e herdenking van de
Unie van Utrecht.
FEUILLETON.
Trommen van het Noodlot
De Koninklijke familie in de Bisschopsstad,
eer groote belangstelling De plechtigheid op het Domplein.
(Van een specialen verslaggever).
leden wordt de dag herdacht, waarop
350 jaren is bezegeld de Unie van
ht, d'e den grondslag heeft gelegd
os onafhankelijk volksbestaan. Hoewel
erdenking er een is, die een nationaal
ter draagt, heeft de feestviering
Is begrijpelijk is speciaal in Utrecht
s.
geheele stad is rijkelijk bevlagdaan
estvreugde wordt op bijzondere wijze
r bijgezet door de aanwezigheid van
oninklijke Familie, die met den trein
[|0 53 uur aan het Centraal-Station te
p.bt aankwam.
g«r wareD ter ontvangst aanwezig de
imissaris der Koningin, dr. J. s'Jacob
dj burgemeester van Utrecht, dr. J. P.
kfma Andreae.
i de begroeting werd in auto's naar het
Br'ein eereden. waar de Hooge Rezoe
mn den hoofdingang van het Univer-
it«eehouw verwelkomd werden door het
ee van curatoren, onder voorzitterschap
mr dr. A. Baron van Lijnden, die ziin
p'pden aan Rare Maiesteit voorctelde.
t Koningin heeaf zich naar de Kapit-
iil in het Universiteitsechouw, waar
f dr. H W Kernkamp dr. J. Th. de
ker redevoeringen hielden.
pof. dr G. W. Kernkamp had tot onder-
van zijn rede gekozen: ,,De wording
de Unie van Utrecht." In den breed©
tste hij de feestelijke, ja bijna over-
ligende ontvangst van Prins Willem
Oranje op den 23sten September 1577
kusset, alsmede de geloofsstrijd, die
daarna in de Zuidelijke provincies ont
helde. De zoogenaamde colleges van
[li, bestaande uit felle Calvinisten
|Hen zich in tal van plaatsen feitelijk
rter van de stadsregeering en hiertegen
ftond van katholieke zijde een gToeiend
tet, dat tenslotte tot een onhoudbaren
Itnnd leidde, alle pogingen tot bemid-
g ten spijt.
jet was daarom dat Prins Willem de
eerder opgezette idee van een Unie
Utrecht steunde, een Unie dus van de
eliike (Protestar.tsche) gewesten, ten-
aldus een soort, van tweede verdedi-
linie te vormen, waarachter men den
voor nationale onafhankelijkheid zou
en voortzetten, indien de godsdienst
en onverhoopt de Generale Unie (der
tien provinciën) mochten ontbinden.
onderhandelingen werden in hoofd-
geleid door 's Prinsen broeder. Jan
Nassau, die in Mei '78 Stadhouder van
*rl«nd was geworden.
anje1 heeft Aan den aanvang af ge
kt, dat de Unie ook voor de Room-
n aannemelijk zou zijn.
letter van de Unie was dan ook niet
R^omsch maar dp practiik er van zou
*èl ziin. Fn dit kan ook niet anders.
Unie werd aamrearaan tusschen crewes-
die óf Gereformeerd waren, óf in een
anerstoestand verkeerden, en het
I' zonden worden.
Unie kreeg dnarom epn PTotestantsch
Iter, omdat zii bestemd was een tegen-
t te vormpn tccen de Unie van
cht, waarbij de Waalsche gewesten
verzoening met den koning voorbe
den.
e eebeurtpniesen in het Zuiden beletten
nersnnnliik deel te nemen aan de
adslagingen over de Unie. Met het re-
eT van was hii niet tevreden,
bewimpeld gaf hii dan ook in Fe
ed 1579 te kennen, dat de Unie, zooals
zij te Utrecht was gesloten hem niet be
vredigde. Hij koesterde nog altijd de hoop
een Generale Unie tot stand te brengen,
waarin de begin8elen van den godsdienst
vrede zouden worden aanvaard. Eerst toen
deze verwachting in rook was opgegaan,
omdat de Waalsche gewesten zich bij den
vrede van Atrecht (Mei 1579) weder onder
het gezag van den Koning hadden gesteld,
toen bovendien langer dra'en den Stadhou
der der Noordelijke gewesten, Rennenhurg,
van aansluiting bij de Unie zou hebben
weerhouden, betuigde hij in een zeer om
zichtig gestelde acte zijn adhaesie aan de
Unie.
Aanvankeliik werd de acte slechts getee-
kend door Holland, Zeeland en Utrecht,
doch na een jaar hadden alle Noord-Neder-
landsche gewesten zich aangesloten, even
als verschillende steden van Brabant en
Vlaanderen.
Waartoe verbonden de leden der Unie
zich
Om elkaar met goed en bloed bii te
staan tegen den gemeenschappelijken
vijand.
Daartoe vereenigden zij zich ten eeuwi
gen dage tegen iedereen, alsof zij slechts
één provincie waren, zonder op eenige
wijze te kunnen worden gescheiden In die
verbintenis ligt de duurzame beteekenis
van de Unie.
Daarom kunnen alle Nederlanders, on
verschillig van welke gezindheid, deelnemen
aan de herdenking van bet sluiten van de
Unie van Utrecht.
Omdat zij aan Zeeuwen en Ommelan-
ders, aan Friezen en Geldersehen, het be
grip van saamhoorigheid heeft ingeprent.
Omdat zij den band heeft gevormd tus
schen de gewesten, die onze nationale zelf-
standiffheid hebben bevochten.
Omdat zij het cement is geworden, dat
de Republiek der Vereenigde Provinciën
zou bijeenhouden.
Zóó willen wij haar heden gedenken en
eerenals hoeksteen van het gebouw on
zer vriiheid als plechtanker van het schip
van Staat onzer Republiek.
Di. De Vis3er.
Dr. De Visser voerde vervolgens het woord
over ,,De Beteekenis van de Unie van
Utrecht" waarbij hij er op wees dat hei
begrijpelijk was dat de in zoo menig op
zicht naijverig op elkaar zijnde en gods
dienstig zoo onderscheiden gewesten zich
verbonden tot dien schijnbaar wanhopigen
strijd tegen den machtigsten monarch van
Europa. Deze immers stond eenvoudig voor
niets en wilde ons land maken lot een
vesting voor Spanje om vandaar uit Ger-
manië te bestoken.
Onder de leuze van: één God, één staat,
één kerk. moest een geloofsvervolging wor
den doorgezet, waardoor zelfs een mensch.
die angstvallig zijn geloof verborg en nie
mand aanstoot gaf. niet veilig was.
Straks werden alle privileges geacht ver
beurd te zijn en zoowel proleslanlen als
katholieken, aanzienlijken en geringen,
luchthartig en koelbloedig als zijnde op
standelingen gepijnigd en gedood.
Al wat zich vrije Nederlanders voelde
moest hiertegen in verzet komen.
Dank vooral dat eenparig vrijheidsstreven
beeft Gode zij dank! de dwangpolitiek van
Philips hier te lande de nederlaag geleden
en is, met de vrijheid van Noord-Neder
land. ook de gewetensvrijheid aldaar voor
goed gered Niemand heeft deze ooit meer
hier te lande durven aantasten. Tn zooverre
bleef art. 13 der Unie den Nederlanders
heilig.
Hoe jammer echter, dat men, zoowel
toen als later, bij de Unie het vraagstuk
van de vrijheid van Godsdienstoefening
onbeslist liet. en zelfs kwam tot practijken.
die zoowel in slrïjd waren met den geest
van onderlingen vrede en verdraagzaam
heid, die dit verbond kenmerkten, als in
breuk maakten op een geloofsvrijheid, zoo
als vooral de Vader des Vaderlands deze
steeds had bedoeld.
Maar niet minder hoog dan uit het oog
punt van vrijheid kan de beteekenis cei
Ur.ie uit nationaal oogpunt worden aan
geslagen. Van eene natie toch was hier
vóór haar tot stand komen, hoegenaamd
geen sprake. De territoriale verdeeldheid
was even groot als die in gewoonten en
maatschappelijke toestanden.
De Unie van Utrecht heeft nu den
grondslag gelegd voor den ophouw van één
natie uit al die provincies die zich daar
mede echter één parig los maakten van de
zuidelijke gewesten.
De plechtige verklaring van de voort
durende vereeniging der Noord-Nederlana-
sche provincies tegen eiken binnen- en
builenlandschen vijand van hare zelfstan
digheid zou de grondslag en de grondwet
worden en blijven van de latere RepublipK
der Vereenigde Nederlanden.
Op dit bij de Unie van Utrecht gelegde
fundament zou straks worden gevestigd een
eigen echt Nederlandsche staat.
Daarom zoo zeide spr. is dit ook
geen specifiek Utrechlsche doch een echt
Nalionaal feest.
Het was daarom goed gezien van de
huidige Regeering om eene aanschrijving
te richten tot gemeentebesturen en school
besturen om zooveel mogelijk in eigen krinji
dezen dag tot een nationalen gedenkdag
te maken. Maar bovenal danken wij Int*
Majesteit, dat Gij, met de Koningin Moeder
den Prins en de Prinses, helder en klaar
door uwe hooggewaardeerde tegenwoordig
heid alhier, dat nationaal karakter der
Unie-herdenking hebt willen hooghouden,
waarvan Uw slamvader Jan van Nassau
wiens leuze was: ..De zaak der Nederlanden
is de zaak der Nassau's", de maker en Uw
stamverwant. Willem van Oranje, ook Uw
geestelijke vader de voorbereider, al was j
het in anderen vorm. is geweest.
Voortgaande wees spr. er op, dat onze
voorvaderen nooit ernstig getracht hebben
de verbondsacte te verbeteren of haar be
ginselen le ontwikkelen, maar dat deson
danks de vereeniging is gebleven, omdat
zij geïnspireerd was door de heerlijkste,
volksidealen, die van vriiheid in het alge
meen en van geloofsvrijheid in het bij
zonder. Van de Unie gaat uit de krachtige
roepstem: „Bewaar het pand u toebe-
trouwd", en haar wapen predikt ons deze
roeping in een schoon symbool.
Wie er aanwezig waren.
De beide toespraken werden afgewisseld
doer zang van een dubbel mannenkwartet
uit Coers Liederenkoor (koor van de Kon.
Vereeniging „Het Neder'andsche Liedhet
welk onder leiding van den beer J. H. P.
Winnubst het „Wilhelmus" en een tweetal
Val erius-lied eren ten gehoore bracht.
Onder de talrijke aanwezigen, die op
het podium zaten, waren behalve de beide
redenaars:
Ministère De Geer, Beelaerts van Blokland,
Slotemaker de Bruine, Van der Vegte, Don-
ner en Koningsberger, de Ministers van
Staat Heemskerk, Idenburg, Van Karue-
beek en Fock, de voorzitter van de Eerste
Kamer Baron van Voorst tot Voorst, de
vice-president van den Raad van State,
Graaf van Lynden van Sandenburg, de di
recteur van het Kabinet der Koningin, Jhr.
van Tets, de commandant van het veldle
ger luitenanLgeneraal Insinga, de comman
dant van de Marine te Willemsoord, Schout
bq Nacht Quant, de voorzitter en de on
dervoorzitter van de Kon. Academie van
'Wetenschappen, onderscheidenlijk de hee-
reu prof. van Vollen hoven en prof. van
der Hoeve, curatoren van de Rijksuniver
siteit te Utrecht, Baron van Lynden, Jhr.
Bronkhorst Sandber^, Baron van Wijnber
gen en de secretaris Baron van Geen van
Jutphaas en de president van de Direetie
der Nederlandsche Bank, dr. G. Vissering.
Verder bevonden zich in de zaal o.ra.:
de Commissarissen der Koningin in de Pro
vinciën, met uitzondering van die van Dren
te wegens verblijf buitenslands, het col
lege van Geedputeerde Staten in do prov.
Utrecht en de Griffier der Staten met hun
ne dames, verschillende leden van de Eerste
en Tweede Kamer der Staten Generaal,
hoofden van kerkelijke Genootschappen (Ned.
Herv.. Christ. Gereformeerd, Evang. Lu-
thersch,1 Doopsgezinde Sociëteit, Remon-
strantsche Broederschap, Oud-Bisschoppelij
ke Clerezy, Ned. Isr. Kerkgenootschap),
leden van Gedeputeerde Staten der provin
ciën (uitgezonderd Noord-Brabant en Lim
burg), burgemeesters der provinciale hoofd
steden (uitgezonderd die van Zwolle), de
burgemeester van Rotterdam, de burgemees
ter van Amersfoort, het college van burge
meester en wethouders en de gemeente
secretaris van Utrecht met hunne dames,
de rector-Magnificus en de Secretaris van
den Academischen Scuaat van elk der Uni
versiteiten (uitgezonderd de R.K. Univer
siteit te Nijmegen en de R.K. Handels-
hoogeschool te Tilburg), de voorzitters van
de faculteiten van de Rijksuniversiteit te
Utrecht en andere hoogleeraren en verschil
lende militaire autoriteiten hoofden van
rijks-, provinciale- en gemeentediensten, le
den van de Provinciale Staten en van den
gemeenteraad, vertegenwoordigers van de
Kamer van koophandel te Utrecht, van de
Nederlandsche Spoorwegen, van de Jaar
beurs en van studenten-organisaties uit
de Universiteitssteden.
De plechtigheid op het Domplein.
Na afloop van de plechtigheid, om 12
uur, begaven de genoodigden zich door den
Kloostergang naar het Domplein. De Ko
ninklijke Familie vertoefde inmiddels eeoi-
ge oogenblikken in de Senaatszaal en begaf
zich vervolgens door deD hoofdingang van
het Universiteitsgebouw in de nabijheid
waarvan een eerewacht van de Utrecht-
sche Studenten-Weerbaarheid was opge-
èteld naar het plein, waar aan den voet
vaD het standbeeld van Graaf Jan van
Nassau kransen werden gelegd.
Onderwijl 6peelde de carillonnist van den
Domtoren het Wilhelmus door alle heeren
met ontbloot hoofd aangehoord.
Na deze indrukwekkende plechtigheid be
gonnen de groote Domklokken te luiden,
evenals 350 jaar geledeD geschiedde na het
teekenen van de Unie van Utrecht.
Inmiddels begaf de Koninklijke familie
zich weer naar het Universiteitsgebouw,
waar de Koninein, de Koningin-Moeder, de
Prins en de Prinses plaats namen achter
een der vensters der bovenverdieping, ten
einde het défilé van een groot aantal ver-
eenigingen met haar vaandels en muziek
corpsen gade te slaan.
De stoet, opgesteld in de Maliebaan en
daarna de Nachtegaalstraat, de Nohel-
straat, het Janskerkhof, de Korte Jans
straat en de Domstraat onder groote be
langstelling van de zijde van het publiek
gevolgd hebbende, t»ok recht op de Univer
siteit aan en vervolgd© haar weg, na gede*
fileerd te hebhei, langs het standbeeld
naar den DomtoitV, door de Servetstraatj
Na afloop van liOfc défilé reed de Konin
gin Moeder naar L®t Centraalstation, van
waar H. M. om haiftwee naar Den Haag
vertrok.
De Koninklijke Familie was inmiddels
door de Trans naar Paushuize gereden,
waar geluncht werd.
In de St. Michaelekapel.
Om halfdne reden de Koninklijke gas
ten naar den Domtoren, waar men z*ch
kort ophield in het ontvanggebouw, van
waar H. M vergezeld van den Prins en de
Prinses zich langs de Bisschopstrap n«iac
de St. Michaelskapel begaf, waar een drie
tal leden van het U.S.O de heeren Vellers,
Van Leeuwen en Kwant bij Haar binnen
treden eeDige gedeelten uit een trio vooï
viool, alt en fluit van L. van Beethoven
ten gehoore zracht.
Nadat de Koninklijke Familie plaats had
genomen, hield de burgemeester vaQ
Utrecht, dr. J P Fock erna Andreae een
rede, waarin hij eerst herinnerde aan heti
plan, dat in 1899 de toenmalige directeur
der Gemeentewerken opmaakte voor de
restauratie van den toren en waarboven
geschreven stond ,,De Domtoren in Wel
stand". Dit ideaal heeft noch hij, noch eetf
der andere vooraanstaande figuren, die beti
herstellingswerk hebben aangevat, verwei
zenlijkt gezien. Heden mogen wij, aldus dö
burgemeester, het we! als bereikt beschou
wen, al zal een enkel onderdeel nog moe
ten wordeD afgewerkt.
Het gemeentebestuur van Utrecht acht
het een buitengewoon voorrecht, dat Harei
Majesteit en de Koninklijke familie aan de
plechtige samenkomst ter herdenking van
dit gewichtig feit de bijzondere wijding
wil schenken van Hare aanwezigheid, even
als het zich verheugt over het feit, dat he€
hier voorts een aanzienlijke schare van ge»
zagbebbenden uit de onderscheiden provin
ciën des lands cn warme vrienden van den
Domtoren voor deze plechtigheid bijeen
mag zien.
Geen beter oogenblik kon daarvoor,
meenden wij, worden uitgekozen, dan de
dag waarop de totstandkoming van de Unie
van Utrecht welke de eenheid der Ver
eenigde Nederlanden ook naar buiten heeft
bevestigd en den grondslag heeft gelegd
voor den Nederlandschen Staat i9 her
dacht in de voormalige kapittelzaal van
dienzelfden Dom, waarvan oudtijds deze to
ren een deel uitmaakte deze toren, die
door den vorige gemeente-Archivaris Muller
eenmaal is gekarakteriseerd als het „gewel
digste bouwwerk dat de Middeleeuwen ong
in Nederland hebben nagelalen", en als te
zijn „niet de toren van Utrecht, maar de
toren van Nederland". Door de thans vol
tooide restauratie van deze grootsche schep
ping uit de léde eeuw hebben Rijk en ge
meente Utrecht samen een eereschuld iegens
mannen, die met een durf en kunstenaar
schap, welke nog heden ieder met groote
bewondering moeten vervullen, dezen toren
deden oprijzen, en gepoogd goed te maken
wat men in latere tijden tegenover zulk een
geweldig bouwwerk heeft misdreven in den
vorm van verwaarloozing of onoordeelkun
dige smakelooze z.g. herstellingen.
Spr. ging vervolgens in den breede na de
totstandkoming van den Domtoren, waar
voor op 26 Juni 1321 de eerste steen is ge-
j legd.
En verder weidde hij uit over de restau
ratie, aan alle pogingen daartoe welke te-
vergeefs vooraf waren gegaan.
Op dit oogenblik zoo sprak de Burge
meester maakt een blijde ontroering zich
i van on9 meester, nu een herstellingswerk,
j waardoor het dreigend gevaar voor schade
en verval is weggenomen en vroeger bedre-
j ven vandalisme is goedgemaakt, lot een ge
lukkig einde is gebracht. Verrassend is wat
thans, nadat het jaren achter steigers ver
borgen was gehouden, te voorschijn is ge
komen.
Na deze rede volgde de uilvoering van
het menuet van genoemd trio. waarop de
Koninklijke Familie afscheid nam en na een
rijtoer door de stad om 3.57 van het Cen
traal Station verliet.
Naar het Engelsch van
OTTWELL BINNS.
was een uitdrukking van afschuw in
r oogen, maar ze beefde niet. Ze om-
n'de het geweer vaster, toen haalde ze
P^aam den trekker over. Ze hield haar
m in om niet van haar doel af te wij-
naar op hetzelfde oogenblik dat ze
pde, hoorde ze een heeschen lach ach-
zirii Dat plotselinge geluid maakte haar
aan het schrikken, dat ze haar doel
e en toen haar schot afgegaan was,
ze. hoe het geweer daarginds tusschen
struiken plotseling met een ruk ver-
5°f en de zonnehelm verdween,
achinaal laadde ze haar geweer op-
w zonder naar Rimington te durven
_®n. 3lpeds haar blik op die struik ge-
i Ze had den man achter het gpwpet
f maar ze was er zeker van dat ze
?eweer geraakt. misschien wel onhruik-
r gemaakt had Ze hoopte het vurig,
hoewel haar liefde voor Alec Rirning-
prker was dan alle bezwaren toch
9 het
e*n afschuwelijke gedachte dat zii
hpn^o or> haju geweten zou
kparp' ,esr'annpn bleef ze wachten Ej
.'lire' ffD *eru* 'n antwoord op het
W n fcriuid drong tot haar door en
ze zag dat het stukje Kahki niet weer tevoor
schijn kwam
Minuten gingen voorbij en nog keek ze
scherp uit Achter zich hoorde ze een zacht
gemompel, en ze wist dat de man, wiens
leven ze zoo juist had getracht te redden,
weer door de koorts overvallen was Maar
ze dorst haar aandacht niet aan hem te
wiiden. voor ze zeker wist. dat hun achter
volger weggegaan was of op andere manier
builen gevecht gesteld was. Een afschuwe
lijke angst kwam in haar op. terwijl ze daar
naar die onbeweeglijke struik lag te staren.
Had ze toch beter geschoten dan ze gedacht
had? Ze wist, dat dat beteekende dat ze
veilig waren, maar het gaf haar geen ge
voel van vreugde of verlichting.
O GodI fluisterde ze smeekend, en
brak toen plotseling af terwijl er een uit
drukking van vreugde op haar gezicht
kwam Er ging een lichte golving door de
vlakte' Dat beteekende dat iemand door het
gras kroop, en ze twijfelde er geen oogpnblik
aan. of het was de man waarop ze gescho
ten had'
Toen draaide ze zich met een korten snik
van opluchting om naar Rimington.
Hij lag in het gras. achterover. Er was
een afwezige blik in zijn glinsterende oogen
en er kwam een echt afgebroken gemom
pel van zijn lippen.
Dip T.egrand.... die ellendeling
om een kind
Hij ijlde weer.
Wat moet ik beginnen! dacht ze wan-
hnpig.
Haar ong viel op de waterflesch. die een
eindje verder .lag en zp ging hem halen De
I kogel, die hem uit AIpc's handen geslagen
had. was er regelrecht doorheen gegaan en
I er was niet veel water meer in over. Ze ge
bruikte het om zijn voorhoofd mee te betten
en liet hem wat drinken en toen het op was,
staarde ze wanhopig om zich heen in de
verschroeiend-heete vlakte.
Ze wist dat ze in een hachelijke positie
waren, dat er nauwelijks hoop voor hen
was. Maar ze wilde het niet opgeven. Ze
overlegde bij zichzelf of ze Rimington niet
ergens op een beschaduwde plaats kon ach
terlaten en zelf naar het kamp gaan om
hulp te halen.
Maar ze verwierp de gedachte bijna dade
lijk weer; ze kon Rimington in dezen toe
stand niet alleen laten. Als hij niet verder
kon. zou ze bij hem blijven tot de koorts
zou bedaren en als dat niet gebeurde
Ze trachtte zich vertrouwd te maken met
de gedachte aan dpn dood toen Rimington
plotseling overeind kroop en zei: we
moeten verder, het kind wacht op me.
Toen ging hij strompelend op weg. in
Oostelijke richting en Honor die begreep dat
zoowel zijn wóórden als zijn handeling een
gevolg waren van de koorts, kwam 9nel
naast hem loopen.
De uren die nu volgden werden een
nachtmerrie van moeheid en dorst en pijn
hun weg over de fel zonnige vlakte een on-
beschrijfeliike Via Dolorosa Het leek of Ri
mington. dooT al zijn fantastische ijlverbpel
dingen heen toch nog hef doel van den
tocht voor oogen hield Maar er waren
oogenblikken dat ze bijna niet vooruitkwa
men. dat hij dreigde in elkaar te zakken
Het was een afschuwelijk moment toen de
tweede waterflesch leeg was en Honor die
den heelen morgen biina geen teug gedron
ken had zeggen op heeschen doffen
toon Er i9 niets meer Rimington had de
flesch van haar aangenomen, er aan ge
schud en hem toen weggegooid met een kor
ten schorren lach, waarop hij weer met een
wanhopige krachtsinspanning was voortge
strompeld. Honor had de leege flesch terug
gehaald en was hem achterna gerend. Toen
ze weer bii hem kwam stond hij onzeker
te wankelpn en ze sloeg haar arm om hem
heen. terwijl ze de zijne over haar schou
ders legde; en ze worstelden samen verder
zooals ze den vorigen avond gedaan hadden.
Toen de zon op zijn hoogst stond zochten
ze beschutting: de bedding van een opge
droogde rivier. Daar sliep Honor bijna twee
uur, maar voor ze ging slapen had ze als
voorzorgsmaatregel haar ceintuur aan de
zijne vastgemaakt en die toen in een lus om
haar arm gehangen, zoodat ze bij de minste
beweging van hem moest wakker worden
Ze ontwaakte met zijn kus op haar lippen
en zijn stem in haar ooren.
Liefste! Liefste!
Hij scheen nu volkomen helder te zijn.
maar ze zag dat hij heel zwak was.
Het is tijd dat we weer op weg gaan.
zei ze zoo opgewekt als haar mogelijk was.
Hij keek haar even strak aan en schudde
toen zijn hoofd.
Samen hebben we geen kans. Ik kan
geen tien meter loopen. Je zult alleen moe
ten gaan.
Nee! Nee! riep ze heftig -- Dacht je
dat ik jou hier alleen zou arhtprlalen? Hoe
zou ik jou hier aan je lot kunnen overla
ten? Als jii me! gaat. blijf ik ook.
Ze was haar zelfbeheersing volkomen
kwijt maar hij suste haar en streelde haar
zacht over haar haar Luister eens.
liefste! Ik ken deze plek hier. Van hier uit
begint de bodem te stijgen.
Ja. dat is zoo, dat is zoo. fluisterde ze,
terwijl er iets van hoop in haar hart kwam.
Van den bovenkant van de helling kan
je het meer zien
Heusch? Weet je het zeker?
AU we niet heel ver van de goede
richting zijn afgeweken en als dit dezelfde
rivier i9. die ik ken, weet ik het heel zeker.
Het meer moet op ongeveer zes mijl van
hier liggen.
Maar zes mijl!
Dat is een heel eind. als je niet meer
kanl zei hij. Maar als jij het halen kunt
en ik hier blijf.
Nee! Samen!
Nee! We halen het nooit. Tk ben op.
Maar alleen kun je het wel. Als je het meer
voor zonsondergang bereikt en de anderen
zijn daar dan zul je een geweer moeien af
schieten om hun aandacht te trekkpn, want
je zult waarschijnlijk aan het andere eind
van het meer uitkomen, zie je. Dan zou je
hulp kunnen halen.
Maar jij. fluisterde ze. jij AlecI Om jou
hier achter te laten.
Liefste, viel hij haar snel in de rede,
ik hen er van overtuigd dat het mijn
eenige kans is Ik zal weer koorts krij
gen
Denk je dat heusch? Denk je nu niet
alleen aan mij? Want als dat zoo is. ga
ik niet
Wees niet zoo koppig, zei hij met een
poging tof glimlachen die jammerlijk faal
de Het is de penige kan9 voor ons bei
den. Als ie het haaltprachtigI Andere
wel soeda!
Zijn woorden oferfuigden haar: Goed.
ik za' gaan, zei ze abrupt Als ik werkelijk
het meer van boven af kan zien, zal ik
meteen.
(Wordt vervolgd).
3-3