DE 00LIJKE OESTERFAMILIE.
w%2
69ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 4 Januari 1929
Derde Blad
No. 21106
GEMENGD NIEUWS.
Verhagen's Parijsche Wafels
i\V
3ew\
qe\)e& Q]Zw 1
b.g.j.v. Ommeren
FEUILLETON.
De Trommen van het Noodlot
auto-ongeval.
De familie B. Colijn bniten
Wiesbaden aangereden.
Naar „De Standaard" verneemt, heeft de
familie Colijn dezer dagen te Wiesbaden
een auto-ongeluk gehad, dat betrekkelijk
nog gbed ie afgeloopen. De heer H Colijn en
zijn ecbtgenoote. benevens zijn zoon dr. A.
Colijn en diens vrouw, zaten in een huur
auto uit Wiesbaden. Buiten Wiesbaden
kwam een auto van tegenovergestelde rich
ting met groote snelheid aangereden. Aan
gezien de weg, door het vriezen, spiegelglad
was. reed de wagen op dien van de lam.
Colijn in. De auto wtTd zwaar beschadigd.
De heer Colijn en zijn schoondochter
kwamen met den schrik vrij. Zijn echtge-
noote bekwam een verstuiking van de wer
velkolom, die een tijdelijke verlamming ten
gevolge heeft gehad.
Het blad deelt nog roede, dat als mevrouw
Colijn mag worden vervoerd, de heer C. de
volgende week weer naar Nederland komt.
redders gehuldigd.
Gisteren is ta Hoek van Holland de be
manning van de stoomreddingsboot „Presi
dent van Heel" van Hoek van Holland, wel
ke reddingsboot in den nacht van Zondag
25 op Maandag 26 November j.l. 24 man
van het bij Hoek van Holland in nood ver-
keeronde s.s. „Christian Michielsen", welk
schip later op het strand is geworpen, heeft
gered, gehuldigd ten kantore van de Zuid-
Hollandsche Mij. tot redding van Schipbreo.
kelingen. De hieer A. A. baron Sweerts de
Landaa Wyborch heeft schipper J. Slis en
sjjn mannen toegesproken en hun ieder de
zilveren medaille van de Maatschappij
oorkonde overhandigd.
Na deze huldiging zijn de mannen in
1de Thalia-bar onthaald, waarna zij in de
Tbaliabiosooop door den directeur van dat
theater zijn gehuldigd.
opgelicht.
Te Gorinehem is een buitenman, die met
een paar vrouwen enkele café's had be
zocht, vermoedelijk van zijn portefeuille met
ongeveer f. 1000 aan Nederlandsch bank
papier beroofd. De politie heeft de beide
vrouwen en twee mannen, die van mede
plichtigheid verdacht worden, aangehouden.
bollendiefstal.
In Uitgeest werden dezer dagen bijzonder
dure ranonkels ten verkoop aangeboden.
De heer K. te Akersloot, die van deze
soort een hoeyeelheid miste kreeg vermoe
dens. dat de ten verkoop aangebodene van
hem afkomstig waren. De politie is er thans
in geslaagd de verkoopers van de dure bol
len op te sporen, welke ten slotte inderdaad
van dielstal afkomstig bleken te zijn.
brand.
Te Apeldoorn heeft gistermorgen brand
gewoed in de Rottingfabriek aan het Ka
naal. De fabriek, waarin zich groole voor
raden bewerkte rotting, o.m. 40.000 k.g.
schenen en 500 k.g. pitriet bevonden, is vrij-
wei geheel uitgebrand. De oorzaak is te
zoeken in kortsluiting. De fabriek is op
beurspolis verzekerd.
auto in brand.
Een vrachtauto van den sneldienst Kam-
penZwolleNijverdal reed gistermiddag
omstreeks 4 uur. buiten de kom van Heine,
op den weg naar Zwolle, door hel breken
van de achteras, tegen een boom, waarbij
het benzinereservoir in brand vloog De
chauffeur kon zich met moeite uit den
brandenden auto redden. Hij bekwam lichte
brandwonden aan gelaat en handen. De
aulo was beladen met goederen van de
Kon. Weefgoederenfabriek te Nijverdal De
auto en de goederen werden grootendeels
vernield.
RECLAME.
BLIJVEN ALTIJD WELK CM!
1219
levensgevaarlijke mishandeling.
Te Maarheeze is T. levensgevaarlijk mis
handeld. Als vermoedelijke dader is zekere
G M. aangehouden en naar de gevangenis
te Roermond overgebracht, terwijl het
slachtoffer in ernstigen toestand in het
gasthuis te Weert is opgenomen.
plotselinge sterfgevallen.
Te Helvoirt werd de 76-jarige jhr. G, de
Jonge van Zwijnsbergen, die 's avonds te
voren nog gezond en wel een brief had ge
post, 's morgens dood op zijn bed gevon
den.
Te Veen viel een 54-jarige man terwijl
hij een boterham at dood van zijn stoel.
Te Wychen ging de landbouwer J. Me-
gens de koeien voederen Toen hij wat lang
wegbleef, ging men hem zoeken en vond
hem dood voor de beesten, aldus de ..Msb."
aan de gevolgen overleden.
Een kind van v d. A in de Edisonstraat
te Eindhoven, dat ruim een week geleden
in een pan heete melk was gevallen, is aan
de bekomen brandwonden overleden.
tegen een hek gereden.
Te Hatert is de postbode S met zijn rij
wiel tegen een hek gereden In ernstigen,
doch niet onmiddellijk levensgevaarlijken
toestand is hij naar het ziekenhuis overge
bracht.
in een mes gevallen.
Te Zuid-Berghuizen viel het ca. 2-jarig
zoontje van den fabrieksarbeider Wienk
met het hoofdje op een broodmes dat op den
grond lag. Het mes drong boven het eene
oog vrij diep in het hoofd, zoodat het door
de moeder er uitgetrokken moest worden.
I Dr de Bruyn van Oldenzaal verleende hulp.
Het knaapje is tengevolge der verwonding
overleden, meldt de „Zw. Crt."
als het winter wordt.
Te Meppel is gisteren reeds één der twee
fj9banen geopend.
een donderbus.
Gistermiddag om 3 uur waren te Gro
ningen 2 jongens in de nabijheid van de
gasfabriek aan 't spelen met een z.g.n.
donderbus .welke 20 c.M. lang was en 2
c.M. middellijn had en geheel gevuld was
met kruit. Een van de jongens hield er een
brandende lucifer bij, waardoor een ge
weldige knal volgde, zoodat de bewoners
verschrikt hun huizen verlieten, in de ver
onderstelling dat de gasfabriek gesprongen
was. Een van de jongens werd tegen een
muur geslingerd en naar het Ziekenhuia
vervoerd.
Ralph Waldo Emerson de Amerikaansche
dichter en filosoof, stond eens raidden in
den nacht op, waardoor zijn vrouw wakker
werd.
Ben je niet goed, Waldo? vroeg zij.
O, neen, lieve, antwoordde hij,
maar ik heb daar juist een idéé gekregen,
dat ik wil opschrijvenwat scheelt die
lucifers toch? Ik kan er geen enkele aan
krijgen. Ik zal het maar opgeven liet hij er
met een zucht op volgen, mijn idéé is
toch weg.
Den volgenden morgen bij het opstaan
vond mevrouw Emerson ai de tanden uit
haar kam gebroken.
BUITENLANDSCH GEMENGD.
een prettige gelijkenis.
H. H. France te Atlantic City, die drie
jaar geledeD op parool was vrijgelaten na
acht jaar gevangenisstraf te hebben onder-
gaan, wegens inbraak, is weer gearresteerd
wegens valsche munterij en verbreking van
het parool. Niemand is verheugder daar
over dan een inwoner der stad, die, het
moge erg hard klinken, hoopt, dat France
•nu voor goed zal worden opgeborgen.
Deze man is n.l. zijn ongelukkige dub
belganger, die vóór 1917, toen France werd
opgeborgen, negen maal bij vergissing in
zijn plaats is gearresteerd. Deze commi»
saris gaf hem ten slotte een bewijs: Deze
man is niet H. H France.
Doch toen de politie het oog weer op
France richtte dezer dagen, zag een recher-
81. De broertjes Otto en Oscar rijden met hun onderzee
auto een heel stuk, tot ze in Garnalendorp aankomen. En, o,
vreugde, daar is kermis! Dal lijkt de Oesterjongens wel, en
bovendien hebben ze al vaak van een kermis gehoord, maar
nog nooit e<*n echte gezien. Geen wonder dus dat ze er op af
gaan. Er zal wel heel wat te zien zijnl
82. En dat is er dan ook! Eerst komen ze bij de tent van
een zeester, die goochelen kan. Dat is een genoeglijke sinjeur
en hij haalt de leukste kunstjes uit. De jongens kijken adem
loos toe hoe hij papieren figuren door de lucht laat vliegen en
zeewier uit drinkbekers toovert. Eénig, vinden ze hetl
cheur den dubbelganger en arresteerde
dezen thuis. De man protesteerde heftig;
hij was France niet. Toen belde de recher
cheur het hoofdbureau op Ik heb France
beet, maar hij beweert 't niet te zijn en
heeft me een krankzinnig briefje laten zien,
dat hij 't niet is. Zal ik hem overbrengen 1
De echte France zat toen al wel in de
cel op het bureau. Wat de commissaris
heeft geantwoord, heeft de rechercheur niet
gezegd. Maar na een excuus aan den dub
belganger is hij in een minimum van tijd
met een maximum van snelheid verdwenen.
ontploffing van een
acetyleentank.
Door de ontploffing van een acetyleen-
tank is te Pennington in New-Jersey een
huis vernield. Van de daar wonende fami
lies vonden de vader en 2 kinderen den
dood. De vrouw werd, met een schilderij
lijst om den hals een eind ver weggeslin
gerd.
vendetta.
In den winkel van Genuaro Chirico te
Napels werkt de 34-jarige Stefano Altamura
als bediende. Hij heeft al eens gevangenis
straf ondergaan en staat onder toezicht van
de politie Hij moet dus voorzichtig zijn om
zijn baantje te behouden, vertelt de
Frankf. „Ztg.". Het was dus al heel ver
velend voor hem toen er onlangs iets uit
den winkel verdwenen was en ondanks lang
en nauwkeurig zoeken niet was terug te
vinden. Stefano had het niet gestolen
en wilde daarom ook niet. dat men hem er
op zou aanzien. Toen daarom zijn patroon
hem vroeg: Stefano, wie kan toch die
dingen gegapt hebben?" moest Stefano
dadelijk aan de gebroeders Guarracino den
ken Die hebben een café in het haven
kwartier Maar het zou laster zijn, dat
.hoogst fatsoenlijke lokaal" een dievenkroeg
te noemen. Wat niet weg neemt, dat Ste
fano van deze- gastvrije gelegenheid en haar
eigenaars genoeg wist om zich te durven
laten verleiden tot de opmerking: „Nu, wie
de kroeg van de gebroeders Guarracino kent
kan wel nagaan, waarheen al die dingen
verdwenen zijnl"
Deze opmerking kwam de Guarracino's
ter oore1
Op een ochtend reed Setfan© Altamura
om acht uur de stad uit om zaken te doen
op het land; zijn vriend Piscopo reed met
hem mee. Zij dachten aan geen kwaad. Plot
seling werden zij ingehaald door een baroo-
cino. een soort tilbury. Een man staat op in
dat rijtuigje, trekt zijn revolver en mikt.
eerst op de borst van Piscopo. dan op de
borst van Altamura. Beide keeren is het
RECLAME.
4488
SS^'
op wasch.
H4ar.1tfmmervYê.&49; ICIÜEN.TéUZSI./ï
raak. Piscopo en Altamura storten van hun
rijtuig. Piscopo (die met het heele geval geen
sikkepit had uit te staan) was op slag dood.
Altamura léefde nog toen voorbijgangers
hem vonden en naar het ziekenhuis to
Napels brachten. Daar zweeft hij nu lus-
schen leven en dood De man in do baroc-
ciDo hetw as Giovanni Guarracino
had. toen zijn wraakzucht gekoeld was:
„vendetta, vendettaI" geroepen en zijn
broer Alfonso stemde daar jubelend mee in.
Den volgenden dag.
In het koffiehuis van de gebroeders Guar
racino komt iemand binnen Hij loopt rus
tig naai den toog Het is Edoardo Altamura.
Stefano's broer Heel kalm trekt hij zijn
rcyolver. mikt en raakt Alfonso Guarracino
in de borst „Vendetta" brult hij. „ven
detta!" en holt de deur uit Alfonso wordt
naar het ziekenhuis gebracht hetzelfde waar
Stefano ligt te zieltogen Giovanni Guarra
cino en Edoardo Altamura echter zijn voort
vluchtig. Zullen zij elkaar op hun vlucht
ergens ontmoeten? Be'hoede God dan den
langzaamsten van beiden, die tei laat zijn re
volver trekt
weer een lynchpartij.
Te Parchman, in den staat Missisippi, is
weer eens een neger gelyncht.
Hij werd in ketenen geklonken, onder
hem werd hout gestapeld en het woedende
grauw schoot hem een paar kogels in het
lijf. Toen ging er petroleum orer hem en
den stapel en stak men er den brand in.
Kermende en ziin pijnigers vervloekende,
kwam de ongelukkige aan zijn eind.
de zoebkofs niet naar congo.
Het Belgische ministerie van kolonién
spreekt nu ook het bericht tegen, dat Zoeb-
kof en zijn vrouw, zuster van den ex-keizer,
zich ingescheept zouden hebben naar Bel
gisch Congo.
Dus ook Zoebkoff niet!
ernstige brand te keulen.
In een huis van vier verdiepingen, Kaiser
Wilhelm-Ring No. 26 te Keulen, ontstond,
vermoedelijk door kortsluiting, een groote
brand, die snel de houten trap van onder
tot bovei) in vlammen zette. Voor de bewo
ners werd de weg afgesneden, zoodal de
brandweer, om hen te redden, van 't spring-
zeil gebruik moest maken. Verschillende
personen zijn daarbij min of meer ernstig
gewond. Het huis is vrijwel uitgebrand. De
trappen en de plafonds zijn ingestort.
vrachtauto in de ourthe gestort.
Op den weg van Comblain is een vracht
auto, die arbeiders naar huis bracht, in de
Ourthe gestort. Het voertuig vernielde de
borstwering en stortte in de rivier; men
Naar het Engelseb van
OTTWELL BINNS.
27)
Toen dacht ze plotseling aan Fatuma en
ze liep langzaam naar de hut. De vrouw zat
ineengedoken op den grond, net als den vo-
rigen avond. Toen Honor binnenkwam, keek
ze op met een uitdrukking van onuitspre
kelijke wanhoop in haar doffe oogen. Het
meisje sprak haar in 't Engelsch aan, trach
tend haar woorden te verduidelijken met het
beetje Swahili dat ze kende.
Je moet niet zoo wanhopend zijn Fa
tuma Hel kamp wordt opgebroken en we
gaan naar Bwana Rimington in Rahutu.
Ze kwam niet verder. Bij dat laatste
woord sprong de vrouw plotseling overeind
met een uitdrukking van doodelijken schrik
op haar gezicht. Ze schudde heftig het hoofd
en uitte een stroom van woorden, waarvan
Honor er maar één verstond de naam
van de plaat? waar ze heen gingen. Ra-
hutul Het scheen dat die naam de een of
andere duistere heteekenis had De vrouw
herhaalde hel woord steeds maar weer, mei
een heftigheid die Honor angst aanjoeg en
een oogenhlik later kwam de hoofdman mei
twee van de dragers haastig de hut binnen
loopen Hij richtte het woord tot Fatuma en
hopwel Honor er geen woord van verstond,
zei de uitdrukking van angst in de oogen
van Fatuma haar genoeg.
En terwijl de vrouw de hoofdman heftig
en opgewonden antwoord gaf, kwam de
zelfde uitdrukking van angst te voorschijn
in de oogen van den hoofdman, terwijl op
de gezichten van de dragers achter hem
doodelijke ontzetting te lezen stond. Fatuma
praatte door, heftig gebarend, de anderen
vielen in, meer dragers kwamen aanloo-
pen en het geschreeuw werd steeds luider;
toen klonk plotseling Mannering's stem.
Wat heeft al dat lawaai te beteeke-
nen?
Ze draaide zich naar hem om en ver
telde hem, wat ze ervan begrepen had.
Mannering uitte een vloek en beval de
mannen op woedenden toon om weg te
gaan-, en ze gingen, gewend als ze waren
te gehoorzamen. Maar Fatuma ging voort
met haar heftige protesten, hoewel Manne
ring haar toe snauwde te zwijgen en weer
ving Honor het woord Rahutu op Toen ge
beurde er iets ongeloofelijks, plotseling hief
de man zijn hand op en sloeg Fatuma op
haar mond. De vrouw deinsde verschrikt
achteruit, terwijl Honor met vlammende
oogen tusschen haar en Mannering ging
staan.
Ellendeling! riep ze uit. - Lafaard
Bah, om een vrouw te slaan!
Maar haar verontwaardiging scheen hem
niet te raken, hij staarde met woedende
oogen naar Fatuma. die weer in elkaar ge
doken op den grond zat; toen draaide hij
zich om en zijn oogen ontmoetten een on
deelbaar oogenhlik die van Honor. Wat ze
zag, deed Honor ontzet een stap achteruit
doen er lag een uildrukking van wilde
woede in. die niet normaal was een flik
kering van krankzinnigheid. Ze bleef staan,
sprakeloos van angst, terwijl Mannering
langzaam de hut verliet.
Anderhalf uur later was alle9 ingepakt en
de dragers stonden met opstandige gezich
ten in een rij te wachten op het teeken van
vertrek. Uit Rimington's tent, die blijkbaar
achtergelaten zou' worden, kwam Manne
ring te voorschijn. Hij monsterde de dragers
met een vluchtigen blik en inspecteerde de
twee geïmproviseerde draagbaren, één voor
Honor en een voor hemzelf, toen gaf hij den
hoofdman een bevel, die het weer herhaalde
tegen de dragers, die hun lasten ophieven
terwijl Mannering onzeker op zijn draag
baar toeliep. Terwijl hij er zich op uit
strekte, riep hij kort:
Voorwaartsl
Op dat oogenhlik ving Honor een geluid
op dat uit een van de hutten kwam en ze
keek haastig om zich heen. Fatuma was
niet in de rij.
Wacht eensl riep ze hevelend.
Wat begon Mannering, maar ze
liet hem niet uitspreken.
Die arme vrouw We kunnen haar niet
achterlaten. Ze moet met ons meegaan. Een
uitroep van wopde kwam van Mannering's i
lippen, maar Honor luisterde niet en liep i
haastig naar de hut Fatuma zat in ge-
wone houding, heen en weer wiegpnd in
wanhopige smart. Het meisje bukte zicb i
over haar heen en raakte haar even aan
Fatuma. we. gaan weg Je moet komen, je
kunt hier niet arhte'rblrven.
De vrouw moest hebben verstaan wat zij
<ei maar ze bewoog zich niet en Honor zag
lat ze in een soort van apathische onver-
■ïchilligheid vervallen was die vaker voor
komt hij zwarte rassen en die dikwijle de
voorlooper is van den dood. Ze pakte de
vrouw onder de armen en probeerde haar
op te richten, in de hoop haar op die manier
uit haar verdooving wakker te krijgen Toen
klonken onzekere stappen achter haar en
Mannering's stem dik en heesch, riep onge
duldig:
Laat die vrouw toch. Als ze.
Honor zag hem recht in de oogen. Al9
je haar hier achterlaat, blijf ik bij haar.
De man staarde haar weifelend aan alsof
hij maar half begreep wat ze bedoelde. Toen
begon hij heesch te lachen,
Wat een ridderlijkheid! De eene vrouw
laat de andere niet in den sleek 1 hè? Maar
hoe ben je van plan haar mee te nemen?
Ze kan geen mijl loopen in dezen toestand.
Ze kan mijn draagbaar krijgen, zei Ho-
nor koel. Ik kan loopen.
O, het is mij wel. als je zoo iets onzin
nigs wilt doen.Hij haalde zijn schouders
op. riep den hoofdman en gaf hem een paar
korte bevelen. Twee mannen droegen Fa- I
tuma naar de draagbaar, en ze gingen op 1
weg, terwijl Honor naast de vrouw liep.
Den weg dien ze volgden .liep in de rich
ting van hel woud. en na een half uur wa
ren ze weer in de schemerige duisternis en
trokken voort zuoals Honor al spoedig op
merkte. langs een vrij goed gebaand pad De
groene planten op de bodem waren neerge
trapt de lianen samengebonden, zoodat ze
de weg vrij lieten en op verschillende van
de boomstammen ontdekte ze een versch
gesneden teeken De mannen liepen zwij
gend. en n^rseh voort en wierpen van tijd
tot tijd vreesachtige blikken naar beide
kanten Was er werkelijk reden voor hun
vrees? Ze wist het niet. maar dat die vrees
er wae werd haar pas recht duidelijk, toen
ze een uur of twee gemarcheerd hadden.
Het Liep tegen twaalven, de vochtige hitte
in het woud werd ondragelijk, de zwarte ge
stalten voor haar werden steed» lusteloozer
in hun bewegingen, toen plotseling de
voorste man bleef staan en de heele rij
stopte Een snelle angstige woordenvloed
volgde. Een van de dragprs liet zijn last val
len en zette het op een hollen en een oogen
hlik later ontstond er een 9oort paniek.
Toen vloog plotseling een geruststellend©
mededeelin? de rij langs. Een gevallen boom
had den w*g versperd.
De uitdrukking van intense verlichting on
de zwarte gezichten deed Honor duidc'lijk
zien. hoe groot de angst van de mannen
wa9. Ze lachten als kinderen, en bespotten
den man. die op de vlucht geslagen wa9 en
toen ze zich weer in beweging zeiten
schenen ze nieuwen moed gekregen te
hebben Maar het duurde niet lang of hun
vroolijkheid was weer verstorven en ze mar
cheerden zwijgend verder, telkens weer
schichtig kijkend En die teektnen van vrees
en lusteloosheid werden nog 6terker na de
middagrust, toen ze nog dieper het woud
introkken. En naarmate het later werd en
het uur voor de nachtrust begon te naderen,
werd Honor zich bewust van een intens
gevoel van spanning bij zich zt'lf dal ze niet
verklaren kon Ze kon hef gevoel dat ze
steeds dichter bij een vijandelijke macht
kwamen niet van zich afzetten honwel ze
zichzelf trachtte te kalmeeren met de ge
dachte dat hel een gevolg van de onrusl van
de dragers wa9.
(Wofui vervolgd)