DE 00LIJKE OESTERFAMILIE.
S.G.J. DE GROOT
69sle Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 18 December 1928
Derde Blad
No. 21094
GEMEENTERAAD v. LEIDEN.
Opruiming Damestasschen
20 Procent Korting.
FEUILLETON.
De Trommen van het Noodlot
(Vervolg van gisteren.)
DE BEGROOTING VOOR 1929.
Algemeene Beschouwingen.
De heer v. ECK wil eerst den heer
Sytsma kort beantwoorden. Hij waagU zich
niet aan voorspellingen, doch z. i. bestaat
er toch wel eenige kans, dat de begrooting
zal worden gewijzigd, gezien hoe nu ook van
andere zijde voorstellen zijn afgekomen,
hetgeen vroeger bijkans geheel aan zijn
fractie werd overgelaten. Voor spr.'s frac
tie was het vroeger geen aangename taak
bij de begrooling, maat het steeds hameren
op hetzelfde standpunt heeft naar zijn over
tuiging toch invloed geoefend, gezien de an
dere voorstellen, ook al zal men dat aan de
overzij ontkennen.
De kwestie van een soc.-dem. wethou
der is oud en daarom zal hij kort nog
slechts eens uiteenzetten, hoe zijn fractie
eerst dan deel zal gaan uitmaken van het
college van B. en W. zoo er eenige kans is
op verwezenlijking van het grootste deel
der voorstellen, waarvan thans nog geen
sprake kan zijn.
Spr. verbaast zich, dat de heer Sytsma
is tegen verhooging der wethouderssalaris
sen. Deze salarieermg moet z.i zoo zijn, dat
niemand om financieele redenen behoeft te
bedanken en al is dat nu niet zoo, het kan
toch gebeuren in de toekomst en daarvoor
moet men waken. Wethouder van Leiden
is zeker niet minder dan Kamerlid en het
salaris is maar de helft.
Het standpunt van den heer Sytsma is
niet democratisch.
De heer HUURMAN: geef de f. 5000.
De heer v. ECK: democratisch is niet
royaal.
De heer HUURMAN: dat dacht ik.
De heer v. ECK: ik zal het u uitleggen.
De heer HUURMAN: ja. doe datl
De VOORZITTER verzoekt de heeren niet
tot elkaar te spreken en terug te keeren tot
de begrooting.
De heer v. ECK komt dan tot de begroo
ting en zal uit den aard der zaak wel eens
in herhalingen van vorige jaren moeten ver
vallen, om zich van zijn taak te kwijten,
die hem is opgelegd.
Gemeengoed is de socialistische gedachte
nog niet en dat is z.i. toch wenschelijk voor
het heil der maatschappij, en daarom moet
zijn partij blijven betoogen en uiteenzetten,
al wordt men daar wel eens ongeduldig
door de ellende van velen etc.
Spr. zet daarop de socialistische grond
slagen nog eens uiteen. Krachtig moet wor
den opgetreden in het belang van het pro
letariaat, doch daarvan getuigt deze begroo
ting geenszins. Hoogstens kan men zeggen,
dat B. en W de zaken gaande houden, doch
doelbewust verbeteren doen zij niet. B. enW.
willen, evenals de regeering. zuinig zijn.dat is
het eenige zekere in de begrooting. En al be
vat deze begrooting ook wel goeds, waar ze
niet legen de nooden die grooter zijn dan
zijn dan B. en W. aangeven krachtig in
gaat, noemt hij ze toch beginselloos.
Belasting-betalen is niet erg, als maar
goed verdiend wordt. Daaraan mankeert het
echter evenals aan voldoende werkgelegen
heid en daarvan is de kapitalistische maat-
schappii de oorzaak.
Werz Kan door publieke lichamen echter
voldoende worden verschaft, evenals ar
menzorg etc alleen door deze lichamen vol
ledig kan. geschieden. En z. i. zijn de pu
blieke Irchamen daarom verplicht in dit
opzicht alles te doen, wat mogelijk is. Men-
RECLAME.
Noordeinde 11 - Telef. 706
3182
schenliefde moet hel individu drijven zoowel
als de pub'ieke lichamen; een falen van de
laatste is oneindig grooter dan van het
individu
Werkverruiming staat op het eerste plan,
werkverschaffing en steun op het tweede.
Alleen werkverruiming vermindert de werk
loosheid Voor een stad al9 Leiden is dit
moeilijker dan voor een plattelandsgemeente
doch er is toch nog'wel wat-te vinden. Zijn
partijgenooten zullen daarop nader wijzen,
doch één ding wil hij naar voren brengen,
n.l. om de weilanden om te zetten in tuin
land. De mogelijkheid daarvan dient z. i.
nader onderzocht en vandaar zijn voorstel
dienaangaande. AI9 vanzelf moet daarbij
aansluiten zijn voorstel tot omvormen van
werklooze arbeiders tot tuinbouwers Dit
verdient z. i. ook ver de voorkeur boven
landverhuizing, die de beste krachten aan
het land onttrekt. Een bloeiende tuinbouw
geeft veel werk ook in andere takken van
bedrijf, naar spr. nader uiteenzet aan de
hand van een citaat van den voorzitter
eener veilingvereeniging te Utrecht.
De financieele toestand der gemeente
mag natuurlijk niet over het hoofd worden
gezien. De toestand hier kan niet anders
dan ongunstig worden genoemd, gelet b.v.
op een tekort trots de grootste zuinigheid
en een millioen winst der lichtfabrieken, de
retributie inbegrepen, dat echter een gevaar
lijke post blijft uitmaken door wisselvallig-
heidskansen. Hoe als dat millioen eens
wegviel
Een gezond beheer eischt z. i. verminde
ring van deze winsten, en dekking op an
dere wijze. Deze begrooting wekt echter
meer zorg voor de toekomst dan voor het
heden, daar nu nog voldoende dekking aan
wezig is, zelfs zoo, dat er gereserveerd kan
worden, hetgeen echter de werkloozen en
paupers van thans te kort doet en hij
noemt dit geen goede politiek.
Het eenig lichtpunt is het regeringsvoor
stel tot nadere regeling der financieele rijks-
en gemeenteverhoudingen, doch uit* den
nood zal ook deze Leiden z. i. niet kunnen
helpen Dit kan alleen door een verdwijnen
der werkloosheid etc., hetgeen een onzekeTe
factor is.
De toekomst ziet spr. dus donker in voor
onze stad. Te bezuinigen valt er immers
niet veel meer, wil men niet spreken van
verwaarloozen. Er is daarom alle reden zich
tot de Staten-Generaal te wenden om aan
te dringen op verbetering en vandaar zijn
voorstel in dezen.
Nieuwe gezichtspunten om de inkomsten
te verhoogen kan hij niet openen. Vandaar
nog eens zijn voorstel inzake de bouwbelas-
ting. waartoe in beginsel reeds in 1921 werd
besloten en die hij alleszins billijk oordeelt;
zijn voorstel tot verhoogen der opcenten op
de vermogensbelasting om aldus te halen,
waar is. een heel bescheiden belasting op
zichzelf, die niet ongebruikt mag worden
gelaten zijn voorstel om de zakelijke belas
ting op het bedrijf weer in te voeren, al
is hij geen bewonderaar daarvan, daar zij
geen rekening houdt met draagkracht etc.,
doch zij dwingt vele werkgevers, die buiten
de gemeente wonen, naar behooren bij te
dragen, beter dan door de forensen-
belasting. En hoog is deze belasting ook niet,
maximaal 4 ct. per dag en per arbeider.
Z. i. behooren de opcenten op de perso-
neele belasting echter te worden verlaagd,
zooals feitelijk ook de bedoeling was der
wetswijziging, gelet ook op het zeer onbillijk
karakter dezer belasting. Zijn voorstel zou
f 22.000 doen derven, doch dan i9 men nog
f 8000 hoven vorig jaar. Eveneens moet de
aftrek voor noodzakelijk levensonderhoud
worden gewijzigd en wel met f. 200 worden
verhoogd, opdat de laagste hongerloonen al
thans iets worden verlicht. Daaraan verbon
den zal z. i. dan moeten worden de pro
gressie voor de hoogste inkomens zooveel
mogelijk op te drijven, opdat niet direct de
op de ergste hongerloonen volgende loonen
worden getroffen, hetgeen zeker een be
zwaar is bij verhooging.
Voor het bezwaar van heengaan der
beter gesitueerden, dat hij erkent, mag
men z.i. niet uit den weg gaan. De ge
meente kan daartegen optreden door uit
zetting der grenzen en de stad zoo aan
trekkelijk mogelijk maken als woonstad
door een Hout, goede wegen, goed onder
wijs etc.
97. Oscar en Otto, met hun onderzee-auto komen natuur
lijk in allerlei vreemde streken en ze gevoelen zich echte
ontdekkingsreizigers. „Me dunkt, we konden er later wel een
boek over schrijven," zegt Ot. Maar Oscar, die nooit zoo vol
plannen zit als zijn broer, meent, bedachtzaam: „We moeten
eerst maar eens zien, dat we behouden en wel terugkeeren,
Ot. De diepe zee bergt veel gevaren.Owat is dat?
Verschrikt slaan allebei stil en turen naar een groot, lang
lichaam, dat onbeweeglijk op den bodem der zee ligt.
58. „Ik weet wat het is," gilt dan Otto en hij rent vooraan
terug naar hun auto, met Oscar dicht op zijn hielen „Ik
wéét wat het is, het is de zeeslang. Ja, huiverend be
kent Oscar, dat hij dat óók gedacht heeft. Nu dan moeten
ze vluchten, hoor. De zeeslang is een vreeselijk monster,
van wie men zelfs in de menschenwereld beducht is en dat
zegt heel wat. Het beste zal wel zijn als ze hulp gaan halen.
Maar ze weten in deze rotsige dreven den weg heelemaal niet
Een voorstel der rechterzijde in dezen
in deze richting (wijziging inkomstenbelas
ting) verheugt hem zeer.
Spr. keert dan terug tot de groote win
sten der Lichtfabrieken, die ook niet het
hoofddoel mogen zijn. Al zijn de prijzen
van gas en electriciteit hier laag, er zijn
ook zedelijkheids- eD billijkheidsoverwegin
gen. Zedelijk ongeoorloofd is om mee te
doen betalen de laagste loonen. Het onmo
gelijke erlangt hij niet en vandaar zijn
bescheiden voorstellen tot verlaging der
tarieven. Dat ook de buitengemeenten pro-
fiteeren, maakt voor hem geen verschil.
MeD kan deze toch ook niet als melkkoet
jes gebruiken, daar zij immers meehelpen
om de prijzeD hier te drukken.
Een voorstel tot instelling van e«m le
vensmiddelenvoorziening zal hij thans niet
indienen, daar de tijd daarvoor toch niet
rijp is, integendeel. Wel verdedigt hij nog
de uitbreiding der overheidsbemoeiingen,
daar deze willen voorzien in de behoeften
zonder winst en daar zij onder publieke
controle staan. De middenstand zal zich
moeten aanpassen.
Spr. komt dan tot zijn voorstel inzake de
medezeggenschap, waarbij hij zich heeft
bepaald tot het algemeene, daar dit idee
hier ook nog weinig burgerrecht heeft ver
worven. De geest en de stemming van het
personeel wordt er door verbeterd. De
waarde daarvan zal men moeten leeren
inzien, evenals de waarde van het alge
meen kiesrecht.
Tenslotte komt spr. tot zijn laatste voor
stellen; lo. strekkend om zingen op straat
toe te laten, dat z.i. reeds voldoende door
het Wetboek van Strafrecht wordt beteu
geld; 2o ontwikkelt hij nog eens zijn be
zwaren, dat in de politieposthuizen alleen
de plaatselijke bladen worden toegelaten,
w.o. toch ook politieke bladen, terwijl een
andere richting wordt gedupeerd door het
feit, dat zij toevallig niet iD Leiden ver
schijnen; 3o. zijn voorstel betreffende de
toepassing van de Zondagswet, die z.i. op
tochten van staatkundigen, socialen en
godsdienstigen aard niet verbiedt. Leiden
staat in dit opzicht nog beneden het Katho
lieke Zuiden Een deel der bevolking wordt
door het verbod bovendien eenvoudig ge
dwongen te leven, zooals anderen dat doen.
De Zondagswet wordt nergens gehand
haafd, daar dit onmogeliik is. De burge
meester zeide toe de wet toe te passen naar
den geest der bevolking. Welnu, slechts
iets meer dan 1/4 deel der bevolking hier
heeft bezwaren, alleen de orthodoxe pro
testanten Als concessie aan dezen vraagt
bij alleen vrijheid voor den middag. Ook
muziek in de café's zou hij dan 's middags
willen toelaten.
Trots alle bezwaren, erkent spr. echter
gaarne de bekwaamheid en toewijding van
B. en W. Wat hij in hen mist, is dit: zij
kennen niet den weg, die moet leiden tot
een betere maatschappij.
Veel hangt in dezen af van de democra
ten onder de burgerpartijen, dit totdusver
allen 6teun aan de socialisten onthielden,
die echter zullen volhouden, tot hun doel
is bereikt.
De heer VAN ES zegt, dat zijn fractie
heeft overwogen af te zien van algemeene
beschouwingen, doch besloten is tenslotte
toch in 't kort een uiteenzetting te geven.
Een a.-r. partijprogram der gemeentepoli
tiek kan men voldoende lezen, zoo men wil,
dus dat zal hij niet opsommen.
Dt. VAN ES.
Gaarne zegt hij B. en W. zooveel moge
lijk steun toe Zijn fractie volgt toch een
christelijk sociale politiek. (Geroep: wat
is dat 1) en de poging van het oprichten
van eon garantiefonds juicht hij zeer toe.
De soc.-dem. voorstellen over de belas
ting zal zijn fractie niet steunen, die Lei
den aan den rand van den afgrond zouden
brengen, hetgeen de S.p.A.P. gaarne zou
zien, om het uit te kunnen spelen tegen
de rechterzijde bij komende verkiezingen,
daar deze toch verantwoordelijk blijft.
Zelfs een eerste schrede op den verkeer
den weg mag niet gezet. Men moet de
overheidsbemoeiing niet uitbreiden, inte
gendeel, het particulier initiatief zooveel
mogelijk bevorderen.
Zijn fractie zal alle pogingen steunen tot
handhaving van rust en orde.
De Zondagsrust dient daarom bevorderd
opdat de Zondagsheiliging zooveel mogelijk
worde gehandhaafd.
Een goede regeling van het bewaarschool-
onderwijs acht spr, urgent Z.i. dient de ge
meente alleen het bijzondere bewaarschool*
onderwijs te steunen, niet te zorgen voor
eigen onderwijs gelet op de verhoudingen
van het aantal kinderen op de openbare
en christ. bewaarscholen.
Spr. brengt hulde aan den voorzitter
voor diens optreden b.v bij de opwekking
tot kerkbezoek op 3 Oct. j.l. en niet toe
laten van apen etc op dien dag. Hij hoopt
dat circussen etc. voortaan zooveel moge
lijk zullen worden geweerd gelet op de
dierenmishandeling.
De menseben zijn al slecht. Dat leert do
bijbel reeds voldoende op de eerste paginal
De heer SCHüLLER meent, dat de heer v.
Ea als leider der A -R fractie zeen princi
pieel standpunt innam door telkens te zeg
gen: zooveel mogelijk. Als de leiders der
R.K en Ch«r Hist geen principal debat
wenscben, moeten zij niet de schouders op
halen. Laten zij spreken na den leider
zijner fractie!
De heer WILBRINK: wacht maar. ik kom
wel
De hc-er HUURMAN ben jij de voorzitter?
De heer SCHüLLER: daar ga ik niet op in.
U durft nooit principieel te dehatteeren.
De heer HUURMAN- neen met U durf ik
niet!
DE VOORZITTER: ik verzoek u uw mede
leden wat te' sparen.
De heer SCHüLLER verklaart dan. dat als
B. en W. willen er wel belangrijke werken
kunnen worden uitgevoerd De Haarlemmer
vaart kan wel degelijk verbeterd zij het in
derdaad niet vernieuwd, gelet op hetgeen er
nog zal moeten gebeuren in dpze omgeving,
bestemd voor de Beestenmarkt etc
Nader antwoord vraagt hij op hetgeen
hij vroeg in de sectie bij stratenaanleg bij
centrale rioleering etc.
Over de brandweer zal hij niet veel zeggen,
al beteekent dit niet. dat hij met het optre
den daarvan accoord gaat. Na zijn interpel
latie' is echter al reeds veel verbpterd en
binnenskamers bleek veel juist wat in 't
openbaar van hem weid bestreden
Spr. komt dan tot zijn voorstel tot dpmping
van de Mare. een oud onderwerp van 1923,
waarvoor destijds eigenlijk meent hij al een
meerderheid was in den raad De toestand
aan de Mare is zoo. dat spoedige verande
ring noodwendig is Snr. citeert hpf college
van B. en W van 1923 in deze. De begroo
ting bedroeg toen f 97 000 Twee bruggen
behoeven dan echter niet verbeterd en een
Naar het Engelsch van
OT1WELL BINNS.
16)'
Ze holde door, den heuvel af, en
volgde volkomen onbewust den weg, die
den vorigen avond de twee grafsteenen ge
nomen hadden. Ze kwam bij de struiken en
viel topn opeens over iets, dat onder het
groen verborgen lag Haar hoofd stootte
op iel shards, even flitste er een scherp licht
voor haar oogen, toen kwam volslagen duis
ternis. Ze bleef liggen, en wist niets meer
van het eentonige geroffel, of van de maan-
verlichte wereld om zich heen.
Het was een heele poo9 later toen ze weer
bijkwam, en het eerste, dat tot haar besef
doordrong was dat ze door eD door koud
was. Ze bewoog zich even. en voelde iets
hards Ze trachtte zich op te richten, en van
de struik waarlegen ze lag, kwam een ware
douche naar omlaag, het water was koud en
deed haar huiveren, maar het was wonder
lijk verfris9chend. en ze richtte zich op en
keek verwonderd om zich hepn Ze kon niet
veel onderscheiden want de maan was on
dergegaan Haar hoofd bonsd* pijnlijk, maar
plotseling herinnerde ze zich alle? weer. de
woe*tp dans van de inboorlingen de witte
gestaltp van1 Legrand die uit haar kamer
kwam. haar wilde vlucht Ze wankelde
overeind zich vasthoudend aan het harde I
Voorwerp dat hsar een naar uur geledeD
het bewustzijn had dopn verliezen Weer
overviel haaT de ontzettende angst van den
afgeloopen nacht maar ze klemde haar
vingers krampachtig om den harden steen
en trachtte die vrees van zich af te zetten.
Ze wist dat vluchten een onmogelijkheid
was, dat de dood uit duizenden schuilplaat
sen loerde op degeen die eenzaam en hulpe
loos de wildernis van Afrika in liep. Ze
moest overleggen wat haar te doen stond.
En dan was er George Mannering
Een nieuwe angst overviel haar. angst om
hem. Hoe lang ze daar gelegpn had, wist ze
niet, maar het moest vrij lang geweest zijn
en wat kon er in dien tijd niet zijn gebeurd
met iemand die zoo ziek was als hij! Ze
moest dadelijk naar hem toe. Maar Le
grand als hij daar ook eens was. wach
tend op haar! Ze twijfelde niet langer aan
zijn slechte bedoelingen; hij was zonder
twijfel teruggekomen met het doel zijn lage j
plannen uit te voeren.
Honor! Honor!
Een luid geroep onderbrak den loop van
haar gedachten. Haar hart klopte van vreug
de toen ze George's stem herkende. Hij had
haar noodig. riep om haar!
Honorl
Er klonk ongerustheid in den roep, onge
rustheid om haar die haar haar angst voor
Jules Legrand deed vergeten en riep haastig
terug:
Ik kom' Ik koml
En zoo vlug als ze kon liep ze terug naar
het fort.
VII.
Toen Honor door een opening in de om
heining kroop, zag ze Mannering op de
veranda staan een vage gestalte in de duis
ternis en voor ze bij hem was riep hij
haar tce.
Honor waar ben je geweest! Ik werd
wakker en kon je nergens vinden. Ik wist
me geen raad van angst
Ze gaf geen antwoord tot ze de plaats be
reikt had waar hij stond en zich vast
klemde aan het houtwerk. Zijn gezicht was
doodsbleek en hij trilde van koorts.
Zijn we alleen? fluisterde ze.
Alleen? herhaalde hij. Wat bedoel
je in Godsnaam Honor?
Ik bedoel of Jules Legrand binnen is?
Legrand! Je weet toch dat hij wegge
gaan is
Maar hij is vannacht teruggekomen, ik
heb hem gezien Hij
Honor, viel hij haar in de rede, je
moet gedroomd hebben of de koorts heeft
jou ook te pakken. Legrand is voor drie da
gen weg.
Hij is vannacht teruggekomen en ik
geloof zeker dat hij nu niet ver weg is.
Laten we naar binnen gaan. ging ze na
een korte pauze voort. het is hier veel
te koud en bovendien kunnen ze ons
hoeren.
Zonder verdere tegenwerpingen draaide
hij zich om en ging naar binnen, terwijl
Honor hem volgde. Ze gingen naar de woon
kamer waar een brandende stormlantaarn
op tafel stond
Heb jij die aangestoken? vroeg het
meisje snel?
Ja. vijf minuten geleden Tk werd
wakker uit een akeligen koortsdroom en
miste jou fk heb aan je deur geklopt, maar
kreeg geen antwoord Toen heb ik de lamp
aangestoken en ben op zoek naar je ge
gaan
George, we kunnen hier niet blijven
zei het meisje hepsch We moetpn weg
gaan zoodra het dag is. in allen gevalle
moet°n we zoo gauw mogelijk zien weg te
komen Legrand i- Tannacht teruggeko
men, kon niet 0 en en was naar de
waranda gegaan .Drie van de dragers wa
ren daar buiten in het maanlicht als krank
zinnigen aan het dansen en Legrand was
hier. in het fort Ik zag hem uit mijn
kamer komen, begrijp je me?
Maar Honor het is gewoon onmogelijk,
want... Mannering keek haar onderzoe
kend aan. Ze begreep dat hij dacht dat het
inbeelding van haar was en in haar verlan
gen om hem ie overtuigen, viel ze hem
scherp in de rede:
Ik zeg je dat het zoo is. George En
de hoofdman is weggegaan om hem bij den
rand van het bosch ie ontmoeten, tenminste
hij ging iemand tegemoet, die een signaal
had gegeven drie geweerschoten en
wie anders dan Legrand zou dat kunnen
zijn geweest in deze wildernis? Tk ben naar
de dragers gegaan, om hen te vragen waar
de hoofdman was. ze zeiden dat hij was
gaan jagen, maar ik zag hem terugkomen
zondeT geweer. En later zag ik Legrand
Je d a c h t dat je hem zag, kindje,
viel Mannering haar in de rede. ik denk dat
de koorts jou ook te pakken had Die doet
de meest fantastische dingen echt lijken.
Je moest maar wat kinine nemen en
dan
Ik zeg je dat ik Legrand gezien heb!
antwoordde ze heftig. Hij heeft mij niet
gezien en ik was zoo angstig dat ik wegge
hold ben buitpn de muur tof in een andere
kleinere omheining Tk wou me verborgen
maar onder aan de helling struikelde ik
over iets hards, dal in het groen verborgen
was en
Wat was bet?
Er klonk angst in Mannering's stem toen
hij deze vraag deed maar Honor dacht dat
het ongerustheid was over haaT en dacht er
verder niet over na.
Ik moet mijn bewustzijn verloren heb
ben. Mijn hoofd doet me nog pijnl Ik moet
daar een heele poo9 gelegen hehben en toen
ik bijkwam hoorde ik jou roepen.
En geloof je heuseh dat dit allemaal
zoo gebeurd is? Je moet een koortsaanval
hebben gehad!
Zie ik er uit als iemand die de koorts
gehad heeft? vroeg ze ongeduldig. Ik zeg
je dat het zoo is de twee mannen die ik
daar ginds bij het boseh zag en de dansende
neger9 en Legrand, die uit mijn kamer
kwam en de steen, waarover ik viel
Maar hoe weet je dat het een steen
was? vroeg hij met pen slem die haar ver
baasd deed opkijken om de onrust en angst
die er in klonk.
Omdat ik me. teen ik bijkwam, er aan
vast gehouden heb! Tk herhaal, we moeten
hier vandaan, zoo gauw het dag is. Legrand
is een slecht mensch Hij is te vertrou
welijk tegen me en gisteravond, toen ik hem
zag, voelde ik. dat.... dat.... George,
we moetpn hier wegl
Het kan nipt Honor Zelfs als het waar
is W31 je zegt kunnen wp niet weg. fk ben
niet in staat om te reizen.
Hij kwam naar hier foe en legde zijn
hand op haar arm. Ze voelde de brandende
aanraking door haar mouw hepn lk zou
wper pen aanval krijgen en wat zou jij dan
moefpn bevinnpn alleen in de wildern;s?
Je zou volkomen hulpeloos ziin' Ik zou gr-en
mijl kunnen loonen zelf* nipt al® de koorts
wegbleef W» mopfen hier nog een paar da
gen blijven tot deze aanval voo-hij is Je
hoeft niet bang fp zijn ik geloof zeker dat
je ie vergist in legrand Hij driift handel.
Ik zal hem goed hptsfpn en hij za' dat geld
heusch niet willen verspplen
(Wordt vervolgd).