0 TWEE VRIENDINNEN. Soms waren er atoelen te weinig en 't ge beurde herhaaldelijk, dat Liesbeth zelf de S6rechten naar binnen moest dragen, omdat e helpster'Jes alleen onmogelijk alle gasten kor der bedienen. Eens op een middag, toen de freule met hoogrood gelaat „de gelagkamer", zooaU ze schertsenderwijze het ouderwetsche ver trek noemde, binnenstoof, werd ze door een deftige oude dame geroepen, die heel siileen aan 'o tafeltje zat on een portie zure room me' suiker gebruikte. „Bent u Anne Elisabeth freule Van Co- ponsievn?" klonk het op ijskouden toon. ..Om u te dienen", antwoordde Liee'oeth, Bieb onderwijl angstig afvragend, wat dat menfsch toch in 's hemelsnaam van haar zou willen. „Zoo; ik ben je oud-tante Elisabeth, en kwam enkel en alleen naar hier, om uit je et g en mond te vernemen, hoe een Van Con ea stern er toe kom^n kan, haar naanr zó6 door het sljjk te sleuren, als jij door het hou den ven deze lunch-roora doet", In ft eerste oogenb'.ik keek Liasbeth de oude dame onthutst aan; toen ontwaakte echter haar oude fierheid en met opgeheven hoofd zei ze. zonder de minste aarzeling: ,.Ik doe mnn best, op een eerlijke manier geld te verdienen, tante Elisabeth, dat is alles. Dezen zomer heb ik endexamen gym nasium gedaan en mijn hartewensch is, het studeeren. Vader zal zich niet voor me uitsloven; geld heb ik niet, du3 zat er niets anders op, dan dat ik het trachtte te vin den. De zaakjes hier gaan goed. In October •luit ik het huis en heb dan voldoende bij eengegaard om mijn college-geld en de boeken te betalen, 't Volgend jaar, zoo dra de vaoantie begint, ga ik hier weer naai toe om voor mijn tweede studiejaar to zorgen. Ziezoo du weet u alles, 't Zou me spij ten, vanneer u er zich door gegriefd voelt; maar dit wil ik nog even zeggen: Vader kan ei niet# aan doen. Hij kent me vol doende, 0111 te weten, dat ik mijn zin weet door te dm ven; had het uitsluitend van hem afgehangen, dan was de Elisabeths- burcht hiei nooit gekomen. Ik hoop dua, dat u ei hem niet hard over zu|t vallen." Liesbeth had onder 't sprekeD de oogen neergeslagen en daardoor was haar de ver andering op 't gezicht der oude dame om gaan. ,,Heb je er nooit aan gedacht mijn hulp in te roepen V' klonk het zachtjes. ,,Neen. tante Liesbeth. Bedeieo doet een Van Copesteyn niet, zelfs niet, als ze zóó ontaard is als ik. U wist, dat we het thuis alles behalve breed hadden. Toen Eduard ging studeeren heeft vader 't u medege deeld, in de hoop, dat u hem dien last van de schouders zoudt nemen. Er gebeurde niets. Waarom zou ik het dus nog eens opnieuw geprobeerd hebben. Bovendien zorg ik, al** 't eenigszms mogelijk ia, liever voor mezelf, dan dat ik vreemden..." Verschrikt hield Liesbeth stil. Ze voelde, dat ze te vei gegaan was en dubbel ver baasde het haar daarom, toen de oude vrouw opstond, den arm om haar schouder lei en haar zachtjes naar zich toe trok. ,,Je bent een moedig ding", klonk het vriendelijk. ,,Oro je de waarheid te zeggen, was ik zeer verontwaardigd, toen ik door een kennis van je lunchroom boorde. Ik liet echter naar je informeeren en kreeg toen zulke gunstige berichten, dat de lust in me ontwaakte, het moedige raeiske, dat voor niets terugdeinsde, te leeren kennen. Ik. die jaren mnn buiten niet verliet, kwam naar deze afueleeen badplaats. Herhaal delijk heb ik de Elisabeths-burcht reeds be- rocht en wat ik er zag deed me trotsch zijn op 't feit. dat ik de eigenares mijn nichtje kan noemen Wat dunkt je, Liesbeth. zou het geen tird worden, dat wij, naamgenoo- ten, vriendschap met elkander sluiten*?" 't Mcisk»» antwoordde niet veel. Haar bruingebrande hand drukte stevig de aris tocratische vinger* der oude dame, en van dat ooffPTihlib af werd er in den huize van Copensteyn nooit meer gesproken over t*Dte Elisabeth's raeening, omdat men er van overtuigd was, dat deze door dik en dun Liesbeth'8 plannen zou goedkeuren, al waren ze nog zoo dwaas en regelrecht in strijd met alle familietradities. Twee hondjes kwam ik legen. Die wareo vrees'lijk kwaad, Ze blaften en ze keften En rolden om op' straat. Ja, rei de één venijnig, Jij bent van geen komaf! Stout beest! zei toen de and're, Ik bijt je voor je straf! Ze beten, Ibaften, kefte*. Daar kwam een diender aan Toen keerden onze honden En bleven woedend staan. Ze zagen saam den vijand. Dien hen belagen wou. Toen zwoeren onze honden Elkandfv dure trouw. TRUUS VERDONER SALOMON? „Vader!" riep Ans, terwijl ze de trap op liep, „luister eens." Door hel harde hollen van school naar huis was ze buiten adem geraakt en nu kwamen de woorden er hor tend en stoolend uit „O zóó fijn!" Mijnheer Donkers keek zijn dochtertje verschrikt aan. met zulke zinnen kon zijn geleerde bol zelfs niet overweg. Hij begreep dan ook terstond, dat er iets gebeurd moest zijn. anders zou die kalme Ans zoo niet uit de rol vallen. Mijnheer Donkers was een zeer geleerd persoon Wanneer hij niet op zijn studeer kamer was, keek ieder verbaasd en men vroeg elkaar al, waar of mijnheer toch wel zou zijn. Daardoor kwam het, dat Ans nadat haar Moeder gestorven was, het thuis niet meer gezellig vond. Mijnheer Donkers hield echter wel van zijn dochtertje, o ja, daar ontbrak niets aan, maar hij kon zich niet indenken, dat zijn kind zich eenzaam zou gevoelen. Hij oor deelde: „Zoon meisje heelt toch ook haar werk." Als mijnheer Donkere dat dacht, was hij mis. Want er was niets waar Ans grooter hekel aan had dan aan leeren. Haar school werk was slechts een hoogst enkele keer in orde. Hijgend viel ze in de kamer op een stoel neer. „U weet nooit, wat mij gevraagd is," zei ze terwijl haar oogen van pret tintelden, „weet u, Bep v. d. Voort heeft gevraagd of ik met haar mee wit om de herfstvacantie bij haar Grootmama door te hrengen. En dan slapen we samen in één groot bed!" voegde ze er aan toe Het was niet te verwonderen, dat Ans zoo enthousiast was. Ze was nidt gewend om een heelen dag me! een me;s;e van haar leeftijd om te gaan. Daar zijeenig kind was, had zij nooit zoo iets gekend. Mijnheer Don kers glimlachte even om het vuur. waar mede ze haar zank bepleitte en vooral die laatste zin stemde hem iets milder. Zijn meisje kwam zooveel te kort. Hij wist het wel. maar het was hem nog nooit zoo opge vallen als nu. „Ik weet eigenlijk niet of ik je wel kan laten gaan," sprak hij na eenige oogen- blikken. „Ik heb er nooit op gelet of je wel behoor lijk met vork en mes eet en ook weet ik niet of je wel goede kleeren hebt voor zoo'n logeerpartij „Dat i» niets, manieren kun je leeren en kleeren zijn er in de winkels genoeg, kc-open we maar wat." zei Ans. Het eind was, dat mijnheer Donkers toestemming gaf. Dat was een vreugde zoowel voor Bep voor Ans. De vier dagen, die hun nog resten voor vacanlie aanbrak, werden dogr Ans. zij meende, erg nuttig besteed. Steeds zij bezig, dan met het een dan weer het ander. Alles moest den koffer in tot op het laatst uitpuilde en alles weer gepakt moest worden. „0! 0!" zuchtte ze dikwijls „wat moe toch veet meenemen als je op reis gaat Het was een mistige dag, toen Ans Bep arm in arm op het 9tation. den ti stonden af te wachten, die hen naar plaats van bestemming zou brengen. Mevr. v. d. Voort zou de beide mei wegbrengen en 's avonds weer naar terugkeeren. In den trein was Ans erg opgewekt zag veel dingen, die haar nu erg merkw: dig leken, maar waar ze op school naar wilde luisteren. Hoe dichter ze bij dorpje kwamen, des te stiller werd An: Bep was juist het tegenovergestelde werd hoe langer hoe drukker. Dat Ans stil was, kwam omdat ze tegen de ken making met Beps Grootmama opzag. A dat viel erg mee. Grootmama stond op het perron en dadelijk naar de coupé toegeloopen. sprong het eerst uit den trein, daarna rr v d. Voort en daarachter Ans. die zich li een beetje achteraf wilde houden. Ze echter dadelijk op haar gemak. Grootmama vond het heerlijk, dat e weer jonge stemmen op den „Dennehei zouden klinken. Dadelijk toen ze thuis waren vroeg z de meisjes nu eerst niet haar kamertje zien en zich wat opknappen. Nu dit werd vooral door Ans zeer toegeiuicht. ze erg nieuwsgierig was naar het ver waar ze samen zouden slapen. Ook dit erg naar haar zin. Alles was door mevrouw zelf erg sn vol ingericht. Midden op de tafel storw groote vaas met rozen die door Ans ei om het hardst bewonderd werden. Daarna gingen zij weer naar bened< toen mevr. v d Voort naar huis terugki was zij er van overtuigd, dat zij twee tijke meisjes achterliet, die in de volt dagen nog veel pret hoopten te maker Ingezonden door Toos D oud 14 jaar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 16