VOOR DE JEUGD LEIDSCH DAGBLAD Jaargang Donderdag 14 Maart 1929 No. 11 J*L ii;i»?>iii;?li;i:»«i jilTiiil?ïi jilTit giiTïiïii7g'^mg^Vt -•Jm;-' TjL*X*J-#JL#JL*^#JLaJJtJSOSuL\U'<±r<AJm<Af '•'SnJ*' 111 AAA ONZE RAADSELJEUGD SNEEUWKLOKJE. EEN GEZELLIG MIDDAGJE. regelde raadselvriendjea en -vrien- i zullen wel gemerkt hebben, dat aateten tijd geen correspondentie in erkrant verscheen De zal jullie de ertellen- de raadsel tante, Mej. Koop- in Boekeren, is ernstig ziek, zóó zelfs tot haar spijt voorloopig niet mee* ie kan correspondeeren. >eft de directie van het „L. D." mi) of ik nu tijdelijk voor de raadsels iefwisseling wil zorgen, en zoo heb- ie dus een nieuwe raadseltante ge- ip nu dat jullie weer net zoo getrouw zult 9turen als te voren, hoe meer ik krijg hoe leuker ik het vind. vooral in het begin maar veel zelf. hoe oud je bent en natuurlijk teet want ik heb gehoord dat som- rel eens vergeten hun naam in den zetten, en dan weet ik natuurlijk ik moet antwoorden. ;ens zullen wij wel spoedig goede worden, denken jullie ook niet? het heel prettig vinden als ik nu dsels en anecdotes van jullie krijg; heeft die stuurt het dus wel. lgende week zullen we beginnen met dsels voor grooten en kleinen, wil ik er tenslotte nog aan her dat de brieven met op de enveloppe rd ..Kinderkrant" des Maandags om 12 uur aan het bureau van D." bezorgd moeten zijn. Ik zal ze heusch aan den kant moeten leggen is voor jullie en ook voor mij niet ijg dus veel brieven en allemaal op tijd? proken II HIL. BRALTEN. iwklokje in den kouden wind je wel dat 'k jou dapper vind bloempje wil er nog geuren jij, zoo klein, en zoo blank en zoo (teer ïiert zoo feest'lijk je klokje weer. gaat en soms wat gebeuren? jongetje, wat ben je toch dom. je dan niet, waarvoor ik hier kom? mij al zoo vroeg heeft gezonden? voor de lieve Lentebruid maar aldoor mijn klokje luid. mst wil ik 'k gaan ieder verkonden *aJ er ook weldra elk bloemelijn toesteren in de zonneschijn. •ij aan de aarde wil 9chenken. I er dan menschen en dier weer (geniet s ge nu voortaan een sneeuwklokje (ziet. aan haar boodschap maar denken JO KROMHOUT. Thea van Kampen zat met een verveeld gezicht door de ruiten te kijken. Ba, wat akelig, dat het nu juist op Zondag regende: ze zou anders met Vader gaan wandelen. Ze sprong op, nam een klein stoeltje en zette zich voor den haard. Maar ook hier vond ze het niet prettig. Ze zou maar eens gaan piano spelen. Ze deed heelemaal haar best niet en trommelde er maar op los. Daar ging de deur open: Moeder ver scheen in de kamer en verbood Thea ver der te spelen. Met een boos gezicht keek Thea haar aan. „U kunt ook nooit wat velen." zei ze. Met een ruk draaide ze zich van de piano af en ging voor den haard liggen. „Moeder," zei ze, ,,ik ga vanmiddag met vader wandelen." „Daar komt niets van in-, denk je, dat ik een kletsnatte dochter thuis wil krijgen? Je komt vanmiddag maar eens in de kamer zitten en houdt mij gezelschap." De tranen sprongen Thea in de oogen en meteen vloog ze de kamer uit en ging naar boven. Daar gekomen, viel ze op bed neer en snikte het uit Waarom deed moeder dat nu; ze wist dat vader en zij die Zondagmiddagwan delingen zoo heerlijk vonden. Daar ging de gong! Kom, ze moest nu maar naar beneden gaan. Ze zou vader vragen of haar vriendinnen dan komen mochten. Thea sprong met twee treden tegelijk de trap af en vloog haar vader om den hals, die juist in de gang kwam. „Dag paps, hoort u nu eens ik mag van middag niet met je mee door het leelijke weer; mag ik dan een paar vriendinnetjes vragen?" Smeekend keek Thea hem aan en Vader zei, dat het mocht, als Moeder het goed vond. „Jammer anders, dat we niet kunnen wandelen." Samen gingen ze nu de kamer in en zetten zich aan tafel. .Moeder," vroeg Thea, „mag ik m*n vrien dinnen voor vanmiddag vragen? Vader vindt het goed Mevrouw Van Kampen stemde toe. Thea ging na tafel vlug naar de keuken en vroeg aan Kee. de oude getrouwe, of die koekjes wilde bakken. „Zeker, mijn hartje," ant woordde ze, „met alle plezier." Kee hieid dol veel van Thea en noemde haar altijd „mijn hartje". Thea ging naar boven, stak de gashaard aan en keek haar leuk kamertje rond. Er stonden vier kleine witte lakstoeltjes, met cretonne overtrekken; een divan, een wit tafeltje en een rieten roltheetafeï. Thea had een snoeperig zilveren thee potje en melkkannetje. Daar was ze reusachtig trotsch op tegen over haar vriendinnen. Ze tork het gordijn dicht en slak de sche merlamp aan. dat was veel gezelliger. O, daar werd gebeld I Ze hoorde het be kende fluitje en vloog naar beneden. Daar stonden Tine, Els en Anki. Ze gingen eerst mevrouw proeten en liepen toen achter Thea de trap op. Deze gooide haar kamerdeur open. Met een uit roep van bewondering gingen de meisjes het kamertje in. Tine vleide zich behaaglijk als een poes op de divan neer. Anki en Els gingen op de stoeltjes bij de haard zitten. Daar werd geklopt. Kee kwam met da versch gebakken koekjes binnen. Ze zapen er heerlijk uit! Op enkele zaten groote ge- confijte vruchten, op andere een lepeltje vruehtenroom Thea bedankte Kee uitbun dig en Kee zei weer als altijd: ,Jk gun mijn hartje wel wat. hoor." Toen Kee weg was, schonk Thea kokend water in het theepotje en ging zitten. Uit- noodigend hief ze haar hand op en zei: „Nemen jullie een bonbon." Dat lieten ze zich geen tweemaal zeggen. Maar Tine, die een beetje lui was. vroeg aan Els: „Toe geef even het mandje aan." Ze pikte de grootste er uit. Nadat ze ook een kopje thee gedronken hadden, begonnen ze wat te praten Tine, die een klas hooger zat, vertelde, dat ze onder Grieksche les zoo gelachen had. „Eefje Snijders, die kennen jullie toch wel. had gevraag^ of ze even haar handen mocht wasschen De leeraar had toege stemd en dacht daarna heelemaal niet meer aan Eefje. Toen ze terug kwam had ze een glaasje water in haar hand en had dat aan haar buurmeisje gegeven, zonder dat mijnheer het merkte Tusschen het verhaal door had Thea nog eens ingeschonken en was met de koekjes van Kee rondgegaan. Opeens kreeg ze een idee. Als Tine uitverteld was, zou ze dat eens voorstellen. Eindelijk was Tine's verhaal ten einde Thea schraapte haar keel eens en zette een heel gewichtig gezicht. Nu wilde ik jullie eens wat vragen," zei ze. Verwonderd keken de meisjes haar aan en zij werd een beetje verlegen. „Wat wilde je dan vertellen?" vroeg Anki. „Ik zou zoo graag een clubje van ons vieren willen oprichten," begon Thea, „en dan moet het een mooie naam hebben: we zouden eens in de week, b.v. Zondags, bij elkaar kunnen komen. Hoe vinden jullie het plan, leuk?" De meisjes vonden het eenig en Els riep: „Een hoeraatje voor onze Thea!" De ande ren volgden haar voorbeeld. Er werd nu druk gebabbeld en gegeten en het slot was, dat ze om beurten Zondags bij elkaar zou den komen en dan een blauw-en-rose lintje zouden dragen. De naam van het clubje moesten ze nog bedenken en het elkaar volgende week vertellen. Ondertusschen was het zes uur geworden en wilden de meisjes weggaan, maar Thea vroeg aan haar moeder, of ze mochten blijven eten. Moeder stemde toe. Onder het eten werden ze druk geplaagd door Thea s vader, maar Tine, die nog al geestig was, plaagde hem dapper terug. Na het eten stelde mijnheer voor, dat hij wat zou voorlezen. Hij had juist voor Thea een mooi boek gekocht. De groote staande lamp werd aangesto ken, de meisjes schaarden zich om hem heen en luisterden in gespannen aandacht Het was zóó negen uur en nu moesten ze gauw naar huis. Ze groetten mijnheer en mevrouw, Thea bracht hen tot de deur en zei: „Vonden jullie het geen leuk begin van onze club?" En dat vonden ze alle drie Ingezonden door JO DE LANGE,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 13