VOOR DE JEUGD LEIDSCM DAGBLAD Jaargang Donderdag 7 Maart 1929 No. 10 i'jöifö» «iri \T\ iT: »\T*:T: Ti 7 Mtlgtliti|il«ll|iiltl|illit|litil|hili|llill|lliTN *-111 KELTJE SPELEN. <j ST" :r^ VIER KLEINE SPRINGSTERS KLEIN BOBBY. ig winkeljuffrouw zijn! Ik mag!" Joop stampte met haar »n grond, haar kleine vuistje» bal- krainpachtig samen, haar oogen uur is een vreeselijke driftkop. En de ïeber stelde alles in 't werk om leine driftkop een kalm meisje te fliger dan de eerste keer riep ze: mag ik! Jij bent verleden week )uw geweest Jij moet altijd alles, ik eens hoor!" En tegen Juf. die kamer binnentrad vervolgde ze nd. half gebiedend: .Juf zegt u ik winkeljuffrouw moet zijn. Zij Ik wil ook wel een9 wat bestrafte Juf. ..ben je weer brutaal Als het zoo doorgaat mag je in e niet naar oom Herbert toe Foei. Ma, zou zich schamen om mei laai meisje op reis te gaan En ns hooren. wat wilden jullie gaan ie keek Lenie eens aan en toen Rie zei uit verlegenheid niets, e antwoordde haastig: „Winkel- Maar Joop wil altijd winkeljuf- en 't is nel zoo goed mijn winkel" de juffrouw langzaam ..Rie wil jnlijk ook wel graag ziin. We zul- loten, 'n getal onder de tien. Rio zei Lenie even sneL J wou ik net zeggen" jii maar wat anders" suste Juf. één** zei Joop. ling voleden drie paar oogen Jufs ze hadden het papiertje wel open zei Juf. Lenie was dus Win- aar wonen." zei Joop en ze wees de zonnige serre aan. daar". Rie s vinger wees in de hoek nummero twee. smeekte Joop bijna ..Ga jij bfj ronen Dan ben je een deftige Dan kom ik bij jou op visite, bt een piano." :ich gewonnen en toog met vier ertjes naar haar woonplaats, ig bij het buffet ..wonen" Ze ruiü^rhaal netjes op zij en zette grooten winkel op neer. Vol Je naar de laatjes, die allemaal Er zat koffie, thee. suiker, rijst» an alles in Zelfs 2 pakjes pud- kleine pakies. Die had Rie mee- haar eigen winkeltje en daar 00 trolsch op. zefte Lenie twee stoelen teren oude krant er over en ziezoo, feesjel klant was Rie. 1 ons suiker, alstublieft", piepte elje voornaam! f ons" herhaalde Lenie en nei- het op het weegschaaltje ai, ftl Verder nog iels?" j pudding!". lil den anderen hoek van de ik moet ook nog padding heb* kol-pn Rïp en Tenïp naar Joop die zoo rood als een kalkoensche haan een vouwvvagentje uit elkaar aan 't peuteren was. „Kind. je lijkt wel mal." zei Lenie veront waardigd. ..hoe kun jij nu hooren wat zij in den winkel besteld Jij kunt niet meer meespelen hoor. als je zoo gek doet. Je doet heelemaal niks echt". „Welles!" Ik kan we! meedoen Maar Rie mag niet alle9 koopen. dan heb ik niksl" Ze heeft nog alleen maar suiker Je zult heusch niet te kort komen." Een poosje gaat alles rustig. Rie bestelt. Lenie weegt af Als ze aan het uitrekenen is hoeveel alles kost. komt Joop den winkel binnen gestoven Ze geeft Rie een hand en zegt vriendelijk: ..Wel Mevrouw benl u hier ook? Wel dat treft! Ik kom zoo-met-een een vi site bij u maken, hoor' Maar eerst moeten de kinderen naar bed. Ik heb drie kinderen. En U?" „Ik vier. En Carolientje studeert zoo graag „Ja? Mijn kinderen heelemaal niet Ze moeten veel pudding van de dokter eten. Pudding met rozijnen." „Mijn kinderen ook. Maar ik doe er suiker over „Suiker doe ik alleen in mijn thee. Heb jij thee gekocht? „Ja. Maar geen koffie, dat lust mijn majj niet. zie je!" „Heb jij 'n man?" vraagt Joop verwonderd „Ik moet ook een man hoor!" En zuchtend vervolgde ze- „Was Bert nu hier maar." En alsof de kleine bengel geroepen is, 9taat hij plots voor haar. „Wat doen jullie?" vraagt hij. „Winkeltje" zegt Joop „Doe je mee?" Wil jij m'n man zijn?" „Ik moet een ons pruimtabak hebben en een lekkere 9igaar!" „Nee eer»! moet Rie betalen. Zeven gul den drienvijTtig juffrouw. „Wat duur". Ontglipt Rie. „Ja maar u heeft een heeleboel gekocht Als Rie betaald heeft krijgt Bert een beurt ,.ïk heb geen tabak zeg. Maar ga aan vader vragen of je een beetje mag hebbpn En als hij naar de deur loopt roept ze hem na- „Je moet zeggen dat we er niets mee doen. hoor." Maar Bert schreeuwt vanuit de gar.g: „Nee dat zeg ik niet hoor! want dan heb ik er niets aan." Lenie denkt verder niet na. en helpt Joop, die al ongeduldig geworden is. Maar even later komt hij terug en roept tiiomphanteliik met een zakje zwaaiend: ,Jk heb het hoor Vader was er niet maai ik heb het van Jansen gekregen" Lenie in haar nopjes natuurlijk Men een air van gewicht weegt ze een half ons af. Bert gaat er mee bij de dames zitten. Want die zijn bij elkaar op visite. Joop zegt telkens „man" tegen hem dat vindt ze echt. Maar opeen9 roept ze ver schrikt: „O. Bert, dat mag je niet." De kleine bengel heeft een grnote pruim in zijn mond gestopt „Nu wel!" zegt hij half onverstaan baar. „Ik ben nu pen man". Rie en Lenie vallen Joop bij. En voor 't eerst van hun leven zijn de drie nichtjes het met elkaar eens. De een weet nog vreeselijkor straf fen te bedenken dan de ander. Als Juf 1 boorde zou hij vast niet bi) Oom Herbert mogen logeeren en als Papa het hoorde mocht hij vast geen officier en Maar na een poosje werd Bert zoo wit als een doek. Zn bol zakte heelemaal scheef. Om hel hardst riepen de meisies nu- ..Juf! Juffie". Even later kwam deze de kamer binnenstormen en vroeg heel verschrik: „Wat is hier aan de hand?" ..Daar "En Joop wees op Bert. „Hij heeft gepruimden nu gaat hij. ge loof ik. dood." Juf nam zonder wat te zeggen den kleinen man op en bracht hem naar bed. t Is mijn schuld" zegt Joop. ..Ik had niet moeten vragen of hij m'n man wou zijn „Nee de mijne" zegt Lenie berouwvol „Ik had hem geen tabak moeten laten halen." „Of de mijne." meng! Rie zich in het ge sprek. „Ik had 't moeten verbieden, want ik ben de oudste." Zoo voelden alle drie schuld En als Juf een half uur later vertelt dat Bert overge geven heeft en nu ru«tig slaapt slaat Joop haar armen om Jufs hals en zegt: ,Jk ben blii dal ie niet dood is Juffie." Zoo eindigde een middag, die zoo prettig begon te worden. Ingezonden door Marie de Best. Met hun viertjes touwtjespringen, Dat verveelde nogal gauw. Dus bedachten onze meisjes Wat het nu eens wezen »otL; Overstappertje, dat 's aardig, Zeide Carolientje dra. En de and'ren nepen vroolijk 3 „Overstappertje hè ja!" Mien en Corrie houden samen 't Touw op voor de and're twee, Hoepla I springen die er over, Heen en weer terug, hoezee! Hooger wordt het touw gehouden. Lien, die vlugge krullebol. Houdt het <z' is nog wel de jonesto) 't Langst van alle and'ren voll Komen ze. weer om te spelen. Bij elkaai nu op een keer, Raad maar eens. welk spel 't dan zijn zal, Ik denk: „Overstappen" weer! Eob's ouders hadden eens bezoek, En druk werd er gopraat. Manheer die aan geen weggaan dacht, Bleef naar Bob's zin te laat. Bezoeker praatte ai maar door, Het etensuur voorbij. Ed eind'lijk zei hu tegen Bob, Geef eens een hand aan mij. Hoe gaat het met jou kleine venfct Kom jij eens even hier JVil jij mijn tik tak even zien t Maar, Bob had geen piezier. Bezoeker, toen ten einde raad. Trok 't ding zijn vestzak uit. Klem Bobby schudde boos zijn hol, k Wil soep zien", zei de guit.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 11