Het telefoonverkeer met Indië DE OOLIJKE OESTERFAMILIE. 69sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 7 Januari 1929 Derde Blad No. 21108 THERMOGÈNE FEUILLETON. De Trommen van het Noodlot De officieele opening. Nadat hedenmiddag le ongeveer 2 uur 'H. M. de Koningin-Moeder de hulde der Indische Vrouwen bij monde van mevr. de Graeff in ontvangst had genomen en beant- woord, vond te ongeveer 3 uur in den 7 Studio van het gebouw van het Hoofdbc- stuur der Posterijen en Telegrafie aan de Kortenaerskade te Den Haag de oflicieele [opening van het telefoonverkeer mot Indië i; plaats. Rede minister Van der Vegte. Minister v. d. Vegte. De minister van Waterstaat opende de verbinding met het uitspreken van de vol gende redevoering tot den gouverneur- generaal Het is wel een bijzonder voorrecht, dat het mij als Minister van Waterstaat vergund is op dezen voor Nederland en Neder- ilandsch-Indiê gewichtigen dag van de offi cieele gebruikneming van de radio-telefoni sche verbinding tusschen beide landsgebie- den eenige woorden ter inleiding van dit ge beuren tot Uwe Excellentie te mogen rich ten. Het is bekend, dat het scheppen van ver rassingen één van de bijzondere eigen schappen van de radio is. Wie voor eenige jaren zou hebben voorspeld dat mondelinge gedachtenwisseling tusschen personen, die 12.000 K.M. van elkaar verwijderd zijn, bin nenkort mogelijk zou zijn, zou toenmaals het verwijt van al te groot optimisme in de technische mogelijkheden van de radio niet zijn onthouden. En toch, do feiten hebben dit optimisme gerechtvaardigd en het ver vult mij met rechtmatigen trots, dat het Ne derlanders zijn geweest, die hot eerst den weg hebben gebaand voor het tot stand brengen van een communicatiemiddel over zoo'n grooten afstand. Immers het was van Nederland uit de korte-golfzender van de N.V. Philips' Radio die in het voorjaar van 1927 voor het eerst in Nederlandsch-ïndië werd gehoord en daardoor een aanwijzing gaf van de mogelijkheid van een recht- streekscheD radio-telefonischen gesprekken- dienst tusschen het Moederland en het •landsgebied in het verre Oosten. Het groote nationale belang dat hierbij ■betrokken is was spoorslag zoowel voor de Indische als voor de Nederlandsclie radio diensten om zich met alle energie te wer pen op de verwezenlijking van deze tele foonverbinding, die wel reeds op het pro gramma van werkzaamheden dezer diensten stond, doch in dien lijd <5oor de eischen, welke de ontwikkeling van het telegraaf- verkeer stelde, nog op den achtergrond was gebleven. Dit had tot gevolg dat op 31 Augustus 1927 uit Indië het verblijdende bericht werd ontvangen, dat de speciaal daarvoor door het eigen bedrijf gebouwde en te Kootwijk opgestelde radio-telefonie- zender in Indië was gehoord, nadat tevoren hier te lande met goed gevolg de uitzendin gen van Tndië uit konden worden beluis terd. Op den 22sten September d. a. v. vond bet eerste kruisgesprek plaats. Sindsdien is met onverflauwd en ijver voortgegaan met het nemen van proeven, teneinde ervaring te verkrijgen van de grillige atmospherische- len andere hinderpalen, welke de goede over komst van het stemgeluid beletten. Hoewel op dit oogenblik al deze beletselen nog niet volledig uit den weg geruimd zijn geworden, is door die proefnemingen toch vastgesteld gedurende welke tijden zij niet of nagenoeg niet aanwezig zijn, zoodat het mogelijk ge worden is met voldoende vertrouwen vast te stellen, gedurende welko uren publiek verkeer kan plaats vinden. Het is nu het oogenblik om hulde te bren gen aan de mannen van de beid© radio diensten, die door hun kennis en voortva rendheid de totstandkoming van deze ver binding hebben bevorderd, waarbij ik met weemoed gedenk wijlen Dr. Ir. C. J. de Groot, den man die door zijn stuwende kracht zooveel heeft bijgedragen lot de ont wikkeling van de radio-techniek in Neder- landsch-Ind'ë en wien het door zijn to vroeg verscheiden helaas niet vergund ge weest is getuige le zijn van dit historisch oogenblik. Met het uitspreken van den wensch dat deze nieuwe verbinding er toe moge bijdra gen. dat de banken tusschen beide lands- gebiden nog nauwer worden aangehaald, verklaar ik dit nieuwe verkeersmiddel tus schen Nederland cn Nederlandsch-Indië voor geopend. De landvoogd antwoordt. JHR. DE GRAEFF. De' Gouverneur-Generaal antwoordde hierop al9 volgt: Het verheugt mij bijzonder Excellentie, dat ik door dit gesprek in de gelegenheid ben gesteld om in de eerste plaats van mijne warme hulde le getuigen voor den Neder landsch en Radiodienst die onder de voor treffelijke opperleiding van den Directeur- Generaal den heer Damme met zijn staf van op wetenschappelijk als op practisch terrein eerste rangs krachten niet alleen de Neder landsclie radiotelegrafie maar ook de Neder- landsche radiotelefonie m korten tijd op zoodanig peil heeft weten te brengen, dat de vergelijking met de prestaties op dat ge bied in andere lanlen met glans kan wor den doorstaan. Daaraan voeg ik gaarne toe een woord van waardeering en dank voor den geest van hartelijke samenwerking 85. Lachend gaan ze verder en dan komen ze aan een groote tent waar een haai laat zien wat een ijzeren maag hij toch wel heeft. Alles slokt het monster op, groote kogels van lood, oude scheepsankers, stukken hout. 86. De broertjes vinden liet eigenlijk wel wat griezelig cn toch blijven ze maar geboeid naar den haai staan kijken. Hij heeft zoo'n eigenaardig glimlachje liggen op zijn smal en wreed visschengezicht, dat de Oestertjes, al wilden ze eigen lijk liever weg, zich toch maar groot houden en zich voor nemen oni te blijven tot het einde van de voorstelling. welke de verhouding tusschen den Ncder- landschen en den Indischen radiodienst heeft gekenmerkt gedurende de periode van proefneming, welke nu worden bekroond door de openstelling voor het publiek ginds en bier ook van het radiotelefoonverkeer tusschen deze Gewesten en het Moederland. Ik twijfel er niet aan of die onmisbare samenwerking zal ook in de toekomst ver zekerd blijven. Welke vlucht dit nieuwe middel van gedachtenwisseling tusschen Nederland cn Nederlandsch-Indië zal nemen laaf zich niet schatten. Ik geloof dat onze verwachtingen te dien aanzien niet te' hoog gespannen kunnen zijn. Ik denk hierbij niet alleen aan de aanrakingen tusschen de Nederlandsche en Indische Regeeringen en tusschen Nederlandsche en daarmee corres- pondeerende Indische diensttakken, niet alleen aan de behoefle aan een spoediger cn nauwer contact tusschen de Nederlandsche in Indische zakenwereld maar ook aan de gelegenheid welke het radioleiefonisch ver keer verschaft aan ouders, verwanten en vrienden in beide deelen van het rijk om zich viva voce met elkaar te verstaan, een contact dat in dagen van vreugde maar vooral in dagen van leed het besef van scheiding veel van zijn schrijning kan ont nemen. Ik dank Uwe Excellentie voor uw woorden en voor het bewijs dal U daar mede heeft willen geven van de warme belangstelling van de Nederlandsche Regee ring voor deze' nadere schrede op den weg welke het besef van saamhoorieheid tus schen Nederland en Nederlandsch-Indië slechts zal kunnen bevorderen en verleven digen. Rede minister Koningsbergen. Hierna wijdde de minister van Koloniën de nieuwe verbinding in met een toespraak tot den gouverneur-generaal, luidende: „Daer can in Indien wat groots verricht" schreef Uw groole ambtsvoorganger Jan Pieterszoon Coen op 29 September 1618 aan de ..Heeren XVII". Onwillekeurig denken wij in dit historisch oogenblik, nu de telefonische gemeenschap met Indië voor het publiek geopend is, aan dit kloeke woord van den man, die getoond heeft dat hij een ver-zienden blik had. Maar wat hij ook voorzien heeft, zeer zeker niet, dat het eens mogelijk zou worden, op den afstand van ruim 12000 K.M. tus- scheii Indië en het Moederland met elkan der tei spreken, dat er een tijd aou komen, waarin ouders in Nederland de stem zouden kunnen hooren van hun kind, dat zich aan den anderen kant van den aardbol bevindt, dat in enkele minuten mondeling zaken zouden kunnen worden afgedaan en gerezen misverstand zou kunnen worden opgeheven. Nog meer dan door de verbinding por telegraaf, wordt daardoor gedemonstreerd, MINISTER KONINGSBERGEN. dat er tusschen tropisch Nederland en het Moederland feitelijk geen afstand meer be slaat. Dit is te danken aan het vernuft, de energie en de volharding van de technici in Indic en hier en aan de goede samenwer king tusschen den Nederlandschen en den Indischen post-, telegraaf- en telefoondienst. Aan allen, die daartoe hebben medege werkt breng ik bij deze gelegenheid mijn hulde en ik meen dit niet beter te1 kunnen doen dan door de woorden van Jan Pieters zoon Coen tot de mijne te maken, in dezen zin gewijzigd: Daar is door samenwerking van Neder land en Indië wat grootsch verricht. m Opnieuw de Gouverneur- Generaal aan het woord. Jhr. De Graeff antwoordde tenslotte als volgt: Met groote waardeering en erkentelijkheid Excellentie, heb ik uwe woorden aange hoord en ik houd er mij van verzekerd dat de zelfde gevoelens zich mede hebben mees ter gemaakt van de tallooze velen die on getwijfeld hier le lande in dit stille avond uur hebben geluisterd. Nauwelijks behoef ik U Excellentie' te zeggen met hoeveel vreugde en voldoening ook ik dit oogenblik heb begroet waarop de genomen proeven, voor radiotelefonische gemeenschap tus schen Moederland en Indië kunnen plaats maken voor het publiek van een nieuwe weg van uitwisseling van gedachten tus schen het Moederland en deze Gewesten, een middel dat in zoovele opzichten zulke sprekende voordeelen biedt boven de ge meenschap per brief of telegraaf. Voordee len van practische maar ook van moreele waarde. Er werd en wordt wel eens met bezorgdheid gesproken over een dreigende vervreemding tusschen beide deelen van het Rijk. Het gevaar daartoe1 heeft inderdaad ge dreigd maar juist in een periode in de oor logsjaren en n.l. toen de communicatie tus schen Nederland en Nederlandsch Indië was verstoord en belemmerd Nu sinds dien die communicatie weder volkomen is hersteld niet alleen maar zelfs zoo aanmerkelijk is verbeterd door versnelde stoomvaarver- bindingen met versnelde mailcorrespon- denlie als onmiddellijk gevolg en door de radiotelegrafie en nu weder met sprongen, vooruitgaat door de raliotelefonie en straks door geregeld luchtverkeer zijn de voor naamste factoren welke vervreemding in de hand zouden kunnen werken geëlimineerd. Maar die versnelde en verbeterde middelen van communicatie zouden op zich zelve niet voldoende zijn om de banden tusschen Nederland en Nederlandsch Indië nauwer toe te halen, indien niet teven9 aan beide zijden werd voldaan aan den juist bij het telefonisch verkeer zoo op den voorgrond tredenden eisch van duidelijk spreken en goed verstaan. Evenals de steeds voort schrijdende techniek in het telefonisch ver keer mogelijke atmosferische storingen zal overwinnen, zal mogelijke verwijdering tus schen Moederland en deze Gewesten kun nen worden voorkomen door een steeds levendiger besef dat de wil tot goed begrij pen cn verstaan de eerste voorwaarde is voor een harmonische verhouding tusschen beide deelen van het Rijk. Met groote dankbaarheid mag ik hier constateeren dat die voorwaarde zoo ten, volle is vervuld in de betrekkingen tusschen Uwe Excellentie en mij en de thans ge opende telefonische gemeenschap zal onge twijfeld aan onze verdere harmonische samenwerking slechts ten goede komen. RECLAME. bestrijdt met succes Rheumatiek - Jicht - Griep Steken in de Zij en Hoest Bij Apoih. en Drog. htele do01 fO.75, halo* doo* 0.43 9259 Naar het Engelseb van OTIWELL BINNS. 29) Mannering bewoog even, deed een poging om uit zijn stoel op te slaan en viel toen weer terug met een halfdronken lach, ter wijl zijn hoofd voorover zakte. Ze stond op hom neer te kijken in het wanhopige be- 4\ wusfizijn, dat er hier voor haar geen hulp te vinden was; toen zag ze Jules Legrand uit zijn tent komen met een klein fleschje met pillen in de hand. Terwijl hij met oen vluchtigen blik naar den man in de stoel keek, zei hij: Een beetje van streek, zooals ik zei, mademoiselle! Al9 de koorts een man uit geput heeft,. Hij voltooide zijn woorden met een beweging van zijn schouders. U moet niet al te streng zijn. La charité is een goede eigenschap. Hij schudde drie pillen uit de tube en gaf ze haar en- Honor slikte gehoorzaam, niet wetende wat zij anders moest doen. Bien! Zoo strijden we tegen de koorts. Maar u zult wel hongerig zijn, mademoi- S selle, en uw maal staat te wachten. U zult mij moeten verontschuldigen Ik heb al ge- gelenMannering ook en ik heb vanavond veel te doen Maar morgen heb ben we een heelen dag .En vannacht moet "u slapen. Hij boog en ging heen. Honor bleef waar r.% ze was en het bewustzijn van haar volko- men hulpeloosheid drong zich met afschu welijke klaarheid aan haar op. Haar oogen dwaalden af naar de donkere schaduw van de hoornen: het woud leek haar de eenige veilige schuilplaats toe hoewel bet onvermijdelijk den dood betee- kende. Wanhopig gin? ze naar haar tent terug, gooide zich op haar bed en begroef haar gezicht in de handen. Een paar minu ten later kwam er iemand binnen en ze keek verschrikt op. Het was Fatuma met wat beschuiten en een kom dampende soep. Haar hart sprong op van vreugde, toen ze het donkere gezicht erkende. Fatuma 1 fluisterde ze. Fatuma! Ba Mama! fluisterde de ander terug, terwijl ze Honor de kom met soep gaf. Eet! Honor dronk de soep op en toen ze klaar was begon Fatuma zacht haar hand te streelen, terwijl het meisje zich de paar woorden Swahili voor den geest trachtte te halen. Zoo zalen ze geruimen tijd en hoe wel geen van beiden zich anders dan ge brekkig tegen de ander verstaanbaar kon maken, voelden ze alle twee dat de sym pathie die ze voor elkander voelden, geen woorden behoefde Plotseling bleef de streelende hand van Fatuma onbewegelijk liggen en Honor voelde hoe ze huiverde Op hetzelfde oogenblik drong weer het eentonige rythmische gerof fel van de trommels tot haar door. Het klonk heel dichtbij, ergens in het bosch rechts van hen en lanien tijd zaten de twee vrouwen onbewegelijk te luisteren tot meer trommels invielen, steeds maar weer meer tot het woud scheen te trillen van het krankzinnig makende geroffel Toen stierf het weg tot een flauw, ver-weg gedreun, tot het opnieuw aanzwol en bijna uit het kamp zelf scheen te komen Plotseling hoorde Honor beweging in het kamp en een stem die het helsche geroffel I trachtte te overstemmen en toen ze voor zichtig naar de tentopening sloop en naar buiten tuurde, zag ze Legrand naast Manne ring staan, trachtend hem wakker te schud den. Wordt wakker, mon ami! riep hij. Het is tijd Ze zag hoe Mannering langzaam zijn oogen begon uit te wrijven en den Fransch- man afwezig aanstaarde. Legrand schudde hem nog eens Toe, beste jongen, dat geroffel belee- kent dat het tijd voor ons wordt. We zullen moeten voortmaken als je vanavond nog zekerheid wilt hebben. Die woorden schenen Mannering klaar wakker te maken, en de ander stak zijn hand onder zijn arm en hielp hem over eind; greep hem toen bij zijn schouder dat hij niet zou vallen. Honor keek naar Man- nering met diepen afkeer. Het stuitte haar geweldig dat hij zich in deze omstandighe den zoo volkomen aan den drank had over gegeven en tegelijk met haar verontwaardi ging voelde ze een onuitsprekelijke wan hoop. Van dezen dronkaard had ze niets te verwachten, en van Jules Legrand's bedoe lingen ten opzichte van haar. maakte ze zich geen illusie. Mannering maakte ren beweging die zijn gezicht in het schijnsel van het vuur deed komen. Honor schrok Dat was niet het ge zicht van iemand die teveel gedronken had. dit was als een masker, een doodsbleek reherp masker, waarin de oogen glinsterden met een vreemden glans Er moest iets I anders zijn opium, cocaïne misschien Een oogenblik later duwde Mannering de hand die h<=m vasthield weg en stond recht op voor zich uit te staren in de ondoordring- I bare duisternis achter het vuur. I IToor je de trommels, mon ami? Ze roepen ons. We moeten weg. Maar je moet een geweer hebben. Dat zul je noodig heb ben voor wat er gedaan moet worden. Hij liefden Engelschman even alleen en ging één van de tenten binnen. Toen hij weer te voorschijn kwam, had hij in iedere hand een geweer. Hij zette een er van tegen een boom en onderzocht toen het andere, blijkbaar om te zien of het geladen was. Ginql Dat is genoeg. Hier, pak aan! Hij gaf Mannering het geweer, die het aannam zonder er naar te kijken, nog steeds met dien vreemden strakken blik op de duisternis vóór hem gericht. De Franschman keek hem even scherp aan, haalde zijn schouders op en lachte smadelijk. Toen zei hij langzaam er met nadruk: En goed ru.kken, mon ami. Je moet be grijpen dat fjt noodzakelijk is en er zijn anderen die .foor le petit diable zullen zor gen. Vooruvf we moeten gaan. Mannen*^ draaide zich zwijgend om en liep achter den andër aan door het kamp. Toen ze den buitensten lichtcirkel van het kamp bereikten, schoot Legrand blijkbaar plotseling iels te binnen. Hij hield Manne- ring tegen en liep regelrecht op Honor's tent af. Het meisje ging haastig achteruit en toen de Franschman in de deuropening ver scheen .liet Fatuma zich met een kreet van schrik op haar knieën vallen. legde haar armen op den grond en verborg haar gezicht in de handen Legrand keek even vluchtig naar haar en zei toen tot Honor- Het spijt me dat de noodzakelijkheid mij er toe dwingt het kamp voor een korte poos te verlaten mademoiselle - met Man- nering Maar ik laat mijn mannen hier achter en ze zullen goed op u letten, be grijpt u? Hij lachte. Geen uitstapjes in het bosch, deze keer, mademoiselle. Het zou niet veilig zij en daar u onder mijn hoedo bent, kan ik het niet toestaan. U hoort de trommels. Die zwarte duivels hier vieren feest, en als ze u in het bosch von den! Hij maakte een veelbeteekenend ge baar. Hij wuifde even met zijn hand, voegde zich weer bij den wachtenden Mannering en samen verdwenen ze in de duisternis. Le grand voorop. Langen tijd nog nadat ze weg waren gegaan, stond Honor Donthorne bij haar tentopening le staren, naar het verste van de twee vuren, waaromheen een half dozijn zwartjes zaten le praten, terwijl de trommels onophoudelijk en enerveerend roffelden. Ze dacht niet aan ontsnappen. Niet alleen die neergehurkte zwartjes, maar het woud zelf was haar cipier. Het zou waanzin zijn. die alleen kon eindigen met den dood. om nu het bosch in to vluchten, zonder te weten waar ze was. zonder tel weten waar ze naar toe kon gaan. Den vorigen keer had ze geweten, dat er hulp te vinden was, maar nu Haar gedachten zwierven weg naar Alec Rimington. Waar zou hij zijn? Ze kon het alleen maar gissen en deze vTaag deed een andere bij haar opkomen: waar waren Jules Legrand en Mannering naar toe gegaan? En wecT kon ze het onmogelijk raden maar ze had de vaste overtuiging, dat hun weg gaan iets te maken had met dat helsche tromgeroffel Legrand had gezegd dat de inboorlingen aan het feestvieren waren, maar als ze Legrand goed begrepen had. be- teekenden die trommels het doodsgeroffel voor een mensch. De (voorden klonken nog in haar na. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1929 | | pagina 9