HET GOUDEN FEEST DER
KONINGINMOEDER.
DE OOLIJKE OESTERFAMILIE.
69ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 11 Januari 1929
Derde Blad No. 21112
Het concert in de Groote Kerk te Den Haag.
VERHAGEN's MILKOen RIIMCO
fl, PARMENTiER, Breestraat 128
FEUILLETON.
De Trommen van het Noodlot
Defeestrit in de Gouden Koets.
Den Haag was in feeststemming gisteren
Ier eere van het gouden feest van H.M. de
Koningin-Moeder .Van tal van huizen wap
perde de driekleur. men9chen waren getooid
met Oranje, de trams waren versierd met
kleurige vlaggetjes en als om de stemming
ten top te voeren had de vorst gezorgd voor
een schitterend winterdécorI
Ai in den voormiddag verzamelden hon
derden zich in het Voorhout om te luisteren
maar het trombonekwartet van de Kon.
Militaire Kapel, en vervolgens naar het
concert dat afgezonden werd van de Groote
Poes middags was er carillonbespeling,
terwijl het hiervoor genoemde kwartet nog
maals een concert gaf, thans aangehoord
door vele duizenden belangstellenden.
Een feestgave aan de zieken.
Het was zeker in volkomen overeenstem-
min? met het karakter van de jubileerende
Vorslin om op dezen dag een feestgave van
de Haagsche burgerij te schenken aan de
zieken die in onderscheidene inrichtingen
worden verpleegd. Het Haagsche Comité
1929 deed daarbij niet anders dan zich het
illustre voorbeeld van Koningin Emma
voor oogen stellen, die zoo vele malen de
zieken in hun verpleeg-inrichting en oo,c
elders aan hun bed bezocht om een harte
lijk troostrijk woord tot hen te richten en
vaak een of ander geschenk aan te bieden.
De uitgave van de bekende medaille der
Koningin-Moeder, welke medaille in zoo
ruimen kring is verkocht, hehft het Comité
in staat gesteld, de zieken te verblijden in
het Gemeente-ziekenhuis, de inrichting van
hel Roode Kruis, in Bronovo, het R.K. zie
kenhuis, Bethlehem, de lighallen voor tu
berculoselijders, de patiënten in het Mili
tair Hospitaal, de kraamvrouwen in de kli
niek op Frankenslag, de verpleegden in do
Sophia-stichting en het Ooglijdersgesticht en
de kleinen in het Kinderziekenhuis.
Aanbieding van de gedenkpenning
Nadat tegen vieren het huldeblijk van
het Haag9che gemeentebestuur was aange
boden heeft te halfvijf ten Paleize van de
Koningin-Moeder de aanbieding plaats ge-
had van de gedenkpenning, welken het
Haagsche Comité 1929 ter gelegenheid van
bet jubileum der Koningin-Moeder heeft la-
ten e'aan naar het ontwerp van de beeld-
bouweres mej G. J. W. Rueb.
De voorzitter van het comité, mr. dr. G.
A W. ter Pelkwijk, sprak H. M. de Ko
ningin-Moeder, die vergezeld was van Z.
K H. den Prins en H. K. H. den Prin9 en
H. K. II. Prinses Juliana, toe.
Op dezen sprookjesachtigen winterdag,
aldus spr., hebben wij het groote voorrecht
te mogen herdenken het feit, dat Uwe
Majesteit een halve eeuw geleden in Neder
land is gekomen.
Dat wij l^ve Majesteit straks in ons mid-
i den zien. 9temt ons dankbaar en blijde.
Wij hopen Haar dan te mogen ontvan
gen in ons grootsch, oude kerkgebouw te
vmidden van de vertegenwoordigers van de
vereenigingen in tegenwoordigheid van de
hooge regeering van land, stad en gewest
en alle groepen uit de burgerij en door kun
stenaars bij Gods genade zullen wij hooren
vertolken de diepste gevoelens van dank
baarheid, van liefde en vertrouwen en van
■geloof.
RECLAME.
DE ALTIJD GEWILDE BONBONS
1610
Het was onze wensch, aan Uw Gouden
Feest een blijvende herinnering te bezitlen
en daarom hebben wij een gedenkpenning
laten slaan welke in honderden exemplaren
alom is verspreid en waardoor het ons mo
gelijk was. heden een feestgave te geven
aan de zieken in verschillende inrichtingen.
Het zij ons vergund een exemplaar van
den gedenkpenning Uwe Majesteit namen»
de aangesloten vereenigingen aan te bieden.
Wij veroorloven ons, daarbij te voegen
een album, waarin de vereenigingen hare
wenschen en beden voor Uwo Majesteit
hebbén neergelegd.
Majesteit, Gij zijt voor ons de Hooge
Vrouwe, die met wijsheid en met liefde ons
voorgaat, die ons volk liefheeft en begrijpt,
die meeleeft onze vreugden en nooden, die
er op uit is veel leed te verzachten en troost
te brengen bij hen, die lijden.
Moge Uw kostbaar leven, onder Gods
zegen, nog vele jaren worden gespaard 1
H. M. de Koningin-Moeder zeide in haar
antwoord, dat zij uitermate erkentelijk was
voor de aanbieding van den gouden Gedenk
penning en het album.
Do gedachte van uw comité, zoo zeide
II. M. om op dezen dag de zieken door een
feestgave te doen doelen in de hier heer-
schende vreugde, verblijdt mij oprecht.
U, mijnheer de voorzitter, dank ik van
harte voor de woorden zooeven tot mij ge
richt en ik verzoek u, aan allen zonder on
derscheid mijn harlgrondigen dank over te
brengen en te doen weten, dat ik door deze
hulde van hedpn diep getroffen ben.
H. M. de Koningm-Mocder liet vervol
gens door den voorzitter van het Haagsch
Comité 1929 de aanwezigen aan zich voor
stellen er onderhield zich met ieder van
hen persoonlijk, waarbij zij zich over de
bijzonderheden der feestviering met belang
stelling liet inlichten. Ook de Prins en
Prinses Juliana spraken eenigen tijd met
ieder van de vertegenwoordigers van het
Comité.
Vervolgens werd in een zijvertrek thee
geserveerd, terwijl de Koningin-Moeder in
de ontvangzaal zich door den voorzitter,
die daar met den secretaris bleef, het al
bum liet toonen en met bijzondere belang
stelling van den. inhoud kennis nam, waar
bij zij zich getroffen toonde door verschil
lende bewijzen van sympathie, waaraan
door de deelnemende vereenigingen op de
albumbladen was uiting gegeven.
Nadat de Koningin-Moeder nog met en
kele der aanwezigen in het bijzonder had
gesproken, nam zij te half 6 onder het uit
spreken van herhaalden dank aan het
Comité van de aanwezigen afscheid.
Bij het PaTefs aan het Voorhout.
Reeds lang voor achten bewogen zicli
duizenden in de omgeving van het Voor
hout om getuigen te zijn van het vertrek
van Koningin Emma, eD van de Koningin,
den Prins en de Prinses, die Haar in de
gouden koets zouden vergezellen naar de
Groote Kerk, waarin de plechtige uitvoe
ring zou worden gegeven.
Het Lange Voorhout baadde zich in een
zee van licht, dat tussobeD de vlaggenrijen
in de middenlaan uit speciaal voor dezen
avond geplaatste lampen straalde en dat
voorts schitterde uit de gebouwen en par
ticuliere woonhuizen aldaar, waarvan inge
volge het verzoek van het Haagsch Comité
1929 de gordijnen waren opengelaten. Het
geheele middenvak van het Lange Voorhout
werd door agenten te paard en te voet vrij-
vrijgehouden en voor het Paleis der Ko
ningin Moeder was het voorplein gereser
veerd.
Tusschen kwart voor acht en acht uur
reden eenige auto's en hofrijtuigen aan het
Paleis voor, om eenige leden van de Hof-
93. Fluks gaat de gansche Oesterfamilie naar de tent van
den haai, maar als ze daar komen, merken ze tot hun schrik
dat de voorstelling afgeloopen en de tent verlaten is. Vriend
Haai had zeker alles opgepeuzeld wat hij ook maar eenigszins
te pakken kon krijgen en nu koos hij het ruime sop weer.
9$. Jawel, zoo hadden de Oesters gedacht en zoo was het
ook. Hier zie je den haai lustig wegzwemmen; hij weet nog
zoo'n plekje waar voor hem heel wat te halen valt; hij vindt
dat hij nog lang niet genoeg te bikken gehad heeftt
houding vaD Koningin, Prins en Prinses te
laten uitstappen en binnentreden; precies
te acht uur kwam per auto Prins Hendrik,
gekleed in uniform met den steek aan heb
Paleis aan en een paar minuten later stap
ten Koningin Wilhelmina en de Prinses uit
Haar auto voor het Paleis uit. Onder luide
toejuichingen van het publiek gingen de
Koningin en Haar dochter, die beiden in
het wit gekleed waren, het Paleis binnen.
In de Gouden Koets.
Tegen kwart over acht reed de met zes
paarden bespannen gouden koets, vooraf
gegaan door twee afzonderlek bereden paar-
ae-ü, voor, en de overige Hofrg tuigen sloten
zich daarachter aan, en precies te 8.16 uur
stapten, de Koningin-Moeder, die in het grijs
gekleed was, de Koningin, de Prins esi de
Prinses in de gouden koets.
Het enthousiasme der duizenden omstan
ders uitte zich in een hartelijk hoera-garoep
en gewuif, dat de Koninklijke personen met
vriendelijk hoofdbuigen beantwoordde®. Op
hetzelfde moment weerklonk uit de luidspre
kers op het Voorhout het Wilhelmus, dat
plechtig door de boomen ruischte.
De stoet begaf zich daarop, nadat ook da
leden der Hofhouding in de voor he® bestem
de rijtuigen hadden plaats genomen, statig
op weg naar de Groote Kerk.
Daar de gouden koets die door lakeien
te voet wera gellankeerl va.i binnen ruim
schoots was verlicht, konden allen, die zich
langa den weg hadden geschaard, de Vorste
lijke personen goed aanschouwen en Zij wa
ren daardoor mede in de gelegenheid, de Hun
gebrachte groeten en toejuichingen der om
standers te beantwoorden.
Langs Kneuterdijk, Buitenhof en Graven
straat werd de Groenmarkt bereikt en van
hier reed de Koninklijke stoet ter linkerzijde
van het stadhuis rechts om de Groote Kerk
tot den kerk-ingang tegenover het achter
gebouw van het postkantoor. Ook hier had
zich een dichte menschenmenigte opgesteld,
die hartelijk juichte toen de Koninklijke
bezoekers het kerkgebouw binnen traden.
Inmiddels'verlustigde men zich daarbuiten,
waar het Wilhelmus van het orgel door luid
sprekers opnieuw weerklonk, in het aan
schouwen van den fantastisch belichten toren
en van het eveneens fraai belichte kerkge
bouw.
Het concert in de Groote Kerk.
In do kerk waren o.m. aanwezig de
Grootofficieren van het Huis van H. M. de
Koningin, de hoofden der Hofdepartemen-
ten en leden der hofhouding, de voorzitter
der Eerste Kamer en dr. de Visser, waarne
mend voorzitter der Tweede Kamer, de Mi
nisters de Geer, Beelaerts van Blokland,
Donner, Lambooy, Waszink, Koningsberger
van der Vegte en Slotemaker de Bruine, de
Ministers van Staat Cort van der Linden,
Limburg, Heemskerk, Fock en Jhr. v. Kar-
nebeek, Commissaris der Koningin in Zuid-
Holland, de vice-president van den Raad
van State, Graaf van Lynden van Sanden-
burg en veie leden van dit hooge College,
de voorzitter van de Algerneene Rekenka
mer, de directeur van het Kabinet der Ko
ningin, de chef van den Generalen Staf, de
Gouverneur der Residentie en de garni
zoenscommandant, de heeren Crena de
Iongh, Borghels en Ileukels, leden van Ge
deputeerde Staten van Zuid-llolland, de
heeren dr. van der Meulen, mr. de Wilde en
Quant, wethouders van den Haag, bene
vens vele leden van den Haagschen ge
meenteraad, de secretaris-generaal van de
departementen van Algemeen Bestuur, en
andere hooge ambtenaren, de president van
de Rechtbank en de Officier van Justitie,
de directeur-generaal der Posterijen en Te
legrafie, de voorzitter van den Nederland-
schen Journalistenkring en die van de
Haagsche Journalistenvereniging, de voor
zitter van de Kamer van Koophandel en
leden van het bureau van de Kamer, de
leden van het bestuur van het Haagsch
Comité 1929 en afgevaardigden van de ver
eenigingen, aangesloten bij dit Comité.
Ten slotte werden nog opgemerkt een
groot aantal personen uit verschillende
kringen der burgerij, onder wie de oud-op
perbevelhebber, generaal Snijders, de hof
prediker, dr. Weiter, vele predikanten der
Ned. Herv. Kerk, der Gereformeerde Kerken,
van onderscheidene andere kerkformaties,
benevens R.K. geestelijken.
Precies om half negen arriveerde de
Koninklijke familie in de gouden koet9.
Aan den ingang der kerk werden de vor
stelijke personen ontvangen door burge
meester Patijn en door enkele Comité-leden
De Koningin, de Koningin-Moeder,
Prins Hendrik en de Prinses namen
in de „Koninginnebank" plaats ter
wijl do organist de Zwaan speelde
de wijze van ,,Lof Zij den Heer, den Al-
machtigen Koning der Eere".
Bij het binnentreden der Koninklijke fami
lie hadden allen zich van de zitplaatsen
verheven.
Nadat allen wederom hadden plaats gei-
nomen. zong het koor, onder leiding van dr.
Joh. Wagenaar H. M. de Koningin-Moeder
toe: Gezang 178: „De Heer is Godl de Heer
ie God!" om dadelijk daarna een aanvang
te maken met het programma.
Het slotnummer was het Wilhelmus van
Nassauwe, waarvan het le« vers gezongen
werd 5-stemmig door het koor a cappella.
Het tweede couplet: „Wilt heden nu treden"
werd gezongen door mevrouw Noordewier
Reddingius, sopraan-solo met orgelbege
leiding van J. A de Zwaan. Daarna werd
nog eens het Wilhelmus gezongen, maar
nu door alle aanwezigen begelpid door het
orgel, met trompetten en bazuinen.
Tot 9lot zong de schare Hare Majesteit nog
toe:
Waar liefde woont, gebiedt de Heer Zijn
Zegen
Daar woont llij Zelf, daar wordt zijn heil
verkregen
En 't leven tot in eeuwigheid.
Te tien uur kondigden voor de wachtende
menigte rondom het kerkgebouw de luid
sprekers het einde van de uitvoering aan.
Ook bij Haar vertrek uit de kerk werd
Koningin Emma door de breede menschen-
massa daarbuiten, luide en hartelijk toe
gejuicht en natuurlijk deelden ook de Ko
ningin. de Prinses en de Prins in de hulde.
De gouden koets stelde zich, nadat de
Vorstelijke personen waren ingestapt, in be
weging en daarop reed de stoet rechts
rondom het kerkgebouw, langs Riviervisch-
markt, Groenmarkt en Buitenhof weder naar
het Paleis aan het Voorhout, waarook
thans weder duizenden langs den weg waren
geschaard om de Koninklijke personen te
begroeten.
In het Haagsche stadhuis is vervolgens
door het Haagsche Comité een bronzen tre-
denkplaat met de beeltenis van de Koningin-
Moeder aan het Gemeentebestuur aange
boden.
RECLAME.
Speciaal Tricot-magazijn
Naar het Engelsch van
OTTWELL BINNS.
De dienst ging steeds verder met allerlei
vreemdsoortige ceremoniën en toen kwam
nit een andere deur van de tempel een jon
gen met een koperen blad, waarop een kom
en een wit, glanzendzijden kleed lagen. Hij
2ette het blad neer, nam het kleed en
spreidde het over het altaar, zette toen de
kom neer. waaruit hij iets nam, dat glin
sterde in den gloed van het vuur een
mes en legde het naast de kom op het
zijden kleed.
Rimington begreep dat het oogenblik be
gon te naderen hij verliet zijn schuilplaats
en kroop verder tot hij niet ver meer van de
afgodendienaars was met alleen een lage
struik tusschen hem en den hoogenpriester.
De dichtstbijzijnden van al de negers die nu
allemaal op hun knieën lagen, met hun
hoofden in het slof neergebogen, waren op
ongeveer twintig meter van hem af. Hij keek
om zich heen en nam de omgeving goed in
zich op Boven op de steile rotshelling kon
hij de plaats onderscheiden waar dien mid
dag den trommelslager zijn seinen had ge
roffeld. Van daar uit was het makkelijk vast
te stellen in welke richting de heuvel lag,
die hij afgedaald was en waarover de eenige
Uitweg van het dal liep dien hij kende en na
een oogenblik vond hij den eenzamen boom,
die aangaf waar het pad liep. Als hij een
maal daar was zou hij veilig zijn, ten min
ste als hij zijn doel bereikt had.
Hij keek nu weer naar het tooneel voor
zich. Een enkele trommel dreunde gestadig
door. de hoofden van de negers waren onbe
wegelijk neergebogen in het stof. Legrand
had zich opgericht en staarde in afwachting
naar de deur. Toen klonk plotseling een ge
luid. dat Rimington zijn vuisten zoo kramp
achtig deed ballen, dat de nagels zich in de
palmen van zijn hand groeven.het ang
stige gehuil van een kind
Hij zag, hoe de Europeaan in de tentope
ning plotseling zijn gezicht met de handen
bedekte. Er kwam een bijna naakte zwarte
vrouw naar buiten en in haar armen droeg
ze iets, dat heel blank en teer leek tegen
haar donkere huid.... een kind met goud
blond haar, waarin de gloed van het vuur
kleine lichtpuntjes tooverde.
Rimington wist, dat het oogenblik geko
men was
Hij dwong zich kalm te blijven, terwijl de
vrouw met langzame, statige passen op den
priester toeschreed en 't kind in zijn armen
legde. Legrand nam het van haar over,
wendde zich om naar de pilaar en hief het
gebonden figuurtje langzaam omhoog op
zijn twee uitgestrekte handen tot het op ge
lijke hoogte met mijn hoofd was. Toen
legde hij het langaam neer op het zijden
kleed waar het onbewegelijk bleef liggen
Het gprommel hield dan op. Legrand's stem
klonk in een soort van gebed zijn zwarte
volg°lingen gaven mompelend antwoord;
toen begon het gestadige getrommel op
nieuw, terwijl alle hoofden zich ophieven
om het offer gade ie slaan.
Zou Legrand zelf
Maar hij zag den Franschman een teeken
geven, waarop de zwarte vrouw naar voren
kwam en het mes ophief.
De vrouw.Groote Godl
Dat maakte de barbaarschheid nog afgrij
selijker in Rimington's oogen. Nauwelijks
had ze het me9 aangeraakt of zijn geweer
knalde en de vrouw zakte in elkaar voor het
altaar. Nog een knal en Legrand viel neer
alsof hij door den bliksem getroffen was en
in minder dan geen tijd was Rimington bij
het altaar. De knielende negers bleven in
hun ontzetting doodstil liggen en hij nam
het kind in zijn armen en rende weg. de be
schuttende duisternis in, terwijl hij zag hoe
de man bij de tempel haastig naar bin
nen liep.
Een wild gehuil steeg op toen de barba
ren van hun verbazing bekomen waren. Ri
mington keek niet om, maar holde voort.
Hij was nog niet buiten de lichtschijn van
het vuur, toen hij een stekende pijn in zijn
schouder voelde. Hij struikelde, viel bijna.
Op hetzelfde oogenblik hoorde hij een knai
van een geweer.
Hij herstelde zich en holde verder. Die
Europeaan moest een wapen bij de hand
gehad hebben
Hij vond zonder moeite het pad bij de
Karanga struiken en volgde het. terwijl hij
opmerkte dat hij nog niet achtervolgd werd
de negers waren waarschijnlijk bezig met
Legrand en zijn priesteres Wel over hen
hoefden ze zich niet lang bezorgd te maken
Als hij de heuvel kon bereiken en zich
bij zijn mannen voegen voor de achtervol
ging begonnen was zou hij veilig zijn en...
Maar op dat oogenblik kwam het noodlot
tusschenbeidel Terwijl hij zoo voortrende
dook plotseling uit de duisternis een men
schel ijke gestalte voor hem op. zoo dichtbij,
dat hij onmogelijk een botsing kon ver
mijden. Hij voelde de aanraking met een
naakte huid en terwijl de onbekende even
wankelde deed hij een stap achteruit en
gaf de donkere gestalte een krachtigen slag.
die hem achterover in de karangastruiken
deed vallen.
Weer holde hij verder en begon den heu
vel op te klimmen. Maar plotseling bleef hij
staan toen hij de stappen van geschoeide
voeten boven zich hoorde. Hij kon zijn
ooren nauwelijks gelooven. maar het was de
werkelijkheid, voetstappen die haastig den
heuvel afdaalden. Wie in 's hemelsnaam.
De voetstappen hielden plotseling op. Hij
zag hoe een gestalte onderzoekend naar he
neden tuurde, hoorde iemand hijgend adem
halen.
Wie is daar? riep hij, onwillekeurig
in het Engelsch.
Het antwoord was verbazingwekkender
dan alles, dat hij in het laatste uur be
leefd had
Mr. Rimington! riep een meisjesstem,
half snikkend ,van onuitsprekelijke verlich
ting: Mr. Rimington I
Hij had de stem dadélijk herken 1 Voor
het oogenblik vergat hij zijn mogelijke ach
tervolgers en riep totaal verbluft uit:
Miss Donthorne! UI Wat doet u hier?
Ik. ik ben Fatuma achterna gegaan.
We hoorden het kind roepen dat ze van
haar gestolen hadden. Ik kon haar niet
tegenhouden.
Fatuma! Is die hier! Voor u uit?
Ja! U moet haar ontmoet hebben;
als.
Groote God! hijgde hij. en dacht aan
de onverwachte ontmoeting in de karanga
struiken
rk heb haar ontmoet, ze Ï9 daar bene
den. Hij deed snel een paar stappen naar
voren. Mi«9 Donthorne. ik heb hier een
kind. Neemt u het van mij over. Ga terug
naar den top van den heuvel, en fluit daar
tweemaal. u kunt toch fluiten? Ja?
Tweemaal fluiten, en dan wachten. Vier
van mijn dragers zijn daar niet ver van
daan. Zo zullen bij u komen Laat hen het
kind zien en zeg dat ze moeten wachten.
Hij liet haar de woorden in het Swahili
herhalen om zeker te zijn dat ze haar zou
den begrijpen, toen zei hij:
En gaat u nu!
Maar u? vroeg ze. Waar.
Ik ga Fatuma halen, anders ben ik de
schuld van Fatuma'9 dood. Hij ging zonder
verder een woord meer te zeggen de heu
vel af.
Honor keek even naar het dorp waar, te
oordeelen naar het wilde gekrijsch, dat er
uit opsteeg, een ware pandemonium scheen
te zijn losgebroken, toen begon ze weer naar
boven te klauteren. Het kind lag onbewe
gelijk in haar armen, een klein wit figuurtje
in de zwarte duisternis Ze wist niets van do
ontzetlende angst die het uitgestaan had,
maar ze begreep wel dat er iets heel ergs
gebeurd moest zijn en een keer, toen het
klagelijk kreunde, drukte ze het met een
koesterend gebaar tegen zich aan.
Ze bereikte den top een beetje buiten
adem en bleef even stilstaan bij den een
zamen boom Ze draaide zich om en tuurde
ingespannen naar beneden om te zien of ze
iets van Rimington kon ontdekken en de
gloed van het reusachtige vuur fonkelde
lichtsprankels op het goudblonde haar van
het kind Ze keek het verbaasd aan plotse
ling beseffend dat dit gepn halfbloed was.
maar een kind van twee blanke ouders.
(Wordt vervolgd).