W|f\AT/
r~7_
LEGPLAATJE
K"
ADVENT.
KERSTENEELEN
ZONNESTRAALTJES
DE ROZENSTRUIK EN DE
HULST
ANEKDOTE.
kaars, üie kwam er bij aan; dat was dan
een Kerstlichtje.
En daü zou Keesje vandaag al vast bood-
st-nappen doen voor buurvrouw, die der
been bad gebrokeD en aioeder zou der ka
mertje opredderen, dat ze netjes lag met
de feestdagen Rn <.e bad een poes, die zou
Keesje nooit meer plagen en als andere
jongens in de steeg 't deden, nou, dan zou
Keesje ze wegjajren pn poes gauw bij buu -
vrouw brengen En dan hadt je vader,
vader, die altijd zoo verdrietig keek. u.^-
dat er geen werk was hein zou Keesje
met Kerstmis eens heel extra flink pakken
en bij zou 's morgens al vroeg voor Vader
z'n Kerstversjes zingen misschiennvs-
sohien werd vader daD ook blijEn
Jan zou Keesje'* grooteo stuiter krijgen,
maar 't mooiste kwam nog voor moeder
zou hij op zusie passen, dan kon moeder
rustig naar de kerk gaan dat wou ze zoo
gTaag. Dat was een echte, mooie verras
sing. die mnakre moedpr blij'
Ja, Moedei was nu al blij in 't vooruit
zicht en meteen wist ze ook nog allerlei,
dat zij kor doen om de buren te plezieren.
Wonderlük als je er ip eenmaal in ging
denken, wist ie hoe langer hoe meer din
gen. om te doen en ie was verbaasd en 't
speet ie, dat je daar al met eerder op was
gekomen! - Voor die z^c' met der „rim-
metiek" die twee hoirg vóót woonde, kon
ze best de melk en 't brood aannemen en
niet alleen in den Kersttüd maar altiid
En dan was er een buurtie dat naaide
voor eeD winkel, en die stumperd hoestte
zoo. Nou kon Keesje toch best geregeld der
naaiwerk wegbrengen hij hopfde er niks
voor te hebben, dat zou ze er vooral bij
zeggen. Ep als ze tóch waschte. kon .c
ook best voor Grootje van Oven een paar
stukken meewass< hen. och wel jn, best!
Die ziel had ook geen mensch. die der 's
wat uit de hand nam - en o, zoo waren er
nog zoovee' kleine diensten, die je mekaar
kon bewiizen zonder geld. alleen, je mopst
't met een blij gezicht doen en met plezier,
anders was 't naar voor de menschen
En juffrouw de Beer rong onder 't schu
ren en schrobben en Keesje floot en de
mensehen dachten misschien wel. dat ze al
wondprwnt voor hun Kerstmis hadden ge
kregen. mnnr npen trpVrp^pn haddpn ze
niets, ze waren aan 't geven, al mnar aan
't geven, er als ze mekaar aankeken, knik
ten ze en Keesje zei dan telkens met een
stralend gezïehtip ..Non. Moeder, óf de
juffrouw 't ook goed wist'"
Ja. de ..juffrouw van t school" had 't
we' goed geweten, en dit, van Moeder en
Kpp9 wist ze ook Keesje had er op dien
laatsten dag vóór de vaeantie met van kun
nen zwiigen. zün hartie was boordevol en
daarom moest zijn juffrouw 't maaT weten,
zii alleen, zij zou er toch vast niets van
oververtellen aan Koorvrouw en Grootip en
Jannie pp de a.nderpn
Neen. dat dppd de juffrouw ook niet,
maar wel verte-de ze 't bij haar thuis.
W°ef je waarom Zn had een zusje, en die
prnttplde toeh zóó. omdat er dit jaar geen
Kerstboom met presentjes zou komen, 't
Kon niet. 't was te duur maaT re zouden
toch evengoed pen gplnkkie Kerstfeest
kunnen hebben had moeder gezegd.
,,Neen," had Stans geprutteld. ..neen;
een gelukkig Kerstfeest, hoe kan dat nu,
als je niet eens een Kerstboom hebt en
geep presenten krüet!"
Maar toen had ha-ar zuster zoo mnar ge
woonweg, zooals zü zoo vaak eens iets
van school vertelde, ove» Keesje dp Beer
gesproken, Keesje, die zoo'n blii Kerst
feest zou vieren omdat, ja, omdat..
,,Fïii eer Kerstboom zou krugen en din
gen. die hii gTaag wou hebben
,,Neen. neen niets van dat alles." En
toen had zii verder verteld van Keesie en
zün moedPT en Btnnsje had 't pruttelpn
gestaakt. Zii schaamde zi^h voot dat arme
kleine jon^etie voot die moeder, die zoo
veel te tobhen had. en. die toch zou rük
waren' Rük ia. want zii konden veel ge
ven, veel liefde geven eD daar komt het
met Kerctmis toch maar op aan!
Moeder," zei Stans, toen zij 's avond*
in bed lag, vindt u goed, dat ik Keesj*
de Beer eens verras? We hebben nog al- j
lerlei van den Kerstboom van verleden
jaar en nog een Daar kaarsje, als ik nu
eeos zelf een boompje maakte van eeu
dennetaa m een bloempot en mag ik er dan
eeD van rmin boeken bij geven
,,Best, hoor' En aan doe ik er wat bij
voor zijn moeder en voor Keesje zelf,
voor Keesje moeders stem haperde
,,wat speelgoed van -Johan."
Johan was Stansje s gestorven broertje,
moeder had er nooit toe kunnen komen
iets van zijn spee.goed weg te geven, maar
nu... Kerstmis... liefde geven kon 't ooit
beter worden besteed Moeders hart ging
uit naar Keesje, naar 't jongetje, dat zoo'n
blij Kerstfeest zou vieren, omdat hij zoo
veel te geven had... Ed toen op Kerstdag
juffrouw de Beer uit de kerk was gekomen,
zusje zoet in 't wiegje 'ag en Keesje juist
voor Grootje van drie hoog zijn Kerstvers
jes wou gaan zingen, o, toen was 't de
beurt van Stans om heel heel blij te wor
den, toen mocht zij wat geveDNeen. geen
Kerstboom had haar ooit zooveel vreugde
geschonken als nn 't versierde dennetakje
in den bloempot, dat ze voor den kleinen
jongen op det tafel zette.
En Kppst» Keesje was buiten zichzelf
van plezier!
Och, hij wist 't zelf hcelemoal niet, hoe
veel hii wel had gegeven ook aan Stansjo,
aan haar moeder, aan zün juffrouw, want
liefde gevpn is aanst«kelük Wie ze ont
vangt, kan niet anders, maar moet ze
weer doorgeven cd zoo wordt de kring al
maar groot er
Zoo vierde Keesje de Beer Kerstfeest.
En met zijn helder stemmetje zong hij van
't Kindje in Bethlehems stal, dat, schijn
baar niets bezittend, tóch aan de wereld
sehntten van zegen brer.gt, omdat Gods
liefde in Hem is geopenbaard.
HERMANNA.
O I
Dezen Kerstboom kun je gemakkelijk
leggen van Icghoutjes of lucifers zonder
koppen en kleine knoopjes.
't Is Advent, tijd van verwachting,
voorbereiding tot het feest,
dat van büjds-hap spreekt en vrede,
maar van liefde 't allermeest.
Nog een poosje en dan klinkt weer
't lied van Stillen. Heil'gen Nacht,
en is ons de groene Kerstboom
door den tuinman thuis gebracht.
Tijd van licht eD blijde zangen,
liefelijke Kerstmistiid
vroolijk schitt'reD onze oogen
nu gij weer in aantocht zijt.
HERMANNA.
door
C. E. DE LILLE IIOGERWAARD.
Er leven Eng'Ien nog op Aarde'
Een lichtje schittert in hun oog.
Zij spreiden Liefde om zich henen.
En wijzen naar de Ster omhoog.
Die eens, voor vele. vele jaren
De herders leidde naar den stal
Van 't Kindje, in een Krib geboren -
Die Eng'Ien zeggen Weet ge 't al,
Dat men op Kerstmis 'raan moet
(denken,
Te brengen Liefde en wat Licht
In 't hart van zieken en bedroefden?
Een glimlach ligt op hun gezicht.
Wij alien kunnen Eng'Ien wezen,
Dus Licht- en Liefdehrengers zijn.
Geen onzer zelfs de kleinste kleuter
Is voor de Kerstboodschap te klein,
Voor velen is 't nu donker, koud
wil jullie daaraan denken
en waar je kunt, met hart en hand
wat „zonnestraaltjes" schenken?
HERMANNA.
door
C. E. DE LILLE HOGER WAARD.
Een Rozenstruik stond in den tuin
Te prijken met veel bloemen
En uitgenoodigd door haar geur,
Kwam menig bijtje zoempn.
Een Ilulst keek heel afgunstig neer
Op al die bloemenweelde
Wat of zijn buurman Rozenstruik
Zich eig'lijk wel verbeeldde'
Wel had die bloemen, mooi en groot,
Kon jong en oud bekoren
Maar t was ook ongelijk verdeeld 1
Nooit, nooit zou hij eens hooren:
Zie toch eens, wat een bloemenpracht
En ruik die fijne geuren!
Zijn kleine bloempjes zag niet één;
Toch zou iets vreemds gebeuren!
't Werd Kerstmis en de tuin was kaal
Er prijkten nu geen bloemen.
De rozenstruik was toegedekt
Wie zou zijn rozen roemen?
De Hulst, in groen gewaad gekleed,
Was echter opgetogen
Zijn besjes zouden was 't geen eer?
De kamer sieren mogen I
Met Kerstmis nam vriend Hulst zich voor:
Nooit ben 'k weer ontevreden.
'k Begrijp nu wel- in de natuur
Is er niets zonder reden 1
Ingezonden door Simon Leenheer.
Vader: „Kees, heb je het eerlijk gezegd,
dat ik je aan je Engelsche thema heb ge
holpen?"
Kees: „Ja Vader."
Vader: „Zoo en wat zei Mijnheer'"
Kees- „Hij zei dat ik het dan niet kon
helpen, dat er zoo erg veel fouten in waren
deze keer."