook in deze, een zper slechte raadgever is. Men verliest uit het oog dat het gebruik van 1 bloemen wat een gelukkig verschijnsel is steeds toenemend is, ja veien zelfs bloemen als een levensbehoefte beschou wen. Zeer waarschijnlijk zullen de trekkers dit jaar ook dan wel in aantal toenemen, de bestaande hun glascultures wel weder uit breiden want het gaat dit jaar, tol nu toe, den trekkers wel voor den wind Ging in den aanvang het trekken niet gemakkelijk, nu gaat het vrij goed en de prijzen die ge maakt worden zijn momenteel goed loo- nend. Wij verblijden ons daarover, want men moet met uit het oog verlipzen dat het geld, wat de bloemen opbrengen meeren- deels uit het buitenland komt'en dus de be oefenaren in ons land (en goede komt. Dat deze bedragen niet onbelangrijk zijn kan men uit de volgende cijfers, die ons zeer welwillend door het bestuur der vei lingvereniging „Flora" te Rijnsburg ver strekt zijn. leeren. In de week loopend van 23 Januari tot en met 2 Februari werd op die veiling verkocht voor een bedrag van f. 06 400. Gedurende de maand Januari was dat bedrag f 288.645 dal was f. 70.000 hooger dan over hetzelfde tijdvak van 1928. Men moet hierbij nog rekening houden met het bedrag dat verkocht is op de veiling van de veilingvereniging ..Bloemenlust". Daar bij komt nog dat een belangrijk gedeelle der getrokken bloemen niet aan de veiling komt Tn de eerste jikiats zijn er nu alleen in1 Rijnsburg ongeveer een zestigtal trek kers die hun bloemëh zelf naar het buMen- land verzenden En een belangrijk gedeelle dat in het binnenland door de trekkers aan bloem°nwinkeliers en tussehpnhandelaars wordt geleverd. Mag men sommige terzake kundige personen gplooven dan zou het be drag bijna wel op het dubbele geschat kun nen worden. Nu komen deze bedragen na tuurlijk niet gehee' aan Rijnsburg ten goede maar moet gedeeld worden over de hiervoor genoemde plaatsen. Maar dit neemt niet weg dat de uitbreiding der glasculturen onze geheele omgeving ten goede komt. DE UITBREIDING DER GLASCULTURES RONDOM LEIDEN. De Nederlandsche tuinbouw staat op een zeer hoog peil t Zou zelf moeilijk zijn, om een land ter wereld aan te wijzen waar deze tak van bestaan, meer en beter wordt beoefend dan bij ons te lande. Wij danken dit in de eerste en voornaamste plaats aan de energie waarmede onze tuinbouwers er voor zorgen om met hun tijd mede te gaan. Toen de verhoogde landprijzen er toe noop ten om steeds productiever te gaan werken, is in zeer vele tuinbouwcentra de toevlucht genomen tot glascultures Ook in de omge ving onzer Sleutelstad bleef men niet ach terwege. Reeds sedprt jaren ziet men daar van jaar tot jaar eene belangrijke uitbrei ding van de teelt onder glas Vooral in het naburige Rijnsburg is dit in hooge mate het geval Een dertigtal jaren geleden was daar van eigenlijke tuinbouw al zeer weinig sprake Kool en uien was toen hoofdcultuur daarbij vond men ook langzamerhand wat bloembollenteelt. Ondernemend als de Rijns burgers nu eenmaal van huis uit zijn het koopmanschap schijnt daar bij elke man als het ware ingeboren te "zijn trokken velen het land in om dp voortbrengselpn der gron den. aan den man te brengen. In het voor jaar. wanneer dp productpn zoo goed als uit verkocht waren, namen zij huD toevlucht tot d«~ bloemen van hyacinthen tulpen en narcissen, om die in ons gpheple vaderland ja zelfs tot ovpr onze grenzen, te gaan ver- koopen Van het epn kwam geleidelijk hef ancLere De vraag naar bloemen nam steeds toe en dit bracht enkelpn er toe om de bloe men hoofdzakelijk tulpen, te gaan vervroe gen. Men heelt degenen, die zich daarmede TWEE DANKBARE KAMERPLANTEN CLIVIA EN CYCLAMEN. Een kamerplant, die men in bijna alle huizen aantreft, is de Clivia of Hyman- tophyllum, die afkomstig is van Kaap de Goede Hoop. Tegenwoordig wordt deze plant in de buurt van Gent in 't groot gekweekt, door middel van „scheuren" en „zaaien". De Clivia is een plant die langzaam groeit en daarom is het niet noodig haar elk jaar le verpotten. Dit verpotten geschiedt om de 2 a 3 jaar, vlak na den bloei, ongeveer in Maart. Het grondmengsel voor Clivia's is zwaar en bestaat voor de he'lft uit ouden bladgrond en voor de andere helft uit verleerden klei- j graszoden grond en wat oude koemest. Voor drainage worden scherven onder in den pot gelegd. De grond moet stevig worden aan- gedrukt, omdat de wortels neiging hebben zich naar boven te werken. 't Is niet altijd noodig de planten bij de overpotting een grootere pot te geven; men kan volstaan met dén ouden grond uit de j kluit te schudden, doode en zieke wortels met een 9cherp mes weg te snijden en de plant weer in dezelfden pot te zetten. Meesttijds kan men zelfs volstaan met de plant een nieuwen bovengrond te- geven en de binnenkant van de pot met wat koegier in te smeren. Een Clivia is zc-cr gevoelig aan het wor telstelsel, daarom is bovenstaande behande ling aan te bevelen. Zij laat niet te veel met zich sollen. Oudere planten worden 's zomers op een beschaduwde plaats in den tuin gezet, met de pot 2/3 in den grond. Indien zij geheel in den grond begraven zouden worden, dan zouden de wortels over den pot heengroeien en bij het opnemen te veel te lijden hebben. Men giete de planten zoo nu en dan, geve om de 3 weken wat verdunde gier. Tegen het najaar worden zij in huis gehaald, na eerst de bladeren goed schoongemaakt te hebben. Ze wonden matig vochtig gehouden maar legen den bloei, ongeveer December Januari, vereischen zij meer water Men be gint met volop water geven, wannper de bloemsteel ongeveer 10 c.M. ontwikkeld is. Bij te vroegtijdige overvloedige begieting zou de bloemsteel heel kort blijven, de bloem zou zich dus onderaan tusschen de bladeren ontwikkelen, wat minder mooi is. Tijdens den groeitiid geve men af en toe wat opgelosle bloempnmest. De jonge blade ren mogen niet in het felle zonlicht staan. Overigens wil de Clivia graag een lichte, luchtige, niet te warme standplaats Dikwijls ontwikkelen zich beneden aan den plant jonge planten. Men kan deze daar laten groeien of ook afnemen zoodra 4 a 5 bladen ontwikkeld zijn. Op dien manier krijgt men nieuwe planten. Is in MaartApril niets van een bloem knop te merken, dan zal de plant dat jaar vermoedelijk niet bloeien. Dit niet bloeien heeft dikwijls zijn oorzaak in een te laat verpotten of in te veel water vanaf October tot Januari Komt in Maart de bloemsteel nog niet te voorschijn, dan moet toch water ge geven worden om den zomergroei le bevor deren. Sommige Clivia's bloeien zoo dankbaar dat ze tweemaal per jaar bloem geven. Dit wijst op eene goede behandeling, wat water geven betreft, gedurende den zomer. Is de Clivia uitgebloeid, dan is aan te be velen, de vruchtbeginsels te verwijderen, de bloemstengel, late men zitten, deze droogt vanzelf in zoodat zij dan later makkelijker zonder schade te verwijderen is. Snijdt men den stengel af in groenen staat, dan zoude dit een te groote wond achter laten. Immers de stengel is vleezïg. Er zijn verscheiden varië teiten van de Clivia, o.a. Clivia Miniata, de meest bekende, verder Clivia Miniata robus- ta met veel brec-der blad en grooter, donker der oranje bloem, Cl. Nobilis mot hangende bloemen e.a. Cyclamen. Deze is een plant, die in een matig gestookte kamer zich het meest op hare plaats voelt. Zeer goed kan zij bij nor male winters in een onverwarmde kamer ge plaatst worden, mits het vertrek 's nachts vorstvrij blijft. Een Cyclame verlangt veel licht. Een te donkere standplaats zou slappe bloemstengels veroorzaken. Een standplaats dicht bij het venster, mits er geen radiator onder het venster is aan gebracht, is voor de Cyclamen bij uitstek geschikt. Deze pot-planlen bloeien gewoonlijk van af October tot on met Januari. De grootste waarde heeft deze plant voor een. particu lier, wanneer zij goed afgehard afgeleverd wordt, d.w.z. zij in een staat worden afge leverd. dat zij in kamertemperatuur kunnen doorbloeien. Men zoeke planten uit met veel knoppen. Koopt men een plant met uilslui tend reeds tot bloem geworden knoppen er aan, dan kan men er zeker van zijn. dan is na 14 dagen de plant uilgebloei. Bij een plant vol knoppen, mits goed behandeld kan men drie maanden van den bloei genoegen smaken. Tal van kleuren, roode, rose, witte, lichte en donker zalmkleurige treft men onder de Cyclames aan. Men geve eiken dag zooveel water op een schoteltje onder den pot dat de hoeveelheid wafer np een dag geabsorbeerd kan worden. Mocht er dea avonds nog water op het schoteltje staan dan verwijdere men dit. Men mag ook op den pot gieten om den bovengrond vochtig te houden, doch giet vooral niet tusschen de bladeren of op den knol. Dit en te veel vocht toedienen veroorzaakt het ontstaan van gele bladeren en „rot" in de bloemen, en het slaphangen van de bladeren. Droog mag de plant echter ook niet slaan, regelmatig water geven al naar mate de vochtigheids toestand van Uw vertrek eiken dag is. Een keer in de week, tweerireer in de week, al naar mate de toestand van Uw vertrek het noodig maakt Is de plant uitgebloeid; dan weinig water geven, de grond laten uitdrogen en na 46 weken de bol in een anderen pot zetten met versche aarde. Dit grondmengsel moet een luchtige vochtop- gevende grond zijn. Een Cyclameplant groeit het best in 'n veenachligen dus molm- achligen grond. Eein Mei wordt de knol met pot buiten op een beschaduwd plekje in gegraven. Gedurende den zomer moet zij gebroesd worden, bij warme dagen wel drie keer per dag. Het spreekt van zelf dat de plant dan ook vochtig gehouden moet worden. Een bemesting van vloeibare mest is dan aan te bevelen. Gedurende de zomermaan den moeten zich bladeren en knoppen ont wikkelen. In September moet men op nachtvorsten bedacht zijn, dan dekt men 's avonds de plant met een omgekeerden pot af. Eind SeptemberOctober van dit jaar kan men, indien bovenstaande wenken goed worden opgevolgd, een pracht exemplaar van een Cyclame. die in 1928 in Uw be zit was, weer in de huiskamer opkweekem v Vraag: Mijn Clivia is bevroren en hangt als een treurwilg. Wat kan ik doen? "Moe ten de hangende toppen afgesneden worden of weet U een,ander middel? P.V. te L. Antw.: Het is de vraag ïn hoeverre Uw plant last heeft gehad. Als het hart der plant is gespaard of althans niet erg heeft geleden, kan de Clivia het wel weer op halen. Geef de plant dan voorloopig weinig water en houdt haar in een ongestookt vertrek. Door hergroei zal de plant dan vanzelf toonen of ze nog voldoende kracht heeft. De hangende punten der bladeren kunt U gerust bijknippen. Als de plant ge heel bevroren is wordt ze bruin en gaat dood. Vraag: Ik heb een Araucaria, waarvan de bladeren gaan hangeren. Wat kan hier van oorzaak zijn en wat is er aan te doën? v. W. te L. Antw.: Vooral de onderste, dus de oudste bladeren, gaan dit als regel doen bij deze kamerplant. De bovenste blijven dan nog flink horizontaal. Hiertegen is niets te doen. Houdt de plant liefst ongestookt en giet de bladeren éénmaal per week af met lauw water om ze stofvrij te houden Uw plant is toch niet bevroren? Mocht dit wel zoo zijn dan wordt het groen bruin en houdt U vooral de plant ongestookt en geeft wei nig water in de eerste 2 a 3 weken. Vraag: Ik kreeg eenige dagen geleden een Azalea in bloei Wanneer ik er aankom vallen de bladeren in menigte af. Hoe moet ik het aanleggen om H- »lant toch over te houden. Mevr. C. G. d. B. te L. Antw.: Het afvallen van de bladeren RECLAME. DEN HAAG, ROTTERDAM, Alléén Hofweg 6. Hoogstr. hoek Spui. 9609 komt in hoofdzaak door de droge lucht, welke in elke huiskamer of salon hëerscht. U kunt hieraan tegemoet komen door de plabt in een ongestookte, maar vorstvrije kamer te plaatse U ziet de plant dan wel niet zoo veel maar het laten vallen van de bladeren is veel minder. Een bloeiende Azalea kan zoo soms 6 weken goed blijven. Geef dagelijks wat water, dat niet te koud mag zijn. Na den bloei de bloem'resten weg plukken om zaadvorming te voorkomen. Vraag: Hoe moeten bevroren aardappelen en vruchten behandeld worden om ze niet voor de consumptie verloren te doen gaan? II. d. P. i te L. Antw.: Veel hangt hier af van de mate van beschadiging. Zijn de vruchten en aard appels licht aangetast, dan doet men goed, ze zooveel mogelijk in het licht, op een koele plaats uit te spreiden, zoodat en zoo veel mogelijk lucht bij kan Kunstmatig kan het proces niet hersteld, d.w.z. er zijn geen middelen aan le wenden om de beschadi ging te herstellen. In sterke male bevroren aardappelen en vruchten zullen, wanneer de vorst er is uitgetrokken gaan rotten en zijn voor het gebruik niet meer geschikt. Vragen op Tuinbouwgebied aan de Re dactie onder motto „Tuinbouw". NOS TUNGUNT ROSAE. Een proeftuin te Aalsmeer. In de gisteren te Amsterdam genouden vergadering van de vereeniging „Nos Jun- gunt Rosae" is medegedeeld dat de noodïge slappen zijn gedaan om te komen tot de stichting van een nieuwen landelijken proef tuin „N. J. R." le Aalsmeer, en tot een ge combineerde keuring van nieuwe rozen op een speciaal afgezet gedeelte Besloten werd het bestuur te machtigen die maat regelen te overwegen, welke tot een alge- meene samenwerking van kweekers leidpn en dezen een prikkel kunen zijn tot geregpld inzenden (wat dit laatste bebreftbijv door het toekennen van medailles) Óok met de buitenlandsche kweekers zal coTilacI gpzocht worden. Het bestuur van de proeftuinento Aalsmeer werd dank gébracht. EEN TWEEDE TRANS-ATLANTISCHE TELEFOONDIENST. Te Montreal is een beam-telefomezender (voor gerichte telefonie) geïnstalleerd welke den telefoondienst tusschen Amerika en Engeland zal onderhouden. De vorige week woiden reeds gesprekken gevoerd tusschen Montreal en Bridgwater Somerset (Engeland) vice-versa. Bij dezen dienst wordt gebruik gemaakt van het Marconi Matthieu Multiplex Sy steem, waardoor het mogelijk is 't telefoon gesprek via een telegraafkabel le voeren zonder dal de telegrafische-signalen 9lorend werken op het gesproken woord Deze nieuwe telefoondienst belooft een concurrent tc wor den van den dienst welke vanuit Rugby wordt onderhouden. Deze werkt met een energie van 250 K.W. terwijl een zender volgens het beam-systeem een energie van slechts 20 K.W. vereischt. Deze laatste zal dus in exploitatie veel goedkooper zijn met als gevolg voordeeliger tarieven. DE OLYMPIA RADIO TENTOONSTELLING IN ENGELAND. Teneinde het geven van demonstraties in de tentoonstellingszaal der eerstvolgende Olympia Radio Tentoonstelling mogelijk te maken, overweegt de Bond van Radio Fabri kanten in Engeland plannen tot het installee- ren van een aantal geluiddempende gehoor- cellen. Mochten deze plannen verwezenlijkt wor den, zoodat men in tegenstelling met ande re jaren, thans wel zal kunnen demonstree- ren, verwacht men een aanmerkelijk groo teren toeloop van bezoekers. Een radio-tentoonstelling waar niet gede monstreerd wordt, acht men niet geheel en al aan het doel te beantwoordenhet zal noch- thans een moeilijk vraagstuk z-> hoe de electiiscbe storingen tot een minimum te beperken. In Nederland zijn deze demonstraties steeds een fiasco geweest en neemt het publiek een onjuiste meening mede. Demonstreeren onder deze ongunstige om standigheden kan alleen worden afgeraden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 13