let Fransch-Belgisch geheim militair verdrag. DE OOLIJKE OESTERFAMILIE. GEHEIMZINNIGE GENOOTSCHAP. Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 7 Maart 1929 Derde Blad No. 21159 KERK- EN SCHOOLNIEUWS. FEUILLETON. Het U.D. bereid tot bevordering van een onderzoek. Nieuwe wending in België met Frank Heine. VERKLARING VAN HET U.D. led Utr. Dagblad van gisteravond bevat lrolgende verklaring: |\aar aanleiding van de. door het bestuur ^den Nederlandschen Journalistenkring knen resolutie verklaart onze hoofd- cüe: dat zij bereid is. en van het eerste Loblik waarop zij hare publicaties aan- i? bereid i» geweest, voor zoover dat maar Xiszins in haar vermogen ligt, hare («verkhig te verleenen tot een onder- li oaar het door haar gepubliceerde docu- waarvan de echtheid voor haar vast- [t maar waarvan de echtheid door ren betwijfeld is; dat zij echter vóór de vergadering van Kringhestuur werd gehouden, ambts- |re kenni9 droeg van den inhoud der Irrlaïidsche Rcgeeringsverklaring, waarin medegedeeld, dat de Regeering van uak op de hoogte wa9, en van de door I heer D J van Beuningen. den verwer- I ran hel stuk, in de ..Nieuwe Rotter- sche Courant" gepubliceerde verklaring, fcbii deze zich bereid verklaarde tot het («werken aan een onpartijdig onderzoek, hij en de Hoofdredactie met hem, it dat overleg met de Regeering noo- X i dal zij de meening is toegedaan, dat k mogelijkheid tot een onderzoek bij de instantie is opengesteld, het niet j een onjuiste weg zou wezen, indien fcch thans eenige andere instantie mede fcide. maar het zelfs van een gemis (deferentie tegenover de bevoegde over- liou getuigen, deze zaak bij eenige [üe instantie voor te brengen; i dat zij om deze reden zich niet ge- lijd achtte, aan de uilnoodiging van het pjbestuur gevolg te geven, en zich daar- «k thans niet gerechtigd acht; dat zij met verwondering heeft kennis sen van de zinsnede, waarin het bestuur afkeuring omtrent hare hou- Jleeennver het bestuur harer organisa tie kennen geeft. j dal zij. evenals het Kringbestuur. van JM is dat het uitbannen van alle kiem |islernalionaal wantrouwen noodzakelijk urzij juist uit dien hoofde, teneinde de rationale sfeer van geheime bedreigin- |i« zuiveren, bare publicatie heeft onder- WENDING TE BRUSSEL. iert Frank-Heine is gisteren in den Inn den avond op vrije voelen gesteld. invrijheidstelling had plaats op bevel procureur des Konings en wordt itterd als volgt: Albert Frank was iden wegens vervalsching van het n on een paspoort, welke materieele fcshler niet voldoende is om hem in Ie houden Anderzijds werd Albert koog beschuldigd van het maken van ^documenten. Waar hij echter bekent hervalsching te hebben gepleegd is eakele rechtsgeldige' reden meer aan kom hem nog langer in hechtenis te oen wordt hij dan ook in vrijheid ge- I Onmiddellijk nadat Albert Frank de penis had verlaten begaf hij zich naar pJiclitbureaux van verschillende Brus- p bladen. Aan de redac'ie van de pre Heure stelde hij voor hem een in- p af te nemen Hij werd echter zonder pen uitleg aan de deur gezet. jLeSoir had hij natuurlijk meer 9uc- I lood at heden in dit blad zeer waar- pijir van hem een omstandig verhaal 'enchiinen. W I? thans een uitgemaakte zaak. aldus (Ld." dat het interview Zondag jl door ISoir gepubliceerd, door Frank Heine zelf werd geschreven, maar door een ande ren persoon, geen journalist echter, die nauwe betrekkingen mei hem onderhield, persklaar werd gemaakt. Frank Heme verhel eerst Zaterdagochtend België met den trein die te 8.15 uit Antwerpen vertrekt met be stemming Amsterdam. Hij reisde in den derde klas coupé en vertelde aan een mede reiziger. een Vlaming, die een in Nederland verblijvend familielid ging bezoeken en hem niet kende, dat hij wel degelijk aan de echt heid van het te Utrecht gepubliceerde docu ment geloofde Later, na zich voorgesteld te hebben als zijnde diplomaticus, vertelde hij dal hij zich naar Nederland begaf om te trachten een foto van het document in han den te krijgen. Deze foto was bestemd om Zondag jl in het Brusselsche blad Le Soir te verschijnen. Frank werd te Amsterdam in het station door twee mannen opgewacht. Toen hij er niet in 9lagtn mocht een foto van het gepubliceerde document te bemach tigen. zal hij wel besloten hebben het exem plaar. dat echter 's avonds bij zijn arrestatie in zijn bezit werd gevonden en in beslag ge nomen, en waarvan de tekst eenigszins af wijkt van het Ulrechtsch document, aan Le Soir te bezorgen. Frank-Heine blijkt aan den rechter van instructie te hebben verklaard, dat hij het Utrechtse he document zou hebben samen gesteld in samenwerking mei twee ambte naren van de Belgische militaire recherche. Het klad zou hij ook nog aan hun goedkeu ring hebben onderworpen. Het is in verband met deze verklaring, dat een tweede onder zoek werd ingesteld en naar gisteren, in of- ficieele kringen werd verzekerd, heden of morgen reeds sancties tegen tenminste twee ambtenaren van de militaire recherche en ook nog een luitenant-kolonel, die behoort tot het departement van Landsverdediging, zullen worden getroffen. Deze luitenant-kolonel is niet de kabi netschef van den minister van Landsver dediging. zooals men uit een. in het Parij- sche blad L'Oeuvre verschenen bericht zou hebben kunnen vermoeden. In politieke en journalistieke kringen baarde het heel wat verwondering, dat de regeering het niet rioo- dig heeft geoordeeld een recti ficeerende of verklarende nota aan de peps te verstrekken. De zaak Frank Heine gaat dus de richting op van een politie-schandaal. Deze nieuwe wending heeft heel wat sensatie verwekt. WARD HERMANS. "Wat "Ward Hermans betreft, staat vast, dat hij zich in Nederland bevindt. Hij hlijkt echter eerst Zondagmiddag België te heb ben verlaten Vandaag komt de Vlaamseh Nationale partijraad bijeen om een be sluit te nemen inzake zijn candidaluur voor de Kamerverkiezing le Mechelen. Ver zekerd wordt. dat. als Hermans geen vol doende opheldering mocht hebben verstrekt, de Vlaamsche Nationale partijraad hem niet langer zal kunnen dekken, en tot de intrek king zijner candidaluur zal overgaan. HET ONDERZOEK VAN „LE SOIR" IN NEDERLAND. Le Soir meldt nog eenige bijzonderheden betreffende de enquête door dit blad in Ne derland gehoudpn. Het deplt thans nog mede. dat Frank Heinè Zaterdag in een ho tel in de Kalverstraat te Amsterdam een Duitschen agent zou hebben ontmoet en beiden bij het verlaten van het hotel, bui ten hun medeweten, zouden'zijn gefotogra feerd. Le Soir stelt de vraag of de in het bezit van Frank Heine gevonden 3om niet veeleer de prijs zou zijn van een ander do cument. dat hij ook nog tp Amsterdam zou hebben verkocht, dan van het in Le Soir verschenen interview. Blijkbaar is het het 187. De jongens in den boom stellen het ook niet al te best. Otto verloor op een zeker oogenblik zijn evenwicht en plofte uit den boom naar beneden Oscar viel óók van den schrik, maarhij bleet aan een punt van zijn broek hangen. O, o, hoe lang zal die slot houden? 188. Maar niemand heeft erg in den armen jongen want er is inmiddels iets veel ergers gebeurd: terwijl de heele familie in angst uiteen vluchtte, heeft het onbewaakte kampvuur om zich heen gegrepen Hoog laaien de vlammen opeens op. O, o, wal zijn allen nu verschrikt. Brusselsche blad er om te doen verzachten de omstandigheden te pleiten voor de zon derlinge rol welke het in deze zaak heeft gespeeld. De zich in Nederland bevindende mede werker van deze courant beweert ook 'nog dat Frank Heine hem zou hebben verklaard, de vorige week Dinsdag de interpellaties Vos en van Cauwelaert in de Belgische Ka mer in gezelschap van Ward Hermans te hebben bijgewoond. Dit detail is onjuist, Ward Hermans bevond zich tijdens de in terpellatie op de perstribune waar hij met verschillende Belgische journalisten heeft gesproken. „LE SOIR" OVER DEN HEER VAN BEUNINGEN. Le Soir tracht ook nog op den heer van Beuningen allerlei verdenkingen te laten vallen. Publicatie van het Ulrechlsche document zou. volgens een verklaring door den man van Le Soir in Nederland in de mond van een natuurlijk niet beslaand Nederlander gelegd, niets anders zijn dan de voortzetting van de campagne tegen het Nederlandsch-Belgisch verdrag, welke, zegt het blad, geleid zou zijn geweest door con Duilsch-Nederlandsche clique, met den heer van Beuningen, vertegenwoordiger van de Steenkolenhandelsvereeniging te Rotterdam, aan het hoofd. De heele zaak, aldus de simplistische voorstelling V3n le Soir, komt neer op een concurrentiestrijd tusschen Rotterdam en Antwerpen. Aan deze zoogenaamde onthullingen van Ie Soir wordt hier echter, eindigt het ..Vad." door geen enkel ernslig mensch eenig be lang of geloof meer gehecht. HET „U. D." OVER DE REGEERINGS- VERKLARING. In eeh verklaring over de regeeringsver- klaring zegt het „U D:" hedenmorgen: De Regeering deelt voor het eerst, als nieuw feit mede, dat de Minister-President en de Minister van Builenlandsche Zaken de publicatie in hooge mate betreurden, en dat zij van die publicatie „een schadelijke werking" verwachtte. Wat heeft de Regeering gedaan, zoo vraagt het Nederlandsche volk, om die schadelijke werking te voorkomen? Niets Wat had zij kunnen doen. om die scha delijke werking te voorkomen? Gebruik maken van de juist daartoe te harer be schikking gestelde organen. Immers, aan het Ministerie van Buitenlandsche Zaken is een bizondere pers-afdeeling, waarvoor de Volksvertegenwoordiging -aan de Regee ring jaarlijks de noodige gelden ter beschik king stelt. Het doel dier afdeeling is o.a. juist contact te zoeken en te houden met de pers, ten einde, in 's lands belang, de goede samenwerking van Regeering en pers te bevorderen. Niets was natuurlijker geweest, dan dat de Regeering, die, blijkens hare verklaring wist dat de publicatie in ons blad zou ge schieden, aan ons blad een wenk had laten geven, dat zij van die publicatie voor het land een schadelijke werking verwachtte. Die wenk is uitgebleven. Waarom dan heeft de Regeering nagelaten, wat zij had k u n- nen doen? Omdat zij, zoo verklaarde zij, .overtuigd" was ,,dat geen ingrijpen van de regeering, publicatie had kunnen voor komen." Die overtuiging steunde op niets. Ook al zouden wij onthouding der publicatie in strijd hebben geacht met onze opvatting van 's lands belang, eene waarschuwing van de Regeering hadde, wij zeidert dat reeds, publicatie in ons blad voorkomen. En indien de Regeering nu van meening is, dal zulk een wenk niet ware gevolgd? De Regeering is verplicht dit is haar taak schade voor het volk te voorkómen, doch slechts voor zooveel dat in haar macht ligt. Heelt zij gedaan wat in haar macht ligt, dan gaat zij vrij uit. Daarom had zij juist indien zij overigens zonder den minsten grond meende, dat het „U. D." haar wenk in den wind zou slaan, dien wenk behooren te geven. Hoe ontzaglijk sterk zou zij thans tegenover Europa en tegenover het Nederlandsche volk staan, in dien zij kon aantoonon, onze hoofdredactie tegen de schade der puhlicqtie te hebben gewaarschuwd. Die waarschuwing zou hare zedelijke verantwoordelijkheid hebben ge dekt, en zou ons vonnis geweest zijn. En zelts wanneer die waarschuwing niet zou zijn opgevolgd, zou de mededeeling daarvan aan de overige pers. heel wat beter dan vragen te Brussel en Parijs de „schadelijke gevolgen" van de publicatie tot een «minimum hebben herleid 01 meent men, dat de Nederlandsche pers onze pu blicatie zou hebben ondersteund, zoo de Regeering hoe dan ook haar had in gelicht, dat zij de publicatie schadelijk achtte? Dit artikel heeft in geen enkel opzicht de bedoeling onze verantwoordelijkheid af te wenden van eigen schouders En te minder gevoelen wij ons daartie geneigd, omdat onzes inziens de publicatie geen schadelijke maar zuiverende gevolgen heelt gehad. Maar nu de Regeering ons het ongegrond verwijt naar het hootd slingert, dat hare waarschuwing niet zou hebben gebaat, nu meenen wij er op te moeten wijzen, dat in zulke hoogst ernstige aangelegenheden als deze, de methode van contact zoeken door de overheid met de pers, geen onverschil lige zaak is, en de verantwoordelijkheid die het betrokken persorgaan welbewust op zich neemt, aan de Regeering niet het reeht geelt, om. naar eene uitdrukking van Beets: „te doen door te laten". NED. HERV. KERS. Beroepen: Ta N ejw-We?r''inge, J. Wceldeiink te Hoornaar Te Ba.k (toez.), A. W. Feetistra te Lollum Te Oldehovi (toez.), J. H. Smit Sibinga te Nieuwkoop Te Niéuw-Stadskanaal, J. Steenbeek te N(je- Laske Te Surbuisterveeo, P. Brakman cand. te Hilversum. Aangenomen: Naar P.ijswqk (Z.H.), J. D. v. d. Veen te Den Helder Naar Ransdorp en Schellingwoude, G. W. E. Hu» gerboltz, cand. te Utrecht. Bedrukt: Voor Zuiderwoade (N.H.) (toez.J. G. W. E. Hugenholtz, cand. te Utrecht. GEBFF KERKEN. Eeroepen: Te Twrjzel, F. Scholtan card, te Almelo. GEREF. KERKEN IN H. T. Peroepen: Te Leeuwarden ,dr. N. D. van Leeuwen te Harkema-Opemde. REM. GEREF. GEM. Aangenomen: Naar Zwammerdam,dn A. G. Günther van Doesburg. SCHOOLRAAD SCHOLEN MET DEN BITBEL. bp den schoolraad voor de scholen met den ttjbel zi.n thans blijkens bet jaarverslag 1928 aangesloten 1561 Prol. Ohr. scholen, w.o. 14 itweekscnolea en 8 scholen, voor voorber. I.aw Bp bet Hulpfonds voor geweigerde Hijks- «i gemeentelijke bijdragen aan scholen mal den Bijbel zijn 282 scholen met 1149 leers i krachten aangesloten. Voor't examen schools j raad slaagden 152 personen, waarvan 49 vr. De commissie voor gewi.ee gesclti..en moest ir één zaak uitspraak doen; do commissie voor keikelïjke geschillen nad geen enkele zaak te behar.de.en. De commissie ran b> roep moest in vier gevallen uitspraak doen. De schoolraad ontving aan coairibntie 1. 22.676,28»/, cn heeft een batig kaldo van 1.9367,92. DE LEIDING DER RITKS- KLINIEK TE UTRECHT. De Minster van Onderwijs, Kunsten ra Wetenschappen heeft de commissie welke was ingesteld met opdracht een onderzoek in te stelien naar de klachten met betrek king tot de leiding van de heelkundige en vrouwenklinieken te Utrecht, ter kennis vaa de Regeering gebracht, en met verzoek over hare bevindingen verslag uit te brengen out- hnr.üon, met dankbetuiging aan den voor zitter en de overige leden voor de door hen verrichtte werkzaamheden. bel Engdsch van J S FLETCHER door Mej A. T. find, dat hel veel beter is op deze lt werk le gaan, mijnheer, dan dat r_K' Tricked plotseling zou merken dal anderen zouden merken, da! slachtoffer van een mes of revolver J gorden," antwoordde de detective. ■•Guideiijk tenminste voor mij dat Tde«en voor niets, niets staan." I «aki dus. dal deze bende of syndi- l?an heeft, haar operaties voort te zet- ïroe2 Scraye. hel spel is te voordeelig om het .tevenantwoordde Schmidt. „Er zal 1Mjnlijk ppn tijdperk van rust in Je rjjicn intreden, na deze episode, maar er weer handelend opgetreden Is «u kan zij geen openhaarheid j 'erlangt" hier wendde Schmidt l een half spotzieken glimlach tot J* ..ik herhaal, zij verlangt zeer ■iL m'inheer Trieketl niet trachten Ljer door le dringen in haar daden. T;5 stond van de tafel op. fcT00!. dat hel goed is wat mijnheer zeide hij. ..Het is het beste, ng de zaken aan de politie ij zullen zien wat daarvan „Er zal iels.komen van den. moord op die vrouw zei Packe „Er moet iets van ko men Men kan geen menschen zoo koelbloe dig vermoorden, zonder Jimmie hield plotseling op met fluiten en stond in. eens van zijn stoel op. „Zoo?" zei hij. „Dil is dus alles? Dat is het wat ge het beste vindt? We moeten de zaken op haar beloop laten, hé? Je zult dus naar Parijs teruggaan. Schmidt, en daar je werk doen. en de Londensche politie doet op eigen gelegenheid het hare? Zoo moet ik het begrijpen, nietwaar? Ik wil het alleen maar duidelijk hebben." „Het schijnt het verstandigste," zei Scraye. „Laten wij afwachten. Ér zullen wel afwikkelingen komen. Laten wij wachten en opletten. Een of ander toeval kan op eens die lieden in onze macht brengen. Ik zal alles wat ik weel. geheim houden, en jk s'a borg voor mijn mede-slachtoffers. Zij weten niet. wat ik nu wept. ïk - zal hun niets zeg gen. Wij zullen wachten en. zooals u zeide, opletten Ik ben- er zeker van, dat dit hel beste is Jimmie keek Scraye met een zonderlinge raadselachtige uitdrukking aan. Zwijgend keerde hij zich van hem naar Packe. En Packe sehriktf op zich op eens iels te bin nen brengend wat hij tot nu toe had ver geten. „Oh!" riep hij uit. „Vergeten wij niet le jonge dame. die nu bij Trickplt's tante is? Wal zal er van haar worden? Triokelt zegt, dal zij feitplijk dakloos door deze geschiede nis wordt Zij woonde hij die madame Char les in de South Molton Street Daardoor is alles wat zij had. vernield, vermoed ik Het is een ellendige toestand. Er moet iels ge daan worden „Dank je Packe," zei Jimmie. „Maar die zaak is in orde. Mijn tante zal voor haar zorgen En mijn tante is een vrouw mpt mid delen en nog iets meer gezond verstand en vastberadenheid Zooals ik zeg. is juf frouw Walsden goed bezorgd. Inlusschen dank ik je» dat je er aan gedacht hebt, kerel". Scraye keek Jimmie onderzoekend aan. „Je stelt heel veel belang in die jonge dame?" vroeg hij kalm. „Zooveel." antwoordde Jimmie, „dat ik plan heb met haar .te. (rouwen -r- als zij mij. hebben wil. Het is wel wal voorbarig er nu al over te spreken, maar ik vertel het, opdat je" begrijpen zult. hoe de zaken staan. „Dan," zei Scraye. „geloof ik niet, dat er veel meer te bespreken valt. Behalve dit je zult er aan denken, Trickett, dat ik mijn aandeel wil hebben in de onkosten, die gemaakt zijn mijnheer Schmidt, bijvoor beeld „Goed goed," zei Jimmie haastig. „Laat dat aan mij over tenminste voor het oogenblik Schmidt en ik mopten nog even samen praten Keert ge beiden nu da delijk naar Londen terug?" „Ja. nu dadelijk,' antwoordde Scraye, „en jij?" „Van avond, nadat ik de dames veilig naar huis gebracht heb," antwoordde Jim mie. ..Ik zal je beiden morgen wel spreken. Inlusschen hij wendde zich tot Packe „tracht allps wat je kunt. te welen te ko men omtrent die zaak in de South Molton Street, wil je?" „Waarom?" vroeg Packe. „Om particuliere redenen." antwoordde Jimmie Hij ging met hen dp kamer uit. gaf Kenlover enkele bevelen en keerde daarna naar den detective terug. „Nu, Schmidt," zei hij. is er iets, dal je te zeggen of voor te stellen hebt?" „Dit." antwoordde Schmidt. „U moet be denken. dat juffrouw Walsden in dat huis in de South Molton Street gewoond heeft. Zij is de onschuldige overbrengster geweest van de gestolen zaken van Londen naar Parijs waarschijnlijk niet een- of twee maal, maar heel dikwijls. Zij moet ver trouwd zijn geweest met sommige der lie den. die in deze zaak betrokken zijn. want zij bezochten ongetwijfeld die zaak in den vorm van klanten." „Die lieden zullen bang zijn. dat juffrouw Walsden inlichtingen zal geven." ging de detective voort. „Zij weten, dat zij heel veel inlichtingen geven kan. Zij kan namen, data, bijzonderheden noemen, die haar mis schien onbeduidend lijken, maar voor hen van zeer groot belang zijn eri voor ons ook. Zij zal zeer zorgvuldig bewaakt moeten worden." „Dit heb ik." zei J'pmmie, „vanochtend al tegen haar en mijn tante gezegd Zij begrij pen heiden den toestand volkomen. Juf frouw Walsden heeft mij beloofd, dal zij niet zonder mijn tante uit zal gaan. En zoonis ik reeds meet.dan eens-gezegd heb, is mijn tante een zeer verstandige vrouw De plaats, waar zij woont, is stil en afgelegen. Als zij eenmaal daar is. geloof ik. dat juffrouw Walsden veilig zal zijn. Maar hoe «taal het mei die menschen. die ons nagaan zooals je denkt. Schmidt? Heb je iets omtrent hen ontdekt?" „De vrouw, die er als een Amerikaan- sche uitziet Is reeds naar Londen vertrok ken." antwoordde Schmidt. „De man is hipr gebleven om een week golf te spelen Dat hoorde ik hem gistprenavond in de rook kamer afspreken. Ik geloof, dat hij is, wat hij schijnt te zijn een man. die voor zijn plezier leeft. Aan de vrouw twijfel ik nog. Zij is echter weg." Jimmie liep intusschen de kamer op en neer. „Nu, ik weet niet, dat wij nog iets meer kunnen doen," zei hij, eindelijk stil blijvend staan bij den stoel van den-detective. „Maar jij Schmidt wal zal jij doen? Ik bedoel daarginds?" Schmidt haalde zijn schouders op. „Hel is moeilijk., die vraag te beantwoor- den, mijnheer Trickett," antwoordde hij. „Dd voor de hand liggende dingen zijn erget dan nutteloos." „Zooals?" vroeg Jimmie. „Bijvoorbeeld, te zoeken naar den man, dien u kende ais monsieur Charles. Hij was waarschijnlijk a! goed en wet uit Parijs wpf voordat wij het waren Ook. om te zoeken naar de drie vrouwen, die in het huis in de Rue de la Paix woonden. Zij zitten waar schijnlijk ook veilig en wel in Bretagne, o! de Gironde of de Hautes Pyrénée's". ant* woordde Schmidt, met opzet verafgelegen plaatspn noemend. „Neen, neen. wat gewoon voor de hand ligt. kunnen wij in dit geval niet gebruiken! Mijnheer, als ik mijn zin deed, weet u. waar.ik dan de oplossing van deze geheimzinnige zaak zou zoeken?" „Eerlijk gezegd, neen!" zei Jimmie, „Waar?" Schmidt maakte met zijn rechterhand e*n gebaar naai de zee. waarvan een brende strook voor de ramen der kamer lag. Zijn vingers wezen naar het Westen. „Daar over heen. mijnheer! over den Oceaan Om het duidelijk te zeggen aan den anderen kant van den Atlantischen Oceaan," ant woordde hij. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 9