Ir. dr. C. Lely overleden.
DE OOLLÏKE OESTERFAMILIE.
De terugkeer
van het postvliegtuig.
69ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 23 Januari 1929
Derde Blad
No. 21122
GEMENGD NIEUWS.
ATTENTIE!
ATTENTIE!
Hij was de ontwerper van het droogmakingsplan
voor de Zuiderzee.
emiddeu van zijn arbeid is gistercnmid-
da te 's-Gravénhage geheel plotseling over-
kin dr. C. Lely, oud-lid van dc Tweede
loer, oud-minister van Waterstaat, als-
mie voorzitter van onderscheidene col
fes.
ir. Lely was gisterenmiddag nog werk-
nm aan het schrijven van een brochure.
T n echter zijn dochter tusschen vier en
ii uur zijn kamer binnentrad vond zij
kr vader bij zijn schrijftafel neerliggen.
D levensgeesten bleken te zijn geweken.
Ie thans ontslapene, die den ouderdom
t i li jaren bereikte, werd 23 September
li 1 le Amsterdam geboren. In 1875 promo-
t rdp hij aan de toenmalige Polytechnische
S .ooi te Delft tot civiel ingenieur. Zijn
t lomvattende loopbaan Iaat zich niet met
e enkel woord schetsen.
Iet behoeft echter aan geen twijfel onder-
[Inr'g te zijn wanneer wordt getuigd dat dr.
1 b zijn groote beroemdheid verwierf als
o herper van het Zuiderzee-droogmakings-
liai dat hij als minister heeft mogen zien
betoond en van welks uitvoering hij al-
thai de begin-sladia nog heeft mogen he
le vi.
\anneer wo teruggaan tot zijn inge-
nie-spraclijk dan zien wij, dat hij in 1S83
wel benoemd tot ingenieur van het Wa-
terliap de Schipbeek. Van 1886 lot 1891
Wt hij technisch adviseur van de Zuider-
Zè'erceniging. In 1891 werd dr. Lely voor
deersle maal hoofd van het ministerie van
11 tlterstaat in het kabinet v. Tienhoven,
fcma van 1897 lot 1901 in het kabinet
ferson en voor de derde maal van Augus
ts 1913 tot September 1918 in het kabinet
/ort van der Linden.
Na een korten tijd lid van den Haag-
ben gemeenteraad te zijn geweest werd
Lely onder het ministerie Kuyper be-
wmd tot gouverneur van Suriname. Na dit
a™bt te hebben neergelegd herkreeg
'j bij zijn terugkeer in het moederland (in-
lddels was hij door de Technische Hooge-
nool te Delft begiftigd met het doctoraal
noris causa) zijn mandaat als lid van
Haagschen gemeenteraad en werd kort
rop tot wethouder van openbare werken
noemd. Onder zijn wethouderschap kwa-
*n in de Residentie o.m. tot stand een
Ibreidingsplan, de aankoop van uitge
ste grondcomplexen en de verkeersver-
tering OostWest, ZuidNoord.
Tot zijn overlijden bekleedde dr. Lely het
-dmaatschap van den Mijnraad, het voor
zitterschap van den Zuiderzeeraad, het col-
We van curatoren der Technische llooge-
'hool te Delft en het Kon. Instituut van
higenieurs.
Dat in 1891 dc toenmalige kabinetsforma
teur tot dr. Lely kwam om hem de porte
feuille van Waterstaat. 1! en N. aan te bie
den. had hij voornamelijk aan zijn nlan
N°°r de droogmaking der Zuiderzee le dan-
aan welk plan hij in dienst van de
T)or dat doel opgerichte vereeniging jaren
had gearbeid.
Als minister toonde dr. Lely niet alleen
kundig ingenieur maar ook een voor
treffelijk debater te zijn. Belangrijke maat-
TAïHon tot verbetering van verkeerswegen
f® vooral van de kleine Ti vieren kwamen
°uaer zijn ministerieel beheer tot stand. Tot
ïader onderzoek van de droogmaking der
Zuiderzee stelde dr Lely een 9taatscommis-
in, waarvan hij zelf het presidium op
2lch nam. Toen deze commissie haar rap-
JJ°r' had uilgebracht. erkende de Koningin
p- eerdiensten van dr. Lelv door hem te be
amen lof ridder in de Orde van den Nd
[keeuw.
Laler weid hij in diezelfde, orde bevor
derd tot commandeur. Voorts droeg dr. Lely
de onderscheidingen van grootkruis der
Daneborgorde en van groot-officier van het
Legioen van Eer.
Dr. Lely. die de liberale beginselen was
toegedaan deed, gelijk hiervoor gezegd,
reeds op zeer jeugdigen leeftijd zijn intrede
in de Kamer zij het ook niet als lid daar
van maar als Minister van Waterstaat in
het ministerie van Tienhoven-Tak v. Poort
vliet.
Bij de ontbinding van dat ministerie in
1894 werd hij door het kiesdistrict Lochem
naar de Tweede Kamer afgevaardigd en
voor dat district is hij lid gebleven, zelfs
toen hij in 1897 voor de tweede maal als
Minister van Waterstaat optrad in het mi
nisterie Pierson.
Jn dit kabinet maakte hij zich verdien
stelijk als ontwerper en verdediger van de
Ongevallenwet. Toen de Eerste Kamer het
eer9le ontwerp hiervan had verworpen,
kwam hij met een tweede, waarin de parti
culiere verzekering was opgenomen cn dat
tol wet is verheven
In 1901 werd hij zoowel voor Lochem als
voor Amsterdam IX in de Tweede Kamer
gekozen en opteerde hij voor Amsterdam.
In dit zelfde jaar nam hij, na de afschei
ding van de Vrijz.-Democraten van de Libe
rale Unie in het hoofdbestuur dezer laatste
zitting, doch kort daarna werd hij aan do
Nederlandsche politiek onttrokken door zijn
benoeming lot gouverneur van Suriname.
Bekend zijn de bemoeiingen van dr. Lely
tijdens dit gouverneurschap om Suriname
lot meer welvaart te brengen door aanleg
van den Lawas-spoorweg en door bevorde
ring van de bacovencultuur.
Bij zijn terugkomst in 1905 weid hij naar
de Kamer afgevaardigd door Amsterdam II,
totdat hij in 1909 zijn zetel moest afstaan
aan den heer Snoeck IJenkemans Hij was
echter reeds een jaar tevoren lot weihouder
van de residentie gekozen en kreeg dus ge
heel den tijd voor zijn wethouderschap van
Publieke Werken. Hier zij terloops vermeld,
dat aan hem als minister te danken is de
aanleg van de Scheveningsche visschers-
haven.
Niet alleen op waterstaatkundig gebied
heeft de thans ontslapene zich verdienste
lijk gemaakt maar ook in verband met do
bevordering van do electriciteitsvoorziening.
Aan zijn initiatief is te danken de Electrici-
leitsbelemmeringswet van 1819, terwijl hij
later in 1919. voorzitter werd van de staats
commissie inzake de electriciteitsvoorzie
ning.
Naar aanleiding van het rapport dezer
commissie heeft minister König een wets
ontwerp ingediend dat tot staatsexploitatie
zou leiden doch dat intusschen is ingetrok
ken na aanneming van een motie-van
Bcre9teyn-Marchant.
In 1918 in de Tweede Kamer terugge
keerd. heeft dr. Lely ook krachtig medege
werkt aan de semi-staatsexploilatie van de
spoorwegen, waarhij de nadeelen van eigen
lijke staatsexploitatie werden vermeden.
In 1922 werd zijn mandaat niet ver
nieuwd. Hij was inmiddels tot den nieuw
opgetreden Vrijheidsbond toegetreden, waar
in hij een vooraanstaande plaats innam.
Op zijn 70stcn verjaardag is hij van vele
zijden hartelijk gehuldigd.
Nog te vorigen jarè maakte hij een reis
naar Amerika om daar lezingen te houden
over het werk van de droogmaking van de
Zuiderzee.
.Tuist gisteren, op den dag van zijn over
lijden. vc-rschecn het Kon. besluit, waarbij
hij werd benoemd tot lid van den Radio-
raad.
RECLAME.
113. Het doel van de reis van den dolfijn met den onge-
wonen last op zijn gladden visschenrug, is een zeker eenzaam
strand. Daar speelt een jongen in het zand. Marinus heet hij.
en hij en de oude Waterman kennen elkaar heel goed. Als de
Waterman Marinus een opdracht geeft, zal deze die opdracht
zeker stipt uitvoeren.
IJ l. Marinus is gewend aan sprookjesachtige gebeurtenissen
en hij kijkt dan ook heelemaal niet vreemd op als, terwijl hij
een zandkasteel aan het bouwen is, een dolfijn hem vanuit de
golven roept en hem een brief geeft, dien hij voor Marinus bij
zich droeg Marinus herkent al uit de verte het zacht-groene
postpapier dat glanst als visschenschubben en hij weet dat hij
hu weer een boodschap krijgt van zijn vriend den toovenaar.
Feestelijke ontvangst op Schiphol.
Een onderhoud met den heer Duimelaar.
lste piloot Dnimelaai.
Om zes minuten over halfvier is gelijk
in onze stadseditie nog werd vermeld
de P.H.-A.E.N. gistermidag op Schiphol
teruggekeerd. Aan de kloeke bemanning,
die door vele honderden belangstellenden
werd toegejuicht, was een feestelijke ont
vangst bereid in een der groote loodsen der
K. L. M., welke daarvoor was ingericht.
Toen de luchthelden daar in gezelschap
van hun echtgenooten, die hen natuurlijk
reeds onmiddellijk na do landing begroet
hadden, arriveerden en iD de eere-zetels
plaats namen, was het in de eerste plaats
de directeur der Kon. Luchtvaart Mij., de
heer A. Plesman, die de vliegers toesprak.
Spr. wees er op dat de bemanning een
moeilijke en belangwekkende opdraent
heeft vervuld; van alle Indië-vluchten toch
is deze de moeilijkste geweest. Maar Dui-
melaar en Frijns hebben bewezen, men-
schen te zijn op wie men kan bouwen. Aan
de vele moeilijkheden, welke zich op hun
vlucht voordeden, hebben zij op kranige
wijze het hoofd geboden, zonder eenige
waaghalzerij te toonen. Met deze vlucht,
die van zeer groot belang is voor het lucht
verkeer, is een periode afgeslotente ho
pen is dat in April a.s. de proefvluchten
zullen kunnen worden voortgezet. Spr. ver
zocht de aanwezigen een driewerf hoera uit
te brengen op dc beide piloten, op den
mecanicien en op do Nederlandsche lucht
vaart.
Hierna sprak de heer Van Beers, direc
teur van het Amsterdamsche Postkantoor,
die in plaats van ir. Damme, directeur-ge
neraal der P.T.T. de heer Dammo was
tot zijn spijt verhinderd, aanwezig te zijn
hartelijke woorden van welkom tot de
bemanning der P.H.-A.E.N. richtte. Do
heer Van Beers zeide dat de door het drie
tal geleverde prestatie een nieuw bewijs is
dat postvluchten van Nederland naar In
dië tot de zeer wel bereikbar© mogelijk
heden behooren.
Tenslotte spraken nog de heeren ir.
Stephan, directeur van de Fokkerfabrie
ken, die na afloop van zijn toespraak de
bemanning een bloemenhulde aanbood en
de heer Bruinesteyn, vader van den meca
nicien van het postvliegtuig, die in een
geestig speechje de piloten Duimelaar en
Frijns dankte voor het feit, dat zij zijn zoon
weer behouden hebben teruggebracht.
Met den heer Duimelaar, eerste piloot
van het postvliegtuig, hebben wij kort na
de landing een ondeihoud gehad.
„Wat was de juiste oorzaak van het op
onthoud te Praag V' vroegen wij.
„De koude, niets dan de koude*'. was
het antwoord. „De temperatuur te Praag
was twintig graden onder nul, zoodat de
motoren, nadat het vliegtuig den geheelen
nacht in een onverwarmde loods had ge
staan, moeilijk aan den gang waren te krij
gen. Gelukkig heeft de heer Guillonard
zooals u weet de chef van den technischen
dienst der K.L.M. ons per telefoon van
uit Amsterdam verschillende „trucjes" mee
gedeeld om het euvel te verhelpen. Gister
avond liepen alle drie de motoren dan ook
als gesmeerd."
„Maar vanmorgen hebt u getelefoneerd
dat een der motoren het nog niet wilde
doen V'
„Dat is zoo", antwoordde de heer Dui
melaar lachend, „maar op het oogenblik
dat ik met Schiphol sprak, draaide hij al
weer lustig. Toen stond ook niets meer het
vertrek in den weg."
„Hoe is de reis van Praag af verloopen 1"
„Tot Dresden en Leipzig was het weer
heel slecht, daarna kregen we gTondmist
tot Hannover; van Hannover tot aan de
Hollandsche grens waren de weersomstan
digheden niet ongunstig; boven den vader-
landschen bodem echter hadden we weer
met mist te kampen. We zijn over Hen
gelo gevlogen en zoo verder naar Deven
ter. Daar kregen we den IJsel te pakken
en we volgden deze rivier tot Zwolle. Ver
volgens ging het de Zuiderzee over op
huis aan
„Waar wijt u uw langdurig oponthoud
te Konstantinopel aan V' vroegen wij ten
slotte.
„Uitsluitend aan de laksheid van de
Turksche autoriteiten", antwoordde de heer
Duimelaar. „Hoewel zij ons overigens zeer
welwillend gezind waren. Wij hebben trou
wens gedurende de èansehe reis heen en
terug op elke plaats, waar wij landden, van
officicele zijde volledige medewerking voor
het welslagen van onze vlucht ondervon
den."
De door de Radio uitgezond-n Gramopho n-
platen zijn door mij allen te leveren
v' GEELEN, Haarlemmerstraat 55 t.o, City-Theater, Telefoon 593
6104
HET TRANSPORT VAN
LIEBERMANN.
Oponthoud te Stettin.
Bi; de politie te 's-Gravenhage is gister-
middag een telegram ingekomen van in
specteur Van der Mark uit Stettin, melden
de, dat er bjj het transport van Lieber-
roann in genoemde plaats eenig oponthoud
was geweest, tengevolge waarvan zij waar
schijnlijk later te Amsterdam zouden arri-
vecren.
EEN OPPERVLAKKIG
ONDERZOEK.
En zijn gevolgen.
Te Utrecht is een in benevelden staat
verkeerend man vao het trambalcon van
lijn 2 gevallen ter hoogte vnn de Ploni.
pelcrengracht en bewusteloos blijven lig.
gen. Men beeft hem per anto van den
geneeskundigen dienst naar de Rijksklinieken
vervoerd, waar een der medici hem heeft
onderzocht Dit onderzoek is, naar later
bljjken zou, hoogst oppervlakkig uitgeval-
Ier.. De bewuste arts, n.I. die constateerde
dat de man naar sterken drank rook,
heeft hem om zjjn roes te laten uitsla
pen naar het politiebureau doen vervoe
ren, met do mcdedeeling dat hem overigens
niets mankeerde.
Des nachts maakte zich echter een der
inspecteurs, dio met do controle beiast was,
ongernst met het gevolg dat den volgenden
dag een nieuw geneeskundig onderzoek werd
ingesteld, nu door een arts van den Gem.
Gen. dienst. Dezo moest vaststellen, dat da
bewuste trampassagier zeer ernstig aan iiet
hoefd was gewond, en dat inwendige kneu.
zingen waren toegebracht, aldus het UblcL
Overgebracht naar da psychiatrische neu-
rologisebe kliniek van prof. Bouman, is
de patiënt spoedig overleden. Naar later
is gebleken, zou hij toch niet meer ta
rc-dden zijn geweest, ook al was hg in de
rijksklinieken direct, overeenkomstig de
ernst van zijn toestand behandeld, wat niet
wegneemt, dat hier een medicus ernstig
In gebreke moet worden gesteld.
IN ZIJN SCHOENVETERS
VERWARD.
Bij een onbewaakten overweg.
De heer W. J. Verweerd uit de Lunch
room „Victoria" te Culemborg kwam Maan.
dagavond per trein van Rotterdam en stap.
te te Utrecht uit, om van daar een' familie-
l.d te Houten te gaan bezoeken. Daartoe
begaf hg zich per fiets en moest onder
Hcnten een onbewaakten overweg overste
ken. Hg hoorde een trein aankomen en
dacht, nog wel over den overweg te kunnen
gaau .Hg geraakte evenwel verward in
zgn schoenveters, waardoor hg viel en de
trein over een zijner beenen ging. Hg is in
de Rijkskliniek te Utrecht opgenomen.
NA HET DRAMA
TE GROOTËGAST.
2# piloot Frijns,
Brnynestein.
Vrijdagavond a.s. te 7 uur zal de be
manning van de P.H.-A.E.N. op het raad
huis te Nieuwer Amstel worden gehuldigd.
Deze huldiging houdt verband met het feit,
dat de piloten Duimelaar en Frgne inwoners
van deze gemeente lijn.
Wie aan de groeve nog gesproken hebben.
Omtrent de begrafenis te Groningen van
twee der vier slachtoffers van het drama
to Grootegast, kan nog worden gemeld dat
aan de groeve nog het woord hebben ge
voerd de hoofdcommissaris van politie, da
heer J. J. Tonokens, namens het Groning-
sche politiecorps, de heer S. W. Moolenaar,
hoofdinspecteur der recherche, namens den
bond van Hooger Politiepersoneel, dr. Sunier
namens de burgerij van Grootegast en voorts
vertegenwoordiger.- van het Amsterdam
sche politiecorps, de broederschap van com
missarissen, het Zwolsche politiecorps, het
noefdbestunr der rgkspoiitievereeniging, het
hoofdbestuur van den Algem. Ned. Politie
bond. de Vereeniging van Marechaussees,
de heer Kolt, brigade-commandant teZuirt-
horn, als superieur en vriend van de beide
sluchtoflers.
Namens de families dankte de heer J.
Hoving, een broeder van een der slachtof
fers, en da. J J. van dar Wal te Grooio.
gen. j